Binnenlandsch Nieuws.
I
Plaatselijk Nieuws.
in
G(
het
en
Ze<
men
nezin
het r
liams
nog 1
aan d
rermi
en
versli
heeft
schrjj
ter
moei
in
eeni;
den
’I
I
Kit
kort
«egge
kolon
al eei
trach
Bjj
zeer
ren
distri
en de
stredi
nog e
De
strali
zelfs
Vo
Boert
dat z
Kn
DeW
slecht
dat e
i reikte
gedoe
In
Steer
Eei
Boert
half-w
He
door
W
de ee
Rotte
in de
verkc
is sl
gever
noe
niet
len e
perse
wede
He
heeft
Af
Me
gen,
lijden
koffjj
thans
knapt
Pri
bjj J.
houdi
zendi
Da
van h
werk
matit
Vitut
De P
bleek
zwak
ziekti
overs
Oo
bij Jt
President Kruger, die eenlge dagen lijdende is,
bevond zich gisteren in gunstigen toestand. De bron
chitis verloopt.
In de Zuiderzee is vermoedeljjk verongelukt het
achip van schipper Zuidhof van Vollenhove.
Spoorwegongeluk. Door verkeerden wisseltoeatand
heeft Zondagavond de laatste trein Leeuwarden en
Groningen—Zwolle bij het binnenkomen van laatstge
noemd station een ongeluk gekregen. Die trein liep nl.
op een ledigen trein uit Utrecht, waardoor beide loco
motieven ernstige schade bekwamen. De reizigers
van den eersten trein kwamen er ongedeerd af; de an
dere was, zooals gezegd is, ledig; de machinist van
dezen, Wolsering, kreeg eenige, gelukkig lichte, kneu
zingen.
Tragisch. Men meldt uit Vlissingen aan De Tele
graaf
Bjj een huiselijken twist loste Zaterdag een Belgi
sche zeeloods hier, een drietal revolverschoten, waarbij
eene dochter van 25 jaar doodelijk werd getroffen. De
laatste sacramenten der stervenden zijn haar reeds toe
gediend. De dader is naar Middelburg overgebracht.
Vorstioestand- Gisterenmorgen 8 uur was ’t in Zwe
den en Engeland boven de normale thermometerstand.
In geheel Duitschland en Frankrijk was ’t er zeer ver
beneden. Te Memel vroor ’t 30’ F.te Parijs 18’ en
zelfs te Nizza, in ’t warme zuiden was er 5’ F. vorst.
Te Utrecht vroor ’t op dat oogenblik 20" F.
Ongeluk. In den nacht van Zaterdag op Zondag
vielen twee stokers van het ss. «Rhodesia*, liggende te
Fejjenoord in de Zalmhaven, te water.
Twee bootwerkers sprongen gekleed te water en
beiden werden gered. Gelijktijdig viel de sleepboot
kapitein A- Bidderhof van de loopplank in de Leuve-
haven. Dadelijk opgehaald, was hij door de koude reeds
overleden.
De Koningin-Moeder schonk f 400 aan de Ned.
Z.-Afrikaansche Vereeniging als blijk van belangstel
ling in de werkzaamheden der vereeniging tot leniging
van de rampen, door den oorlog in Zuid-Afrika ontstaan.
Onlangs werd gemeld van de aanvaring op den
Amstel, waarbij vijf menschen verdronken. Het is nu
gebleken, dat de tjalk »De Verwisseling» wel degelijk
door een der Rotterdamsche nachtbooten is aangevaren.
vr. samen 519 m. en 583 vr. Zoodat de be
volking op den 1 Januari 1901 bedroeg 5735
mannen en 6320 vrouwen, samen 12055.
Er werden 94 huwelijken voltrokken.
17 Jan. a.s. hoopt de heer J. Visscher, on
derwijzer aan school no 3 alhier, den dag te
herdenken, waarop hij vóór een kwart eeuw
aan genoemde school in functie trad.
