t>
MEOWS- EJI IHU.r IEMII.lil.IH
mn SREEt EJ MSTEEEEI
Zonder verleden.
No. 82.
S5e Jaargang.
Zaterdag 13 October 1900.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
Uit de Raadszaal.
i
FEUILLETON.
11
Novelle van Claba von Dincklage.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
12
Mabel spoedde zich naar buiten; zij voelde haar
gemoed als met een ondragelijken last bezwaard. In
eene veranderde omgeving, onder den dwang van nieu
we plichten, had zij gehoopt de kwellende herinne
ring te kunnen afschudden, maar met dubbele zwaarte
drukte deze op haar hart. In tranen uitbarstende,
zocht zij de meest afgelegen paden van het park op;
zij wilde in deze stemming niemand ontmoeten.
Toch vernam zij eensklaps naderende voetstappen.
Zij had nog slechts even den tijd, zich in eene prieel
achtige bocht terug te trekken, vanwaar zij-zelve onop
gemerkt duidelijk het in ’t licht liggende pad kon over
zien. Tot haar grootste verbazing herkende Mabel in
den laten bezoeker luitenant van Endtz. Elke twijfel
was buitengesloten, want thans nam de voorbijganger
den hoed van ’t hoofd om het door ’t haastige loopen
verhitte voorhoofd wat af te koelen. Wat wilde hij zoo
laat op ’t slot doen en waarom kwam hij langs dezen
zijweg door ’tpark?
Toen Mabel den volgenden morgen haar tante deze
ontmoeting meêdeelde, antwoordde deze kortaf: »Gij
schijnt aan hallicunatiën te lijden
•Overigens,» voegde haar tante er bjj, hare tot nu in
acht genomen zachtheid geheel latende varen, »overi-
gens verbied ik u, in tegenwoordigheid van uw oom
dat ’t mijn zoon was, die zoo lang als onbekende rond
zwierf. Om volkomen zeker te zijn, geef ik u nog
een onbediiegelijk herkenningsteeken. Antonio heeft
op den linkerarm een M. en een anker getatoueerd.
Hij gaf voor, dat die letter den naam beduidde van
een met hem in ideale vriendschap verbonden man,
maar ik breng deze terug op zijne nog meer ideale
liefde zijner kinderjaren voor Mabel.« Daarop volgde
de nadere aanduiding van haar aankomst.
Bij lady Palmrose was deze gedachte nooit opge
komen, omdat van Endtz den dood van zijn vriend be
vestigd had. Zij en haar echtgenoot gingen dadelijk
op weg om Anton op te zoeken. Met de ingevreten
letter kwam ’t precies zoo uit, als Bianka aangaf. Wat
lady Anna evenwel niet minder overtuigend trof, was
een groote diamanten ring, een erfstuk der familie
Fahrbach, dien hij aan den vinger droeg. Nog nooit
had zij dien ring, die reeds vroeger aanleiding tot de
ontdekking had kunnen geven, bij den jongen man be
merkt. Hij gaf daarvoor als opheldering, dat een ju
welier hem dien gebracht had met de opmerking
•Mijnheer heeft zeker vergeten, dat hij mij indertijd
dezen ring ter reparatie gegeven heeft.« Dat «verge
ten» lag natuurlijk aanvankelijk zoo vaak voor de hand,
dat men geloof sloeg aan de bewering van den man en
Anton van nu af den ring droeg.
De alsnu herkende graaf Fahrbach kon zich hoege
naamd niets meer herinneren van wat men hem als
zijn verleden opgaf. Daar het van de Palmroses kwam
en dezen het hadden vastgesteld, moest hij het wel
gelooven. Ook andere ongeloovigen konden de over
tuiging niet van zich zetten, dat de naaste erfgenamen
als ’t ware zich-zelf in ’t gezicht zouden slaan, als zij
een ondergeschoven erfgenaam vooruitschoven.
Wordt vervolgd.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Zaterdag, den 6 Oct. 1900,
des voormiddags te 10 uur.
Vervolg.
12. Adres van het Departementsbestuur »Het Nut»
tot wijziging dezerzijds genomen besluit dd. 5 Mei
1.1. no. 5 enz.
