mil SMI D OaSTKEKEN. il I Zaterdag 2 Februari 1901. 66e Jaargang. KENNISGEVING. ITo. 10. Orficieele Advertentiën. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Suupmarkt, Sneek. KENNISGEVING. d M. C. N. Uit de Raadszaal. De heer de Vries komt nogmaals hier tegen op en ziet I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. F r Wv. r De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, brengt ter openbare kennis, dat het 4e Kwartaal Kohier No. 4 der Personeele Belasting dezer gemeen te, dienstjaar 1900, door den Directeur der Directe Belastingen te Groningen gearresteerd den 29 Janu ari 1901, aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter invordering is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek, den 30 Januari 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. 1 De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt ter openbare kennis, dat ter Secretarie dezer gemeente van heden, gedurende dertig dagen voor de belang hebbenden ter inzage zal liggen eene opgave van de uitkomsten, bedoeld in de ar tikelen 9, 10, 11 tot 13, 23 en 43 der wet van den 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82), betreffende de grond belasting van gebouwde en ongebouwde eigendommen. Sneek, den 2 Febr. 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. VI. Voorstel om van gemeentewege door toezegging van financieelen steun het tot stand komen der Stoom tram StavorenSneek bevorderlijk te zijn. De Voorzitter zegt dat de plannen voor deze stoomtram reeds vroeger ter visie hebben gelegen, terwijl door het Departement »Sneek« der Maatschappij Nijverheid en tevens nog andere vergaderingen zijn uitgeschreven, om het tot stand komen der stoomtram Stavoren—Sneek te bespreken, zoodat hij deze zaak van genoeg bekend heid acht. Burg, en Weth. stellen voor op een daartoe strek kend verzoek van de heeren N. J. Beversen en J. van VERGADERING van den Gemeente raad van Sneek, op Vrijdag, ^en 25 Janu ari 1901, des namiddags ten 61/, ure. Vervolg. Voorstel om van gemeentewege door toezegging Eleurn, ingenieurs te ’s Gravenhage, om eene subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor den aan leg van een stoomtram Stavoren—Sneek, met zijtakken i SondelL mmer en JachtlustSt. Nicolaasga, gunstig te beschikken, daar de genoemde tramlijn ook voor deze gemeente van groot belang is, de geldelijke subsidie te bepalen op f 30.000 onder voorwaardenlo. dat deze som zal worden uitbetaald 2 maanden, nadat de lijn in exploitatie is gebracht en het kapitaal geheel is vol- teekend en 2o. dat een personenstation wordt gemaakt aan den Lemsterstraatweg. De heer Beekhuis acht de voorwaarden wel wat ruimwanneer toch zal de lijn in exploitatie komen, dit kan misschien 10 en wel meer jaren duren, de ge meente zou dan al dien tijd gebonden zijn. Spr. is er voor een termen in te vullen, b.v. dat de lijn binnen 5 jaren in exploitatie moet zijn, ook vindt hij de subsidie wat hoog. De Voorzitter zegt dat Gaasterland en Sneek de meest belanghebbenden bij deze lijn zjjn, van de tusschen gelegen gemeenten zal, behalve van Wymbritseradeel, weinig financieelen steun verwacht kunnen worden. Waar Gaasterland f30.000 toestond, meenden Burg, en Weth. dat het groote belang van Sneek bij deze lijn meebracht een flinke subsidie te verleenen; tegen de inlassching dat de lijn binnen 5 jaar na heden in exploi tatie moet zijn, acht hij weinig bezwaar. De heer Veen vindt de voorgestelde subsidie van f 30.000 wel veelin de vergadering van Nijverheid j werd medegedeeld, dat de bij de lijn betrokken ge- meenten samen f 93000 moesten bijdragenGaasterland stond al f 30000 toe; de overblijvende gemeenten zul len dus f 63000 moeten bijdragen zoodat Spr. de thans voorgestelde subsidie wel wat ruim vindt. De Voorzitter zegt dat de meeste gemeenten door den financieelen druk niet bij machte zijn eenige sub sidie