ÏWR SMTk HJ MSTIMEI
NIEUWS- El AlfflMSTBLlI)
Invoer van vee in België.
De Gelukzoekers.
1
NATIONALE MILITIE
Zaterdag 17 November 1300.
55e Jaargang.
No.32.
E.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
BEKENDMAKING.
I
KENNISGEVING.
I
FEUILLETON.
Officieele Advertentiën.
Lichting 1901.
i
5.
Roman van Dora Duncker.
uit hare omgeving vermoedde.
Wordt vervolgd*
Bij dit no. behoort een Bijvoegsel.
rd.
I
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Nabetrachting over de Leeu
warder Tentoonstelling.
r
t
ij»
iet
;h-
)ls.
en
mjj
De naaimachine hield op te kletteren.
«Neen, kind, maar ik heb zooveel in ’t hoofd dat
weet ge wel
Zij keek naar haar zuster, die gemakkelijk op de
canapé zat en, zonder er zich meê te haasten, de
strooken der genaaide bloemenguirlande aan den voor
kant van de japon vastnaaide.
«Ach God, Klara, of je je toch eindelijk eens aan de
gedachte mocht gewennen
De oudere zuster schudde het hoofd en bracht de ma
chine weer in bewegingvervolgens werd een heele
poos geen woord tusschen de zusters gesproken.
Meta gaapte en wierp zijdelingsche blikken op
haar ijverig doorwerkende zuster. Hoe vervelend dat
alles wasAls zij maar eerst haar garderobe bij Gerson
zou kunnen bestellenZelf naaien en daarbij heimelijke
verwijten hooren en ernstige vermoeide gezichten
zien neen, dat alles was niets voor haar.
Nu hield Klara, die heden oogenschjjnlijk overspannen
was, weder een pauze.
«Hebt ge Walter in de laatste dagen ook gesproken?»
»Van daag, ja
«En wat zegt hij er van, dat je er ernst van maken
wilt hij, als je verloofde, moet toch ten slotte den
doorslag geven.*
Meta werd rood en wierp haar werk heftig aan kant
«Hij is mijn vei loofde niet.*
»Meta! Wat is hij dan?«
«Gij weet heel goed dat wij aan trouwen niet kunnen
denken
«Nil niet maar later
Meta haalde de schouders op.
Klara ging ópstaan en liep naar de tafel. Met moe
derlijke teederheid sloeg zij den arm om haar zuster
heen.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek maakt
naar aanleiding eener bij hem ontvangen missive van
den Commissaris der Koningin in Friesland, dd.
13 dezer 3e Afdeeling Statiatiek no. 819, bekend
dat de invoer van melkkoeien langs Santvliet en de
Clinge met ingang van heden tot nader order is ver
boden.
Sneek, den 15 Nov. 1900.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Pm
wachten. Door de spleet van de deur van een zij
vertrek zag zij eene elegante jonge vrouw met een
aardig rashondje spelen. Alles ademde welgesteld
heid en welbehagen.
Meta’s borst zwoegde van begeerte. Ja, als men
ook eerst maar zóóver was! Nu, bij het tooneel kon
het immers niet missen. Dat was een goud- en ge-
luk-mijn. Klara maakte zich bespottelijk met hare
bedenkingen. Nu werd er weer gescheld. Door de
glazendeur van de gang verscheen een schraal jong-
mensch met een dik blauw boek onder den arm. Hij
gesticuleerde opgewonden en beweerde, oogenblikke-
lijk te moeten worden toegelaten. Mijnheer de hoofd
regisseur wachtte reeds met verlangen op hem. Hij
kwam met een nieuw stuk, dat gelijktijdig een nieuwe
aera in de geheele dramatische litteratuur beteeken-
de. Het meisje liet hem bedaard uitspreken.
Daarop trok zij de mooie ronde schouders op en
antwoordde koelbloedig, dat mijnheer de hoofdregis
seur haar geen bijzondere opdracht gegeven had
Zij verzocht hem plaats te nemen, tot de beurt aan
hem zou gekomen zijn.