Burg, en Weth. stellen voor, op ’t verzoek van het
departement Sneek der Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen. a om teruggave van eene som van f 372.32
wegens ten onrechte betaalde grondpacht en b ten
behoeve van zijne gymnastiekschool het perceel grond,
waarop deze staat, aan de Wijnkanstraat, van de ge
meente in koop te mogen ontvangen, te berichten a
dat de Raad zijn genomen besluit van 5 Mei 11. blijft
handhaven en b het departement voornoemd te ver
zoeken nadere inlichtingen te verstrekken of boven
genoemde aanvrage om koop geschiedt om zijne gym
nastiekschool uit te breiden of uit een oogpunt van
koopmansschap.
De Voorzitter brengt nog in herinnering waarom
bovengenoemd besluit aldus luidt, in de eerste plaats
wil de Raad deze zaak tot de juiste bedding terug
brengen volgens het den 5 Mei genomen besluit en
aan het Departement een bedrag van f 171.52 beta
len wegens f428.80 in 1888 ten onrechte betaalde
afkoop van grondrente, na aftrek van f 257.28 aan de
gemeente verschuldigde en niet betaalde grondpacht,
zonder betaling van rente, in de tweede plaats kan,
als het bovenstaande in orde is, over verkoop gespro
ken worden, evenwel dient de Raad te weten of het
departement dezen grond in eigendom wil hebben om
hierna de gymnastiekschool te verkoopen, dus uit een
oogpunt van koopmansschap of om het gebouw uit te
breiden wegens den bloei der school; immers in het
eerste geval, bij verkoop bv. aan een der aangrenzen
de R. K. Stichtingen zou het departement winst be
halen, welke alsdan evengoed door de gemeente zou
kunnen worden genoten, terwijl in het andere geval
een billijker som kon worden bepaald.
De heer D. Gorter kan niet met dit voorstel mee
gaan en zou er voor zijn een billijke rente bv. 37, a
4 toe te staan wegens het gebruik van gelden,
welke ten onrechte zijn betaald.
De heer Veen is ’t met den heer Gorter eens; wat
verder de inlichtingen, betreffende verkoop aangaat,
dit is eene moeilijke kwestie, men kan toch geene
bepalingen maken voor ’t Departement om de school
later niet weer te verkoopen.
De Voorzitter zegt dat den 5 Mei reeds besloten
is geen rente te betalen, dit was dus reeds een uit-
gemaakte zaak, wat echter de verkoop betreft, ’t is
natuurlijk enkel eene vraag, waarnaar de gemeente den
prijs moet bepalen.
Het voorstel van Burg, en Weth. in stemming ge
bracht wordt met op één na (die van den heer D. Gor
ter) algemeene stemmen aangenomen.
13. Adres van Douwe D. Bouma tot aankoop van
een strookje gemeentegrond aan de Geeuwkade.
Burg, en Weth. stellen voor, op ’t verzoek van
adressant om ten behoeve van een te maken riool
verleenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans conform
’t voorstel van Burg, en Weth. besloten.
16. Voorstel om het voormalig telegraafkantoor tij
delijk in te richten tot hulplokaal van school no. 2.
Burg, en Weth. stellen voor op een desbetreffend
schrijven van de Commissie van Toezicht op het La
ger Onderwijs, ondersteund door den arrondissements-
schoolopziener, om aan gebrek aan ruimte op school
no. 2, waardoor bij de laatste toelating van leerlingen,
wederom 38 moesten worden afgewezen, van gemeen
tewege daarin tijdelijk te voorzien door het voormalig
telegraafkantoor in te richten tot hulplokaal van
school no. 2, gunstig te beschikken en op de begroo-
ting daarvoor een som uit te trekken om dit lokaal
door eenvoudige inrichting zooveel mogelijk aan het
gevraagde doel te doen beantwoorden.
