NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ïwk m i ®mli De Gelukzoekers. Zaterdag 23 Februari 1301. 56e Jaargang. XTo. 13. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Suupmarkt, Sneek. FEUILLETON. ze Penningen op Friezen en door Friezen. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. het gesticht Het oog viel dat de Utrecht gego- Maar Roman van Doha Dukcker. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. hertje zou hij te harer beschikking zijn. Dat kwartiertje werd echter een half uur en het half uur drie kwartier, maar Meta viel den tijd niet lang. Dat onophoudelijke komen en gaan dat vragen en antwoord gevendie geheele bonte mengelmoes van een groot georganiseerd schouwburgpersoneel, vond ze ontzaggelijk aardig. Vooral eenige der eerste kun stenaressen van den schouwburg, die toevalligerwijze juist heden morgen haar bezoek brachten, boezemden haar een geweldig respect in. De elegante toiletten, de kort aangebonden, hoogdravende antwoorden de kleine dubbelzinnigheden; degeheeletooneel-chic, kwam haar buitengewoon benijdens- en navolgenswaardig voor. En zulk een toekomst zou zij op 't spel zet ten, alleen omdat zij met den eersten aanloop niet dadelijk het vurig begeerde doel bereikt had? Klara was werkelijk eene zottin. Men zou zeker ’t verstan digst doen, haar niet ernstig te nemen. Eindelijk werd zjj toegelaten. Mejo ontving haar met zekere nieuwsgierigheid. Het lag in zijn aard, iemand, voor wien hij zich eenmaal, zjj ’t dan ook nog zoo vluchtig, geïnterresseerd had, niet zoo gemakkelijk op zijde te schuiven, alvorens, zooals hij ’t uitdrukte, hij niet geheel achter hem ge komen was. Toen hij hoorde dat de kleine uit haar engament was weggeloopen, kwam zijn gezicht als vakman voor den dag en trachtte hij haar duidelijk te maken, dat het zeer wel mogelijk was, dat zjj door dien onberaden stap haar geheele carrière bedorven had. Maar Meta scheen voor dat gevaar niet erg beducht. Zij had er eens van hooren verluiden, dat een kunstenaar als Kaing zijn contract verbroken had, en deze was heden toch de allereerste en overal gevierd en met eer over laden. En al was zij dan ook nog geen vrouwelijke Dan werd in 1758 de eerste steen gelegd van het oude mannen- en vrouwenhuis van de diaconie der Ned. Herv. gemeente te Leeu warden. Wij moeten hier even bij stilstaan. De diakenen hadden langen tijd in ’t onder houd hunner bedeelden voorzien door hen óf in de diaconie-kamers huisvesting te geven óf bij anderen onder te brengen tegen 28 stui vers in de week. Het bleek op den duur niet alleen kostbaar maar ook >dat vele dier armen des geloofs, slegt gerijf, gering gemak, sobere spijs en drank, zuinige having en weinig of geen gelegentheid en opwekking tot huisgods- dienst en eigen zielsbezorging hadden.» Van daar, dat zij zeer over het stichten van een arm huis dachten, dat jaarlijks zeker f 1000 bespa ring zou geven. Een groote erfenis van Si mon Pars gaf in 1755 aanleiding, dat die plan nen vasteren vorm aannamen. De kosten van zulk een gebouw werden op f 15000 geschat en het jaarlijksch onderhoud van 100 personen met de beambten op f 6500. Men ging toen te rade, waar gevestigd zou kunnen worden, op de opgeheven landschapsmunt, oorspron kelijk van de Holdinga’s. Dit huis was in 1552 gebouwd door Wilco van Holdinga, een edelman, die ook om zijn geleerdheid bekend was. De overlevering wil, dat in 1565 in de groote zaal van dit gebouw het verbond werd gesloten tusschen de honderd Friesche edelen, die zich met de Hollandsche zouden verbinden om zich tegen de Spaansche overheersching te verzetten. Later kreeg dit gebouw den naam van Schwartzenbergshuis. Dit viel zóóHoldinga was drie malen gehuwd, maar van