NIEUWS- ES JIIÏEIITEJTIEBLA1I JHR SIM II MSTWffl. I. r De Gelukzoekers. 1 Woensdag 22 Mei 1201. 56e Jaargane:. XTo. 41. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Otficieele Advertentiën. KENNISGEVING. BEKENDMAKING. FEUILLETON. SC II ETTER IJ. I NATIONALE MILITIE. 4 4 BEKENDMAKING. I N, Inspectie. Veiligheidsmiddelen in dienst der Scheepvaart. 3 van Brouwershaven, OP 6. 7. IÜt blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Vier dagen later had op een eenzame, moerassige plaats tusschen Paulsborn en den oever van de krom me Lanke het duel plaats gehad, tusschen Ernst en Eberstein. Ofschoon Eberstein zich opzettelijk aan den kogel van zijn tegenpartij had blootgesteld; ofschoon Ernst slechts van het denkbeeld uitging, zijn zwager neer te schieten, had het toeval het anders gewild. De koorts achtige opgewondenheid van Ernst had elke kogel doen RCOURAN Inschrijving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneeft herinneren de manlijke ingezetenen, die in 1876 zijn geboren, aan hunne verplichting, om zich vóór 1 Juni a.s. voor den Schutterlijken dienst te doen in schrijven, waartoe gelegenheid bestaat ter gemeente secretarie van ’s voormiddags 9 tot ’s namiddags 1 uur. Verzuim van inschrijving heeft beboeting en inlijving zonder loting tengevolge. Sneek, den 20sten Mei 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. Roman van Dora Duncker. >p< Voorde eerste maal oegon bij de Verkiezing van vijf leden der Provinciale Stalen van Friesland, De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, Gezien art. 51 der Kieswet en de Koninklijke beslui ten van 26 Februari 1897 (Staatsblad no. 69), 8 Mei 1897 (Staatsblad no. 144) en 10 Januari 1901 (Staatsblad no. 27); Brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den vierden Juni a.s. zal plaats hebben de verkiezing van Vijf Leden voor de Provinciale Staten van Friesland in het kiesdistrict Sneek; dat op dien dag, van des voormiddags negen uur tot des namiddags vier uur, bij hem kunnen worden ingeleverd opgaven van Candidaten voor dat Lidmaatschap. Deze opgaven moeten inhoudende namen, de voor letters en de woonplaatsen van de Candidaten en onder- teekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze opgaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der verkiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden persoon lijk door een of meer der personen, die haar hebben onderteekend. De Candidaten kunnen daarbij tegen- uit 10. :h- 2n, £L £N •g- 10 Burgemeester en Wethouders der gemeente Sneek, Gelet op het besluit van den Commissaris der Ko ningin in deze Provincie van den 7 Mei 11. Ie Afd. M. en S. no. 658 (Prov. Blad no. 57) brengen ter open bare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te land in deze Gemeente zal plaats hebben op Vrijdag, den 14 Juni e. k., des voormiddags ten 10 ure, bij het waaggebouw; dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te ne men alle binnen deze Gemeente gevestigde Miliciens- Verlofgangers voor zoover zij vóór den laten April j.l. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even tot welke lichting zij behooren; dat de verlofgangers, behoorende tot de lichting van 1894, voor zoover niet gepasporteerd, ook verplicht zijn zich aan het onderzoek te onderwerpen; dat de verlofganger bij het onderzoek moet versche nen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas; dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het onder zoek verschijnt; 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige re denen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het on derzoek niet in voldoenden Staat worden bevonden; 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an der toebehoorende, als de zijne vertoont. De verlofgangers worden herinnerd, dat de strafbe palingen van art. 144 der aangehaalde wet ten streng ste zullen worden toegepast op degenen, die zonder geldige reden niet verschijnen. Sneek, den 10 Mei 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. ondanks zijn tegenstribbelen tusschen hare zacht be vende vingers hield. «Verwondert het u werkelijk, dat ik gekomen ben?« Hij knikte en keek zwijgend en somber voor zich neer. «Mejo zeide mij, dat gij uw vrouw hadt verlaten, en toen dacht ik Zij drukte zich tegen hem aan en zocht zijn blik. Eberstein verroerde zich niet. Na een poosje zeide hij >Ja, ’t is waar, maar gij hadt niet moeten komen.