moi; SH KI tlSTKRKEl
SIEI WS- Ï5 AllffiMWIEBLlD
Bekendmaking Hinderwet.
1
Invoer van vee in België.
I
Vors tengel uk.
De Gelukzoekers.
NATIONALE MILITIE
Lichting 1901.
55e Jaargang.
Woensdag 21 November 1900.
No. 93.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
I
UitgeversPOUWELS FALKENA, tegenover ’t Tramstation Sneek.
Officieels Advertentiën
FEUILLETON.
I
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek,
Roman van Dora Duncker.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
en dwingt hen tot de
zelfverloochening. De
Zij schijnen als
treurige nood-
van boven de
De BURGEMEESTER van Sneek maakt naar aan
leiding eener bij hem ontvangen missive van den
Commissaris der Koningin in deze Provincie dd.
16 dezer 3e Afdeeling Statistiek no. 827, bekend
dat het kantoor Selzaete van den 15 Nov. 11. af voor
invoer van melkkoeien tot nader order is gesloten.
Sneek, den 19 Nov. 1900.
De Burgemeester voomoemd,
ALMA.
juist op dat oogenblik openging en eene weelderige
blondine er uit trad, die met een trotsch hoofdknikje
afschejd nam van den hoofd-regisseur.
«Zooals ik zeide, mijnheer de hoofd-regisseur«
zij liet de R. heel lang rollen het nadeel is aan
uwen kant. Ik heb de eer.«
Mejo boog nauwelijks merkbaar het hoofd tegen de
blonde, terwijl een sarcastisch lachje om zijn dunne,
sluw gesneden lippen speelde. Vervolgens wendde
hij zich tot het wachtende tweetal.
«Ik weet niet wie van u beiden
Meta ging met een vragenden blik op den dichter
opstaan, die inwendig kwaad voor zich neerkeek.
«Als ik u dan verzoeken mag, juffrouw Door de
portière traden zij in een groot, naar Meta toescheen
tooverachtig mooi ingericht vertrek.
»U is mij door baron Ebeistein aanbevolen. Wil u
niet plaats nemen
Meta nam schuchter plaats op een kunstig besneden
renaissance-stoel, dien de hoofdregisseur haar gewezen
had.
Hij zelf nam, zich half omkeerende, plaats aan zijn
met busten, portretten en schrifturen beladen schrijf
tafel.
»Dus, juffrouw, hij draaide het kaartje van den
baron tusschen zijn slanke vingers u wilt bij het
tooneel Is dat bepaald noodzakelijk
Die vraag, op humoristisch-satirieken toon gedaan,
kwam Meta zoo onverwacht, dat zij bepaald als op
den mond geslagen was. Zij draaide op haar stoel
heen en weer en werd beurtelings rood en bleek.
6
»De juffrouw wil zeker bij het tooneel, of is u er
al bij
»Neen, ik zou er graag bij willen.*
»Dan zal de juffrouw waarschijnlijk vaak gelegen
heid hebben, in stukken van mij op te treden, ’t Zal
mij een bijzonder genoegen zijn, de juffrouw de rollen
in te studeeren.* Hij schoof wat dichter naar haar toe.
»Welk emplooi heeft de juffrouw gekozen? Het senti-
menteele heroïsche? Ik zou de juffrouw bepaald
de sentimenteele verliefde rollen aanraden, daarvoor
heeft de juffrouw van de natuur alles meegekregen
«Ik dacht meer aan het vroolijk emplooi,* waagde
Meta schuchter op te merken.
De magere trok verachtelijk de schouders op.
»De juffrouw schijnt nog niet geheel op de hoogte
te zijn. Als u dat wilt, moet u Lessing en Moser
spelen. Wij modernen hebben met het vroolijke afge
daan, wij houden ons aan het leven zooals ’t isziekte,
honger, misdaad, erfelijke belasting, sociale ellende,
dat zijn de assen waar onze kunst om draait.*
Meta schoof onrustig op haar stoel heen en weer en
Meta knikte en noemde eene ondergeschikte leerares.