Aan belangstelling zal ’t den heer V. zeker
dien dag niet ontbreken.
Tot godsdienstonderwijzer bij de Isr.
Gemeente alhier is benoemd de heer D. H.
Drielsma te Amsterdam
Groothertog Karl Alexander, f Zaterdag is over
leden Karl Alexander, Groothertog van Saksen-Weimar-
Eisenach, een der voornaamste Thuringer Staten. Hij
was zeer bemind bij zijn volk. Hij werd geboren in
1818 en was lange jaren gehuwd met Prinses Sophie
der Nederlanden, zuster van Koning Willem III en
dus tante onzer Koningin. De ter aardebestelling zal
Vrijdagmiddag plaats hebben.
Wegens het overlijden zijn te ’s-Hage o.a. gesloten
het paleis aan den Kneuterdijk, het paleis Buitenrust,
aan den Scheveningschen weg, weleer door wijlen den
Groothertog en de Groothertogin bewoond, zoomede de
gebouwen op Zorgvlied.
Dit overlijden, en de daarom aan te nemen zware
Hofrouw brengt geen verandering in den datum der
huwelijksvoltrekking en de bij die gelegenheid te geven
feesten. De zware rouw, beginnende op den sterfdag,
zal 25dagen duren en dus geëindigd zijn metl Februari.
Groothertog Karl Alexander August Johann, oudste
zoon van Groothertog Karl Friedrich en Grootvorstin
Maria Paulowna van Rusland, werd den 24 Juni 1818
te Weimar geboren. Hij studeerde te Jena en te Leipzig
en diende een jaar in een kurassiersregiment te Breslau.
Den Sen October 1842 huwde hjj met prinses Wil
helmina Maria Sophia Louise der Nederlanden, zuster
van Koning Willem III en volgde den 8en Juli 1853
zjjn vader op.
Groothertog Karl was in geheel Duitschland zeer
bemind.
De tradities van zjjn huis op kunstgebied heeft hjj
steeds zeer hoog gehouden.
Te Weimar heeft hjj een kunstschool en een museum
gesticht; vooral voor de beeldende kunst heeft hjj zeer
veel gedaan.
Hij was een warm vriend voor Nederland en heeft
nooit vergeten, dat ons land hem de voortreffelijke
vrouw heeft geschonken, met wie hjj meer dan een
halve eeuw in een allergelukkigsten echt vereenigd
was. Zoowel Koningin Wilhelmina als haar aanstaande
Gemaal verliezen in den hoogen ontslapene niet slechts
een bloedverwant, maar veel meer dan dat. Eng was
hij aan het Huis van Oranje verknocht, terwijl zjjne
dochter, zjjne trouwe begeleidster op zijne zomer
reizen naar ons land, gehuwd is met den Prins Regent
van Mecklenburg-Schwerin. Hij ruste in vrede.
Vaderlijk gexag. «Trekbrieven in de kroon«.
»’N oortje ’n trekbrief en ’n cent ’n kroon*.
Dit straatgeroep, dat gewoonlijk den dag voor het
Driekoningenfeest langs Amstels straten wordt uitge-
schreeuwd, weerklonk ook Zaterdagavond uit den mond
van een negenjarige dreumes, een aardig meisje dat,
verkleumd door den scherpen Oostenwind, ineen gedo
ken, voortstrompelde langs de Prinsegracht.
Bibberend van koude hield de kleine haar pakje «trek
brieven en kronen* onder haar schamel omslagdoekje
en teleurgesteld door de velen die haar klandizie wei-
schaafde wereld de verstooteling van weleer tot
een belangwekkend en nuttig lid der maat
schappij geworden.
