NIEUWS- EJ imw
Bekendmaking Hinderwet.
Zonder Verleden.
Loting voor de Nationale Militie.
De Volkstelling en Hare gevolgen.
I
Woensdag 2^ October 1800.
KENNISGEVING.
e
KENNISGEVING.
55e jaargang.
ïTo. 85.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
Officieels Advertentiën.
FEUILLETON.
Novelle van Clara von Dincklage.
Met zekere plechtigheid hadden de familieleden zich
in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 24 Oct. 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. VAN DER LAAN, Secretaris.
Soc.
aar-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
1.
2.
3.
ter inzage is nedergelegd, alle werkdagen van ’s mor
gens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek., den 22 October 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek brengen ter openbare kennis: dat het Supple
toir Kohier van Belasting op de Ronden, dienst 1900,
goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland, aan den Gemeente-ontvanger ter invordering
is ter hand gesteld en een ieder verplicht is zijn aanslag
op den bij de wet bepaalden voet te voldoen;
dat een afschrift van dit Kohier, van den 24 dezer,
gedurende vijf maanden ter Secretarie dezer gemeente
VERG ADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Donderdag, den 25 Oct. 1900,
des namiddags ten 6 ure.
Resumtie der Notulen.
Mededeeling van ingekomen stukken enz.
Adres van P. Haga om restitutie van betaald
schoolgeld.
4. Alsvoren van A. Veen Hz. van gelijke strekking.
5. Alsvoren van het bestuur der LJsvereeniging
«Sneek* om gemeentegrond in gebruik te mogen hou
den voor hare knnst-ijsbaan.
6. Alsvoren van het bestuur der Coöperatieve Ver-
eeniging «Selfhelp* tot goedkeuring stratenplan, in ver
band met het stichten van woningen.
7. Alsvoren van Jelle D. Bouma om ontheffing eener
bepaling der Bouwverordening.
8. Begrooting der Gemeente voor 1901.
weg en de beide oudjes liepen de breede bordes-trap
van het slot op.
Lady Anna hoorde de onbekende gasten in de voor
kamer met den bediende onderhandelen en ging de
kamer uit om een einde aan de woordenwisseling te
maken.
De oude man maakte eene diepe buiging enzeide:
»Ik ben de predikant van Endtz en deze hier is mijne
lieve vrouw.*
Lady Palmrose voelde zich getroffen bij ’t noemen
van den naam, dien graaf Anton zich zoo pas had
toegekend. Zij vroeg de vreemdelingen naar hun ver
langen.
«Lieve dame,* begon daarop mevrouw van Endtz,
«wij hebben de verre en voor ons zoo vermoeiende reis
van Holstein naar Thüringen gemaakt, omdat ons het
onzekere gerucht ter ooren kwam, dat onze zoon, de
luitenant ter zee van Endtz, in relatie stond met de
grafeljjke familie.*
»Ja,« voegde de geestelijke er bij, »wij hebben hem
lang als dood betreurd, maar een ontslagen bediende
uit uw huis beweert, dat hij leeft, dat men hem hier op
’t slot gezien heeft.*
»Dat is waar,* antwoordde lady Anna, »ik-zelf heb
hem in Engeland verscheidene keeren ontmoet.*
«Onbegrijpelijk,* klaagde de vrouw, «hij was anders
altijd zoo’n goede zoon. Zeg ons waar wij hem
kunnen vinden,* ging de oude voort. «Wij zijn besloten
hem op te zoeken, waar hij dan ook wezen mag.«
Op dat oogenblik ging de deur van de bibliotheek-
kamer open en graaf Fahrbach verscheen op den
drempel. Meteen greep de oude vrouw, erg verschrikt,
lady Anna bij den arm. «Dat! dat ’s Martijn
Zij lagen in eikaars armen, moeder en zoon, maar
’t was eene andere omhelzing als die lady Anna op
in de bibliotheekkamer verzameld. De rechtsgeleerde
lei zijn papieren op tafel en sloeg een blik in de
stukken.