«Voor welk emplooi hebt u gekozen
Aan de tegenwerping van den mageren dichter in
de voorkamer denkende, aarzelde zij met haar antwoord
en zonder daarop te wachten ging Mejo voort
«Vroolijke verliefde rollen natuurlijk. Uw figuur,
uw gezicht, uw orgaan, voor zoover ik ’t gehoord heb,
wijzen het aan. Hebt u Franziska bestudeerd
Meta knikte.
«Als ik u dan verzoeken mag derde bedrijf, tweede,
derde en vijfde tooneel*.
Meta sprak en speelde het aangewezene eerst met
blijkbare verlegenheid, maar toen zij merkte dat Mejo
haar niet interrumpeerde, ten slotte met meer moed.
Hij gaf de laatste woorden aan en beschouwde haar
opmerkzaam, zonder op 't geen zij sprak en acteerde
veel waarde te stellen. De voordracht op zich-zelve
was beneden nul. Maar er zat iets in het meisje, wat
ten slotte de moeite van het er uithalen waard kon zijn.
Iets van ras én energie. Wellicht verwezen beide haar
naar geheel andere wegenwellicht dat op het tooneel
nooit iets, ook niet het geringste, van haar te verwach
ten was. In elk geval bewoog dat iets hem er toe,
haar niet eenvoudig weer naar huis te sturen, zooals
haar voordracht op zich-zelve verdiend had. Een
oordeel sprak hij niet uit. Zij was zoo jong en zoo vol
geestdrift, er bestond geen reden, haar dadelijk te ont
moedigen. Hij verzocht haar, een oogenblik te wach
ten toen draaide hij zich met een haastige beweging
weer om naar zijn schrijftafel en schreef met zijn groot
karakteristiek schrift binnen weinige oogenblikken een
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter voldoening aan art. 87 der wet
op de Nationale Militie van den 19 Augustus 1861
(Staatsblad no 72), gewijzigd en aangevuld bij de Wet
van 2 Juli 1898 (Staalsblad no. 170), nader gewijzigd
bij de Wet van 22 Juli 1899 (Staatsblad no. 174), ter
openbare kennis, dat de zitting van den Militieraad voor
deze Gemeente zal worden gehouden te Bolsward in
het Gemeentehuis op Woensdag den 19 December
a.s. des voormiddag» ten 1O1/, uur, en dat voor dien
Raad moet verschijnen de loteling, die vrijstelling ver
langt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of we
gens gemis van de gevorderde lengte.
Sneek, den 16 Nov. 1900.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Gelet op de desbetreffende bepalingen der HIN
DERWET
Brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie
dier Gemeente ter visie ligt een bij hun college
ontvangen verzoekschrift met bijlagen van
de firma W. BORNEMAN te Sneek, strekkende tot
het erlangen van vergunning tot het oprichten eener
Verfmalery, gedreven door een petroleummotor in een te
stichten gebouw op het perceel kadastraal bekend Ge
meente Sneek, sectie C. no. 1720.
Dat op Woensdag, den 5 Dec. e. k„ des middags
te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid
zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek be
zwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk
toe te lichten en dat zoowel de verzoekster als zij, die
bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen
voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente,
in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen nemen.
Sneek, den 21 Nov. 1900.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. VAN DER LAAN, Secretaris.
plichten onderdrukt hen
noodige lijdzaamheid en
koninginnen kunnen van hare verloofden droo-
men met de vrije en hartstochtelijke sentimen
taliteit van de dochteren des veldszij kunnen
ze niet kiezen. Bij zooveel hindernissen door
het wreede vernuft van het leven opgeworpen
tegen de vrije uiting van het hart, voegen zich
hier onoverkomelijke hinderpalen.
