MEOWS- ES MIvEKTESTIEBLaD WOK SSEEk ES UMB. De Gelukzoekers. Zaterdag 16 Maart 1901. No. 22. 56e Jaargang. s 3 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Öuupmarkt, Sneek. Ütficieele Advertentiën. BEKENDMAKING. FEUILLETON. r- Kantongerecht te Sneek. 4 Zitting van Woensdag 6 Maart 1901. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. 'l 1. B r. Herziening van de Belastbare Opbrengst der Gebouwde Eigendommen. e t Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tjjde aangenomen. VERKIEZING voor pen GEMEENTERAAD. Roman van Dora Dunckkr. n ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, Brengt ter algemeene kennis, dat eene verkiezing van een Lid van den Raad dezer Gemeente zal plaats heb ben op Vrijdag 22 Maart e.k.; dat op dien dag, van des voormiddags NEGEN uur tot des namiddags VIER uur, daartoe bij hem kunnen worden ingeleverd opgaven van Candidaten. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den Candidaat en onder- teekend zijn door ten minste drie en twintig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze op gaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der verkiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden persoon lijk door een of meer der personen, die haar hebben onderteekend. De Candidaat kan daarbij tegenwoor dig zjjn. Met gloeiende schaamte over zich-zelf verborg zij haar gelaat en erkende, dat er slechts éene verzoe ning bestond: zij moest beproeven, hem te leeren liefhebben. Zij werd immers bemind, vurig en harts tochtelijk te vurig, te hartstochtelijk voor haar rustige, kuische ziel en dus kon en mocht het niet onmogelijk zijn, dat ook zij hem leerde liefhebben. En er was nog iets, wat haar een zekere geruststel ling gaf. Lodewijks liefde, hoezeer de wijze van uiting daarvan haar dan ook afstiet, pleitte er voor, dat hij haar slechts uit liefde gezocht en om haar hand geworven haddat zij-zelf en niet haars vaders rijkdom en positie hem had aangetrokken; dat hij slechts liefhad ter wille der liefde. Daaraan wilde zij zich vasthouden en vastklemmendat was het anker waarvan haar toekomst afhing. Doodsmoê van al die innerlijke martelingen, als aan alle leden gebeukt, lag Martha op een Augustus-mor- gen in een rieten stoel op het terras en keek met halfgesloten oogen naar buiten in den tuin. Een zoele, bedwelmende geur van rozen en jasmijn steeg naar haar op. Bijna beangstigend was de stilte, die over het uitgestrekte park lag. De eenzaamheid drukte haar zwaar. Had ze haar zusje maar hier gehad Als het allerliefste kind met haar fladderend blond haar, met de lachende grijze oogen daar maar beneden op het grasperk aan hare voeten gespeeld had als zij haar lachje, haar komieke opmerkingen maar had kunnen hooren, dan zou het haar ondanks alles veel lichter om ’t hart geweest zijn. .Kinderen zijn een zegen.* Hoe vaak had ze dat haar vader wel niet hooren zeggen met een heerlijk warmen klank van geluk en dankbaarheid in de stem. Ja, kinderen zijn gewis een zegen, als de ouders el kaar beminnen, zij moeten een vloek zijn, als Klara •Gisteravond in den schouwburg. Meta speelde voor de eerste keer een kleine rol.< •Zoo? Dat kunt ge later wel vertellen. Eerst zou ik graag iets van Ernst willen hooren.* .Maar ik weet niets, Martha. Ik zie hem immers ook nooit. Dat van gisteren was slechts een toeval »Dat hij die kleine naaister er heeft doorgehaald, weet ik »Ja en Klara, werd weer vuurrood. .Fransje Mflller werkt nu bij mij.» »Ei, ei, Klara, al zóó grootscheepsch? Je hebt dus al aardig wat te doen .Goddank, ja! Martha; het gaat nu een gangetje, ’t Werd ook tjjd. Meta’s behoeften worden gedurig grooter.