t) N1BBWS- EN ADVERTENTIEBLAD Vrijwillige Schietoefeningen tot mliooÊinE m’sMsteMI. VOOR SHEEk D MSTREffi. V erh.uisdag’. De Gelukzoekers. Schutterij. Woensdag -S^Mei '1901. 56e Jaargang. No. 37. I Uitgever: B. FALKENA Mzn., Suupmarkt, Sneek. Otficieele Advertentiën. FEUILLETON. UITN00DIG1NG JACHT EN VISSCHERIJ. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. - BW I Wordt vervolgd. 4- Int blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Roman van Dora Duncker. RCOURANT De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt Vervolgens wischte hij het parelend zweet van zijn voorhoofd en streek met den zakdoek over het vochtige, aan de slapen klevende haar. Hij rekte zich in zijn volle lengte uit; hij was weder de oude Eber- stein. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze opalle manspersonen, binnen deze gemeente woonachtig, die op den 1 Januari 1901 hun 25ste jaar zullen zijn ingetreden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1876, om zich voor den schutterlijken dienst te doen inschrijven, waartoe ter Secretarie dezer gemeente zal worden gevaceerd op Woensdag 15 Mei 1901. Verder wordt ter kennis van belanghebbenden ge bracht dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1867 tot en met 1875, waartoe zij volgens hun ouderdom be- hooren, dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving verplicht is; dat voor ingezetenen worden gehouden alle Neder landers, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede alle vreemdelingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voornemen, om zich binnen het Rijk te ves tigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan; dat zij, die in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwe zig is; dat de registers ter inschrijving vanaf 15 Mei tot 1 Juni e.k. zijn geopend en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan niet te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het Gemeentebestuur ambtshalve zullen worden ingeschre ven endoor’dea Schuttersraad tot eene geldboete ver wezen, terwijl zij bovendien zonder loting bij de schut terij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, Gelet op het Besluit van den Heer Commissaris der Koningin dezer Provincie van den 29 April 1901. (Provinciaal Blad no. 51). Brengen bij deze ter kennis der Ingezetenen lo. Dat met de uitreiking van de beschrijvingsbil- jetten der belasting op Bedrijfs- en andere Inkomsten, voor het dienstjaar 1901/1902 op den 13 Mei e. k. en met de wederophaling der biljetten A en B twintig dagen daarna zal worden aangevangen, dat met een en ander, behalve des Zondags, den Hemelvaartsdag en den tweeden Pinksterdag, onafgebroken zal worden voort gegaan, en dat de aanslagsregeling, bedoeld bij art. 19 7 der Wet, moet zijn afgeloopen den 15 October dezes jaars. Voorts worden de Ingezetenen hierbij indachtig ge maakt op de volgende bepalingen der Wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149). Art. 15 2. leder die optreedt als bestuurder of be- heerend vennoot van eene hier te lande gevestigde vennootschap onderlinge verzekering-maatschappij coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boek houder eener hier te lande gevestigde reederjj, is gehou den daarvan schriftelijk binnen ééne maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Art. 16. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlandsche vennootschappen en maatschappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. 15 bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuur ders van hier te lande gevestigde naamlooze vennoot schappen, coöperatieve en andere vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschappijen, als ook boek houders van hier te lande gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens art. 5 1 en 2 en art. 6 2 be lasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Art. 45. Bestuurders van de bij art. 1 b en e bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of niet geboren is, wordt aangemaand zich tijdig van een geboorteakte te voorzien en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te verzekeren, teneinde de inschrij ving naar behooren geschiede. Sneek, den 23 April 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. eenmaal voor zich te zullen veroveren, niet op. En thans, nu hij zeker was dat niets hem van hare zijde zou kunnen verdrijven, minder dan ooit. Martha scheen niets te merken of te willen merken van wat in Lodewijk omging. Zij deed haar plicht in huis en tegenover den kleine en dacht zoo weinig mogelijk aan wat komen