De geschiedenis vertelt herhaaldelijk van
dezen dwang, die op vorsten rust. Zij vertelt
ons van huwelijken, die bepaald werden bij de
geboorte van hen, die zich later moesten ver-
eenigen zonder elkaar voor het huwelijk ge
kend te hebben. De harten werden van te
voren opgeofferd. In deze huwelijken verbon
den zich de principes, de belangen en de eer
zucht, maar niet de personen. Maar dat scheen
er minder op aan te komen, omdat bij dergelijke
huwelijken het echtelijk leven weinig vrucht
baar was aan toenadering en intimiteit; de
etiquette, die alle minuten van deze echtge-
nooten in beslag nam, hen bij voorbaat scheidde
door overal plechtigheden van te maken, die
streng naar de gebruiken werden uitgevoerd.
En wanneer deze koningen en koninginnen toch
mensch waren, gaf dit aanleiding tot verhou
dingen, waarover de hofhouding en de histo
rieschrijvers zich slechts fluisterend uitlieten.
Conflicten tusschen de karakters en het nood
lot konden niet uitblijven en zoo kreeg
men een prachtig thema voor drama-schrij-
vers. Hoe menig burgermeisje, dat zoo’n
operette of voorstelling bezocht, kon naief de
koningin, in ’t stuk voorkomende, als ongeluk
kige minnares beklagen.
hebben. Koningin Wilhelmina was jong, lief
tallig, begaafd met een scherp verstand en
zeer geliefd door hare onderdanenbovendien
was zij Koningin. Men stelde belang in haar,
in haar lot, in haar hart. Om deze «erfge
name* wemelde het natuurlijk van partijen.
Iedere dynastie moest de zijne voorstellen. En
ik geloof te mogen aannemen, dat de zaken in die
hooge omgeving, in de Koninklijke kringen
zich ongeveer toedragen als in alle andere krin
gen er waren bemiddelaars, die gingen, kwa
men, zich veel moeite gaven, enz. Men hield
met de ernstige Koningin-Moeder conferenties,
waarin ieder zijn «jonge man* in het beste
licht plaatste. Men roemde de moreele eigen
schappen van den pretendent en zijne physieke
begaafdheden, misschien toonde men wel pho
to’s; men somde zijn verleden op, liet zijn fa
milie de revue passeeren. En daarna zond
men onder voorwendsel van zendingen of bui
tengewone ambassades jonge prinsen, die tracht
ten te behagen.
een vroegere leerling van mij, die u wel niet onbe
kend zal zgn, mijnheer den tooneelspeler Frans Leinin
ger. Ik heb hem verzocht, uwe verdere vorming op
zich te nemen, en denk dat hjj wel zal toestemmen.
Over de voorwaarden van het onderricht moet u-zelf
maar trachten ’t met hem ééns te worden. Meer kan ik
op 't oogenblik niet voor u doen. Ik, verzoek mjjn
groete over te brengen aan baron Eberstein.*
Meta wilde den grooten man bedanken en er bij
voegen, dat zjj baron Eberstein in ’t geheel niet kende,
zij wilde eerlijk gemeende beloften doen omtrent
vlijt en volharding, maar alvorens zij ook maar
een enkel woord over de lippen gebracht had, was
zij reeds buiten de kamer gelaten, zij wist zelf niet
hoè, en schoot de magere man, zonder haar nu zelfs
een blik te verwaardigen, haar voorbij in het aller
heiligste.
In de voorkamer had de kleine hond van mevrouw
Mejo post gevat en blafte haar zóo woedend aan,
alsof hij minstens een inbreker voorhad. Meta schoot
hem voorbij naar de glazendeur van de gang, het aan
bevelend schrijven in de groote vierkante enveloppe
voorzichtig tusschen de vingers houdende. Op de trap
kwam haar een mooi gevormd meisje met donker haar
tegen, vergezeld van eene oude dame. Zij liepen beide
min of meer opgewonden de trap op.
«Mijn lief kind,* zei de oudste, «dat geeft niets.
