MEIIWS- BK A1HEKTESTIEBLAH De toekomst van onze taal. VOOR SO 1 «I8WBS. De Gelukzoekers. Woensdag 20 Februari 1801. 56e Jaargang. FALKENA Mzn., Suupmarkt, Sneek. UitgeverB. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. 80 I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Roman van Doha Duncker. feestgenootenToen ik voor eenige dagen uit de be slommeringen van het politieke leven in dit stille huis terugkeerde en mijne gedachten over het feest liet gaan, dat wij heden vieren, daarbij denkende over een paar woorden, die ik mijne kinderen als geleide meê kon geven op hun levensweg, werd mij door mijn zoon den brief van een vriend zijner jeugd toegezonden, die in den vreemde vertoeft, zich geheel aan zijne werkzaam heden wijdende en die dus heden niet persoonlijk in ons midden tegenwooidig kon zijn. Gij zult wel raden, wien ik bedoel: onzen ik mag het gerust zeggen, want hij is ’t ook voor mij geworden waarden jongen vriend en geestverwant doctor Max Steffens. Toen voor een paar dagen deze brief door mijn zoon ontvan gen werd Haland vouwde den brief open an toen ik dien opmerkzaam gelezen had, zei ik bij mij-zelf: laat onze jonge vriend op den huwelijksdag uwer kin deren spreken inplaats van gij; gij kunt toch geen betere uitdrukking voor uwe eigene gedachten en ge voelens vinden, en als hij in ons midden was. dan zoudt gij juist hèm zeker met vreugde het woord verleend hebben.* Een gemonpel van bijval ging door het kleine ge zelschap. De meeste der aanwezigen hadden reeds ge hoord van de beteekenis, die Max Steffens ondanks zijn jeugd als politicus en uitstekend economist ge noot. ’t Kon dus slechts tot verhooging van het feest bijdragen, te hooren, wat hij schreef. .Schrik niet, dames en heeren, als doctor Steffens in ’t begin van, zijn brief, alvorens tot zijn eigenlijk doel, het feest van heden, te komen, zich met een paar woorden met de politiek bezighoudt, ’t Is eene ver geeflijke zwakheid, waaraan ieder onzer meer of min der onderworpen is, alles, wat wij op het hart hebben, het liefst vast te knoopen aan dat wat ons-zelf het ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. meest bezighoudt en interesseert; onze punten van uitgang, onze vergelijkingen daar te zoeken, waar wij ’t meest in thuis zijn.* Een vernieuwd en versterkt gemompel van bijval volgde. Haland begon »Ik kan je slechts gelijk geven, beste Ernst, dat het succes onzer partij betreurenswaardig genoeg gedurende de thans bij u gehouden zittingen van den Rijksdag buitengewoon gering was, en dat de opwek king tot de zoo noodzakelijke zelfhelp, naar toestanden, die niet alles van den Staat verwachten, behalve in onze eigen kringen gij weet, ik reken mjj-zelf voort durend en geheel tot de uwen slechts een zwakke echo gevonden heeft. De wil was goed, maar de onder linge verhouding der in aanmerking komende omstan digheden was geen gelukkige. Gij, waarde Ernst, weet zelf het best, hoe vaak hebben we daarover ook met j lijke reis in Zwitserland gesproken dat ook de politicus geluk noodig heeft, veel geluk, en dat hij met evenveel instinct daarnaar zoekt als de beurs speculant, de koopman, de beoefenaar der wetenschap, de kunstenaar, evenals de moeder het voor haar kind, de minnaar het voor zijne geliefde begeert. Wjj allen, zooals wij om de groote tafel des levens geschaard zit ten, zijn gelukzoekers, al naarmate ons temperament gematigd is of teugelloos, tastende of zich zijn doel bewust, pessimistisch of sanguinisch. Ontelbare malen, zonder dat wjj ’t zelf weten, zonder het te willen erkennen. Is niet de jonggeborene reeds van ’t oogen- blik af dat hij de wereld inkijkt, een gelukzoeker? Hij schreit naar voedsel, om zijn honger te stillen. Wat nu is het zoeken naar geluk anders, als het trach ten een behoefte te stillen, onverschillig