MW8- EN ADVERTENTIEBLAD Brandgevaar door Hooibroeien. Uit Kaapsche correspondenties. I VOOR SM.hk M (UiSliiEkEL De Gelukzoekers. 0 56e Jaargang. No., 51. Woensdag 26 Juni 1901. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentie. BEKENDMAKING. FEUILLETON. 3 r 4 66 J? Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,60. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Roman van Doba. Duncker. Terwijl de telegrammen niet de juiste waar heid geven, die dikwijls verbergen, terwijl we daar dus niet op aan kunnen, al moeten we het er mee doen, brengen de particuliere cor respondenties menig feit aan ’t licht, dat an ders niet zou geschied zijn. Een Kaapschen schrijver van 27 Mei meldt o. a. 't volgende noodig, en aan zooiets zal men zijn geluk te danken hebben Klara schudde het hoofd en schoof haar arm door den zjjne. «Daaraan niet alleen, het heeft er alleen toe bijge dragen dat ik eindelijk met mij-zelf in ’t reine kwam »’t Werd tijd,« bromde hij. «Maar ook zonder dat zij drukte zich blozend tegen zijn schouder «zou ik ’t, geloof ik, niet lang meer hebben uitgehouden Hij beurde haar hoofd op en keek haar in de blauwe smachtende oogen, waarin tranen stonden. «Dom meisje,* zeide hij nogmaals, maar kon toch niet verhinderen dat daarbij ook zijne oogen vochtig werden. De BURGEMEESTER van Sneek, Herinnert belanghebbenden aan art. 114 der Alge- meene Politie-Verordening dezer gemeente, waarbij is bepaald, dat wanneer hooi begint te broeien, de eige naar daarvan terstond kennis moet geven aan de Politie en de door deze te bevelen maatregelen van veiligheid onverwijld moet op volgen, en dat overtreding dezer bepaling wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Voorts wordt in herinnering gebracht art. 158 van het wetboek van Strafrecht, houdende bepaling, dat hjj, aan wiens schuld, waaronder te verstaan is ver zuim, nalatigheid, onvoorzichtigheid, gebrek aan voor zorg, achteloosheid enz., brand te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaatmet gevangenisstraf of hech tenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden, indien daardoor levens gevaar voor een ander ontstaat, en met gevangenis straf of hechtenis van ten hoogste een jaar, indien het feit iemands dood tengevolge heeft. Smeek, 24 Juni 1901. De Burgemeester voornoemd, P. FENNEMA, Loco Burgemeester. schildwachten staan, ongeveer een mijl van elkaar. Tusschen hen, in het midden is eene diepe en wijde kuil, die met de 400 slachtoffers gevuld werd. Niemand mag daar stilhouden en onderzoeken, wat de oorzaak mag zijn van de vreeselijke rottende stank, die daar heerscht. Streng heet het: «Move on, move on!» ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. In het kleine dorp aan ’t strand werd Ernst Haland te vergeefs gewacht. In zijn plaats kwam een telegram met den lakonieten inhoud: «Ik kom Zondag met Klara.* Martha moest den sleutel geven bij die blijde bood schap. Aan den vooravond van dien Zondag zaten Martha en de doctor op hun lievelingsplekje, op de bank dicht bij den oever der zee, waar Martha haar beminde voor de eerste maal gekust had. Het maanlicht speelde op den licht gekrulden water spiegel. Een zachte, warme wind dreei het water mur melend tegen het strand; van uit de zee hoorde men een zacht eentonig ruischen. Anders bewoog zich nie’s; diepe stilte rondom hen, en diepe zalige stilte was ook in hunne Harten. Hand in hand zaten zij daar zwijgend; ook zonder woorden wisten zij, dat Trunne zielen bij elkaar waren. Toen de doctor eindelijk begon te spreken, schrikte en matrozenhoed hingen buiten in de gang. Zij had de knop van de deur al in de hand. «Nu, dag, juffrouw, dan