Tot instandhouding van de instelling bestaat
een vast fonds, gevormd uit legaten en giften;
een aantal leden hebben zich verbonden tot
eene vaste jaarlijksche bijdrage; het Rijk, som
mige provinciën en gemeenten geven telken
jare eene bepaalde som; vanH. M. de Koningin
ontvangt het Instituut ieder jaar eene vorste
lijke gift. Met deze gelden en de leergelden
van sommige kinderen, welke evenwel slechts
een gering bedrag vormen, is men bij machte,
wanneer de belangstelling niet vermindert, de
aanzienlijke kosten (ruim f 70.000 per jaar) van
verpleging en onderwijs te dekken.
Dat die belangstelling moge toenemen, op
dat nog meer dootstommen, die plaatsing ver
zoeken, toegelaten worden
SNEEK. De bevolking dezer gemeente
bedroeg op 1 Januari 1900: 5739 mannen en
6339 vrouwen, samen 12078.
Zij vermeerderde dat jaar door geboorte met
159 m. en 160 vr.door vestiging met 356 m.
en 404 vr. samen 515 m. en 564 vr.
Zij verminderde door overlijden met 105 m.
en 103 vr., door vertrek met 414 m. en 480
en hoe langer hjj zich tot bedaard zitten dwong, des te
gejaagder en onrustiger werkte zjjn overspan
nen brein. Het tooverde hem beelden voor, waaraan
hjj vroeger nooit gewaagd had te denken. Altijd wilder,
altijd woester werden zijn phantasiên, tot hij eindelijk
in een koortsachtige dommeling verviel. Hij droomde
dat Martha Haland als geluksgodin voor hem uitvloog,
goud en diamanten achter zich strooiende. Hij echter
vloog haar na over afgronden en bodemlooze diepten,
over zeeën en rivieren, voort, altijd verder, en altijd
deden zich nieuwe kloven voor, zoodat hij haar niet kon
bereiken, en het goud en de diamanten waren wegge
vaagd door nevelen en winden, alvorens hij ei bij was.
Eindelijk had hij Martha bereikt en zou hjj den tip
van haar fladderend gewaad grijpen, zich bukken naar
de schatten die zij had uitgestrooid en daar verzonk
hij al dieper en dieper in het duistere, bodemlooze. Om
hem heen rolde de donder Met een plotselingen
schrik werd hjj wakker. De spoortrein schudde en
ratelde met zijn onverbiddelijke rhythmus«Alles uit,
alles uit.*
Afgemat en lusteloos kwam hjj ’s morgens in zjjn
hotel aan. De portier overhandigde hem een pakket
brieven, ’t Waren onbetaalde rekeningen met aanma
ningen, bedreigingen en daar tusschen de brief van
Haland. Deze was reeds tien dagen oud en moest
kort na het diner in den zoölogischen tuin geschreven
zijn. Of hij er nog op zou antwoorden ’t Had eigen
lijk geen doel meer. De Potsdammer aangelegenheid
was inmiddels in den Rijksdag reeds ter sprake ge
bracht, wel is waar slechts in zooverre, dat zjj voor
de beraadslagingen na paschen in aanmerking zou ko
men. In elk geval zou eenige inlichting, voor ’t ge
val Eberstein nog in staat zou zjjn die te geven, den
directeur nog van dienst kunnen zjjn. Maar onder den
Wie het volkje wil leeren kennen, wie de
mate hunner vorderingen en den aard van het
onderwijs wil nagaan, heeft daartoe gelegenheid
bij de publieke les, die eiken Woensdag-voor
middag van 1112 uur in een der lokalen
gehouden wordt. Er zijn 17 klassen met elk
ongeveer 12 leerlingen. Van de onderwijzers
wordt veel takt en geduld vereischttusschen
onderwijzer en leerlingen bestaat een inniger
band dan op de lagere schoolhij verkeert
onder hen als een vader in zijn huisgezin. Meer
dan 12 leerlingen worden den onderwijzer niet
toevertrouwd, omdat het onderricht bijzonder
veel zorg voor ieder kind vraagteen verzuim
in den aanvang wordt moeilijk weer ingehaald.