zijn acht kinderen liet hij slechts één dochter, Doedt, na, die, als weduwe van Keimpe Harinxma van Donia, hertrouwde met George Wolfgang thoe Schwartzenberg. Aan haren zoon, den majoor Wilco Holdinga thoe Schwartzenberg, droeg zij later haar huis te Leeuwarden over. Het werd nu in 1758 voor f 6800 van de douairière van Aylva gekocht. Op 22 Maart van dat jaar werd, namens Prinses Maria Louise, de eerste steen van den naar haar gelui- eigen willekeur. Den volgenden morgen, haar vader, dien zij tamelijk wel in ’t onzekere liet omtrent de reden van haar plotselinge terugkomst en di» niet recht den moed had boos te worden, omdat het hem eigenlijk imponeerde hoe dat ondeugende meisje met allen omsprong, ging Meta naar Mejo. De almach tige liet haar op hare aandiening terug zeggen, dat zij een poosje zou moeten wachten. Over een kwar- na een kort gesprek met 31 Klara was een beetje ter zijde gegaan. Zij was erg bleek geworden bij die plotselinge uitbarsting van haar zuster. Dus nog altijd niet genezen. Nog altijd niet tot inkeer gekomenZij viel in een hoek der kamer op een stoel neer, terwijl Meta, als een opgesloten dier tusschen zijn tralies, op- en neerliep. Na een poosje zei Meta »Ik zal naar Mejo gaan, morgen, dadelijk En toen Klara geen antwoord gaf volgde na een poosje «Is Walter Grund in Berlijn?» Klara spitste de ooren. Walter Grund 1 Dat beteekende misschien hulp, redding >Ja, voor zoover ik weet, is hij hier.< »Kunt ge hem heden avond nog een briefkaart schrij ven dat ik hem morgen graag zou willen spreken? Op den gewonen tijd in de konditorei.« »Zou ’t niet beter zjjn, als hij hier kwam «Neen.* »Meta l« «Wilt gij schrijven of wilt gij niet schrijven «Ja, ja, ik zal schrijven.* «Haast je dan, asje-blieft. Ik kan hier bij jou zeker wel een beetje toilet maken Dan breng ik de brief kaart zelf naar de bus. Of hebt ge hier geen huia- De lente pronkt met geurige bloemen, De zomer met zjjn welig graan, De herfst wil op den wijngaard roemen, Terwijl de winter ’t vint geraen Zijn roem op turf en hout te vesten. Eick tijdt van ’t jaar brengt iets ten besten. Kaing, en al zou ze misschien ook nooit zoo een wor den, zoo troostte zjj zich toch met dit precedent. Kon men overigens Helmstedt werkelijk wel als ernstig nemen? Mejo begreep wel, dat tegen dit optimisme niet gemakkelijk te redeneeren viel, en eigenlijk had hij er wel pleizier in. Deze onverstoorbare opgewekte levensbeschouwing was toch weer eens wat anders als de triest-pessimistische fin de siècle-stemming, die in de kunstenaarskringen gedurig meer de overhand kreeg. Gedurig meer won de overtuiging bij hem veld, die bij Meta’s eerste optreden in het residentie theater reeds bij hem opgekomen was, dat dit jonge meisje, al bezat zij dan ook niet het geringste talent voor het tooneel, daarentegen een bewonderens- en navolgens waardig talent bezat in het opzoeken van de lichtzij den des levens. Het speet hem alleen maar, dat hij niet jong genoeg meer was, haar daarbij te assisteeren. Overigens beschikte Meta Horn nog over een tweede, bij vrouwen zeldzame eigenschap, die hij buitenge woon hoogschatte, zij was gauw beraden. Helm stedt was haar bepaald niet bevallen, ergo was zjj er gauw van doorgegaan. »En wat nu, mijn kleine juffrouw? Wat denkt ge dat er nu gebeuren moet?” Dat was bijna dezelfde vraag, die Klara haar gesteld had. maar op hoe geheel anderen toon werd zjj gedaan en hoe geheel anders luidde dientengevolge het antwoord. Zjj keek hem lachende aan zoodat haar kleine blan ke tanden te voorschijn kwamen. «Dat zou ik gaarne aan u willen vragen, heer hoofd-regisseur.» Zij zag er op dit oogenblik heel lief en heel coquet uit, zoodat hij zich niet al te zeer haastte