of het phy- sieke honger, of het succes, roem of liefde heet. Het drama te Vlissingen. Het bericht dat de Vlis- singsche loods M., thans gedetineerd te Middelburg, die zijn intusschen overleden dochter den 5n Jan. met een revolverschot gevaarlijk verwondde, ernstig onge steld is, is overdreven te noemen. De beklagenswaar- dige man trekt zich het gebeurde zeer aan en zijn ge zondheidstoestand lijdt daar als van zelf onder, doch van een ernstige ziekte is geen sprake. Noordelijk Chr. Zangersfeest. Het noordelijk chris- rijke Van der Bilt’s hebben een Hollandschen naam. Maar al die personen hebben geen groote plaats in onze sympathie, omdat zij Engelsch spreken, Amcrikaansch denken, leven en handelen. Maar Zuid-AfrikaDat is wat anders. Daar leeft een opkomend volk, zeer dun verspreid over een gebied, zoo groot als 1/3 deel van Europa. Het is, sedert ’t begin der afgeloopen eeuw, uit een zeer klein aantal, tegen de ver drukking in opgegroeid, vermenigvuldigdhet heeft bewezen, die taaiheid van ras te bezit ten, noodig om zelfstandig te kunnen en zul len zijn; het is er geacclimatiseerd, beter dan de daar wonende Engelschman. Daar in Zuid- Afrika, al is de grond niet overal te gebruiken, is gras- en bouwland genoeg voor een bevol king van zeer veel millioenener zitten schat ten in den bodem aan metalen, diamanten en kolen, die ontzettend veel handen kunnen bezig houden. Het volk kan zich dus, wat de landruimte aangaat, nog sterk uit breiden. En dat volk heeft getoond een krachtig zelfbewust volk te zijn, ter verdediging van zijn bestaan het behoud, de bescherming zijner taal zoekende. Dat volk spreekt een Nederlandsch dialect. Geer, wonder, dat het uit welbegrepen zelfbe lang voeling zeekt met de Hollanders, die zeer laat inzagen, dat daar in Zuid-Afrika hunne taal de heerschende kon blijven, die zeer laat be grepen dat hunne taal zoodoende een ivereld- laal kon worden. Maar, we mogen Oost-Indië, (West-Indië even er bij genomen,) niet vergeten. Daar ligt een gebied, meer dan 50 maal zco groot als het moederland, rijk door zijne voortbrengse len, met eene bevolking, meerendeels gedwee en leiding behoevende, van ver over de 30 millioen zielen. Daar heerschen eeuwen lang de Nederlanders. Daar is toekomst voor het Nederlandsche volk, daar is ruimte voor de Nederlandsche overbevolking. En daar kan ook de Nederlandsche taal, tienmaal beter dan nu, de heerschende worden; de taal, die de inlandsche verdringt. Zooals in Zuid-Afrika de Kaffers bij honderdduizenden de Afrikaander taal spreken, zoo kan het cok voor millioenen Javanen en andere Oost-Indiërs eene behoefte worden, Nederlandsch te spreken. Zuid-Afrika en Insulinde, dit zijn de beide >De taal is gansch het volk,* heeft zeker schrijver gezegd. Hierin schuilt veel waars. Het wil natuurlijk niet zeggen, dat de inwo ners van een land niet bestaan zullen blijven, geen nageslacht zullen krijgen, wanneer zij hunne taal verliezen. Maar het wil toch wel zeggen: Een volk, dat zijne taal verliest, dus taalkundig bij een ander volk wordt ingelijfd, zal het ook gemakkelijk staatkundig kunnen worden; een volk, dat zijn taal verliest, is een volk, dat verzwakt, dat zijne krachtigste eigen schappen verliest, dat ontaardt, dat niet meer mee kan komen in den wedstrijd der volkeren om het bestaan; spreken twee of meer volken eenzelfde taal, dan is dit een voornaam punt van aanraking, van onderlinge sympathie, van wederkeerige hulp in tijd van gevaarhet eene taalverwante volk gevoelt zich reeds uit welbegrepen eigenbelang gedrongen het andere te steunen. Dit en nog meer heeft genoemde schrijver bedoeld met zijn historisch geworden woord. En dat de volken doordrongen zijn van de waarheid van dit gezegde, we kunnen het da gelijks hooren bevestigen. Waarom doet Duitschland zijn