Meta keek het meisje in de katoenen blouse half
verwijtend, half bewonderend aan. Een dichter zóo
te durven afzouten, daar behoorde wat toe!
De magere bromde onverstaanbare woorden achter
den rug van ’t meisje, en toen, een vriendelijk gezicht
zettende, wendde hij zich tot Meta.
»De juffrouw wacht ook op mynheer den hoofd
regisseur
Meta werd vuurrood, ’t Was de eerste maal dat
een dichter tot haar sprak. Als dat geen wissel op
’t geluk beteekende
»Ja ik*
5
Onmiddellijk na ’t eten zetten de zusters zich aan Jt
werk. De eettafel was afgenomen, de naaimachine
onder de gaskroon geschoven. Klara, die den geheelen
dag en ook gisteren niet onder de lucht geweest was,
had een wandeling willen maken, maar om Meta plei-
zier te doen, had zij van dat voornemen afgezien en
haar vader verzocht een paar huishoudelijke bood
schappen op zich te nemen. Nu zat zij daar voor de
machine, zooals zij al dagenlang en heden ook weer
den geheelen voormiddag gedaan had, terwijl Meta
zich met het naaiwerk uit de hand bezighield.
Klara Horn was eene buitengewoon bekwame werk
ster, ja, méér als dat, een soort genie in de kunst van
costumes-maken. Zij bezat een uitstekende smaak,
ook in de kunst van garneeren, zoodat hare kennissen
haar vaak plaagden met haar kunsttalent en haar spot
tend aanrieden, een modezaak op te richten. Klara zelf
had dat voorstel veel ernstiger opgenomen als iemand
V ooreerst echter kon
zij er niet aan denken. Haar vader, Meta en de
huishouding hadden haar al te zeer noodig. Maar als
Meta werkelijk uit huis ging en haar vader voor nog
méér finantieele bezwaren zou komen te staan als tot
nu toe, dan kon de tijd wel eens komen dat de scherts
harer kennissen ernst zou moeten worden.
«Gij zet zoo’n zuur gezicht, KlaraBen je boos op
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter voldoening aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19 Augustus 1861
(Staatsblad no 72), gewijzigd en aangevuld bij de Wet
van 2 Juli 1898 (Staatsblad no. 170), nader gewijzigd
by de Wet van 22 Juli 1899 (Staatsblad no. 174), ter
openbare kennis, dat de miting van den Militieraad voor
deze Gemeente zal worden gehouden te Bolsward in
het Gemeentehuis op Woensdag den 19 December
a. s. des voormiddags te 1O uur, en dat voor dien
Raad moet verschijnen de loteling, die vrijstelling ver
langt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of we
gens gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 16 Nov. 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMABurgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
«Meta, je zult er toch niet in ernst aan denken, ter
wille van een voorbijgaande gril want iets anders is
dit plotselinge idee om bij het tooneel te gaan niet
dien goeden, trouwen man zijn woord terug te geven
«Het is geen gril en ik kan niet met hem trou
wen. Laat mij ik weet, wat ik wil.«
Klara liet den arm zakken van de schouders harer
zuster en keek treurig voor zich. Zij voelde, dat het
thans het oogenblik niet was op Meta in te werken.
Deze stond ai te zeer onder den invloed eener inge
beelde schoone toekomst, welke de aanbeveling aan
den machtigen man van den schouwburg haar scheen
te beloven.
Dat ze haar geluk beproefde, als zjj er dan toch
niet van terug te houden wasmaar Walter Grund
mocht zij ter wille van zoo’n hersenschim niet opge
ven, dAt stond bij haar vast.
Het stille blonde meisje had nog nooit bemind en
was ook nog nooit ernstig bemind geworden, maar
in haar kuische, maagdelijke ziel leefde het instinct
matig bewustzijn, dat ondanks alle moderne stroomin-
gen het eenig ware geluk der vrouw te vinden was
in de liefde van een goed man. Meta was het zeld
zaam geluk ten deel gevallen, zulk eene liefde te vin
den; dat geluk zou voor haar zuster niet verloren
gaan, zoo lang zij er nog was om ’t voor haar te
behouden.
