VOOR SMEk itö O«kEl MIMS- L\ MIVERTEiWiEBLiD 1 I De Gelukzoekers. r KENNISGEVING. BEKENDMAKING. 5Be Jaargang. ai Zaterdag IJuni 1901. ITo. 44. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singef, Sneek. FEUILLETON. Officieele Advertentiën *1 NATIONALE MILITIE. 4 4- Uit de Raadszaal. - - Wordt vervolgd. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ed Roman van Doha Duncker. z 59 «Vóór alles moet ik zeggen, dat ik, zooals je weet, Eberstein nooit heb mogen lijden, ik heb nooit ver trouwen in hem gesteld; maar waarheid bovenal in dit geheele scheidingsproces heeft hij zich onberis pelijk gedragen. Onberispelijk in het wezen der zaak, onberispelijk in den vorm.« >Dat verheugt mjj,« zei Martha zacht en eenigs- zins langzaam. «Hij is en blijft de vader van mijn kind.* »Hij zelf bracht, ofschoon hij ’t gemakkeljjk had kun nen laten rusten, dit punt ter sprake. Hij deed, zoo deelde hij mede en drong er nadrukkelijk op aan dat die verklaring in ’t protocol zou worden opgeno men, hij deed ééns voor al afstand van het kind, zoodra van moederszijde daarop aanspraak werd ge maakt. In het tegenover gestelde g< zich elk oogenblik bereid het kind collega Fohsen, uitdrukkelijk laten weten, dat hij nen acht of tien dagen Berlijn voor i’ 'j laten.* Martha haalde ruimer adem. «Zooals je ziet is er dus niets dat je verhindert hier met den kleine tusschen je vier muren te blijven. Ik hoop dat je daartoe zult besluiten, ’t Komt mij voor en neör. «Gij zult het wel niet onnatuurlijk vinden als ik vraagkan ik iets voor je doen? Mijn hart is vol dank en liefde voor je en vol vriendschap voor Klara.* Hij bleef voor Martha staan en plukte zenuwachtig met de vingertoppen aan zijn vollen blonden baard. Daarop schudde hij nadrukkelijk het hoofd. »Neen, gij kunt niets voor ons doen. Als ’t mij niet heeft mogen gelukken kleingeestige vooroordeelen de wereld uit te krijgen, dan zal ’t jou zeker ook wel niet gelukken.* »Als je openhartig woudt zijn, misschien wel. Wij vrouwen hebben, als we elkaar werkelijk eenmaal be grijpen, méér invloed op elkaar als gij je kunt voor stellen. Er bestaat onder ons zoo’n soort vrijmetse larij, waarvan gij misschien een te laag denkbeeld hebt,* zei Martha met een flauw lachje. «Ik geloof wel is waar niet aan een goeden uitslag en wil dien ook aan niemand anders als mij-zelf te danken hebben, maar er bestaat evenmin reden tot geheim zinnigheid Klara ziet in Méta een onoverkomelijk struikelblok voor eene vereeniging tusschen ons. Gij kunt daarnaar den graad harer liefde voor mij afmeten.* Ondanks zijn innerlijke boosheid begon Martha op nieuw te lachen. «Mijn beste jongen, je bent zeker een uitstekend advocaat en de beste mensch van de wereld, maar toch een slechte kenner van ’t hart. Zóó fijn gevoelt, zóó’n ongehoord offer brengt immers alleen een ware, echte toegenegenheid.* Ernst keek zijn zuster ongeloovig aan. «Dus zoo kleingeestig zou men in de liefde zijn?* »Eene vrouw, o ja! En daarbij, Ernst, op ’t gevaar af zelve door jou voor kleingeestig te worden uitgemaakt, ik kan Klara zelfs geen ongelijk geven. Klaarheid en Inspectie. Burgemeester en Wethouders der gemeente Sneek, Gelet op het besluit van den Commissaris der Ko ningin in deze Provincie van den 7 Mei 11. Ie Afd. M. en S. no. 658 (Prov. Blad no. 57) brengen ter open bare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te land in deze Gemeente zal plaats hebben op Vrijdag, den 14 Juni e. k., des voormiddags ten 10 ure, bij het waaggebouw; dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te ne men alle binnen deze Gemeente gevestigde Miliciens- Verlofgangers voor zoover zij vóór den Isten April j.l. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even tot welke lichting zij behooren; dat de verlofgangers, behoorende tot de lichting van 1894, voor zoover niet gepasporteerd, ook verplicht zijn zich aan het onderzoek te onderwerpen; dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschij nen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas; dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het onder zoek verschijnt; 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige re denen, niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het on derzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an der toebehoorende, als de zjjne vertoont. De verlofgangers worden herinnerd, dat de strafbe palingen van art. 144 der aangehaalde wet ten streng ste zullen worden toegepast op degenen, die zonder geldige reden niet verschijnen. Sneek, den 10 Mei 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. Verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gezien art. 51 der Kieswet en art. 2 van het Ko ninklijk besluit van 26 Februari 1897 (Staatsblad no. 69) Brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den vierden Juni a. s. zal plaats hebben de verkiezing van een Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het kiesdistrict Sneek dat op dien dag, van des voormiddags negen uur, tot des namiddags vier uur, bij hem kunnen worden inge leverd opgaven van Candidaten voor dat Lidmaatschap. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voor letters en de woonplaats van den Candidaat en onder- teekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze op gaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der verkiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden persoon lijk door een of meer der personen, die haar hebben onderteekend. De Candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswet, luidende als volgt «Hij, die eene opgave, als bedeeld in art. 51 inle vert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, ter wijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, als bedoeld bij art. 51, heeft onderteekend.” Sneek, den 17 Mei 1901. De Burgemeester van Sneek, ALMA. verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste hot.derd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde op gave als bedoeld bij art 51, heeft onderteekend.* Sneek, den 17 Mei 1901. De Burgemeester van Sneek, ALMA. BEKENDMAKING. Verkiezing van vijf leden der Provinciale Staten van Friesland. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, Gezien art. 51 der Kieswet en de Koninklijke beslui ten van 26 Februari 1897 (Staatsblad no. 69), 8 Mei 1897 (Staatsblad no. 144) en 10 Januari 1901 (Staatsblad no. 27); Brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den vierden Juni a.s. zal plaats hebben de verkiezing van Vijf Leden voor de Provinciale Staten van Friesland in het kiesdistrict Sneek; dat op dien dag, van des voormiddags negen uur tot des namiddags vier uur, bij hem kunnen worden ingeleverd opgaven van Candidaten voor dat Lidmaatschap. Deze opgaven moeten inhoudende namen, de voor letters en de woonplaatsen van de Candidaten en onder teekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De tot invulling bestemde formulieren voor deze opgaven zijn kosteloos ter Secretarie dezer gemeente verkrijgbaar en wel op de gewone bureau-uren gedu rende veertien dagen vóór en op den dag der verkiezing. De inlevering der opgaven moet geschieden persoon lijk door een of meer der personen, die haar hebben onderteekend. De Candidaten kunnen daarbij tegen woordig zijn. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering art. 151 der Kieswer, luidende als volgt «Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 inlevert, wetende dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan de VERGADERING van den Gemeente raad van Wymbrdseradeel op Dinsdag, den 28 Mei 1901, des middags te 12 uur. Tegenwoordig zijn eerst 11, later 12 leden. Afwezig met kennisgeving de heer U. F. Huistra. zonder kennisgeving de heeren A. P. Nauta en H. D. Oppedijk. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J. Poppinga. Punten van behandeling: I. Beëediging van het nieuw benoemd raadslid, den heer H. P. Wesselius te Idzega. Nadat de heer Wesselius door den Secretaris is binnengeleid, verzoekt de Voorzitter hem, de vereisch- te eeden af te leggen. Nadat deze eeden door den Secretaris zijn voorgelezen, legt het nieuw benoemd raadslid deze in handen van den Voorzitter af, waar na de Voorzitter den heer Wesselius het welkom in dezen Raad toeroept en hem met zijne benoeming feliciteert. De Voorzitter brengt hierbij in herinne ring de groote werkkracht van den voorganger van het thans benoemd lid, wijlen den heer Reijenga, en spreekt den wensch uit dat ook de heer Wesselius steeds bereidvaardig zal worden gevonden tot samen werking, om de belangen dezer gemeente naar beste weten mede te bevorderen. De heer Wesselius neemt hierna zitting, zoodat nu 12 leden tegenwoordig zijn. II. Resumtie der notulen van de vergadering van den 27 April 1901. Na lezing dezer notulen door den Secretaris, deelt de Voorzitter mede, dat B. en W. voorstellen, eene wijziging aan te brengen in het in de vorige vergadering genomen besluit om de o. 1. school te Woudeend als stemlokaal te gebruiken bij de a. s. stemmingen; na overleg met het gewezen hoofd dier school, den heer Vierkant, wordt voorgesteld het stemlokaal, evenals vroeger, in diens woning te houden. De heer D. Tromp gelooft niet dat die woning thans ruim genoeg is, daar het aantal kiezers aanmerkelijk grooter is geworden en volgens de wet ieder kiezer het recht heeft bij de stemming tegenwoordig te zijn. ADVERTENTlëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. De Voorzitter zegt, dat de ruimte door B. en W voldoende wordt geacht. Zonder hoofdelijke stemming wordt thans conform het voorstel van den Voorzitter besloten en worden de notulen overigens onveranderd goedgekeurd. III. Mededeeling van iugekomen stukken, enz. Door den Secretaris worden de volgende ingekomen stukken medegedeeld a. Een schrijven van den heer U. F. Huistra, dat hij wegens ernstige ongesteldheid verhinderd is, bjj deze vergadering tegenwoordig te zijn b. Besluit van hh. Ged. Staten, dd. 25 April, hou dende goedkeuring van het raadsbesluit van 2 April 11., tot verkoop van een gedeelte bermsloot te Heeg aan de Wed. Nauta aldaar; c. Alavoren dd. 2 Mei 11., waarbjj wordt goedge keurd het kohier van schoolgeld over het le kwar taal 1901 d. Alsvoren dd. 2 Mei, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 27 April 11., tot onderhandsche verpachting van een perceel grasgewas aan den grind weg van Heeg naar Osingahuizen aan B. E. Hiemstra te Heeg; e. Een adres van ingezetenen wonende te of nabij Heeg, daarbjj mededeelende dat zij uit het in de courant staand verslag der vergadering van dezen Raad hebben ver nomen dat in de vergadering van 27 April een adres is ingediend door inwoners van Tjalhuizum c.a., daarbij zoodanige wijziging der politie-verordening verzoeken de, dat weder evenals vroeger, met wagens met meer dan 20 volle melkkannen beladen, over de bruggen mag worden gereden. Adressanten betuigen hunne volle sympathie met dat ingediend adres; want lo. alle melkrijders hebben onder de oude politieverordening het vervoer van melk aangenomen en zullen thans door het gebruik van meerder materiaal daarvan schade ondervinden2o. ’t is een schadelijke bepaling voor het landbouw-be- drjjf3o. ook is het verbodsartikel uit een oeconomisch standpunt beschouwd slecht gekozen en tevens niet in overeenstemming met locale toestanden, terwijl men den bloei van het boerenbedrijf tegenwerkt4o. dat de bloei van het boerenbedrijf in den laatsten tijd zeer is toegenomen, waartoe vooral ook de zuivelfa brieken hebben medegewerkt, terwijl ook daardoor de prijzen der landerijen aanmerkelijk zijn gestegen enz. De bruggen hebben wel te lijden door het zwaarder