Alles gaat naar de klok. De hoofdwerkzaam
heden vallen tusschen 812 uur des voor-
middags en 68 uur ’s avonds. De cursus
duurt doorgaans 9 jaarzwakke leerlingen
blijven ook met het oog op het ambacht een
jaar langer. In de werkzalen leeren de jon
gens verschillende ambachten, als: schoenma
ken, kleermaken, timmeren, meubelmakenen
kelen zijn bij een baas in de stad in de leer;
de meisjes ontvangen geregeld onderricht in
de vrouwelijke handwerken en leeren ook de
huishouding waarnemen.
De abt De 1’ Epée maakte bij zijn onderwijs
gebruik van gebarentaal en vingerspraak,
waardoor onderwijzer en leerlingen elkaar leer
den verstaan; hierbij kwam van het spreken
der doofstommen zeer weinig terecht. Ook
Guyot volgde aanvankelijk deze leerwijze, maar
week er later gedeeltelijk van af. In navol
ging van de Duitschers heeft men sedert 1864
deze manier geheel laten varen en leeren de
doofstommen spreken. Het laat zich begrijpen,
dat dit geen gemakkelijk werk is, wijl ze het
voortgebrachte geluid niet kunnen hoorentwee
andere, vaak bijzonder goed ontwikkelde zin
nen vervangen het gehoor, n.l. het gezicht en
het gevoel Na vele oefeningen voor in- en
uitademing leeren de kinderen een paar mede
klinkers, dan een paar klinkers, enz. door af
kijken en voelen en tal van gelukkig gevonden
kunstgrepen, gegrond op hunne groote zucht
tot navolging, naspreken.
Bepaalde stemoefeningen dienen, om het ge
luid, aanvankelijk onzeker en onaangenaam,
te beschaven en zoo slaagt men er op den
duur in, aan deze kinderen het spreken te
leeren. Het leeren schrijven en lezen, de ont
wikkeling van het verstand door voorwerpen
en platen te beschouwen, gaat daarmee hand
aan handin rekenen, teekenen, aardrijkskunde,
geschiedenis en natuurkennis maken ze vrij
goede vorderingen. In het begin hebben de
kinderen nog somtijds dien schuwgrilligen blik
en dat beweeglijk wilde in hunne gelaatstrek
ken, dat ons zoo onaangenaam aandoethoe
hooger men in de klassen gaat, des te rusti
ger wordt de oogopslag, des te meer zelfver
trouwen bezitten de leerlingen, des te duide
lijker en doorgaans aangenamer wordt de spraak.
De oudsten geven in genoemde vakken proe
ven van bekwaamheid vooral in rekenen,
schrijven en teekenen die menig leerling der
gewone school tot eer zouden strekken. Het
spreken mist het klankrijke en lieflijke, dat we
in de stem des hoorenden zoo aangenaam vin
den. Wie met doofstommen een gesprek wil
voeren, moet de woorden langzaam en scherp
gearticuleerd uitsprekenimmers zij moeten
alles afzien van de bewegingen der mond-
deelen.
Zoo wordt het groote doel bereikt:
doofstomme kind verstandelijk, zedelijk
maatschappelijk op te leiden. Zoo is dan door
deze instelling en hare talrijke zusters in de be-
Uitslag gehouden verkiezing voor 2 le
den Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Sneek op 7 Januari jl.
Ingeleverd 18 stembriefjes. Geldige stem
men 18.
Verkozen de heer W. Nieveen met 16 st.
De heeren E. Priester, P. Schenkius, A.
Brenninkmeijer, C. Stockmann en IJ. Wouda
bekwamen resp. 7, 2, 2, 1 en 1 stemmen.
Alzoo herstemming tusschen de hh. E. Pries -
ter, P. Schenkius en A. Brenninkmeijer.
Naar wij vernemen heeft het Bestuur der
Vereeniging «Floralia* met 1 Januari zijn ontslag
bij den Raad ingediend.
De redenen, welke het Bestuur tot deze
ontslag-indiening leidden, zijn ons evenwel niet
bekend.