uiterste best om de Poolsche taal in de Pruisische provin cie Posen te doen verdwijnen, de Deensche taal in Sleeswijk-Holstein te verdringen, Elzaa- Lotharingen te germaniseeren Is ’t niet, om een grooter Duitsch volk te krijgen en daardoor grooter eenheid, grooter macht Waarom trachten die zelfde Polen onder de verdrukking op, hunne taal ongerept te be waren Wat beteekent de strijd in Oostenrijk, die nu reeds jaren gestreden wordt tusschen Duit- schers en Tzechen? Is ’t niet, om de toekomst in handen te hebben Ook in Frankrijk doet men zijn best, de Pro- vencalen, Basken, Bretagners en Vlamingen tot echte Franschen te maken, door hunne taal te vernietigen. Belangrijk is de statistiek over de vorderin gen, die de verschillende talen maken. Omstreeks 1500 spraken 4 millioen menschen Engelsch, 10 Duitsch, 3 Russisch, 10 Fransch, De bijzondere gelegenheid waarvoor deze regels be stemd zijn, eischt, dat ik staan blijf daar, waar ik be gonnen ben: bij de liefde en het geluk dat de liefde zoekt. Van de mij natuurlijk toeschijnende punten van uitgang ben ik daarbij nu aangeland. Uw oud, lief Lindenhaus, beste Ernst, herbergt dezer dagen twee menschen, die, als ik mij zoo mag uitdruk ken, in de geheele beschaafde wereld voor algemeen erkende, ik zou kunnen zeggen gepatenteerde geluk zoekers doorgaanhet herbergt nu een jong bruidspaar. Moge het geluk, dat het zoekt, bereikbaar, moge ’t een gezond geluk blijken te zijn. Mogen zij het niet najagen met dolzinnige haast, maar het stil en gelaten tot zich laten komen, en als ’t er is, het met reine, krachtige handen vasthouden. Mochten zij volgens uwe eu mijne en ik mag er ook wel bjjvoegen uws vaders politieke en menschelijke beschouwing, als ’t soms eens niet al je hooggeachten vader gedurende die onvergete- te vlot gaat, niet alle heil van boven verwachten! maar als dappere strijders zelf hun man staan; mochten zij niet schreeuwen, maar strijden. Mochten zij boven alles het rotsvaste vertrouwen hebben, dat het geluk slechts uit de diepte der eigen persoonlijkheid kan opgroeien en gedijen. Zulk een zelf verworven, met sterke han den vastgehouden geluk, worde het deei 'wer zuster en van den man harer keuze. Dat ’s mijn 'uwelijks- wensch voor u en haar.* De directeur sloeg het velletje papier toe. »Ik heb bij deze woorden van onzen jongen vriend niets meer te voegen.* Hij hief zijn glas omhoog. •Lodewijk en Martha van Eberstein, doet uw best zulk een geluk en geen ander deelachtig te worden!* Een diepe stilte volgde. Niemand waagde ’t een woord te uiten, zóó plechtig was Halands toespraak uitgesproken. 9 '/a Italiaansch, 8l/a Spaansch. Zeer verschil lend vermeerderden die cijfers, welke wij van een Engelsch geleerde overnemen. In 1700 spraken 8ya millioen Engelsch en 30 millioen Fransch. In 1800 werd de Engelsche taal gesproken door 20 millioen, de Duitsche door 31, de Russische door 30, de Fransche door 31, de Italiaansche door 15, de Spaansche door 26 millioen personen. En thans maakt die geleerde de volgende schatting in millioenen: 126 Engelsch, Duitsch, 81 Russisch, 45 Fransch, 40 a 44 Spaansch. Van deze talen -heeft oogenschijnlijk de En gelsche taal de meeste kansen van vooruitgang. Engeland zelf blijft zijn taal behouden. Noord- Amerika, dat hoofdzakelijk Engelsch spreekt, gaat nog steeds sterk in zielenaantal vooruit en kan nog vele menschen herbergen. Austra lië, dat Engelsch spreekt kan nog ontzettend veel vooruitgaan in zielenaantal. En deze gelukkige kans voor ’t Engelsch maakt andere volkeren bezorgd voor hun toe komstig bestaan. We willen hierover niet verder uitweiden, maar onze eigen taal beschouwen, die door genoemden Engelschman niet beschouwd werd, zeker als tellende nul in ’t cijfer. En toch heeft van de talen der kleine vol ken de onze de meeste