zou. Sedert het kind er was, bestond er immers geen toekomst meer voor haar. Verschrikt en ontsteld keek zij op, toen zij op zeke ren dag tegen het einde van Mei langzame, zachte voetstappen naar het vlierboschje hoorde toekomen, waar zij, sedert de kersenboomen hadden uitgebloeid, haar zitplaats met de kleine had opgesiagen. Wie kon dat stille plekje naderen? Van de huisgenooten zou niemand het wagen tot hier door te dringen, en Lode wijk was ginds in Biesenthal. Alvorens Martha nog eenig vermoeden kon lucht geven, kwam een vreemde jonge man naar haar toe. Zijne kortzichtige oogen bemerkten haar pas, toen hij vlak voor haar stond. Bedremmeld en eerbiedig den hoed afnemende week hij weder een paar stappen achteruit, en toen den hoed een afgedragen viltenhoed met rouwband steeds in de hand houdende, vroeg hij bedeesd op klagenden, erg heeschen toonof hij de eer had mevrouw de barones van Eberstein voor zich te zien? Martha antwoordde kortaf toestemmend en wend de de oogen niet af van den kleinen, opvallend leelijken jongen man, die in eiken trek, in elke uitdrukking en beweging zijn joodsche afkomst verried en in wiens kleine, onoogehjke gestalte, in wiens leelijk, zomer sproetig gezicht zooveel echt menschelijke smart, zooveel grievend leed zich afspiegelden, of in dit eenig schepsel al het lijden van een onderdrukte en rondzwervende stam stond uitgedrukt. 52 Onduidelijke woorden mompelende stormde hij van onder het tei tdak en bij Martha weg. Zwaar viel hij neder op een nabij staande houten bank. Was ’t dan mogelijkwas ’t dan bijna te begrijpen Met één slag zou hij dus verlost en bevrijd zijn Die vreeselijke druk, die verpletterende angst, verraden te zullen wor den, zou dus van hem weggenomen zijn? Hij streek met de hand over voorhoofd en oogen. Hij trok het vel over zijn polsen bij elkaar, of hij soms ook droomde; hij kneep zich in den arm; neen, neen, hij was goed wakker en ’t was werkelijke, heerlijke waarheid, wat daar stond: »Eene in de berlijner handelswereld welbekende persoonlijkheid, de agent Martin Friedberger is gister avond aan eene hartverlamming plotseling overleden. Friedberger, lie zich, dank zijn bescheiden aard, in de algemeene achting van zijne uitgebreide clientele mocht verheugen, laat eene vrouw en zes kinderen na, naar men mag aanuemen in bepaald goede omstandigheden.* In goede omstandigheden! Het blad viel hem uit de hand. Hij was gered. Niemand zou hem meer lastig vallen, niemand hem verraden. De mond van den eenige, die het geheim gekend had op welke wjjze hij Martha gekocht had, was voor eeuwig verstomd 1 Lodewijks lippen mompelden iets als een dankgebed. De BURGEMEESTER van Sneek brengt ter kennis van belanghebbenden navolgende bij hem ontvangen kennisgeving »De Minister van Oorlog heeft bij aanschrijving van 10 Februari 1900 bepaald, dat gedurende de zomer maanden, waar mogelijk, de gelegenheid moet worden opengesteld tot beoefening van het schieten, en zulks in aansluiting aan het voorbereidend militair onder richt dat in het wintertijdperk plaats vindt. Zooals in die aanschrijving nader wordt uiteengezet, is het doel van dezen maatregel in het algemeen den lust op te wekken voor geweerschietoefening en zoodoende niet alleen te bevorderen, dat de miliciens en de Kaderre- servisten met groot verlof hunne schietvaardigheid behouden, liever nog vergrooten, maar bovendien dat ook uit hen, die buiten het Leger staan, bruikbare schut ters worden gevormd. Hoewel het leger wel is de kern van ’s Lands weerkracht, vormt het echter niet het geheel van die kracht. Daartoe behooren in ruimeren zin ook alle voor den krijgsdienst geschikte burgers. Om die burgers met volkomen vertrouwen tot die ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. De dagen werden hoe langer zoo mooier. In plaats van de vruchtboomen en den sneeuwbal begonnen vlier en hagedoorn in het oude park te bloeien. Het sneeuw witte met zachtroode tint maakte plaats voor het gloei end bloeiende rood. Zacht geurend hingen de zware lila-bloementrossen aan de struiken en schakeerde het sappige rood der bloeiende meidoorns de lichtgroene hagen en boschjes. De geheele natuur was in geuren en kleuren gehuld. De witte bloesems der kastanje waren duidelijk zichtbaar in de sterheldere nachten; ’t was alsof er geen duisternis, geen gemis aan licht meer bestond. Als dronken van vreugde tuimelde Lodewijk door deze Mei-pracht .Zóó als nü geloofde hij hare betoove- ring nog nooit ondervonden te hebben. Begraven was zijn donker geheim, opgestaan waren vrijheid en geluk 1 Hij moest zich echter