Donderdag gaf het fanfarecorps «Ad-
vendo* te IJsbrechtum, directeur de heer P.
Gaillard alhier, onder leiding van den heer
Groenhuizen zijne eerste openbare uitvoering
in «Rust een weinig.» Een zeer animeerend
programma van 9 muzieknummers en 4 voor
drachten werd uitgevoerd.
De volgende hardrijderijen zullen morgen
en overmorgen o. a. gehouden worden:
Woensdag 9 Januari te Leeuwarden, man
nen en vrouwen; Sneek, mannen; Groningen,
nationale proef wedstrijden, afstanden 500 en
1500 M.Woudsend, mannen; Bolsward, meis
jes Makkum, mannenParrega, mannen
Koudum, mannen; Workum, mannen.
Donderdag 10 Januari te Franeker 44 da
mes en heeren in kleederdracht der 18e eeuw;
Bolsward, mannen Joure, mannen en vrouwen;
Sloten, vrouwen; Sneek, jongens en meisjes.
Uitslag van ryderyen.
Leeuwarden trof het niet overbest’t was te
koud, te bar. Toch ging het 3-daagsche ijsfeest
door. Heden is ’t de laatste dag. Zondag had
eene wedstrijd in ’t ringsteken op ijs plaats;
28 paren namen er aan deel. De 1ste prijs, eene
bonbonnière, werd gewonnen door W. Schier-
beek en mej. A. Hoogstad; verder waren er
nog 4 prijzen.
Gisteren, Maandag, had de wedstrijd plaats
tusschen de 32 uitgenoodigde beste rijders. De
uitslag was als volgt:
1ste prijs, verguld zilveren medaille en f 80,
J. v. d. Feer, Rauwerd. 2de prijs, zilveren
medaille en f 50, E. J. ter Molen, Zwolle. 3de
prijs, bronzen medaille en f 30, L. Poepjes,
Lemmer. Gratificatie van f 10, IJ. Piersma,"
Leeuwarden.
Poppingawier, 3 Jan. 15 rijders. Prijs f 35,
J. v. d. Veer onder Poppingawierpremiën
f 10 en f 5 W. van Dijk te Terhorne en M.
Ligthart te Sijbrandaburen.
Joure, 4 Jan. 26 rijders. Prijs van f 40
L. Poepjes te Lemmer, premie van f 20 E. ter
Molen te Zwolle, gratificatiën van f 5 ieder,
door W. Nauta te Bolsward en W. Zijlstra te
Oppenhuizen.
WORKUM. Het ijs had hier Vrijdag jL
bijna twee slachtoffers geëischt. Een drietal
jongedochters waagden zich op het diepe kruis
water bij de spoorbrug, met het gevolg dat
twee door het ijs zakten. Daar het geruimen
tijd duurde vóór de noodige reddingsmiddelen
De «Staatscourant* bevat de statuten
der vereeniging Chésed-Weëmeth (Liefde en
Trouw), alhier.
Bij de aanbesteding van de vergrooting
der machinefabriek van de firma W. Hubert
Co. alhier, door bijbouwing van een gedeelte
groot 182 M’., was ingeschreven door: J. W.
Nauta te Hijlaard f 5693, J. Jurjens te Leeu
warden f 5470, A. G. Visser te Ijlst f5058,
F. de Wolf alhier f 4987, M. H. van der
Schaaf te Terhorne f 4899, gebr. Boersma te
Harlingen t 4888, J. J. van der Schaaf te Ter
horne f 4738, J. A. de Graaf alhier f 4684,
F. R. Feenstra te Bolsward f4476 en doorj.
Breeuwsma te Scharnegoutum f 4143.
Het werk is gegund aan J. A. de Graaf.
De veerbooten tusschen Stavoren en
Enkhuizen hadden Zondag met veel ijs te
kampen. Sedert is daarom de dienst gestaakt.
gerden, begon ze, tegen de stoep van een der huizen
geleund, te weenen.
