ft
SIEUW8- ES AIIVERTBKTIEBLAl»
Zij,
taMiïii voor tie Nationale Militie,
IWH MEK BS MSTIiEKEJ.
Óe Gelukzoekers.
55e Jaargang.
Woensdag 12 December 1900.
BEKENDMAKING.
No. 99.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
Bk
i.
2.
Roman van Doba Dünckib.
nd.
Lm-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
die zich met 1 JANUARI a. s.
op dit blad abonneeren, ontvan
gen de nog vóór dien tijd ver
schijnende nummers gratis.
DE UITGEVERS.
ing
LICHTING 1902.
aar.
eg-
m-
is,
iet
lijn
aan
Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of
voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten,die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd in
gezeten
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van
’s lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of
koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tuschen den Isten en den
31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn
vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zjjn beiden
overleden, zijn voogd, tot het doen van die aangifte
verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten
wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter in
schrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders
der Gemeente, waar de inschrijving, volgens art. 16,
moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede
van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken
Burgemeester en Wethouders verder bekend, dat op
Woensdag den 2den Januari 1901 ten Gemeentehuize
alhier eene bijzondere zitting zal worden gehouden tot
inschrijving der mannelijke ingezetenen, die op den
1 sten Januari 1901 hun 19de jaar waren ingetreden, en
die alzöo geboren zijn in 1882.
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer
gemeente kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’s na
middags 1 uur.
Sneek, den len December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
zij een beetje konden uitrusten. De directeur nam nu
het geleide der oudere dames op zich, zijne dochter
aan den baron overlatende.
Hoewel dit snelle en onvoorbereide alleenzijn met
Martha Halard theoretisch in Ebersteins programma:
hals over kop en met vliegend vaandel, paste, zoo kwam
deze positie hem op dit oogenblik toch pijnlijk genoeg
voor, nu zjj practised moest worden toegepast. De
verrassende schoonheid, de innemende lieftalligheid,
de ongekunstelde natuurlijkheid van het meisje brach
ten hem in verwarring en maakten hem, misschien voor
de eerste maal in zijn leven, stijf en onbeholpen. Deze
aan de overwinning gewone vrouwenveroveraar voelde
zich op dit oogenblik verlegen en onhandig als een
schooljongen, en onder het bewustzijn van de belachelij
ke rol die hij speelde, raakte hij er hoe langer zoo meer
in verward. Als hij dit mooie voorname schepsel met
haar verstandige goede oogen zonder nevenbedoelin
gen met een vrij geweten ontmoet had, wie weet, of hij
haar dan niet voor zich had kunnen winnen; in elk geval
zou hij zeker geweest zijn van een oogenblik uitgezocht,
gezellig genot, Maar zooals de toestand nü was, be
roofde de beschamende rol, die hij tegenover mejuffrouw
Haland speelde, hem alle vreugde van dit samenzijn.
Dit was weder een van die oogenblikken waarin hij
Friedberger met voldoening naar de keel zou gevlogen
zijn. De zaak mocht niet doorgaan. Nadat hij tot dit
besluit gekomen was, kreeg hij zijne zelfbeheersching
terug.
Martha, die er totaal niets van begreep hoe die
onbeholpen verlegenheid te verklaren was bij een man,
dien zij kort te voren nog als den gladden, eleganten
man van de wereld vluchtig had opgenomen, haar
deed ’t genoegen, dat zijn stemming plotseling scheen
omgekeerd.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
De baron, die tot nu slechts eenige onsamenhangende
woorden gesproken had, begon op eens druk en leven
dig over haar vader te spreken.
»U mag trotsch op hem zijn, juffrouw.*
Dat waren bijna Klara Horn’s woorden, die hij daar
tot haar sprak, en onwillekeurig kwam haar het
daaraan vastgeknoopte gesprek langs de lommerrijke
wegen van den Thiergarten weder in den zin, en hare
oogen namen plotseling, zonder dat zij ’t zelf wist, dien
zoekenden blik aan, waarmeê zij toen in de van zonlicht
tintelende verte getuurd had. Ebersteins oogen volgden
dien blik, zonder te vermoeden waar deze heenging.
