VOOK SH EN (I18TMEN. N1E» EN ADVERTENTIEBLAD i KINDERPAKJES. Tijl Uilenspiegel. Schutterij. voor onze afdeeling naar Ma£>t. De Gelukzoekers. Zaterdag 27 April 1901. 56e Jaargang. No.34. BEKENDMAKING. PRACHTVOLLE COLLECTIE Nouveauté''s, Rijkst gesorteerde Collectie JONGEHEEBEH COSTUMES en Uitgever: B. FALKENA Mzn., Suupmarkt, Sneek. Officieele Advertentie. I FEUILLETON. Wordt vervolgd. I I i Een naam, die velen bekend is, al was het slechts, omdat zij bij tusschenpoozen het saty- rieke weekblad «Uilenspiegel* eens inzien. Een Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Roman van Dora Duncker. 1 eertijds op ’t kerkhof, waar Uilenspiegel onder een lindeboom begraven moet zijn, maar werd later, omstreeks 1720, in den kerkmuur ge metseld. Zijn afbeelding met een uil en een spiegel in de hand was daarop uitgehouwen, en daaronder dit versje: moest worden voorde schuld van de andere? Hij stond tengevolge zijn beroep te midden van het rechts wezen. Hij was toch zeker wel bevoegd te beslissen, wat hier recht en onrecht was; wat gebeuren mocht en wat in strijd was met recht en zeden. En dan was dit ’t waarlijk niet. Zij waren beiden rein, niet besmet door het vuil waarom Klara meende hem te moeten ontvluchten. Met zuivere handen, zooals Max Steffens het indertijd zoo prachtig gezegd had, zochten zij het geluk; zij waren in hun volle recht, zulks te doen. Klara echter schudde bij dat alles slechts zacht het blonde hoofd. Ten slotte zeide zjj «Dat zeg je nü, omdat nog niemand als wij iets van al dat leelijke weet. Maar als ’t nu eenmaal op aller tong ligtals men zeggen zaldie Haland had ook wel wat beters kunnen doen als de zuster van die van die zij slikte ’t eerst in, maar daarop bracht ze ’t er dapper uit, 't moest immers toch gebeuren die deern te trouwen,-o, Ernst, dan zoudt ge anders spreken. En, ziet ge, ik zou ’t niet kunnen verdragen, als gij er berouw over moest gevoelen dat gij met mij getrouwd waart.< Zjj had heel kalm gesproken; slechts hare handen, vast in elkaar geknepen, hadden krampachtig getrild en zich gewrongen. rieden wat hij gezien had. >0 mijn GodZacht kreunend bracht zij de hand aan haar hart. Daarop greep zij, half zoekende en steunende tege lijk, naar zijn arm. «Kom, kom meê naar huis. Vader is er niet en Fiansje stoort ons niet. Gij moogt in dezen opgewon den toestand niets ondernemen.< Hij volgde haar met tegenzin. Hoe vurig hij ook naar haar verlangd had, hoe hartstochtelijk hij gewenscht had zich weder met haar te vereenigen, op dit oogenblik verlangde hij slechts naar wraak en vergelding. Ook zij dacht niet aan een teeder elkaar weder- vinden zij dacht er slechts aan, een ongeluk te voor komen. Zjj hadden onderweg nauwelijks een enkel woord gewisseld. Zwijgend, bleek, met de tanden op zijn knevel bijtend, was hij naast haar voortgeloopen. Eerst toen zij thuis en alleen waren, vond hij we der woorden. Angstig klemde zij zich aan hem vast. «Gij moogt thans niets tegen hem doen, lieve Ernst. Gij weet immers niet eens of hij schuldig is of niet Meta denk toch aan Martha Zij zal weldra een moeielijke tijd hebben! En uw vader? Wat zou hij zeggen, als gij thans met Eberstein gingt vechten; want dat wilt gij immers doen, al zegt ge ’t ook niet.