te verleenen. Sneek heeft groot belang bij deze lijn, doch wanneer (je eene gemeente op de andere wacht komt er weinig vordering, ook acht Spr. de druk niet zoo zwaar, wanneer men berekent, dat naar een rente- standaard van 4%, f 1200 per jaar moet worden opge bracht, terwijl bij eene jaarlijksche aflossing van f 1000 derente gestadig kleiner wordt. De heer Beekhuis acht een renteloos voorschot nog al bezwaarlijk, kan de gemeente daarvoor ook aandee- len nemen, dan trekt men altijd nog eenige voordeelen. De Voorzitter zegt dat wanneer een plan, gelijk deze lijn, wordt opgezet, alles zoo rooskleurig mogeljjk wordt voorgerekend; doch Spr. acht de voordeelen nog niet zoo groot; ook zullen het Rijk en de Provincie niet bij dragen, dan nadat de gemeenten genoeg belang hebben gesteld in eene dergelijke zaak. De heer Dokkum ziet er tegen op zijne stem voor een zoo groote subsidie te geven; dat Gaasterland f 30.000 geeft kan hij zich voorstellen, deze gemeente ligt ge heel geïsoleerd, doch het belang van Sneek bij deze lijn zal toch niet van dien aard zijn, dat eene subsidie van f30.000 zou zijn te wettigen. De Voorzitter gelooft dat de eerste uitgaaf van f 30.000 wel wat zwaar weegt, doch zal het voordeel dat Sneek bij den aanleg dezer lijn heeft, niet opwegen tegen eene voorloopige uitgaaf van f 2200 's jaars Ook ziet Spr. er voor de toekomst van Sneek een gevaar in dat wan neer deze lijn niet tot stand komt, de handel, door de tram LemmerJoure, zich naar Joure of Heerenveen zou kunnen verplaatsen. De heer de Vries heeft met belangstelling de discus sion gevolgd en zich verbaasd over het voorstel van Burg, en Weth. om een subsidie van f30.000 te ver leenen. Spr. heeft zich afgevraagd of de financiën van dien aard zijn dat f 30.000 voor een tram besteed kan worden. Voor het maken van een waterleiding binnen de gemeente had men zeer weinig over terwijl men voor de aan te leggen tram dadelijk een groot bedrag disponibel wil stellen. Wel werd op eene vergadering van Nijverheid eene motie aangenomen, doch zullen de uitkomsten, de voordeelen, de belangen van de gemeente Sneek bij de aan te leggen lijn, van dien aard zijn, om eene uitgaaf van f 30.000 te wettigen Spr. gelooft dit niet, waar men uit den Z. W. hoek ook door middel van den trein onze stad kan bereiken, wat zeker wel 3 maal vlugger gaat en minder zal kosten. Voor Gaas terland, dat geheel geïsoleerd ligt is de tram van veel belang, doch Spr. kan ditzelfde niet van Sneek getuigen. De heer Fennema had eene dergelijke uiting aller minst van den heer de Vries, iemand die op het gebied van handel en nijverheid thuis is, verwacht, men ziet aan Leeuwarden, hoe handel en nijverheid toenemen, nu vele dorpen door de tram zijn en binnenkort door het locaal-spoor met die stad zullen worden verbonden. Voor 60 jaren had Sneek zelfs f 100.000 over voor de tot standkoming van een straatweg Sneek—Lemmer, waardoor handel en nijverheid hebben geprofiteerd en de veemarkt vooruit ging. Door den aanleg van een tramweg Sneek—Stavoren zullen de neringdoenden door een betere verbinding met den Z. W. hoek toch zeker profiteeren, het is dan ook wel degelijk een groot belang voor deze gemeente, waardoor Sneek evenals de j andere gemeenten hare sympathie meet betuigen door f eene ruime subsidie. De heer de Vries komt nogmaals hier tegen op en ziet vermogen te blijven staan op de kleine steen tjes, tusschen de wachthebbende burgers.» Een publicatie ook in onzen tijd nog van belang. Want, ook te 's-Gravenhage schijnt een algemeene illuminatie op ’t program te staan, al zal die moeilijk als in 1767 van over heidswege kunnen worden voorgeschreven en, wat het molesteeren betrett, men weet, wat van zekere zijde beweerd is, toen niet alle burgers in ’t stedeke Weesp aan de alge meene feestvreugde van Sept. 1898 wensch- ten mee te doen! Na pasgenoemde publicatie verscheen