Toen bedacht zij plotseling, dat zij zich in gezelschap
bevond van een wildvreemden man metwienzij zich
uit een soort plichtsgevoel diende te onderhouden.
«Excuseer mij, heer baron, als ik heden niet erg
spraakzaam ben. Ik ben een beetje afgemat; aan zooveel
drukte als in Berlijn zijn wij buitenlieden niet gewoon.*
»U ziet er alles behalve afgemat uit, juffrouw. In
tegendeel, u had daar zoo pas eene uitdrukking van
innerlijke spanning, als zocht u iets dat heel in de verte
lag en hier niet te vinden was
»U kon wel gelijk hebben,* antwoordde zij lachende en
keek hem daarbij voor de eerste maal vol in ’t gezicht,
’t Beviel haar, dat hij haar conventioneel gezegde niet
onopgemerkt liet voorbijgaan. Ook wat zij in zijn gelaat
zag, mishaagde haar niet. In die duidelijk gesneden
trekken lag eene eerlijke uitdrukking. Intusschen kon
zij niet weten dat die uitdrukking voornamelijk de
weerschijn was van het gevoel van berouw, dat hem
bevangen had toen hij voor de eerste maal haar gezien
had, wier lot hij uit schandelijke berekening aan het
zijne had willen verbinden.
«Mjjne oogen hebben werkelijk iets gezocht, wat hier
niet te vinden isgeheel tegen haar gewoonte
12
Friedberger deed alle moeite, aan de voortdurende
ontstemming van zijn cliënt een einde te maken. Hij
zei bij zich-zelfheeft hij de mooie Haland maar eerst
eens gezien, dan zal hij wel een andere worden. Maar
Eberstein was vóór den achttienden daartoe niet te be
wegen. Zijn kaartje had hjj tegen diner-tijd aan het
«Kaiserhof* afgegeven, alleen om maar geen gevaar te
loopen dat men hem ontvangen zou. En van eene
ontmoeting in den schouwburg, die, naar hij hoorde,
mejuffrouw Haland dikwijls bezocht in gezelschap van
haar broeder of twee jonge meisjes, van wie de eene
zijn onbekende beschermeling, de kleine adspirant-too-
neelspeelster wezen moest, wilde hij in ’t geheel niets
weten, ’t Gold hier eener óp of er onder. Hals
over kop in de zich boven hem sluitende golven, met
vliegend vaandel vooruit in den strijd bij den eersten
aanval overwinnen of bezwijken.
En zóo was de achttiende gekomenDe feestzalen
van het deftige hotel straalden bepaald in een zee van
licht. Een uitgelezen gezelschap bewoog er zich. De
partijgenooten van den directeur waren bijna allen ver
tegenwoordigd. Het militaire element, de groot-in-
dustrie, de kunstenaarswereld waren aanwezig. Een
keur mooie, jonge, elegante vrouwen en meisjes ver
levendigde het tooneel.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Sneek,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie
Brengen ter openbare kennis, dat bij Hoofdstuk III
dier wet, handelende over de inschrijving voor de
militie, onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven
alle mannelijke ingezetenen, die op den Isten Januari
van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moe
der, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten
is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad
no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende
de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel
vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in
Nederland verblijf hield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten
was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het
Rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde
ling, behoorende tot eenen Staat, waarde Nederlander
niet aan den verplichten krijgsdienstis onderworpen of
waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden over
leden, de voogd woont
van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente, waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s
lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont
4. van den buiten ’s lands wonenden zoon van een
Martha Haland ontving de gasten baars vaders met
innemende lieftalligheid. Vorstelijk schoon zag zij er
uit in het eigenaardig, rijk met bloemen bestikte licht
gele costuum, dat Klara Horn voor haar gemaakt had.
De heerlijk blanke hals, de mooi gevormde armen, het
donkere, zacht golvende haar, het donker blauwgrijs
der fraai bewimperde oogen, vormden een prachtige
kleur- en vormenharmonie.