* Hij zweeg in machtelooze woede. Zij sloeg de armen om hem heen en kuste hem. »Zie er uit liefde voor mij van af. Denk aan Mar tha 1 Als het kindje op de wereld is spreken we er nader over. Misschien is dan alles weder in orde. Laat het kindje eerst geboren zijn In haar onuitsprekelijken angst dat Martha er iets van zou overkomen, kwam zjj gedurig weder op het kind terug, waarvan zij tot nu met haar angstval- naam, onzen geleerden ook wel bekendwant nog in de jaarvergadering van 1898 van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkun de te Leiden, werd er melding van ge maakt, dat het wenschelijk zou zijn een re productie van het eenig bekende exemplaar van het oudste Volksboek van Uilenspiegel Diesen Stein soli niemand erhaben Hie stehet Uilenspiegel aufrecht begraben. Om den steen beter te bewaren is er een huisje omheen gebouwd, evenals met hetzelf de doel om ’t huisje, waarin Czaar Peter te Zaandam woonde, een ander gebouwtje ge zet is. Mollen beroemt er zich ook op een overoud pantser van ijzerdraad van den beroemden Tijl te bezitten, dat deze snaak als kleed gedragen zou hebben! Maar ook België ging op Tijl groot als landsman, want op een zijner oude, zeldzame afbeeldingen staat vermeld, dat hij in 1301 te Damme in Vlaanderen zou begraven zijn. Hoe is men hieraan gekomen? Jacob v. Maerlant, »de Vader der Dietsche dichteren,* geboren in het vrije van Brugge 1235, lag in de Kerk te Damme cnder ’t klokhuis begraven, en men had hem een mooie graf zerk gemaakt. Hij was er zelf op afgebeeld, zittende voor een lessenaar met een boek er op, terwijl de uil (de vcgel der wijsheid) op den rand van de lessenaar zat. Maar in ’t laatst der 17e eeuw was die zerk erg afgesleten, en Maerlant vergeten. Toen nu eens een oudheidkenner dien steen wat na der ging beschouwen, ontdekte hij spoedig den uil en zag den middeleeuwschen lessenaar voor een spiegel aan en werd dit alras met Uilenspiegels graf in verband gebracht, daar men in dien tijd de beschrijving van zijn grol len en grappen letterlijk verslond, ’t Is wel spoedig gebleken, dat de goedige ontdekker ’t geheel bij ’t verkeerde eind had, maar toch vloeiden de nieuwsgierigen van alle kanten toe, om het zoogenaamde Tijls-graf te zien. De geestelijkheid bemoeide er zich zelfs mee en trachtte door een geschrift de menschen te overtuigen, dat werkelijk Maerlant, de schrij ver van der Natueren Bloemen, der Alexan- dersgeesten, den Spiegel Historiael, een be roemd man in de 13e eeuw, onder dien steen begraven lag. Ten einde raad liet men den steen afnemen en opbergen. In 1828 is hij met andere aan een steenhouwer verkocht. Reeds sinds eeuwen vond het volksboek, dat de lotgevallen van Tijl Uilenspiegel bevat, ruimen aftrek. Het is een scherp hekelschrift op de verkeerde toestanden in de 14e eeuw. Conrad Goddaeus, die een «Lof der Nachtuilen* schreef, prees dit volksboek als een zedenspie gel aan. De grofheden, die er soms in voor- lige kuischheid met geen enkel woord gesproken had. Wat zou zij al niet gedaan en gezegd hebben om een ongeluk af te wenden, waarvan, volgens hare innig ste overtuiging, alleen Meta de schuld droeg. Ernst wilde van de door haar aangevoerde redenen niets weten. Zooals de meeste mannen, had de toorn hem onvatbaar gemaakt voor redeneering. Maar zij liet zich niet uit het veld slaan. Zij smeekte zooals zij hem nog nooit gesmeekt had. Zóo bescheiden had zij tot nu met hare liefdesbetuigingen omgegaan, dat al de volheid harer liefde, die deze stille ziel thans, zonder dat zij zelve ’t eigenlijk vermoedde, open baarde, hem ten slotte zoodanig trof, dat zij zijn toorn ontwapende. Hij sloot haar in zijne armen, hij kuste en lief koosde haarhij beloofde al hare wenschen te zul len vervullen, als zij slechts de zijne worden en, on danks alles, terug wou nemen wat zij hem geschre ven had. Nu schrikte zij en ontwaakte uit haar liefde-zwijmel. Met iets onreins, dat haar aankleefde, zij ’t dan ook buiten haar persoonlijke schuld, bij eene familie binnen sluipen neen! Geen enkel oogenblik zou zij zich hebben kunnen verheugen in een geluk dat tegen dien prijs gekocht was geworden. Nu was ’t Ernst, die begon te bidden en te smeeken. Klara bleef