Graaf Fahrbach trad binnen. Op zijn gelaat lag
de uitdrukking van zelfbewustzijn en zijne oogen, die
de onderzoekende blikken van Mabel ontmoetten,
straalden helder en kalm. Hij groette de aanwezigen en
bleef vervolgens bij de tafel voor den advocaat staan.
«Ik kan aan deze beraadslagingen geen deel nemen,*
zeide hij, «want ik ben niet degene voor wien gij
allen mij aanziet, namelijk graaf Fahrbach. Ik ben de
luitenant ter zee van Endtz.*
Overweldigend was de indruk door deze woorden
teweeggebracht.
Mabel keek onderzoekend van den een naar den
anderoveral ontmoette zij de uitdrukking van onstel -
tenis. ’t Kon niet dan waanzin zijn, wat uit hem
sprak.
Bianka herstelde zich ’t eerst. «Mijn zoon,* zeide
zij, «is onder den invloed van een waan. Luitenant van
Endtz bestaat, wij allen kennen hem. Wij zullen de
noodzakelijke formaliteiten ook zonder Tonio’s mede
werking kunnen afdoen.*
Op dat oogenblik ontstond buiten eenige drukte. Een
eenvoudig rijtuig met éen paard reed het plein op en
hield stil voor het hoofdportaal. Met moeite en voor
zichtig klom een oude, eerwaardige heer uit het
rijtuig. Hij wendde zich tot den koetsier, betaalde
hem het overeengekomen rijloon en stak de groenzijden
geldbeurs weder zorgvuldig in den zak. Daarop keerde
bij zich weer om naar den wagen, om eene bejaarde
vrouw bij ’t uitstappen te helpen. Met haar welwil
lend, goedig gezicht had deze reeds hare omgeving
opgenomen. Zij was, wat trouwens bij haar paste,
goed maar ouderwetsch gekleed. Nu rolde het rijtuig
15
Lady Anna had gehoopt dat Mabel het onweder in
den molen zou hebben afgewacht. Zij schrikte erg toen
zij het gebeurde vernam en stuurde de beide over
spannen menschen dadelijk naar bed.
Antonio sliep, sliep zooals een gezonde man na vol
brachten arbeid rust.
Mabel trilde alsof ze de koorts hadzij wilde haar
knellende zorg geheel voor haar moeder uitstorten,
maar toen kwamen de lord en de gravin thuis, en het
gunstig oogenblik was voorbij. Het overvolle hart beefde,
maar ’t was beter dat zij zweegwellicht zou alles haar
en hem morgen als een verwarde droom voorkomen.
Om elf uur verwachtte men den rechtsgeleerde.
Graaf Fahrbach liet verzoeken, hem tot aan dat uur
ongestoord op zijn kamer te laten. Ook Mabel zag
hem dien morgen niet. Het meisje zag er wel bleek
en vermoeid uit, maar zij was tot innerlijken vrede ge
komen. Op haar lief gezichtje lag de uitdrukking van
een vastberaden wil. Wat er ook gebeuren mocht, zij
zou bij haar geliefde blijven, tot de uiterste grens.
Antonio had na een verkwikkenden slaap de volle
kracht van zijn lichaam teruggekregen. Hij ontwaakte
met het gevoel, een benauwden droom af te schudden,
den droom van een groot ongeluk, van onbeschrjjfelijken
angstin een doolhof verdwaald geweest te zijn en er
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op de desbetreffende bepalingen der HIN
DERWET
Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Secre
tarie dier Gemeente ter visie ligt een bij hun college
ontvangen verzoekschrift met bjjlagen van
EMANUEL BLINDEMAN, koopman te Sneek, strek
kende tot het erlangen van vergunning tot het op-
richten- van eene bewaarplaats van lompen, in het per
ceel, staande achter het gebouw, plaatselijk gemerkt
wijk 3, no. 119, kadastraal bekend Gemeente Sneek,
sectie B, no. 1709, aan de gedempte Pol.