Eberstein was dadelijk bij ’t begin van het feest
door den directeur in een langdurig gesprek gewikkeld.
Friedberger had ’t door zijn veelvuldige relaties, in de
eerste plaats door zijn cliënt, de politieke vriend
van den directeur die hem de uitnoodiging voor Eber
stein verschaft had zóó weten te leiden, dat de baron
tegenover Haland in een bijzonder gunstig licht ver
scheen, zoodat deze reeds vooraf belangstelling koe
sterde voor den jongen man. Aan Haland was van bevoeg
de zijde omtrent Eberstein naar waarheid meegedeeld
dat deze jonge diplomaat op non-activiteit een schran
dere kop was en ondanks zjjn los leven ook thans nog in
de regeeringskringen goed stond aangeschreven, zoodat
’t volstrekt niet onaannemelijk scheen, door zijne bemid
deling de regeering gunstig te stemmen voor zekere voor
stellen, welke Haland voor dit jaar op het politiek pro
gramma zijner partij geplaatst had. In elk geval
scheen ’t den directeur de moeite waard, den jongen
diplomaat, wiens uiterlijk hem op ’t eerste gezicht
wel beviel, eens te polsen. Hij zelf stelde den baron
dan ook aan zijne dochter voor en drong er bij haar
op aan, ondanks de drukte, die haar omgaf, ook eenige
oogenblikken aan hèm te wijden.
Het oogenblik daarvoor was niet ongunstig gekozen.
Martha, vermoeid van ’t vele dansen, stond juist op
’t punt met een paar bejaarde dames, kennissen uit
hare geboorteplaats, een stil plekje op te zoeken, waar
pensioen of inkomen te verzekeren. Hij be
paalde daartoe, dat voor f 18,000 eene coöpe
ratieve zuivelfabriek in de Mpij zou worden
opgericht en deze 3 percent van dat kapitaal
aan «Rustoord zou uitkeeren; dat f 13.500 zou
worden besteed om 21 H.A. woest terrein
te ontginnen en tot boerenplaatsjes te maken;
de pacht zou voor Rustoord zijn, De overige
f 4000,zouden dienen voor eene telefoon
verbinding van ’t algemeen bureau met de
verschillende hoeven en fabrieken. Deze ver
binding werkt nu reeds goed. Ook de zuivel
fabriek werkt goed en ontvangt van 260 leden
de melk van 700 koeien.
In één dag zou men nauwelijks ’t geheele
gebied kunnen doorwandelen: 400 woningen
met ruim 2000 menschen vormen een streek
van 20 K.M. lengte en 1 K.M. breedte. In
Frederiksoord staat een flink logement. Naast
dit logement de woning des directeurs, die de
M.pij bestuurt, bijgestaan door 2 onderdirec
teuren en verscheidene wijkmeesters. In elk
der 3 plaatsen is een Raad van Toezicht, waarin
een onderdirecteur, een wijkmeester en een
vrijboer zitting hebben. Voor ’t geheel bestaat
er een Algemeene Raad, waarvan o. a. 3 vrij
boeren leden zijn en de directeur president is.
Ieder, die zich ergens over te beklagen heeft,
is verplicht, dit aan den voorzitter van den
Raad van Toezicht mee te deelen. De voor
zitter roept den Raad bijeen, die getuigen
hoort en oordeelt of er termen zijn tot het
opmaken van een proces-verbaalis dit ’t ge
val, dan spreekt de Raad van Tucht het von
nis uit. Hij vergadert zelden vaker dan 2 maal
per jaarwel een bewijs, dat ’t rustig is in de
Maatschappij. Deze heeft scholen opgericht,
die in 1850 door het rijk zijn overgenomen.
Er bestaan bibliotheken, brei- en naaischolen.
De jeugdige bevolking kan gebruik maken van
het onderwijs in bouwkundig- en handteekenen.
Verder heeft men een fanfarecorps en een
scherpschuttersvereeniging.
Dronkenschap, onzedelijkheid, verwaarloozing
van huis en tuin, verregaande luiheid en wan
orde worden niet geduld. De straffen daartegen
zijn: eerst vermaning, dan bedreiging en ein
delijk wegzending uit de M.pij.
De arbeider is 'verplicht, zijne kinderen ter
school te zenden en wel zoolang, tot de school
doorloopen en eervol ontslag verkregen is.
Daarna moeten de jongens nog 2 jaren de
avondschool, de meisjes nog de brei- en naai-
sen, 7 stieren en 386 varkens en biggen. De
houtteelt op ongeveer 450 H. A. land geeft
eene goede opbrengstdennen- en eikenhak
hout en ruwe schors vinden geregeld aftrek.
De ontginning van heidegrond gaat langzaam
vooruit. Veen wordt alleen verwerkt ten be
hoeve der bewoners. De fabrieksarbeid dient
vooral tot werkverschaffing, met name in ’t
winterhalfjaar, als er op ’t veld minder te doen
is, en voor ’t aanleeren van een ambacht, om
daardoor later, buiten de stichting, in eigen
behoeften te kunnen voorzien, ’t Meest bloeit
de mandenmakerij, die veel naar elders ver
zendt; (juist daarover hoorden we door man
denmakers klagen als over een doodende con
currentie); de katoen- en juteweverij zijn op
geheven; de cocosmatterij was vroeger beter.
De boekdrukkerij te Steenwijk telde een paar
jaar geleden 5 jongelui uit de Maatschappij,
die er verder een schoen- en kleermakerij, een
timmerwinkel en eene smederij voor eigen
rekening op nahoudt. In ’t algemeen hebben
de lage prijzen van vee en landbouwproduc
ten en de aanzienlijke herstellingen aan de vele
gebouwen, waarvan vele 50 tot 70 jaren oud
zijn, een minder gunstigen geldelijken toestand
in ’t leven geroepen, die nog wel niet zorg
wekkend was, maar waarin, een paar jaar ge
leden, door eene algemeene oproeping, in den
Isxide, verbetering is gekomen.
Voor een 15-tal jaren is de Maatschappij ver
rijkt met een 3-tal belangrijke stichtingen,
nl. eene tuinbouw-, eene boschbouw- en eene
landbouwschool; de laatste te Willemsoord, de
beide andere te Frederiksoord. De generaal-
majoor van Swieten heeft het kapitaal voor
deze drie vakscholen aan de Mpij van Welda
digheid geschonken, ter herinnering aan zijn
overleden eenigen zoon Gerard Adriaan, naar
wien de scholen genoemd zijn. Zij strekken
tot opleiding van bekwame tuinlieden, bosch-
bazen en landbouwers. Zij dienen hoofdzakelijk
voor de zoons van arbeiders en vrijboeren uit
de stichting; evenwel kunnen ook anderen,
tegen betaling, geplaatst worden. Reeds ont
ving daar menig jongeling eene degelijke op
leiding en vond hij eene goede plaats in of
buiten ons land.
In 1897 stelde een edel menschenvriend, de
bekende heer J. W. Jansen te Amsterdam, de
belangrijke som van f 35,500 ter beschikking
der Mpij, inzonderheid om de vrijboeren op
hun ouden dag in «Rustoord” van een matig
De Maatschappij van Welda
digheid.
Slot.
De landbouw wordt met groote zorg en
kennis uitgeoefend en aan goede gereedschap
pen, bemesting, enz. het noodige geld niet ge
spaard. Rogge, haver, aardappels, koolrapen,
mangelwortels, duive- en bruine boonen zijn
de hoofdgewassen.
Van veel belang is het grasland, dat niet
alleen in eigen behoefte voorziet, maar nog aan
verkoop van hooi eenige duizenden guldens op
levert. De veestapel telde in 1897: 24 paar
den, 135 melkkoeien, 62 vaarzen, 17 trekos-
i
u
n
St
a
RIJ
rf-
g-e-
ke
:al-
m).
JOS
OURANT
ïl
dui-
jlie
ikt,
nikt