met zijn antwoord. Wordt vervolgd. II. Uit het midden der 18e eeuw waren op de Leeuwarder tentoonstelling veel penningen. Andele Andeles, goudsmid en schepen te Leeuwarden, die van 1687 1754 leefde, maakte o. a. een vroedschapspenning van Dokkum en een electiepenning van Leeuwarden. Maar ook moest Willem Carel Hendrik Friso, toen hij in 1731 als Stadhouder van Friesland ge huldigd werd, zijn landdagpenning hebben, en drie jaren later, toen hij met Anna van En geland huwde, zijn huwelijkspenning. Op de voorzijde van de medaille ziet men de borst beelden van het jonge paar, waaromheen de woorden: «Zoo groeit Frieslands glorie,* en aan de keerzijde een voorstelling, die ook op den huwelijkspenning onzer Koningin had kunnen staaneen altaar met twee brandende harten, en een hand, uit een wolk komende, die den oranjeboom zóó richt, dat die door het hemel licht wordt bestraald. En ’t omschrift: Gij hebt onzen wensch vervuld. Martinus Holtzhey, te Amsterdam, die van 1697 1764 leefde, maakte een penning op ’t zilveren huwelijksfeest van Martinus en van Wiskien van Scheltinga, dat den lOen Sep tember 1738 te Heerenveen werd gevierd. En dan zijn meesterstuk: de medaille op de ver heffing van Willem Carel Hendrik Friso tot Erfstadhouder der Zeven Provinciën in 1747. Maar ook Nicolaas van Swinderen moet uit dien tijd genoemd worden. Behalve dat hij in 1743 op de geboorte van Prinses Caroline een penning sloeg, maakte hij ook den Sneeker magistraatspenning, door ons beschreven, o. a. in het Tijdschrift van het Koninklijk Penningkundig Genootschap. Toen Willem V op 24 Juli 1773 zijn plech- tigen intocht te Leeuwarden hield, vereeuwig de de graveur Theodoor van Berckel dit feit. Trouwens, tegenwoordig is het nog gewoonte bij een blijden intocht penningen onder het volk rond te strooien. Penningen op verschillende gebeurtenissen maakte Eiae Andeles, die graveur en goud smid te Leeuwarden was. De nieuwjaars- penning van 1765 heeft tot inschrift een vers van A. Jeltema: nieuwen aanbouw uit 32 kamertjes bestaande door baron van Hambroick plechtig gelegd. Ook voor een eetzaal en andere vertrekken werd gezorgd. In ’t voorjaar van 1759 was ’t gesticht ge reed en werden er 80 oude lieden in opgeno men. Op 9 Mei had, in tegenwoordigheid van de Raden 's Hofs, Magistraat en Vroed schap, Kerkeraad enz., de plechtige inwijding plaats, met een redevoering van den predikant Corn. Blom, die allen, die tot de stichting bij gedragen hadden, dank zeide. Want de som, door diakenen noodig geacht, was verre over schreden. Voor den aanbouw was f 17000 noodig geweest en de meubileering vorderde f 4000. Aan giften was echter f1800 ontvan gen, en de verkoop van een zestigtal verspreide diakonie-woningen bracht ook nog al wat op. Verder had Prinses Anna het gesticht een gift van f 300 en Prinses Maria Louise een van f 200 ’s jaars toegezegd. De goede ge zindheid van deze laatste edele Vrouw bleek ook nog op andere wijze. Toen zij op 17 October 1759 het gesticht met een bezoek vereerde, gaf zij een beurs met goudgeld om de verpleegden te onthalen, en later, in 1765, bleek het, dat zij aan ’t gesticht hare buiten plaats Mariënburg had vermaakt. Is het wonder, dat bij ’t’overlijden dezer Vorstin ook een gedachtenis-penning verscheen? Even kernachtig is het opschrift aan de keer zijde deze* medaille: De deugd blijft leven ook na den dood. Een ander graveur, Gijsbertus van Moelin- gen, die te ’s Gravenhage woonde, vereeuwig de het feit, dat Prinses Anna met hare beide kinderen hun grootmoeder in Juni 1754 op ’t Oranjewoud bezocht. Langer staan wij bij dezen penning niet stil, omdat hij door ons in deze courant indertijd beschreven werd. Was er zoo pas sprake van Martinus