maak ik maar gauw dat ik wegkom Een lachje ging over het ronde fidele gezicht van Fransje. «En waarom zou hij niet kunnen? die kan altijd wel als u hem roept, juffrouw en alvorens Klara nog de tijd had iets te antwoorden, was de kleinede deur al uit en op de trap. Klara deed nu, wat Fransje straks gedaan had. Zij streek het haar glad en deed haar werkschort af. Vervolgens bracht zij den rok naar binnen, waar Fransje haar werkplaats opgeslagen had en begon te wachten. Lang echter kon zij het stilzitten niet vol houden. Zij liep de woning door, verzette elk meubelstuk, trok alle gordijnen terecht en vond alles leelijk, klein burgerlijk, sjovel, ongezellig. Daarin had haar zuster gelijk gehad een trieste omgeving was ’t altijd ge weest. Nu, Meta zou zich daarvoor nu schadeloos kunnen stellen I Zij bad de kracht en den moed ge vonden, zich los te maken van wat haar had omgeveu. Vervolgens ging zij op den rand van een stoel zit ten. Wat ging Meta haar aan Wat ging de trieste inrichting hunner woning haar aan Niets, hoegenaamd niets. Slechts één ding ging haar aan: of hij al of niet komen zou. Fransje dacht, dat hij bepaald zou komenmaar hij kwam niet, althans niet dadelijk. Zóo lief kon hij haar toch onmogelijk hebben, na alles wat zij hem had aangedaan. Maar als hij haar nu toch eens zoo lief had Daar ging de schel- Zij sprong op. Haar vader? Neen, die had de sleutel van de gangdeur. Beslui teloos keek zij naar de deur. Deze ging krakend open. Fransje stak haar borstelig hoofd door de opening. «Mijnheer de advocaat!* riep zij en was weder ver- dwenen. Klara moest zich nu toch aan de leuning van den stoel vasthouden, waarbij zij stond, zoo snel en plotseling was alles gegaan. Ernst trad binnen. Hij zette een brommerig ge zicht en vroeg kort aangebonden, waarmeê hij haar van dienst kon zijn. Zij durfde hem bijna de hand niet toesteken, zoo’n zwart gezicht zette hij. Hij nam ook werkelijk slechts de vingertoppen, maar toen zij zich vervolgens omkeerde om naar de tafel te gaan waar de krant nog altijd opengeslagen lag, keek hij haar met een vurigen, alles vergevenden, alles be geerenden blik na. Zij nam het blad van de tafel en reikte 't hem van verre over, op de plaats wijzende waar van signorina Corno sprake was. Afwerend schudde hij het bruine hoofd. «Laat dat maar. Ik heb dat moois al lang gelezen. Dus dat moest eerst gebeurenVroeger kon’t niet?* Zij kwam een paar stappen naar hem toe, het blad was haar uit de hand gevallen, en hem met haar goe dige blauwe oogen aaukijkende, zeide zij zacht: «Neen, vroeger kon ’t niet. Maar nü als gij nog wilt Hij verroerde zich niet, maar hij verslond haar met zijne blikken. «Dom meisje, of ik wil? Alsof ik ooit iets anders ge wild heb als jou, jou en nogmaals jouDom meisje, ons naar zooveel geluk te laten smachten Hij had haar thans bjj de schouders gepakt en schud de haar heen en wéér. «Daarvoor bestaat geen straf die zwaar genoeg is.* Hij stiet met de punt van den voet naar de krant op den giond. «Zoo’n ellendig vod,* zei hij kwaad, «was er dus eerst ou-baas niks met jullie te doen wil hê nie.« Toen ze toch «afzaaiden*, zond ou-baas een derden kleurling met de sjambok, met de bij voeging: «Ransel hullie daarmee af, ik wil niets geef nie.