Daar naderde haar een eenigszins beschonken mans
persoon.
De pet over de oogen getrokken, de handen in de
zakken van zijn schamele» bonker gestoken, bleef hij
voor ’t kind staan, keek eens rond en niemand op de
gracht ziende, vroeg hij aan de bibberende kleine
dronkenmanstaal.
«Hoeveel centen heb je al, Bet
»’k Heb geen centen vader.*
«Geen centen, wat heb je dan in je zak
«Moeder heit gezeid dat ik niks mocht afgeven.*
«Je moeder het niks te vertellen, ik ben je vader,
geef(vloek) op de centen.*
’s Mans vaderlijk gezag strekte zich zoover uit, dat
hij de arme kleine aangreep, haar de zoo pijnlijk ver
diende penningen ontrukte en het arme kind daarbij
bijna omver wierp.
Bitter begon zij toen weer te weenen.
Gelukkig kwam na deze treurige ontmoeting een
welkom oogenblik voor het arme kind.
Van de stoep van het perceel, waar de dronkaard
zijn «vaderlijk gezag* had uitgeoefend, kwam eene da
me naar haar toe.
«Waar woon je kleine vroeg de dame.
Geen antwoord.
«Wil je het niet zeggen
«Mag niets zeggen.*
«Wie zegt je dat
«Vader, als ie dronken is.«
«Mag je dan wat meenemen voor moeder
De kleine sprong plotseling naar voren, keek naar
alle kanten en ondanks de felle koude haar omslag,
doekje afrukkende, zei ze «Ja, vrouw, voor moeder
kunt u me alles geven, maar gauw, anders komt ie
terug*.
Vader werd bedoeld.
Er volgde een kort onderhoud.
Tot groote blijdschap van Bet en ook van moeder,
kwam ze, binnen een kwartier op de slecht verwarm
de kamer bjj moeder, die ziek thuis moest blijven.
Ze had haar omslagdoekje gevuld met een prachtig
kerstbrood, eenige bons voor levensmiddelen en een
doosje waarin eenige nieuwe beeldenaars waren te
zien van H. M. de Koningin en het adres van een dok
ter, die «zieke moe* den volgenden dag zou komen be
zoeken. Gelukkige oogenblikken voor moeder en kind.
Dit gebeurde te Amsterdam.
indruk der laatste gebeurtenissen had hij zich om die
aangelegenheid hoegenaamd niet meer bekommerd hij
kon niets positiefs meer meedeelen, ’t was dus maar
het beste, den brief onbeantwoord te laten. Hij zou
zeker wel niemand van de Halands toevallig ontmoeten
en als binnen eenige dagen alles afgeloopen was, dan
zou zijn zwijgen immers voldoende opgehelderd zijn.
Op ’t oogenblik was Eberstein in elk geval zoo door
en door vermoeid, dat hij niet meer in staat was een
ander besluit te nemen. Hjj begaf zich naar zijn kamer
en ging slapen, ’s Namiddags wilde hij naar Friedber-
ger gaan. Op de een of andere manier moest hij toch
met den kleinen agent afgedane zaken maken.
Toen hij wakker werd was ’t ’s avonds zes uur en
bijna donker. Hij had bijna tien uren in een slaap ge
legen, die veel op den doodslaap geleek, ’t Was niet
met een gevoel van verkwikking, dat hij opstond.
Zwaar en mat waren hem de leden. Nadat hij een
bad genomen had, voelde hij zich wat ruimer.
Hij stelde nu ook niet langer uit, wat hij zich had
voorgenomen. Hjj nam een rijtuig en reed naar Fried-
berger, den kant van de Hallesche poort uit. Onder
weg trachtte hij te overleggen, wat hij den agent eigen
lijk zou willen zeggen. Dat was hem nog niet recht
helder. Slechts dit eene stond bij hem vastdie over
eenkomst betreffende de Halands moest ongedaan, van
nul en geener waarde gemaakt worden.
Wordt vervolgd.