Als gij de rol niet krijgt in het nieuwe stuk van
Hauptmann, neemt ge eenvoudig uw ontslag. Wij
zullen dan toch eens zien, wie ’t het langst uithoudt.*
Dergelijke huwelijken, dat van Prins Albert
van België van gisteren, dat van Koningin Wil
helmina van morgen, bekoren, verteederen en
verwonderen de volken. Zij vernietigen lang
zamerhand de legende, volgens welke de vor
sten de ongelukkige slachtoffers zijn van de
politiek, hun smaak, hunne verlangens, hun
hartstocht opofferend aan het succes van groote
eerzuchtige combinaties en aan het geluk van
de volken. Wegens het brengen van dit ge-
voels-offer beklaagt men hen, als men hen be
mint en zelfs, als men hen benijdt.
Zij schijnen niet vrij te zijn, waar het hun
persoon en waar het hun hart betreft. Dat
jaagt schrik aan. Bij alle grootheid wordt
hun bestaan steeds verduisterd door de eene
of andere droefgeestigheid,
slachtoffers van de hooge en
zakelijkheid van hun toestand
menschen te zijn geplaatst.
En het offer, dat van hen gevergd wordt
is juist datgene, dat behoort tot de eerste men-
schelijke aspiraties en als zij geen monsters
zijn, moeten zij dit gemeen hebben met de ge
ringste hunner onderdanen. Machtiger dan
allen, op min of meer despotische wijze hunne
wenschen kenbaar makende, zijn zij de mees
ters van vele levens, van vele fortuinen, van
veler bestaan, maar zij zijn het niet van
zich zelf. Een despotisme van principes en
Zoo is door de geschiedenis en de verdich
ting de legende ontstaan, dat vorstenhuwelij-
ken ongelukkig moeten zijn. De prinsen, ma
jestueus als de góden, die uit liefde schoone
prinsessen huwden, behooren tot de sprookjes
wereld, waarmee zich alleen kinderen verma
ken. De ontwikkelde mensch gelooft aan de
zooeven genoemde legende.
Maar de beide huwelijken, in dit stuk ge
noemd, dat van den Belgischen troonopvolger
en dat van onze Koningin logenstraffen de
legende. En ook andere huwelijken van den
tegenwoordigen tijd bewijzen, dat de vorsten
liever een «mésaillance* doen, huwen met een
minder hoogadellijke en dan deze(n) tot hun
stand opheffen.
Het aanstaande huwelijk onzer Koningin
heeft reeds heel wat pennen in beweging ge
bracht. Interessant vinden wij een artikel
van André Picard in de Gaulois, dat wij hier in
hoofdzaak weergeven.
Nog eenige weken en Koningin Wilhelmina
zal de gemalin zijn van Hertog Hendrik van
Mecklenburg, of juister, Hertog Hendrik zal
de gemaal en de eerste onderdaan zijn van
de Koningin. Het is een voldongen, officieel
aangekondigd feitde positie van den prins
gemaal is in alle onderdeelen geregeld
men heeft den datum en de volgorde van de
plechtigheden vastgesteld.
Dit is ongetwijfeld het groote huwelijk van
het seizoen. Men hield zich er druk en reeds
lang, voordat de jonge Koningin eene keus
gedaan had, mee bezig. Niet alleen boezemde
zulk een gebeurtenis den diplomaten belang
in, maar ook het groote publiek hield zich uit
nieuwsgierigheid en dilettantisme gaarne be
zig met een der meest aantrekkelijke, sym
pathieke episodes van eene beminnelijke sen
timentaliteit, met het meest gelief koosde hoofd
stuk uit alle romans, «waar men van liefde
spreekt*. Het was eene verademing na de
velerlei en ingewikkelde hoofdstukken van den
lijvigen Europeeschen roman doorworsteld te
1
veel verschrikkelijke dingen had zij in haar geheele
leven nog niet bij elkaar hooren noemen.
Een waar geluk, dat de deur van ’t allerheiligste
overhandigde ’t aan het zenuwachtig voor hem staande
meisje.
«Ziedaar, mejuffrouw, eene nieuwe aanbeveling aan
«Enfin, ’t is in elk geval uwe bedoeling. Wij zullen
eens zien, wat er voor u te doen is. U hebt gestu
deerd Bij wien