spoe dig een officieel programma van de feeste lijkheden. De Prins en de Prinses zouden het stadhuis op den Dam als tijdelijk verblijf krijgen. Uit de Vroedschap werd eene commissie benoemd om voor de inrichting er van te zorgen, maar ook voor de illuminatie van ’t stadhuis, dat met 6000 lampions zou prijken. Op Maandag 30 Mei, des morgens om 11 uur, zou het jonggehuwd paar door de Haar lemmerpoort in koetsen de stad binnen komen; ’s middags met den Magistraat dineeren en ’s avonds in jachten de illuminatie gaan zien. Den volgenden dag zou Z. D. H. sessie nemen bij de Admiraliteit op ’t Prinsenhof, van daar zich begeven naar de Werf, daar aan boord gaan van ’t schip >de Zon» om te zeilen op ’t Y. Woensdag d. a. v. zou de Prins sessie ne men bij de O. I. Compagnie, en ’s avonds naar de comedie gaan, waar Jan Punt als Apollo in Demophontes een welkomstgroet zou uitspreken. Daarna bal in de groote zaal van ’t stadhuis, waarvoor 1100 uitnoodigingen waren verzonden. Op Vrijdag, 3 Juni, zouden de Prins en de Prinses vertrekken. De intocht heeft op voorschreven wijze plaats gehad. Nooit, zegt Wagenaar in zijn »Verheugd Amsterdam», had de Hootdstad een Stadhou der met meer hartelijkheid ontvangen Nu schatert al de stad, elcks vreugd is uitgelaten, Men steekt de juichklaroen, en klinkende klaret, De gulle vreugd danst nu langs markt en straten, Terwijl de burgerschaar op ’t heerlijkst uitgedost, Daar trom en veldpijp vast, alom Wilhelmus spelen, Ook nedrig hulde biên aan Neerlands jongen Vorst En aan zijn gemaalin uit Koningsbloed gesprooten. Later heeft Prins Willem V ook Leeuwar den bezocht, ’t Ging de burgers goed en zij vierden daarom toen druk feest. Tot 1780 mocht de Prins in de algemeene volksgunst deelen, in 1773 en ook in 1777 toen hij Friesland bezocht, ontving hij er de bewijzen van. De voorspoed, die Friesland mocht genieten, werd slechts door de veepest van 1769 en den watervloed van 1776 onder broken, al kan men niet zeggen, dat de geld middelen in rooskleurigen toestand verkeerden. Integendeel I J 1 De intocht van een jonggehuwd Vorstelijk paar. Op 4 October 1767 huwde onze Prins Wil lem V, oud 19 jaren, te Berlijn met de 16- jarige Prinses Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen, ’t Was een echtverbintenis, die met schitterenden praal gesloten werd. Om 6 uur ’s avonds gingen de Prinsen en Prinsessen van ’t Koninklijk Huis, de hooge adel, generaals, enz. in prachtig gala naar ’t Koninklijk slot, waar, in de Witte Zaal, onder een rood fluweelen, met goud gestikten troon hemel, de plechtigheid stond plaats te hebben. De bruigom begaf zich, in zilverlaken ge kleed en omhangen met den Zwarten Adelaar in diamanten, en begeleid door de Prinsen, naar de bruid, om wie zich ’t Koninklijk Huis verzameld had. Zij was ook in zilverlaken, had een kroon van brillanten op en een hals ketting van brillanten om. Toen stelde zich de stoet naar de Witte Zaal in beweging. Hofprediker Sack hield daar de toespraak. Bij ’t wisselen der ringen werden kanonschoten gelost. Om tien uur had een luisterrijk souper plaats. Er waren zeven tafels, ’t servies was van goud. Na dit avondeten de gebruikelijke fakkeldans, en daar na werden, volgens een berichtgever van dien tijd, de jonggehuwden door ’t Koninklijk Huis naar derzelver retirade geleid, terwijl de klok ken der parochiale kerk door den klokkenist von Seydel werden bespeeld. Ook liet de Koning, die bij ’t ontkleeden van den Prins tegenwoordig was, evenals de Koningin bij de Prinses, ten blijke van bijzondere onder scheiding, ’t nachtgewaad op een kostbaar kussen aanreiken. Men was hier te lande met het huwelijk zeer ingenomen, wat gebleken is uit de schit terende ontvangst te ’s-Gravenhage en in an dere steden. Op 9 November 1767 had de intocht inde Hofstad in deze volgorde plaats: 1. De majoor van het Hof, Luitenant-Ko- lonel v. Vilsteren