* »En daarvoor werkt ge u liever halfdood, in plaats van bij mij te komen en mij te zeggen .Martha »Ja, ja, ik weet het wel, daar wil je niets van hooren. Maar niemand mag boven zijn krachten gaan en het zou voor mjj een groote vreugde geweest zjjn, je te kunnen helpen.* •Maar ’t gaat nu ook al, Marthawerkelijk.* «Weet je dat zoo precies? Ook wat Metabetreft? Als zjj nu eens schulden maakte achter je rug »0m Gods wilMartha Daar had Klara nog nooit aan gedacht. Martha stelde haar gerust. Maar Klara was nu eenmaal overdreven angstig ge worden en niet zoo gemakkelijk gerust te stellen. Wordt vervolgd. Bij de heden gehouden zitting van het Kantonge recht, gepresideerd door den kantonrechter, den heer Mr. K. Klein, Ambtenaar van het Openbaar Ministerie de heer Mr. J. L. F. Böhtlingk, werden de volgende zaken behandeld 1. J. B., 53 jaar, sjouwerman te Sneek, tegen wien verstek werd verleend, vervoerde den 4 Dec. 1900, ’s voormiddags ongeveer 12 uur, op een handkar eeni- ge kalveren. In de Wijde Noorderhorne werd bekl. staande gehouden door den ryksveldwachter S. Dijk stra, die proces-verbaal opmaakte wegens het ver voeren van dieren op noodeloos pijnlijke en kwellen de wijze. Van get. Dijkstra vernemen we, dat bekl-, blijk baar geen lid van de vereeniging tot dierenbescher ming, niet zeer met deze bekeuring was ingenomen en te kennen gaf, dat hij later 9 kalveren zou ver voeren verder zegt get. dat de kar 2.03 M. lang en 0.85 M. breed was, terwijl daarop 8 kalveren, allen op den rug en gedeeltelijk over elkaar lagen. Vol gens getuige zijn de karren te smal, een klein kalf is ongeveer 90 cM. terwjjl groote kalveren zelfs 1.15 M. lang zijn, zoodat de kop steeds buiten de kar moet hangen. Eisch eene geldb. van f 15.subs. 3 dagen hecht. 2. E. B., 26 jaar, melkrijder te Oosthem, tegen wien verstek werd verleend, reed den 4 Dec. 1900, voormiddags omstreeks 8 uur, met een wagen, bela den met 18 gevulde melkkannen, op den kunstweg onder Oudega, terwijl de wielbanden der wagen slechts 5 cM. breed waren. Aangezien in de gemeente Wymbritsera- deel het rjjden over en langs een publieken grindweg, niet in onderhoud en beheer bij de Provincie of het Rijk, met een wagen met te smalle velgen is verboden, werd door den veldwachter IJ. Bruinsma te Oudega proces-verbaal opgemaakt, daar op bedoelden wagen hoogstens 15 gevulde kannen vervoerd mochten worden. Eisch eene geldb. van f 3.subs. 2 dagen hecht. 3. K. H., 46 jaar, werkman te Akkrum, tegen wien verstek werd verleend, werd den 29 Deo., ’s namid dags omstreeks 2 uur, bekeurd door den rijksveld wach ter J. Wiegersma te Woudeend, wijl hij met een vracht wagen, beladen met 2080 lijnkoeken, welke een ge wicht hadden van ruim 2000 KG., reed op den kunst weg onder Woudsendde wielbanden van den wagen waren 15 cM. breed, terwijl ’t alsdan tusschen 15 Dec. en 1 Maart, in de gemeente Wymbritseradeel verbo den is op de kunstwegen, niet in onderhoud of be heer bjj de Provincie of het Rijk, te rijden met wa gens, zwaarder beladen dan 1500 KG. Eisch eene geldb. van f 3.subs. 2 dagen hecht. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen te Sneek, brengen ter openbare kennis, de volgende De COMMISSARIS der KONINGIN in de provincie Friesland, Gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, van den 28 Februari 1901, no. 55, le afdee- ling J, en op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staats blad no. 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden: lo. dat het jachtbedrijf, het vangen van eendvogels door middel van eendenkooien of daarmede gelijk staande toestellen, genoemd onder letter h van art. 15 der voormelde wet, wordt gesloten op Zaterdag 16 Maart 1901, met zonsondergang; 2o. dat het jachtbedrijf, het vangen van waterwild met slagnetten, bedoeld bij letter f van art. 15 der voormelde wet, wordt gesloten op Zaterdag 23 Maart 1901, met zonsondergang; 3o. dat de kooieenden moeten worden opgesloten of gehokt van 1 April tot 30 April en van 11 Juli tot 13 Augustus 1901; 4o. dat het weispel van kwartelen met steekgaren of vliegnet, genoemd onder letter e van art. 15 der voormelde wet, zal vrijstaan van 15 April tot en met 18 Juni 1901. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afge- kondigd en aangeplakt. Leeuwarden, den 6 Maart 1901. (get.) J. N. WITTEVEEN, L.-C. Sneek, den 12 Maart 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gezien art. 26 der Wet van 2 Mei 1897 (Staats blad no. 1241; Brengt ter kennis van belanghebbenden dat eene al gemeene opgaaf van den inhoud der kennisgevingen, bedoeld bij gemeld art. 26, omtrent de herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in de kadastrale gemeente Sneek, onder bijvoeging van den kadastralen legger en de plans, op de Secretarie der gemeente is i belanghebbenden gedurende twintig dagen na heden. Afgekondigd te Sneek, den 8 Maart 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. Op Maandag, den 18en Maart 1901, zal door de Com missie voor het schattingsdistrict Sneek, of door een of meer harer leden, van des voormiddags 9*/, ure tot des namiddags 5 ure zitting worden gehouden in het Gemeentehuis te Sneek, tot het geven van mondelin ge inlichtingen aan hen, die zich alsdan daarvoor aan melden. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswet luidende als volgt: Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de .inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene »oor die verkiezing ter inlevering bestemde op gave, als bedoeld bjj art. 51, heeft onderteekend. Voorts maakt hij bekend dat, zoo noodig, de stem ming en de herstemming reep, zullen geschieden op Woensdag, 3 April en Maandag, 15 April d. a. v. Sneek, den 8 Maart 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. hare gedachten bleven steken. Er kropte haar iets in de keel; plotseling rees het als een vreeselijk ver schrikkelijk vermoeden bjj haar op als zij een kind moest hebben! Neen, dat niet, slechts dat niet of haar slechts dat mocht bespaard bleven. >Laat het niet toe, lieve God, laat het niet toe!* Met krampachtig saamgetrokken handen, bleek en uitgeput viel zij achterover in haar stoel- Daar hoorde zij voetstappen achter zich. De deur van de eetzaal werd opengedaan. •Klara! Eindelijk, mijn goede, goede Klara Zij was opgesprongen en sloot haar vriendin in de armen; zij kon de tranen nauwelijks weèrhouden, die haar in de oogen drongen. Hoe kleinmoedig zij gewor den was, hoe erbarmelijk zwak. •Eindelijk komt ge, eindelijk! Waarom kwaamt ge niet eerder'?* Klara had op de tong te zeggen: «omdat ik je niet wilde storen in je jong geluk.* Maar daarop kwam ’t haar weer onmogelijk voor, tegenover deze bleeke zenuwachtige vrouw het woord geluk ook maar slechts uit te spreken, en zij maakte er zich met eene banale opmerking af. •Maar, kom nu, zet je hoed af en maak ’t je gemak- keljjk na een langen warmen weg. Je moet vandaag bij mjj blijven. Kan je? Ik ben geheel alleen, mijn -Lodewijk is naar Lindenhaus.* •Dat weet ik, Martha, en daarom juist kom ik.* •Hoe weet ge dat, Klara Klara Horn verborg haar gloeiend gezicht in een ruiker gele rozen, die naast Martha op de tafel stond. •Je broêr heeft ’tmjj gezegd.