kans van bloei, van het krijgen van beteekenis. De Nederlandsche taal wordt gesproken door 5'h millioen Nederlanders en 4 millioen Belgen. In deze beide landen is de dichtheid van bevolking zeer groot en kan gemakkelijk haar toppunt bereiken. Maar de Nederlandsche taal is nog verder verbreid. We zullen de honderdduizenden overslaan, die in Noord-Amerika nog Nederlandsch spre ken of kunnen spreken. Deze zullen zonder twijfel opgaan in de groote Unie-wereld, die Engelsch spreekt. Maar nemen we vooreerst Zuid-Afrika, waar misschien 600.000 Afrikaanders onze taal spre ken. Juist daarom vooral is onze sympathie voor de Boeren zoo groot. Ook in NewAork wonen afstammelingen van Nederlanders. De gouverneur van den staat New-York, de heer Van Wijck, de tegen woordige vice-president der groote Republiek, kolonel Roosevelt, zij beiden, de namen geven ’t bewijs, zijn van Nederlandsche origine. De 30 Overigens was Klara’s wegblijven niet de eenige teleurstelling, die hem in Lindenhaus gewacht had. Ook Max Steffens, zijn academie- en boezemvriend, dien Martha op haar feestdag eindelijk zou leeren ken nen, was niet gekomen, zooals hij trouwens nog nooit gekomen was, als Ernst hem naar zijn geboorteland ge roepen had. Hij hield zich voortdurend in het buiten land op, nu eens in Engeland, dan in Frankrijk. Van daar dan ook, dat van de Halands alleen de vader door een gemeenschappelijke reis in Zwitserland Max Stof fens kende. Drie jaren geleden hadden zij dien prach- tigen bergtocht samen gemaakt, en Ernst was er trotsch op geweest, dat zijn vader zich bij zijnen een paar jaar ouderen vriend had aangesloten als een goede kameraad. Hoezeer zou Max met zijne tegenwoordig heid het feest hebben opgeluisterd! Nu was, in plaats van hij-zelf, een in warmen toon geschreven brief ge komen, dien de heer Haland zich voorbehouden had aan de bruiloftstafel voor te lezen. Op ’t zelfde oogenblik ging de directeur ook reeds opstaan. Hij zag er ontroerd en bewogen uit toen hij een met klein regelmatig schrift dicht beschreven velletje papier uit den zak haalde, ’t welk hij voor- loopig nog dichtgevouwen in de hand hield. »Lieve vrouw, lieve kinderen, waarde vrienden en groote ontwikkelingsterreinen vor het Neder landsch. In België is de strijd om de taal hevig. Toen het land met Nederland vereenigd was, bloeide het Fransch (Waalsch). Na de scheiding voelde het Vlaamsch zich door het Waalsch verdrin gen en er stonden mannen op, die de Vlaam- sche beweging op touw zetten. En nu neemt het percentage van het Fransch-sprekende deel van België af, dat van het Vlaamsche toe. De Vlamingen hebben reeds lang voeling met de Noord-Nederlanders en worden steeds krach* tiger. Nog mogen we het kleine Vlaamsche deel van Frankrijk niet vergeten, waar bijna drie kwart millioen Vlamingen hun taal in eere houden. Een bewijs hiervoor Toen de Boulangisten Frankrijk in beroe ring brachten, lieten de aanhangers van le btav' généraf van Boulanger, in het Noorder- departement van Frankrijk benevens Fransche, ook Vlaamsche manifesten aanplakken. En ook de tegenstanders van le brav' général verdedigden er de republiek in zeer goed Ne derlandsch op de muren der steden. Het Nederduitsch strekt zich echter nog veel verder uit, over Hannover, Holstein (ge» deeltelijk), Westfalen, Mecklenburg, Oldenburg, Pommeren en Brandenburg. Maar deze Duitsche provinciën, waar Neder- duitsch gesproken wordt, zullen wel nooit Nederlandsch worden. Dit groote terrein is voor goed voor het Nederlandsch als taal ver loren. Alles te zamen genomen, heeft ons volk, dat zijn taal liefheeft en iets gevoelt voor Nederlandsche glorie, reden om zich in te span nen als volk, energiek te wezen, vooral op maat schappelijk, oeconomisch gebied. R COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1