onverzettelijk bij haar besluitOp nieuw kwam de toorn bij Ernst boven. Hij noemde haar klein, bekrompen en onverstandig. Als hij als man zich daarover heenzette natuurlijk nadat hij op de een of andere manier zich zou gewroken hebben wat ging dat alles h&ar dan aan? Wat raakte haar hare zuster, zoodra zij de gemeenschap tusschen haar beiden zou hebben afgebroken? Waar stond het beschreven, dat de eene zuster verantwoordelijk gesteld van 1512 te geven. Toen het crediet ervoor te klein bleek, verklaarde de heer Boele van Hensbroek de reproductie voor eigen rekening en risico te willen ondernemen. Wie was Tijl Uilenspiegel? Verschillende volken willen dezen bekenden oolijken kwant tot de hunnen rekenen. De Duitschers b.v. zeggen, dat hij te Kneislingen in Brunswijk geboren en een boerenzoon van afkomst was. Hij zou zijn grappen langen tijd in Nedersak- sen en Westphalen hebben uitgehaald en in de eerste helft der 14e eeuw te Mollen, niet ver van Lübeck, geleefd hebben, waar hij ook volgens een opschrift op een grafsteen, in 1353 gestorven zou zijn. Die steen stond ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze opalle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1901 hun 25ste jaar zullen zijn ingetreden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1876, om zich voor den schutterlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secretarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op Woensdag 15 Mei 1901. Verder wordt ter kennis van belanghebbenden ge bracht dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1867 tot en met 1875, waartoe zij volgens hun ouderdom be- hooren, dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving verplicht is; dat voor ingezetenen worden gehouden alle Neder landers, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te ves tigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen of de hoofd middelen van hun bestaan; dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwe zig is; dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e.k. zijn geopend en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschre ven en door de» Schuttersraad tot eene geldboete ver wezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de schut terij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van een geboorteakte te voorzien en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te verzekeren, teneinde de inschrij ving naar behooren geschiede. Smeek, den 23 April 1901. Burgemeester en Wethouders voomoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. vam der LAAN, Secretaris. 49 Bij de heerschende duisternis had geen van beiden hem herkend. Een paar oogenblikken staarde Ernst hen stompzinnig na. En toen begreep hij op ééns, waarom Klara hem had afgeschreven, waarom zij zjjne vrouw niet wilde worden. Hij nam een aanloop om hen na te vliegen. Zijn hand balde zich achter het haastig doorloopende tweetal. Zou ’t dien indringer dan vergund zijn met zijn laag heden alles te vernietigen wat den naam Haland droeg? Dan zou hij zich toch vergist hebben, die kale baron. Het oogenblik van afrekening was ge komen. Hij stormde voort in de richting door beiden inge slagen. Weinige stappen verder liep hij tegen Klara aan. »Mijn God, ErnstZij hield hem met beide han den vast. «Wat is er gebeurd, wat scheelt je, spreek?* Hij wilde zich losmaken, altijd met de oogen in de verte zoekende. Zij sloeg den arm om hem heen. Zij vergat alle schroom en schaamte. Hoe kon zij hem laten gaan met dit bleeke, van toorn verwrongen gezicht? Gold dat gezicht haar? «Ernst Hij stootte een paar woorden uit, welke haar ver- 1 GEBROEDERS LAMPE 4 f X il k j

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1