Dat op Woensdag, den 7 Nov. e. k., des middags
te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid
zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek be
zwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk
toe te lichten en dat zoowel de verzoeker als zijdie
bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen
voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente,
niet weer:te kunnen uitkomen. Hij richtte zich op;
hij werd ’t zich bewust, dat hij dat alles werkelijk had
doorleefd. Zijn geest was opgesloten geweest en had
zich niet kunnen bewegen thans was het omhulsel
gesprongen en kon de vlinder de wieken weer uitslaan.
Diep en innig was het dankgebed van den genezene
slechts een enkele bange vraag brandde hem op ’t hart
hoe zou Mabel de onverwachte verandering in zijn
levenslot opnemen Hij had haar terugschrikken, haar
achteruit wijken wel bemerkt, en ’t had hem pijnlijk
getroffen, want hij had daaraan eene andere beteekenis
gegeven. Zou zij ’t van zich kunnen verkrijgen, van
de hoogte eener gravenkroon af te dalen tot zijn een
voudig bestaan?
Hij dacht aan zijne ouders, die hem zeker als een
doode zouden betreuren, en hij was ’t naar den geest
ook geweest. Zijn eerste zorg moest zijn, zich naar hen
te spoeden, als hij zijn valschen naam en den valschen
schijn zou hebben afgelegd. De man voelde zich thans
door zoo’n massa vrij geworden gedachten bestormd,
dat hij zich dwingen moest, zich voor ’t oogenblik
slechts bij het noodzakelijkste te bepalen. Het onge
wone denken wilde ook in geregelde orde gebracht
worden. In de eerste plaats dan rustte op hem de taak,
gravin Fahrbach de vergissing duidelijk te maken.
Hij was haar dankbaar voor de liefde, die zij hem be
wezen had, maar voelde zich van een last bevrijd, dat
zij zijne moeder niet was. Alles wat hij overigens
moest prijsgeven, scheen voor hem hoegenaamd geen
waarde te hebben tegenover het onbeschrijfelijk geluk,
een verleden te bezitten, weder vrij te kunnen denken.
XII.
zetenen eener gemeente gewoonlijk grooter
dan het werkelijk is.
Het Rijk doet intusschen voor verscheidene
gemeenten te groote uitkeeringen. Als de uit-
keering is 1 gld. per inwoner en er zijn over
het geheeleRijk 50,000 personen te weinig af
geschreven tegenover 10,000 te weinig inge
schreven, dan kost dat aan het Rijk in tien
jaren tijds 10 X f 40,000 of 4 ton gouds te
veel. K. heeft eens onderzocht hoeveel nu door
de volkstelling bespaard wordt. Hij komt tot
de volgende cijfers:
1. In 60 gemeenten, met eene gezamenlijke
bevolking van 105,529 zielen, kloppen volks
telling en bevolkingsregisters op elkaar;
2. 505 gemeenten, waar de volkstelling een
totaal-zielenaantal aanwees van 2 mill. 709,287
zielen, hadden in hare registers 37,716 perso
nen te veel staan en zouden, zonder de volks
telling, jaarlijks 109,485 gulden 69 cents van
het Rijk meer ontvangen dan haar toekomt;
3. 228 gemeenten met eene gezamenlijke
bevolking van 1 millioen 468,770 zielen, zou
den, omdat in hare boekhouding 7318 perso
nen ontbraken, jaarlijks 16,951 gulden 66 cents
zijn tekort gekomen;
4. alles te zamen genomen zou dus, ware
er geen volkstelling geweest, 92,534 gulden
’s jaars te veel uit de kas van het Rijk in die
der gemeenten .gevloeid zijn; en
5. voor het tienjarige tijdperk bezorgt der
halve de gehouden volkstelling aan ’s Rijks
schatkist eene besparing van 925,340 gulden;
een niet onaardig peulschilletje.
Men zegge niet zoo besluit A. K. dat
hier schijn voor waarheid genomen wordt, aan
gezien, wat het Rijk minder uitkeert aan de
gemeenten, door deze meer moet worden ge
heven aan eigen belastingen terwijl het voor
de burgers om het even is, of zij door de kat
gebeten worden, dan wel door den kater. De
ledigheid dier tegenwerping springt in het oog.