De Voorzitter zegt dat ’t eerst de bedoeling van ’t
Dagel. Bestuur was, deze zaak nog aan te houden
totdat afdoende maatregelen konden worden genomen,
’t Aantal kinderen, dat in de laatste jaren niet kon
worden toegelaten varieert tusschen 36 en 40 en kwam
een enkele maal zelfs daarboven, ’t Dagel. Bestuur
was van plan bij de behandeling der begroeting voor
1901 een voorstel te doen tot het bijbouwen van 2
lokalen, ieder voor 50 kinderen. De Commissie van
Toezicht vraagt thans of deze oplossing mogelijk is,
met welk besluit de districts-schoolopziener ook inge
nomen zou zijn, ’t Verwondert Burg, en Weth. dat
de districts-schoolopziener geene bezwaren heeft ge
maakt, daar zij hadden gemeend, dat een dergelijke
tijdelijke maatregel nooit door dezen zou worden goed
gevonden, vandaar dat hun College dan ook gaarne
aan den wensch van de Commissie van Toezicht wil
voldoen en in overleg met deze Commissie en het
Hoofd dor School, trachten het voormalig telegraaf
kantoor zoo practisch en tegelijk zoo goedkoop mo
gelijk in te richten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van Burg, en Weth. besloten.
17. Adres van gebr. de Jong, om ontheffing van art.
6 sub. 5 der Bouwverordening.
Burg, en Weth. stellen voor, op 't verzoek van adres
santen, thans wonende te Lemmer, om ontheffing van
art. 6 sub 5 der bouwverordening, om een door hen
in te richten gebouw tot berging van vellen, gedeeltelijk
van hout op te trekken, gunstig te beschikken, daar het
gebouw buiten de kom der gemeente komt te staan en
alzoo weinig brandgevaar zal opleveren, doch dat
adressanten zich aan de nadere voorschriften, die Burg,
en Weth. noodzakelijk zullen achten, zullen hebben
te gedragen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van B. en W. besloten.
18. Adres van de firma W. Borneman, ter vergrooting
van door haar ingenomen terrein op het Aschland.
Burg, en Weth. stellen voor, op ’t verzoek van
adressanten om ter vergrooting en uitbreiding hater
lakstokerij een gedeelte van het Aschland, groot 51 c.A.
gelegen naast het door haar thans ingenomen terrein,
in huur te mogen ontvangen, gunstig te beschikken,
daar tevens uit een oogpunt van veiligheid geen ge
schikter terrein zal zijn te vinden, de jaarlijksche huur-
som te bepalen op f20.en verder de huur te
ooit den naam van Endtz uit te spreken. De herin
nering aan dezen ons overigens onverschilligen man,
verergert steeds zijn toestand.*
Toen Mabel op deze bijna toornige terechtwijzing
het stilzwijgen bewaarde, voegde Bianka op een toon
van moederlijke zorg er bij
•Schrik nu maar niet dadelijk, mijn lievelingik wilde
je geen leed doen, er rust zooveel op mijne schou
ders.»
Eenige dagen later, terwijl het meisje den ouden graaf
de krant voorlas, kwam Bianka plotseling de kamer
binnen.
•Tonio leeft!* riep zij zonder eenige voorbereiding
uit. »0, er valt niet aan te twijfelen, ons kind wordt
ons teruggegeven.*
De graaf schudde het hoofd.
•Anton is dood, verongelukt,» mompelde hij.
•Luister toch naar de blijde boodschap,» zei Bianka
tot hem; »door een gelukkig toeval is hij gered ge
worden, maar hij was ziek en kon ons geen bericht
geven.»
Zij lei twee fotografiën voor haar echtgenoot neder
het eene, bijna verbleekt, vertoonde het baardeloos ge
zicht van een zeecadet, het andere, van jongen da
tum, de edele gelaatstrekken van een jongen man met
donkeren baard.
•Tante!» riep Mabel uit, »dat’s immers het portret
van mr. Anton
•Ja, mijn kind, de redder van je leven. Ik zal ’t
nooit vergeten, mei hoeveel teergevoelige kieschheid
je ouders hun vermoeden geheim hielden, totdat mijn
arm kind zoover genezen was om naar het ouderlijk
huis terug te kunnen keeren.«
•Maar wij hadden toch volstrekt geen vermoeden,
werken, dat inrichtingen voor berging van producten
welke brandgevaar opleveren, niet in de stad worden
geplaatst.
Het voorstel van de heeren Beekhuis en Camphuis,
in stemming gebracht, wordt verworpen met 8 tegen
5 stemmen.
Het voorstel van Burg, en Weth. wordt thans zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
15. Adres van H. Fennema, om ontheffing van be
palingen der Bouwverordening.