Holtz hey, zijn zoon Johan George, die van 1729 1808 leefde, was ook medailleur. Van hem is de herinnerings-penning op het tweede eeuwfeest der academie van Franeker, dat in 1785 gevierd werd, bekend. Het zou het laat ste gedenkfeest Tan beteekenis dezer eenige Friesche hoogeschool zijn. Men weet, hoe spoedig de glorie aan het tanen ging, om al lengs geheel te verdwijnen. In 1765 overleed dokter Feddrik Fontein, te Harlingen. Barend Christiaan van Calker sloeg een medaille op deze gebeurtenis. sleutel «Hoe kom je daar nu bij «Omdat je mij dien de laatste maal hebt afgenomen. Jou of vader.* Zij begon zenuwachtig te lachen en ging de kamer uit naar het kleine vertrekje daarnaast, dat zij tot het begin van haar engagement te Helmstedt in gebruik gehad had, maar dat thans door Klara gebruikt werd. Klara was al lang klaar met de briefkaart aan Wal ter, toen Meta terugkwam. «Zie zoo Slechts aarzelend gaf Klara haar de briefkaart over. Haar eerste gedachte, dat Walter helpend zou kunnen tusschenbeide komen, had zjj al weder laten varen. Deze ontmoeting met Meta zou geen ander resultaat hebben, als bij den armen man op nieuw eene hoop opwekken, welke haar zuster toch nooit vervullen zou. En zjj zou hem zoo graag nieuwe teleurstellingen en nieuwen strijd hebben willen besparen. Aarzelend zeide zij «Is deze samenkomst werkelijk noodig, Meta?* Maar Meta had de knop van de deur al in de hand en scheen in 't geheel niet meer naar h~u..; sterd te hebben. Wat zou ’t ook geholpen hebben? De eigenzinnige handelde immers toch geheel naar Een geheel ander genre van penningen is uit de volgende jaren overgebleven. Toen de Stadhouder met gemalin en kinderen op 4 September 1777 aan de Oude Schouw een zeilpartij met spiegeljachten hadden bijgewoond, gaven de Staten van Friesland uit dankbaar heid aan de keurmeesters voor hun goede zorgen een kostelijken penning. Aan den eenen kant er van heeft men een gezicht op de Oude Schouw en een vijftiental toeschou wers, alle op een rij, met ontbloot hoofd. Maar een paar dagen te voren had ook een harddraverij plaats gehad, achter het tolhuis op den Zwartenweg. Zeven en twintig paar den dongen naar den prijseen gouden zweep. Laas Boumans te Franeker behaalde met zijn paard de overwinning. Ook hier kregen de keurmeesters hun penning. Uit veel lateren tijd waren ook eenige me dailles ingezonden om een vergelijking moge lijk te maken tusschen die van vroeger en het midden dezer eeuw. Tjeerd Annes Keikes, de bekende graveur te Leeuwarden, die van 18041886 leefde, was de maker. In 1844 werd een tentoonstelling gehouden van voor werpen van kunst en nijverheid, door Friezen vervaardigd. De Gouverneur der provincie, baron van Sytzama, liet hiervoor een prijspen- ning slaan. En toen Mr. W. W. Buma en Maria de With in 1873 vijftig jaren gehuwd waren, werd ook de kunst van Keike» te hulp geroepen om dit feit door een penning te ver eeuwigen. Even willen wij vermelden, dat ock van den jongen, nu reeds beroemden Fries, Pier Pander, beeldhouwer te Rome, een medaille aanwezig was en wel op ’t bezoek, Koningin voor eenige maanden aan bracht, toen H. M. een maaltijd door de Pro vinciale Staten werd aangeboden. Tot nog toe was slechts sprake van ten, gedreven en geslagen penningen, ook vele gegraveerde waren op de tentoon stelling. Zoo een geboortepenning, waarop men aan de keerzijde leest: Sjouck Hylkes Paau, geboren tot Worcum op een Vrijdag des avonds te 3 uur synde den 2. Desimb. 1687. Ouder is de vierkante gouden eerepenning door de grietenij Wonseradeel vereerd aan den vaandrig Hidde Sibrants. Deze wierp op 23 Dec. 1580 een schans op te Oostrum bij 4 A R COURANT. f

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1