« Hij keek haar afkeurend aan. Nu viel zij voor hem neder en luid schreiende bedekte zij zijne handen met vurige kussen, onzinnige, nauwe lijks verstaanbare woorden van berouw en liefde sta melende. Verschrikt sprong hij op. Dus zóo stond ’t? Dèt had hij aangeficht met zijn dwaze, lichtzinnige minnarij, die hij begonnen had, alleen om de ledige plaatsen in zijn huwelijk aan te vullen «Komaan, Meta, ga toch opstaan! Als iemand je zoo eens zagHij beurde haar op en streek haar zacht over het haar, terwijl zjj in stilte doorschreiende naast hem stond. «Mejo heeft je niet geheel juist ingelicht, omdat hij zulks niet doen kon. Ik heb mr.n vrouw met vrijwillig verlaten; volstrekt niet. Zy was ’t, d;e mij vei liet, omdat ik zwaar tegen haar misdreven had.« Verbluft en vragend keek Meta hem aan- Kon hjj met dat >zwaar misdreven* doelen op de prettige a.on- den, die hij met haar had doorgebracht Hij begreep haar en schudde het hoofd. Wordt vervolgd. Verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gezien art. 51 der Kieswet en art. 2 van het Ko ninklijk besluit van 26 Februari 1897 (Staatsblad no. 69) Brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den vierden Juni a. s. zal plaats hebben de verkiezing van 56 Hij maakte eene afwerende beweging met de hand en zei op min of meer dreigenden toon «Mij dunkt, heer baron, dat gij dat nu maar liever moest laten rusten. Overigens zoudt ge wel bij u-zelf dienen te beredeneeren, dat, alvorens wij aan uwe eer denken, wij aan de onx.e te denken hebben, en die van de Halands eischt, dat het bewjjs van dien schande lijken handel zoo spoedig mogelijk uit de wereld komt. Ik verzoek u, mij die schriftelijke overeenkomst terug te geven. Het tweede, zich vermoedelijk in uwe handen bevindende afschrift, zult gij mij toesturen. Een gedeelte van den vervallen post heeft de jonge Friedberger dadelijk ontvangen, het laatste zal hem morgen tegen overgaaf van al de op deze aangelegen heid betrekking hebbende papieren worden uitbetaald.* Eberstein had met tegenzin het papier uit zijn zak gehaald en daar Haland de hand er niet naar uit stak het neergelegd op de tafel, die tusschen hen stond. Haland stak het bedaard in den zak. Toen nam hij zijn hoed en zeide ‘t Komt mij voor, dat wij-beiden hiermeê met elkaar hebben afgedaan? Mijn zoon zegt mij, dat hij nog eene bijzondere afrekening met u te houden heeft. Hij ver zoekt u voor dat doel heden thuis te blijven. Twee een Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het kiesdistrict Sneek dat op dien dag, van des voormiddags negen uur, tot des namiddags vier uur, bij hem kunnen worden inge leverd opgaven van Candidaten voordat Lidmaatschap. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den Candidaat en onder teekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze op gaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der verkiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden persoon lijk door een of meer der personen, die haar hebben onderteekend. De Candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswet, luidende als volgt: «Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 inle vert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, ter wijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, als beboeld bij art. 51, heeft onderteekend.” Sneek, den 17 Mei 1901. De Burgemeester van Sneek, ALMA. woordig zijn. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswet, luidendeals volgt: «Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde op gave als bedoeld bij art 51, heeft onderteekend.* Sneek, den 17 Mei 1901. De Burgemeester van Sneek, ALMA. missen, terwijl Ebersteins kalme, vaste hand, nadat zij twee schoten in de lucht gedaan had, tengevolge eene onvoorziene beweging van Ernst zijn tegenpartij een schot in den schouder toebracht. Daar de dokter verzekerd had, dat het slechts een kleine onbeduidende vleeschwoi.de was, die binnen eenige dagen zou genezen zijn, verliet Lodewijk met korten, zwijgenden groet het terrein. Wat nu? Eberstein had er zoo vast op gerekend, dat Ernst’s kogel hem den verlangden dood brengen zou, dat hij met zijne gedachten niet verder dan tot dezen dag gekomen was. Zou hij nu op slag inhalen, wat de on vaste hand van zijn tegenpartij niet tot stand gebracht had? ’t Was het gemakkelijkste en eenvoudigste ge weest. Maar juist daarom schrikte hij er voor terug. Zou de laatste indruk, dien Martha van hem ont ving, dit goedkoop einde zijn Zou hij niet trachten, te wachten op een oogenblik, dat hem in hare oogen, al was ’t dan ook maar een weinig, zou kunnen reha- biliteeren Vermoeid en verslagen kwam hij uit Grünewald terug. Toen hij bij den portier n?ar den sleutel van zijn kamer vroeg, werd hem gezegd, dat iemand boven in zijn klein leeskabinet op hem wachtte, die zich bepaald niet had willen laten afwijzen. Eberstein dacht er niet verder over na, wie dat wezen kon; hij was te ver moeid en te lusteloo om tedenken. Verschiikt en ontsteld week hij achteruit, toen Meta hem in de om dezen tijd steeds verlaten kamer tege moet trad. Haastig trok hij de deur a< hter zich dient. «Om Godswil, Meta, wat doet gij hier?