te paard 2. Vier ordonnancen van de cavalerie en vier van de infanterie; 311. Gardes, valkeniers, stalmeesters, enz. 12. Vier koetsen met zes paarden, waarin de opperhofmeester, de opperstalmeester, ka merjonkers, enz. 13. De twee Mooren Cedron en Cupido, vier loopers, en acht en twintig lakeien; 14. De Gouverneur van de pages met zes pages te paard; 15. De generaal-adjudanten 16. De koets met Hunne Hoogheden, waar omheen de honderd Zwitsers; 17. Koetsen met dames van 't gevolg, en tot slot de garde te paard. De stad was ’s avonds fraai verlicht. Op de Prinsessegracht en op ’t Buitenhof stonden eerepoortenin den Hofvijver was een eilandje met achtkante zaal, >in ’t midden versierd met overheerlijke kroon van allerlei kleuren,» het stadhuis prijkte met chassinetten, de Groote- kerk-toren was met drie rijen lantaarnen ver licht. In één woord: »Nooyt is ’s-Gravenhage so luysterrijk, briljant en algemeen juychende geweest als over dit zoo heuchelijk evene ment,» zei de ’s-Gravenhaagsche Extra-ordinai- re Courant van 10 November 1767. ’t Scheen toen wel een gulden tijd te zijn, want overal vierde men druk feest. Wij lazen ergens»Het zaad door Willem IV uitgestrooid, bracht thans honderdvoudige vruchten voort.» Iedere stad had haar eigen tak van koopman schap. Men behoefde slechts te willen werken om geen armoede te lijden, en in zulk een gezegend land, onder zulke lachende vooruit zichten was het, dat Willem V zijn gade in ons land bracht. Maar ’t waren ook al weer de Engelschen, die roet in ’t eten strooiden. Zij zagen hier de toestand minder rooskleurig in, want in ’t Parlement werd gezegd: Holland is niet veel meer dan een groot handelsge- nootschap met verwijfde zeden, uitgeputte fond sen, klein van kracht, nog geringer in moed. Men stoorde er zich echter niet aan wat En geland zei, en buiten Den Haag maakten zich verschillende steden op om ’t jonggehuwde paar feestelijk te ontvangen. Amsterdam wilde voorgaan. Het was wel gelukkig, dat de intocht in de bloeiende Meimaand kon plaats hebben, hoe veel vroolijker is men dan gestemd dan in de koude sprokkelmaand, de maand, waarin onze geëerbiedigde Koningin haar hand hoopt te leg gen in die van hem, dien zij tot Haar gemaal verkozen heeft. Maar, mocht het jaargetijde zich er toen beter toe leenen, om buitenshuis feest te vieren, ook nu zal zeker de Amstelstad niet achter blijven in uiterlijke teekenen van groote vreugde, nu zij evenals in 1767 een Vorsten Vorstin heeft te huldigen. Eigenlijk toch nog wel een groot onder scheid die intocht van 1767 en van 1901. Toen werden de Stadhouder en zijne gemalin ingehaald, de eerste de tweede in den Staat, waar hij de Provinciale Staten boven zich had, nu zal Zij, die de eerste plaats in den Staat in neemt, haar joyeuse entrée doentoen was van het Vorstelijk paar de man de eerste, nu zal eene vrouw die plaats innemen. Den 24 Mei 1768 verscheen volgende pu blicatie, die, al was het slechts om de kleine steen tjes-quaestie, van belang is: »Alle huizen zullen op Maandag den 30en worden geïllumineerd van halftien tot halfeen, zullende het aan een iegelyck vrijstaan zijn illuminatie zodanig in te richten als hij naar zijn omstandigheden, met gevoegelijkheid zal meenen te betoonen, zonder dat de eene burger en ingezeten den anderen desaangaande zal mo gen molesteeren, op poene van daarover naar exigentie van zaaken arbitrairlyck te worden gecorrigeerd. Niemand zal eenige piktonnen mogen bran den, vuurwerken afsteeken, zwemmers, voet zoekers, of andere soortgelijcke brandende ma chines werpen, ook met geen bussen, snapha nen, pistolen of ander geweer schieten. Niemand, die aan ’t stadhuis geweest is zal ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1OOO regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. mms- ia inu ■'i i i -I L 1 J 1 I 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1