Stipt om drie uur ’s namiddags was het blauwe
costuum klaar gekomen, chic en smaakvol als alles,
wat uit Klara’s bekwame handen kwam.
Het hoofd vol illusies, trippelde Meta naar de wo
ning van den machtigen man, van wien zij zich alle
heil voor de toekomst beloofde.
Het spreekuur was reeds in vollen gang. Een net,
vlug meisje in een heldere katoenen blouse, verzocht
haar in de origineel gemeubeleerde voorkamer te
71 en aan den Heer Andreae te Kollum toe-
behoorende; voila tout.
Toen wij het artikel over het Sneeker goud
en zilversmidsgilde voor «Oud Holland* schre
ven, waren wij in de meening, dat op de Leeu
warder tentoonstelling vele fraaie stukken werk
van Sneeker drijvers uit vorige eeuwen zoute
zien zijn. Hoe bedrogen wij ons! Want de
oogst was heel klein. Wij vonden opgeteekend
Uit de 18e eeuw een zilveren theebus met
bloem- en bladornamenten, merkSneek
Friesland G, toebehoorende aan den heer P.
J. Fennema te Bolsward
Uit dezelfde eeuw een gedreven zilveren kan-
dij-pot met deksel en fraaie bloemranden, merk
Sneek gekroonde C, ingezonden door baron
Rengers te Leeuwarden
Uit 1692, de bekende zilveren brandewijns-
kop, merk: Sneek V C. H. toebehoorende
aan de gemeente Sneek; (was de bijbehooren-
de lepel er niet?)
Uit 1781, een gedreven zilveren brande-
wijnskop met arabesken en pauwen, merk:
Sneek C. ingezonden door den heer H.
Kingma te Winsum
Gelukkig echter, dat een 19e eeuwsch drijver
de eer van Sneek hoog hield, al was het jam
mer, dat slechts één toiletspiegel met gedreven
rand van zilver van den heer N. de Haas op
de tentoonstelling prijkte.
Zou H. M. de Koningin het drijfwerk, dat
Zij van hem bezit, niet hebben willen afstaan
En waarom schitterde het doopbekken uit de
Hervormde kerk te Doorn door afwezigheid?
Over de trouwkistjes, harten, ringen, geboor-
telepels, enz., die zoozeer in ons volksbestaan
ingeweven waren, zou heel wat te zeggen zijn.
Er waren er veel te Leeuwarden. De opschrif
ten zijn meestal«getrouw tot in den dood*,
zonder veel afwisseling.
Ook leest men welWat Godt te samen voegt,
dat kan de mens niet scheyde óf
hout daer jongfrou die ick bemin,
daer is min trou min hart en zin.
Een huwelijkspenning heeft
Een hart dat reine liefde draagt,
Is ’d offerhart die mij behaagt.
Een andere
Ick kus op trou,
mjjn waarde vrou.
Het was zeker een uitnemend denkbeeld
van het Friesch Genootschap om, met mede
werking van de Vereeniging tot bevordering
van Vreemdelingenverkeer te Leeuwarden de
zen zomer een tentoonstelling van antieke goud
en zilversmidswerken te houden. Met belang
stelling hebben landgenoot en vreemdeling
deze fraaie collectie aanschouwd, maar zeker
heeft de eerste ce verzuchting moeten slaken,
dat al heel veel het land uit is. Want, zoowel op
de éénig mooie tentoonstelling van gelijk genre
te Amsterdam in 1876 gehouden, was zoo heel
veel meer te zien, en de tentoonstelling in
Frieslands hoofdstad van Friesche voorwerpen,
die velen nog in ’t geheugen zal liggen, gaf
ook op ’t gebied van goud- en zilversmidskunst
niet veel minder.