vervoer doch de kosten van onderhoud worden ook hoofdzakelijk door de ingezetenen, allen bijna het landbouwbedrijf uitoefenende, gedragen. f. Adres van Wed. H. Schukking, thans wonende in de gemeente Doniawerstal, daarbij verzoekende haar voor 8/12 ontheffing van hoofdelijken omslag te ver- leenen. g. Adres van Arjen IJdema, vroeger te IJsb’rechtum, thans te Bolsward woonachtig, van denzelfden inhoud als sub f. De Voorzitter steltvoor: de ingekomen stukken sub a. b, e en d voor kennisgeving aan te nemen, het adres sub e te behandelen bjj punt 6 der agenda en de ver zoeken sub f en g toe te staan, daar is gebleken dat beide adressanten met Mei deze gemeente metterwoon hebben verlaten. Nog wordt medegedeeld dat bij de gehouden publieke verpachting van het de eenige weg te zijn om eerst weder wat op ver haal te komen.* »Zeer zeker zal ik hier blijven,* zei Martha op vas ten toon, en vervolgens haar broeder de hand toeste kende met de grootste hartelijkheid »Ik dank je voor alles wat je in deze treurige zaak voor mjj hebt gedaan.* «De moeite niet waard, lieve schat. Ik deed wat ik voor eiken cliënt doe, eenvoudig mjjn plicht. Wat boven den gewonen loop van zaken bereikt werd is aan Eberstein te danken. Het kost mij moeite, maar ik moet het nog eenmaal doen uitkomen. Ik heb in dien zin ook aan vader getelegrafeerd, ’t Gaat ons «Hen aan. Het verzacht min of meer de beschaming, waaraan geen van ons Halands zich onttrekken kan: dien geluk zoeker blindelings te hebben vertrouwd.* Ernst bleef middagmalen op de villa. Hjj had zich voor dezen dag vrijgemaakt van alle andere zaken. Tegen den avond, toen broeder en zuster zónder een hinderlijken bediende samen aan de koffietafel zaten, bracht Martha het gesprek op Klara Horn. Ernst maakte eene haastige afwerende beweging maar Martha liet zich niet van haar stuk brengen. «Klara lijdt ter wille van jou, Ernst. Weet je dat «Heeft zij jou opgedragen mij dat te zeggen vroeg hij bitter. «Ik geloof dat gij geen reden hebt boos op haar te zijn, lieve Ernst.* «Weet gij dat zoo precies?* «Klara heeft nooit een woord met mij over jou ge sproken, maar te oordeelen naar haar karakter en naar ’t geen ik aan onuitgesproken toegenegenheid voor jou bij haar bespeurde, meen ik dit gerust te mogen zeggen.* Ernst was opgestaan en liep onrustig de kamer op reinheid in alle verhoudingen komt mjj meer dan ooit de hoofdvoorwaarde voor tot een duurzaam geluk.* Hij begreep wat zij bedoelde, maar in haar geval hadden de dingen toch beslist anders gelegen. Daar waren de omstandigheden van den hoofdpersoon ver ward en bedriegelijk geweest. Klara echter, in geen geval de hoofd persoon, was de klaarheid en reinheid zelf, en slechts op Klara kwam ’t aan. Wat had die vreemde zuster met hun beiden te ma ken 1 Als zij er lust in vond een lichtzinnig leven te leiden, dan moest zjj haar gang gaan. Hij was noch haar vader noch haar voogd. Neen, er bestond in zijne oogen geen reden, haar tot een hinderpaal voor het geluk van twee menschen te maken. Klara was en bleef in ’tongelijk. >Wil ik met Klara spreken, Ernst?* Hjj vloog op. «Waar denkt ge aan 1 Ben ik er de man naar, een bemiddelaar, een voorspraak noodig te hebben?* «Dat was mijne bedoeling niet.* «Neen, laat het blijven. Zij moet zelf tot inzicht komennog geloof ik niet aan hare liefde, en zonder de Hij liep gejaagd en opgewonden de kamer op- en neer. «Gij wilt haar dus ook niet als toevallig bij mij aantreffen Ernst maakte eene afwerende beweging. «0 neen, neen. Wij waren ’t al geheel eens, en nu als vreemdelingen «toevallig» tegenover elkaar te staan Ook Martha schrikte thans van dit «toevallig.* ;eval verklaarde hij tot zich te nemen. Voor ’t overige heeft hij mij door zijn gelastigde, .11-n>-i- x__ j.i v.j altijd ging ver acht of tien dagen Berlijn «RMT 1 k WV- IBI r J A

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1