Burg, en Weth. stellen voor, op ’t verzoek van den
heer H. Fennema, om ontheffing van een paar bepa
lingen der bouwverordening, ten behoeve van een te
vernieuwen huis aan de Scharnesteeg, waarvan adres
sant de keuken of bergplaats op de le verdieping
wenscht te brengen en waarvoor de ruimte binnen de
muren niet voldoende, maar ’t geheele gebouw ruim
voldoende is, gunstig te beschikken, waardoor tevens
de welstand daar ter plaatse zal worden bevorderd,
onder voorwaarde evenwel, dat bedoeld perceel nooit
door meer dan een gezin mag worden bewoond.
De heer Camphuis vraagt hoe groot de inhouds
maat van de vertrekken is.
De Voorzitter zegt, dat voor dit bouwplan de ruimte
tusschen de muren, voor en achter moet worden ge
vonden, terwijl er maar een heel klein binnenplaatsje
is omdat de ruimte dus zoo beperkt is, wenscht adres
sant een huisje van twee verdiepingen te maken en
de keuken boven te brengen, van daar ook dat door
Burg, en Weth. uitdrukkelijk is bepaald, dat dit huisje
nooit meer dan door één huisgezin mag worden be
woond.
De heer Camphuis wenscht dat de maat wordt aan
gegeven, welke de vertrekken moeten hebben heb
ben deze de vereischte inhoudsmaat volgens de bouw
verordening niet, dan zouden de bedsteden verwijderd
kunnen worden of zou men de winkel kleiner moeten
nemen en zoo dit niet kan, laat men er dan alleen öf
woonhuis öf winkel van maken ’t is vooral uit een
oogpunt van hygiene dat de bouwverordening in het
leven is geroepen, en daaraan wenscht Spr. zooveel
mogelijk de hand te houden. Ook wordt volgens de
teekening de bak in de kamer gemaakt, waarom deze
niet in den winkel of nog liever op de stoep geplaatst.
De heer Veen zegt dat er slechts een heel klein
plaatsje is, dit kan dus niet gebruikt worden om het
gebouwtje uit te breiden.
De Voorzitter gelooft dat de teekening niet een der
leden bevredigt, ’t moet echter erkend worden, dat ’t
daar een benarde toestand is, doch waar de Eerste en
Tweede Kamer zooveel mogelijk doen om de Woning
wet tot haar recht te doen komen en adressant deze
eischen meer van nabij kent, daar zal ook verwacht
worden dat hier een gebouw zal verrijzen, dat zooveel
mogelijk aan de gestelde eischen voldoet.
De heer Pijttersen is ’t volkomen eens met den heer
Camphuis, alles wordt hier op een te kleine ruimte
gemaakt, terwijl ’t ook uit een gezondheidsoogpunt
niet is aan te raden, dat de regenbak in de kamer
wordt gemaakt.
De Voorzitter zegt dat ’t bouwplan nog ter goed
keuring moet worden ingezonden bij ’t Dagel. Best.,
thans is dus alleen aan de orde of men de gevraagde
ontheffing van bepalingen der Bouwverordening wil
dat Anton
•Meent gij werkelijk, kleine onschuld, dat uw ouders
voor een vreemdeling zulke groote offers gebracht en
zich persoonlijk zoo voortdurend om hem bekommerd
zouden hebben, als bij hen niet het vermoeden ontstaan
was, dat Anton identiek was met Antonio? Thans, nu
zij mijne opmerkzaamheid op den verloren zoon ge
vestigd hebben, moest ook de laatste twijfel voor mijne
bewijsgronden wijken.*
De gravin wilde nu geen dag onnoodig laten voor
bijgaan, tot zij den wedergevonden zoon in het ouderlijk
huis zou terug hebben. Met de grootste zorg maakte
gravin Fahrbach schikkingen tot ontvangst van den
jongen graaf. Ondanks den rouwtijd zou hij toch op
eenigszins feestelijke wijze ontvangen worden.
Aan Mabel droeg zij de zorg en verpleging van haar
oom en het in orde brengen van Antonio’s kamers op.