* Zij keek hem ontsteld en treurig aan, «Hebt gij geen andere groet voor mij?* Hij gaf haar de hand, die zij pruilend aannam en ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. zijner vrienden zullen zoo vrij zijn, het noodige nog heden met u te bespreken.* Haland groette zwijgend en liep naar de deur. Op den drempel bleef hij nog eenmaal staan. «Ik ben niet zonder schuld aan ’t geen mijn dochter getroffen heeft; op mij rust in de eerste plaats de taak, u, voor zoover ’t in mijn macht staat, tot een rustig, verhelderd leven terug te brengen. Na ’t geen is voor gevallen, zou ik een schriftelijke bindende verklaring van u kunnen verlangen, dat gij mijne dochter nooit weder zult trachten te naderen, noch schrifteiijk, noch mondeling, zonder daartoe eerst mijne toestemming verkregen te hebben. Ik zie daarvan af. Ik wil mij nog eenmaal op uw eenvoudig gegeven woord verlaten.* Eberstein, die gedurende de geheele bespreking, be halve het korte oogenblik, waar ’t den knaap betrof, daar stijf als een stok gestaan had, maakte thans eene haastige, impulsieve beweging, alsof hij op Haland wilde toevliegen. Maar hij bedwong zich. De directeur zou ongetwijfeld de hand niet hebben aangenomen, die Eberstein op ’t punt stond hem toe te steken. Hij zei dus slechts: «Ik geef mijn woord!* en stelde er zich mede tevreden, op een afstand een diepe, eerbiedige buiging te maken. volle waarde van dien zeldzamen man te gevoelen. Een schip, zegt een Engelschman ergens, is een drijvende gevangenis, waar aan ont snappen niet te denken valt, omdat de waak zaamste aller schildwachten, de zee, voortdu rend op post staat. Maar in nood verkeerend is de schepeling in ongunstiger toestand dan de gekerkerde. Dan is die waakzame schild wacht voor hem dikwijls het graf. Toch hebben de meeste schipbreuken niet in volle zee plaats, door aanvaring (veelal bij mist), door brand of anderszins; de meeste zeerampen komen voor aan of nabij de kust. En daar moet dus de waakzame mensch zor gen voor zooveel mogelijk veiligheidsmiddelen. En daar is ook zoo goed mogelijk voor ge zorgd. Alle druk bevaren zeeën zijn omgeven door een reeks van toestellen en inrichtingen ter vermindering van het gevaar op alle plaat sen, waar de zeevaart dat vereischt, en nog steeds arbeidt men aan hunne volmaking en voltooiing. De Noordzee, de drukst bevaren zee der aarde, staat in de kustverlichting bovenaan en naast Engelschen, Duitschers, Belgen, De nen en Noren zorgt ook Nederland daarvoor. Menschen- en volkenplicht spoorden aan tot krachtig handelen, maar evenzeer de hooge belangen van onzen handel en onze scheep vaart. De vele millioenen, in de laatste halve eeuw aan de verbetering onzer zeehavens be steed, komen eerst goed tot hun recht, als de schepen onze vaarwaters ten alien tijde veilig uit- en invaren kunnen. Onze vlakke kust met haar ondiep strand en de gevaarlijke ban ken er voor, waar in het winterhalfjaar hevige westerstormen de zee in de buurt doen koken en branden, eischt dubbel zorg en waakzaam heid. Niet altijd is het onheil af te wenden een schipbreuk nabij onze stranden is geene zeldzaamheid. Doch naast de smart over den noodlottigen afloop in enkele gevallen staat de hooge vreugde over de redding in vele ande re, en onze trots op de Nederlandsche man nen, die eigen leven wagen om dat van an deren te redden. Laten we nu de Nederlandsche kust eens opnemen. We vinden vooreerst: Lichtschepen. Deze liggen, acht in getal, voor onze kusten op plaatsen, waar de diepte niet toelaat een toren te bouwen, sommige in 30 Meter diep water. Die plaatsen zijn 1. bij Borkum, ten N.O. van Schiermon nikoog 2. bij Terschellingerbank, west van Ter schelling 3. bij de Haaks, ten westen van Kijkduin (Dei) Helder) 4. vóór de Maas, westelijk van Hoek van Holland 5. voor ’t Gat Schouwerbank op den Noord-Hindervóór de Honte, zeer ver in zee op de Thorntonbank en 8. bij de Wielingen, beide vóór de Honte W esterschelde Jt Zijn ijzeren schepen, rood geschilderd met wit geverfde gang, waarop de naam in zwarte letters staat. Aan den masttop is een bol, een cylinder of een kegel ter onderscheiding. Ze

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1