nog altijd geweld aandoen, de bleeke, stille Martha zijn luide vreugde niet te ver raden. Liefst zou hij haar in zijne armen genomen, haar naar het een of ander stille bloesemrijke hoekje ge dragen hebben, welke de buitenwereld thans zoo heer lijk afsloot, en gedurende genotrijke dagen en nachten opnieuw eene poging gedaan hebben, haar de liefde te leeren. Maar daaraan viel niet te denken. Martha had een muur tusschen hen opgericht, die zelfs het door zijn jubelende blijdschap opgewekte gevoel zijner kracht niet waagde te bestormen. Toch gaf hij de hoop, haar Hij maakte nogmaals eene stijve en linksche buiging voor Martha. »Mijn naam is Friedberger junior. Mevrouw de barones gelieve mij niet kwalijk te nemen dat ik haar lastig val. Maar de zaken, mevrouw de barones, en de nood.» Hij streek met de linkerhand over zjjn roode oogen, tastte met de rechter in zijn borstzak, en haalde de intusschen nog vuiler geworden brieventasch van zijn vader te voorschijn. »Mevrouw de barones zal ongetwijfeld weten, dat mijnheer de baron een zaak met mijn vader heeft ge daan, een groote, winstgevende zaak Martba schudde het hoofd. »Neen? Neem mij niet kwaljjk, mevrouw de barones. Ik dacht het zoo maar, omdat bij ons de vrouw deel neemt aan alle ztken en belangen van den man.» »Dat’s ook zooals ’t behoort. Maar, komaan, wat ik niet weet, zal mij intresseeren van u te vernemen.* »’t Is wellicht niet aangenaam voor zoo’n voorname dame, over zaken te hooren spreken, maar nog kort voor zijn dood heeft mijn vader zaliger tot mij ge zegd Als, wat God moge verhoeden, Eberstein niet betaalt, houd u dan aan de Halands, dat zijn fatsoen lijke menschen, die weten, wat de nood van de kleine lui beteekent en daarom ben ik nu zoo vrij ge weest te komen, mevrouw de barones, want de nood is groot. Een oude moeder en zes kinders, en niets als uiterlijke schijn. Een jaar geleden zag ’t er nog anders uit in de zaak van Friedberger. Maar die rampzalige borgtocht heeft alles verslonden en vader in ’t graf gebracht.* De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, noodigt de ingezetenen uit, voor dit jaar, den verhuisdag, in plaats van op den 12den Mei, die op een Zondag invalt, te houden op Maandag den Yiden Mei. Sneek, den 7 Mei 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. ter kennis van belanghebbenden, dat ter Secretarie dier gemeente, kosteloos verkrijgbaar zijn, aanvragen tot het bekomen van Jacht- en Vischakten, voor het seizoen 1901/1902. Tevens wordt in herinnering gebracht, dat aan een en denzelfden persoon niet meer dan eene kleine visch- akte voor één vischtuig wordt verleend, zoodat zij, die met meer vischtuigen wenschen te visschen, gehouden zijn eene groote vischakte aan te vragen. Belanghebbenden worden verzocht hunne aanvragen vóór den Yen Juni e. k. ter Secretarie dezer gemeente in te leveren. Sneek, den 6 Mei 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaatschap pijen en sociëteiten, alsook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschap pen op aandeelen en boekhouders van hier te lande ge vestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uit keeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 1 b of 2, die den aanslag moet regelen. Art. 47 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen na te komen bedoeld bij art 15 1 eerste lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400. Art. 34 le lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrek kende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de be doelden bij art. 1 a, h en k, zijn gehouden, onverminderd hunne verplichtingen omschreven bij art. 12 en 14, zich ter plaatse binnen bet Rijk, waar zjj zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambte naren der directe belastingen te vertoonen Art. 47 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtena ren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste ƒ25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschan naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afge- geven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geld boete van ten hoogste 150. Art. 12 2, 2e lid l°d. Biljet B wordt uitgereikt lo. aan alle in het Rijk wonenden aan wie biljet A wordt uitgereikt, voor zooverre d. zij den Ontvangen der Directe Belastingen uiter lijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet Bte ont vangen schriftelijk hebben kenbaar gemaakt. Sneek, den 6 Mei 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. Jac. van den LAAN, Secretaris.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1