•Gij kent hem immers, zijne liefhebberijen en zijn
smaak en zult het dus zóó weten in te richten, dat
hij zich thuis voelt in de vertrekken, die hij als jon
geling het laatst bewoonde.*
Mabel beloofde, wat tante van haar eischte. Zij zou
trouwens ook tegen de onmogelijkste eischen geen be
zwaren hebben ingebracht. De aan gevolgen zoo be
langrijke verandering, welke nu plaats had, greep ook
overweldigend in haar leven en denken. Wat zou er
van komen, als Anton nu als haar bloedverwant hier
kwam Zij bleef ’t antwoord schuldig.
Gravin Bianka ging op reis naar Engeland. Kort
voor haar vertrek schreef zij aan haar schoonzuster
•Lieve Anna, ik kom om mijn zoon te halen. Inge
volge uwe oproeping heb ik nauwkeurige inlichtingen
ingewonnen en mag er nu niet meer aan twijfelen, dat
God een zonnestraal laat vallan in mijn droevig lot.
Gij kunt u denken, hoe mijn hart beeft bij de gedachte,
langs zijne woning een strookje grond van 1.30 M.
breedte van de gemeente in koop te mogen ontvangen,
afwijzend te beschikken, daar de gemeente met ’t oog
op een nieuw te bouwen gasfabriek dezen grond niet
in koop wenscht af te staan, evenwel meenen zij dat
het maken van een ondergrondsche riool zonder zink
putten in dien gemeentegrond tegen betaling eener
kleine retributie kan worden toegestaan, onder voor
waarde dat de vergunning tot wederopzeggings ge
schiedt, doch dat de riool moet zijn opgeruimd 8 dagen
nadat de opzegging van het contract van gemeente
wege is geschied en dat indien noodig, de zinkputten
op eigen terrein moeten worden gemaakt, dat als
vergoeding jaarlijks een bedrag van f 1.— moet wor
den betaald.
De Voorzitter zegt dat ’t vooral ’t doel van ’t Dag.
Bestuur is, langs de Geeuw een ordelijker toestand te
scheppen; vanaf de zgn. Smidsbuurt tot aan het
perceel van Bouma, hebben de bewoners dier huizen
maar de gewoonte, het vuile water etc. naar de daar
achter gelegen stadslanden te laten loopendit vooral
heeft aanleiding gegeven de eigenaars zelfstandig tot
verbetering aan te sporen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
thans conform het voorstel van Burg, en Weth. be
sloten.
14. Adres van D. P. Banning, tot het in gebruik
nemen van terrein op het Aschland.
Burg, en Weth. stellen voor, op ’t verzoek van adres
santen tot het in gebruik nemen van terrein op het
Aschland aan de noordzijde, naast de oliekokerij van
den heer J. van der Feer, aan de Draaisloot, ten be
hoeve eener te stichten bergplaats voor gasoline, gun
stig te. beschikken, daar dit terrein uit een oogpunt
van veiligheid, geschikt is gelegen, bovengenoemd
terrein tot wederopzeggings, met een halfjaar van te
voren opzage, te verhuren voor een jaarlijksche huur-
som van f 5.telkens voor 1 Mei, het eerst voor 1
Mei 1901, ten kantore van den gemeente-ontvanger
te voldoen.
De heer Beekhuis vindt de retributie wel wat laag.
De heer Fennema zegt dat de gevraagde grond nog
geen 5 M2 is, en dus de huursom niet laag genoemd
kan worden.
De Voorzitter vindt ook, dat in verhouding van wat door
anderen daar wordt betaald, deze som wel hoog is,
buitendien kan men met een halfjaar weer van elkaar
af zijn en is ’t stichten van een gebouwtje dus nog al
bezwaarlijk.
De heer Beekhuis achtte de retributie laag, wijl hij
op den voorgrond stelt, dat de commissie voor de
gemeentereiniging ’t betreurt dat er op dat terrein
zooveel van die inrichtingen komen.
De Voorzitter zegt, dat die inrichtingen uit een
oogpunt van veiligheid daar worden geplaatst, adres
santen vragen berging wijl het volgens hun een reus
achtig verschil maakt, wanneer zij hunne benoodigd-
heden van de leveranciers hier koopen of het zelf
aanvoeren.
De heer Beekhuis stelt voor als retributie f 7.50 te
betalen, welk voorstel ondersteund wordt door den
heer Camphuis.
De heer Pijttersen zegt tegen dit voorstel te zullen
stemmen, alleen om zooveel mogelijk in de hand te
OURANT.