* Martha zag er plotseling heel gelukkig uit. •ErnstAch 1 Ik heb hem bjjna nog niet gezien. Hij komt er zoo zelden uit. Wanneer hebt ge hem gesproken, 37 Lange zoele nachten door hoorde Martha niets dan dien kreet. Lange eenzame dagen vroeg zij zich niets af als dit éene Hoe hebt gij hem willen toebehooren, dien gij niet lief hadt? Wat was ’t, dat u tot hem dreef? Dag aan dag, uur aan uur van het oogenblik af dat zij Lodewjjk Eberstein voor ’t eerst gezien had, liet zjj haar geheugen voorbijtrekken. Wat had haar, die keuze gehad had tusschen zoovele voortreffelijke man nen, wat had haar juist tot hèm aangetrokkén, als ’t geen liefde was Zij dacht, zij peinsde, zij pijnigde zich de hersens. En langzaam, langzaam rees ’t in haar opmedelijden met zijn hulpelooze wanhoop, teeder zusterlijk mede lijden, een overweldigend gevoel om te helpen, dit was ’t geweest wat zij voor liefde gehouden had. En toen zij zoover in zich zelve was doorgedrongen, werd zij kalmer en bedaarder. Dat zjj de zijne ge worden was, daartoe had niets haar aangedreven waarover zij zich had behoeven te schamen. Niet het uiterlijk dezer schitterende mannelijke verschijning had haar verlokt, de innerlijke verscheuring, die zich achter den schijn verborg, had haar tot hem getrok ken, Maar toch, maar toch, hij bezat haar, en zij beminde hem niet! 4. J. P., 28 jaar, arbeider te Heeg, tegen wien verstek werd verleend, wegens een zelfde feit als no. 2 op 24 Jan., ’s morgens half 10 uur, onder Heeg. Eisch eene geldb. van f 3.—, subs. 2 dagen hecht. 5. Th. de H., 55 jaar, lompenkoopman en L. B., 16 jaar, kermisreiziger, beiden te Sneek, vergasten den 12 Jan. jl. de bewoners van het Grootzand op orgel muziek ze hadden daartoe echter geen verlof van den Commissaris van Politie, weshalve door de agen ten de Leeuw en Bronsvoort proces-verbaal werd op gemaakt. Omdat bekl. niet waren verschenen, werd verstek verleend. Eisch eene geldb. van f 1.subs. 1 dag hechtenis. 6. K. S., 23 jaar, werkman te IJlst, tegen wien verstek werd verleend, was den 14 Deo., ’s nam. 2 uur, bij de Stadslaan aldaar aan het visschen met een werp- net. Ongelukkig voor bekl. werd dit opgemerkt door den politie-agent Hiemstra, die hem wegens het vis schen met verboden vischtuig verbaliseerde en ver zocht het net over te gevenhierin had bekl. achter geen trek, althans het werd geweigerd, waardoor het net door den agent op f 7werd getaxeerd. Eisch eene geldb. van f 2.—, subs. 2 dagen hechte nis en verbeurdverklaring van het niet in beslag geno men vischtuig bij uitlevering daarvan, bjj niet-uitle- vering betaling der geschatte waarde, welke bij niet- betaling zal worden vervangen door een daaraan even redige hechtenis. 7. H, V., 53 jaar, schipper te Winsum, lag den 7 Febr., voormiddags ongeveer 11 uur, met zjja schip aan de 2e Oosterkade. Toen de stoomboot «Woud eend* voor het pakhuis van Blindeman aldaar ijzer moest lossen werd verbalisant door den onbezoldigd rjjksveldwachter J. van der Staal gelast, zjjn schip te verhalen; dit werd evenwel geweigerd en toen des wege proces-verbaal opgemaakt. ,Bekl. meent, dat hjj daartoe niet verplicht was, en achtte ’t beter dat een ander schip werd verhaald; buitendien werd hjj door enkele aanwezigen op ge noemde stoomboot voor alles uitgesoholden. Get. van der Staal dacht er evenwel anders over en had juist bekl. verzocht het schip te verhalen, om dat de wal daar ’t geschikst was terwjjl naast de twee daarvoor liggende schepen masten in het ijs lagen en een dezer schippers ongesteld was, Eisch wegens het niet verhalen van zjjn schip op eerste aanzegging van de politie eene geldboete van f 1, subs. 1 dag hechtenis. 8. H. G., 39 jaar, winkelier te Sneek is den 29 Oct- 1900, ’s namiddags omstreeks 3 uur bekeurd door den onbezoldigd rjjksveldwachter H. Grommers te Gronin gen, omdat hjj in zijn winkel in een bord een hoeveel heid kunstboter heeft gehad, zonder dat dit gemerkt was door de woorden Margarine of Surrogaat. van bedoeld bij gemeld art. 26, omtrent de herziening van in de kadastrale gemeente Sneek, onder bijvoeging van nedergelegd ter kostelooze inzage van gedurende twintig dagen na heden. it i- i. i. L i i L s s OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1