Den catalogus van deze interessante ten
toonstelling overigens eens doorloopende,
heeft het ons getroffen, dat gelukkig de
schatten aan vereenigingen, gemeenten, mu
sea in Friesland toebehoorende wél bewaard
schijnen de Poptaschat, waarop het buitenland
aast, behoort nog altijd aan het gasthuis te
Marsum, maar de Voogden hebben het lumi
neus idee gehad dezen aan het Friesch muse
um in bruikleen af te staan, waar zoovelen
meer dit kostelijk drijfwerk kunnen bewonde
ren; de Sneeker bekers zijn nog altijd in de
stad, die prinses Henriëtte Catharina v. An
halt tot burgeres maakte de verguld zilveren
beker, die door de huurders der landerijen op
het Bildt, door den Hertog van Saksen
aan de stad Franeker afgestaan, in 1607
aan de regeering dier stad werd geschon
ken, een heel mooi stuk werk, bevindt
zich nog altijd in de eenige Academie, die
Friesland vroeger had.
Maar wat ons ook opviel is, dat de fraaie
collectie gouden en zilveren voorwerpen, eer
tijds in het Hindelooperhuis bewaard nu in
Zuid-Holland te zoeken is, en al is deze ook
in handen van een Fries van afkomst, toch
had zij gebleven moeten zijn in dat Hinde-
loopen, waar zij zoo eigenaardig thuis be
hoorde.
Meenden wij, bij onze beschrijving van de
Zeewezen-tentoonstelling, dat daar veel ont
brak, omdat het op de Leeuwarder tentoon
stelling zou ingezonden zijn, dit is ons geble
ken, een dwaling te zijn. De Hansesteden:
Bolsward, Stavoren, Hindeloopen, enz. zon
den bijna niets in. Slechts de fraaie drink
hoorn van 1397, die de gildebrceders van het
St. Antoni’s gild te Stavoren hebben doen
maken, viel te Leeuwarden te bewonderen.
Harlingen bezit ook een mooien drinkhoorn, dien
wij bij een vorige gelegenheid eens beschre
ven, maar dezen konden wij nergens ontdekken.
De twee oude drinkhoorns van Sneek za
gen wij in een welgesloten vitrine op de ten
toonstelling van het Zeewezen in den Haag.
Toch is de zilveren avondmaalsbeker uit
de 17e eeuw, die de Kerkvoogden te Wijnal -
dum te Leeuwarden inzonden wel van belang.
Hij draagt tot opschrift: Saco Idsinga, mede
Raedt ende advocaat-fiscaal in ’t collegie ter
admiraliteit in Friesland, Kerckvoogd den Hoogh
Edelen Geborenen Heere Johan van Goslinga,
Grietman over Franekeradeel ende mede raedt
ter admiraliteit in Vriesland, Kerckvoogh.
En ook het gedreven ovalen zilveren schild
van het groot-schippersgild te Leeuwarden,
met zilveren ketting uit de 17e eeuw is in
teressant. Het werd bij de begrafenis van
een gildebroeder door den gildeknaap of bode,
die den stoet voorafging, op de borst gedra
gen. ’t Is echter te begrijpen dat Leeuwarden
dit niet naar den Haag zond.
Misschien acht men echter de vijf-deelen
zeedijken zóó met het zeewezen verbonden, dat
ze op deze tentoonstelling niet mochten ont
breken, en dan kon de Leeuwarder expositie
trotsch zijn op ’t tijdelijk bezit van den verguld
zilveren beker uit de 17e eeuw. Wel permit
teerde de Antwerpsche drijver zich eenige
vrijheid in de voorstelling die hij op den be
ker aanbrachtLot en zijn dochters en Noach,
door zijne zonen bespot
Maar de verzuchting moest ons van ’t hart,
dat er toch heel weinig van Frieslands vloot
voogden schijnt over te zijn. Te Leeuwarden
geen gouden kop of fraaie ketting, óf rapier
met fraai gedreven lemmet. Wel eenige zil
veren tabaksdoozen met een gegraveerde voor
stelling van den zeeslag bij Doggersbank.
Slechts uit de 17e eeuw vonden wij een zil
veren beker, aan J. Andreae, vice-admiraal,
kommandant der Zeemacht, chef van het de
partement van marine in Ned.-Indie van 1868
i
i
jor