Vooreerst: komt het, bij verschil in belasting
regeling, voor de beurs van elk der burgers
individueel op hetzelfde neer, of hij tegenover
den rijksbelasting-heffer staat, dan wel tegen
over den gemeentelijken
Trouwens heeft men evenzoo geredeneerd,
toen het er op aankwam, voor de gemeenten
een voordeeliger regeling der rijks-uitkeeringen
te veroveren Bovendienis het voor de fi-
nantiën van het Rijk als zoodanig onverschil
lig, of dit tonnen gouds te veel uitkeert Ein-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Gelet op het besluit van den heer Commissaris der
Koningin in Friesland van 6 September 1.1. Ie Af-
deeling M/S. no. 1456 (Provinciaal blad no. 74);
Brengen ter openbare kennis, dat de loting van hen
die in dit jaar voor de lichting der Nationale Militie
van 1901 dezer gemeente, zijn ingeschreven, zal
plaats hebben in de Concertzaal alhier op Woensdag,
den 31 October e. k. des voormiddags ten 10 ure;
dat op Donderdag den 1 November d. a. v. ter ge
meentesecretarie door of vanwege de lotelingen aan
vrage kan geschieden voor de getuigschriften ter
bekoming van vrijstelling van den dienst, wegens
broederdienst of als eenig wettig xoon-
voorts dat om vrijstelling wegens eigen militairen
dienst of dien van broeders te verkrijgen, de paspoorten
of andere bewijzen van ontslag, uittreksels-Stamboeken
of bewijzen van werkelijken dienst, ten minste tien
dagen vóór den dag, waarop de zitting van den Mili
tieraad wordt geopend, ter Secretarie voornoemd
moeten worden ingeleverd.
Sneek, den 9 October 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
De Volkstelling, die onv de tien jaren ge
houden wordt, is ook op 31 Dec. jl. gehou
den. Vroeger, toen er minder mannekes te
tellen waren en ook niet zooveel gegevens
verzameld werden, kostte zoo’n telling niet
buitengewoon veel. Maar de jongste telling
heeft het bagatelletje van ruim drie ton ge
kost. Ieder te tellen persoon kostte dus zes
centen.
Menigeen zal misschien denken: Ik wou ze
wel tellen, zes voor een cent. Maar wanneer
men nagaat de vele onkosten aan papier, druk
loon, tellers, enz., zal men begrijpen, dat daar
nog al zoo iets mee heen gaat.
Menigeen heeft zeker ook gevraagd, wat
men met al die eindelooze tabellen doet en
gezucht, dat als er ooit improductieve uitga
ven zijn, deze dan wel zoo genoemd mogen
gorden.
Toch wordt er, zegt A. K. in het
Weekblad*, voor ’s Rijks schatkist eene
dige besparing door verkregen, zóó zelfs, dat
bij den Minister van Financiën de vraag kan
rijzen, of het niet geldelijk loonend zou we
zen, de volkstellingen voortaan, in plaats van
elke tien jaren, bv. om de vijf jaren te houden.
Hoe dat zit? Het zit ’m in ’t verband tus-
schen de volksregisters en de uitkeering van
het Rijk aan de gemeenten. Die uitkeering
bestaat uit evenveel malen een zekere som als
de gemeente zielen telt op 1 Januari van het
loopende jaar. En die telling geschiedt naar
de bevolkingsregisters. Nu worden die regis
ters bij gewerkt op grond van afgegeven en
ingeleverde verhuisbiljetten. Wie geen ver-
huisbiljet inlevert, wordt ambtshalve in- of afge-
schreven, maar wie ergens komt wonen, kan
beter ambtshalve worden ingeschreven dan hij,
die zonder kennisgeving vertrekt, kan worden
afgeschreven. Dat vertrek blijkt soms eerst
veel later. En zoodoende kan het gebeuren,
dat iemand op twee verschillende plaatsen
staat ingeschreven en wordt het aantal inge-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
k
Punten van behandeling: