v>
ÏWll U N MST1M.
Zij,
Ileeren tMiiipagazijiien
lijdelijke Uitverkoop
KLEEDINGSTUKKEN
MODE-ARTIKELEN.
Invoer van melkvee in België.
iBscftriivinE voor ie Nationale Militie,
LICHTING 1902.
met 10 procent extra korting
De Gelukzoekers.
65e Jaargang.
Ko. 100.
Uitgevers: POUWELS FALKENA, tegenover’tTramstation Sneek.
KENNISGEVING.
Officieele Advertentien.
BEKENDMAKING.
op alle voorradige
EN
FEUILLETON.
Zaterdag 15 December 1900.
Roman van Doka Dunckbr.
•ijn-
I
r
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
t
I
s
die zich met 1 JANUARI a. s.
op dit blad abonneeren, ontvan
gen de nog vóór dien tijd ver
schijnende nummers gratis.
DE UITGEVERS.
I
t-
t.
tl
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt
naar aanleiding eener bij hem ontvangen missive van
den Commissaris der Koningin in deze provincie,
d.d. 10 December j.l., no. 887, 3 afd. St., ter openbars
kennis
dat de invoer van melkvee langs Selxaete (Station)
met ingang van den 15 dezer weder is toegestaan.
Sneek, den 13 Dec. 1900.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
om naar buiten te rijden in de vrije lucht en het kruipen
de, onvergenoegde bloed in beweging te brengen. Daar
bij zou mischien ook, zooals vroeger meermalen, wel de
een of andere verstandige gedachte bij hem opgekomen
zijn. Hij zou wellicht iets gevonden hebben waarmeê
hij door iets anders als door een saamgekoppeld dwang-
huwelijk uit zijne fatale positie kon gered worden. Een
rit in de open lucht, ja, dat zou ’t ware zijn. Maar alles
in hem verzette zich er tegen, op een vreemd dier te
gaan zitten. Sedert hij zijn Velohad moeten verkoopen
was hij niet weer in den zadel geweest. Een brandende
nijd rees in hem op, toen hij er aan dacht, hoe opge
wonden mejuffrouw Haland gisteren nacht gesproken
had van haar lange ritten door de vaderlandsohe bos-
schen, en daarbij beving hem plotseling een machte-
looze woede tegen hem-zelf. Vond deze haar oorsprong
in de onmeedoogende zelfbekentenis, dat hij thans op
zijn twee-en-dertig-jarigen leeftijd niets anders was als
een bankroetierkwam er iets bij hem in verzet tegen
zjjn late gewetenswroegingen, welke hem de in alle
opzichten begeerenswaardige verloving met Martha
Haland onmogelijk deden schijnen? hij wist er zelf
geen verklaring aan te geven. Hij voelde slechts een
onbeschrijfelijke toorn tegen zich-zelf, tegen het nood
lot, en de onstuimige begeerte, dien toorn door’teen
of ander te dooden, te verstikken. Als ’t avond ge
weest was, dan zou hij ’t middel wel gevonden hebben
zich in den maalstroom der vergetelheid te storten,
maar met dezen langen, helderen dag wist hij geen raad.
Met somber saamgetrokken wenkbrauwen en vast
gesloten lippen trad hij naar de naastbijzijnde aan-
plak-kolom. De verschillende aankondigingen hadden
betrekking op den avond. Daar, tusschen de aan-
13
Zonder dat hij ’t zich-zelf bewust was, sloeg hij den
weg in naar het «Kaiserhof*. Toen hij bespeurde in
welke richting hij zich bewoog, begon hjj min of meer
bitter te lachen en sloeg de zuidelijke richting in. Een
oogenblik kwam de gedachte bij hem op, Friedberger
op te zoeken en hem te zeggen, wat hij hem van daag
nóg had willen schrijven. Maar ook daarvan kwam hjj
terug. Het stond hem bepaald tegen, den kleinen agent
een bezoek te brengen. Zóo ver was hij in elk geval
dan nog niet gedaald. Buitendien zou dit afwijken van
zijne maatschappelijke gewoonten zelfs geen practisch
nut hebben, want de kleine man was nagenoeg den
geheelen dag, in elk geval gedurende de morgenuren,
voor zaken van huis.
Eberstein stond een oogenblik stil om na te denken.
De een of andere dringende aangelegenheid, waaraan hij
zijn vrijen tijd had kunnen wijden, bestond niet; ook
had hij wel is waar zonder zich dit feit bewust te
wezen geen zin voor iets anders als wat met het huis
Haland in verband stond. Gehoor te geven aan een der
in de on-orthografische brieven aangeboden rendez
vous kwam zelfs niet bij hem op, en bij Hiller of Dressel
te ontbijten met champagne kon hem in zijne oogen-
schrjjving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders
der Gemeente, waar de inschrijving, volgens art. 16,
moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de zinsnede
van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken
Burgemeester en Wethouders verder bekend, dat op
Woensdag den 2den Januari 1901 ten Gemeentehuize
alhier eene bijzondere zitting zal worden gehouden tot
inschrijving der mannelijke ingezetenen, die op den
Isten Januari 1901 hun 19de jaar waren ingetreden, en
die alzoo geboren zijn in 1882.
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer
gemeente kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’s na
middags 1 uur.
Sneek, den 14 December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van dek LAAN, Secretaris.
stuk landschap, dat hij voor zich had, herinnerde hem
sprekend aan een stukje van zijn geboorteland. Als
hij door de vaderlandsohe velden reed en dan het stuk
boschland westelijk achter het tarweveld insloeg, dan
had hij juist zoo’n groenblauw stukje meer vóór zich.
Hoe vaak had hij ’t zoo zien liggen, overstrooid van
het goudgefhkker der morgenzon. Dan was hij van
’t paard gestegen, dat bedaard naast hem voortstapte,
en over uitstekende boomwortels geklauterd, tot hij
bijna met de voeten in ’t water stond, en had hij ge
noten van de stilte en de rust van het bosch. Daar,
waar hij zoo vaak als knaap en als man gestaan en
uitgerust had van kinderlijke of ernstiger wedstrijden
en stormen, daar stond nu zeer zeker zijn broeder al
leen of met zijn donkerharig dochtertje. Die onbedui
dende, kleingeestige, pedante man, dien hij zijn leven
lang geplaagd, gecritiseerd en bespottelijk gemaakt
had had hij tenslotte niet het beste deel gekozen
Rustig, over zich-zelven voldaan, zat hij met vrouw en
kinderen, waaraan wel is waar de zoon en majoraats-
heer nog ontbrak, op eigen grond, terwijl hij
Wat hadden zijn meerdere gaven, zijne meer zorg
vuldige opvoeding, zijn zoogenaamde ruimere horizont
hem gegeven? Hij was daarbij een verloren man ge
worden en voor de keuze gesteld óf aan de ge-
heele farce tusschen het heden en morgen met een
revolverschot een einde te maken, öf door een rijke partij
er zich weer bovenop te helpen. En wat had hij eigen
lijk gehad van dat onzinnig leven, dat hem tot dit
stichtelijk einddoel gebracht had? Als hij er eigenlijk
goed over nadacht hoegenaamd niets.
Wordt vervolgd.
voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven
1. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd in
gezeten;
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van
’s lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of
koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tusschen den Isten en den
31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn
vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden
overleden, zijn voogd, tot het doen van die aangifte
verplicht.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten
wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter in-
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter openbare kennis de volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de provincie
Friesland
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier
provincie, van den 6 December 1900, no. 45, le afdee-
ling J, alsmede op art. 11 der wet van 13 Juni L857
(Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
lo. dat, behoudens de onder 2o en 3o van dit be
sluit vermelde uitzonderingen, de visscherij in de pro
vincie Friesland van 1 Januari 1901 af tot nadere aan
kondiging zal zijn gesloten
2o. dat de visscherij in de rivier »de Linde» zal zijn
gesloten gedurende de maanden Maart, April en Mei
1901
3o. dat met de palingvisscherij, door middel van
aalfuiken, voorshands op den bestaanden voet kan wor
den voortgegaan.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden af-
gekondigd en aangeplakt.
Leeuwarden, 11 December 1900.
(get.) Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
Sneek, den 14 December 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter openbare kennis, de volgende
KENNISGEVING.
De COMMISSARIS der KONINGIN in de provin-
cie Friesland
Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier
reisplan voor de lijn Wannsee. Dat was een vinger
wijzing. Naar buiten in de vrije lucht, zij ’tdan ook
niet op een paard I
Hij wierp zich in een huurrijtuig.
«Koetsier, naar ’t station Wannsee
Vijf minuten na aankomst van Eberstein stoomde
de trein weg. Hij had een kaartje tot Potsdam ge
nomen. ’t Was echter evengoed mogelijk, dat hij reeds
te Steglitz uitstapte. Slechts naar buiten, slechts iets
anders, slechts de Biedende toorn besussen, de zelf
verwijten door het een of ander tot zwijgen brengen.
Wellicht zou daar buiten wel iets gevonden worden
dat hem afleiding gaf.
Hij bevond zich geheel alleen in een der achterste
tweedeklas waggons. Met onrustige stappen wrong
hij zich door de smalle gang de zitplaatsen voorbij,
nu eens rechts, dan links een blik door de vensters
werpende. Een troostelooze omgeving. Ondanks de
zonneschijn een jammerlijk uitzicht. Ginds dook blauw
achtig het «Grünewald* op.
Steglitz. Hij dacht niet meer aan uitstappen.
Wat zou hij hier doen Dus verderAchter Zehlen-
dorf kwam men het bosch als men de zandige pijn-
boom-heide dan bepaald dien eeretitel wilde toeken
nen nader. Te Schlachtensee stapte hij uit. Hij
had geen rust meer in de enge coupé. Als gejaagd
liep hij den zandigen weg langs van het station naar
het meer. Groenblauw glinsterend, met schitterende
zonnevonken bezaaid, lag daar de met pijnboomen om
geven waterplas. Eberstein stond een oogenblik stil.
Ondanks zijne door en door wreveljge stemming, on
danks zijn antipathie tegen het markische landschap,
moest hij toch erkennen, dat dit gezicht lang niet
kwaad was. Hii geraakte in eene eenierszins zachtere.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Sneek,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie,
Brengen ter openbare kennis, dat bij Hoofdstuk III
dier wet, handelende over de inschrijving voor de
militie, onder anderen voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven
alle mannelijke ingezetenen, die op den Isten Januari
j van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moe
der, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten
is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad
no. 44);
2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende
de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel
I vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in
Nederland verblijf hield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten
was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het
Rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde
ling, behoorende tot eenen Staat, waarde Nederlander
niet aan den verplichten krijgsdienstis onderworpen of
waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden over
leden, de voogd woont
I 2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente, waar hij woont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s
j lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont
4. van den buiten ’s lands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of
meer verzoenende stemming ook jegens zich-zelf. Het
onder zich gevoeld hebben
zelschappen, een schril rood plakkaat. Een nieuw
maar liefst een
aiEuws- h mmwBLii)
i
SlBBS StBVOETS
l
w.in' I»..-. aacznxrjajrwa.;r-m>raMKHr. n«iirrn
5
r
I COURANT.