« Alle «skepsels* stonden toe te kijken, toen de aangewezene met de sjambok op de zes toeliep om ’t bestelde pak slaag te geven. Maar een Boer haalde bedaard zijn revolver te voor schijn en dat maakte bruintje zoo bang, dat hij de sjambok liet vallen en het hazenpad koos. Inmiddels waren de 6 afgestegen, gingen in huis en zetten zich aan de tafel, die (’t was etenstijd) rijkelijk van alles voorzien was. Steeds vermeed X elke gelegenheid om bij de kleurlingen argwAan op te wekken en tot nog toe gaat X door voor iemand, die goed loyaal gebleven is. Na den eten gingen de zes naar het kamp, waar X nog een paar goede paarden had, na men ze mee en lieten de uitgeputte paarden achter. Nog voerden ze schijnbaar met geweld de zoon van X mee om den weg te wijzen, ’s Avonds in de duisternis kwamen nog elf anderen, en zoo waren ze dus met hun acht tienen. De Piekenierskloof is een nauwe passage tus schen steile bergen. Toen ze ongeveer midden klauterden ze een bergpad op, lieten hun paarden grazen en rolden zich in bun kombaarzen (dekens). Pas vertoonden zich de eerste tinten van den dageraad, of ze hoorden getrappel van paardeneen afdeeling Engelsche bereden infanterie kronkelde zich door de kloof, tweeduizend man sterk. Snel verdeelden zich de 18 en spreken af, te wachten tot de arge- looze Tommies genoegzaam naderbij gekomen zullen zijn, voor ze gaan schieten. Daar knallen 18 schoten; de bergwanden weerkaatsen de geluiden. Het lijkt of honder den schoten vallen. De meeste der kogels door- boren twee soldaten, zoo na waren ze. Onmiddellijk werd halt gehouden door de Maar groote gevolgen gaf ’t niet. Engelschen. Teruggaan was gevaarlijk voor de colonne. Vuren dus! Eén Boer werd getrof fen, maar meer dan 400 zonen Albions vonden hun dood in de enge Piekenierskloof. De 17 Boeren hadden er op ’t laatst genoeg van, sprongen op hunne paarden en verdwenen tusschen de bergen. De zwaar gewonde kon niet meegenomen worden. Wie thans door de Piekenierskloof komt, bereikt al spoedig een gedeelte, waar twee Slot. «Gauw, Fransje, leg dat werk aan kant. Gij moet een boodschap voor mij doen Fransje hing den rok haastig over de leuning van een stoel en streek over het altijd verwarde, borstelige haar. «Gjj moet even naar mijnheer den advocaat.* Fransje zette lachend groote ooren op. «Zoudt ge hem nu thuis treffen De kleine wierp haastig een blik op de ouderwetsche klok, die nog altijd op dezelfde plaats hing. «Half acht! Ja wel! Nu zit hij nog midden in zijn papieren.* «Welnu, spoed u dan, binnen tien minuten kunt ge er wel zijn. Loop dus gauw en zeg hem nu bleef zij toch steken, «ja, zeg hem, dat ik hem graag over een gewichtige zaak zou willen spreken; als zijn tijd het toeliet liefst «Dadelijk,* viel Fransje haar driest in de rede. Klara werd vuurrood. •Dat zal hij wel niet kunnen schikken maar als ’t kön papa zal zeker wel spoedig terugkomen tot nagenoeg, halftien zou ik in elk geval wel op hem kunnen wachten Fransje had haar werkschort al lang afgedaan. Jacquet Lord Kitchener is een «bully*hij is een rechte hond voor ieder, die in zijn vaarwater komt. French en Kitchener waren nooit heel vriendschappelijk en French, die vroeger de meerdere was, is nu de mindere van Kitche ner. In Mei kregen ze woorden. Kitchener behandelde zijn collega als een schooljongen en deze bracht den veldmaarschalk aan het verstand, dat hij een despoot en een onmensch was. Men begrijpt de samenwerking, die door zoo’n verhouding mogelijk is. Er wordt nog bij gezegd, dat Milner bij dat «bakkeleien* te genwoordig was en de partij van French koos. French, een der beste generaals van ’t En gelsche leger, was onlangs te Kaapstad en werd er zeer poovertjes ontvangen. Hij werd niet, als Roberts vergood, als Baden Powell ver heerlijkt; hem passeerden kruizen en medail les en lordstitels. Tot die miskende dapperen behoort ook kolonel Plumer, waarvan de kranten ons reeds maandenlang zooveel heldendaden hebben ver teld. En waar is generaal Knox, de stoute vervolger van De Wet, die reeds 5 maal door den Engelschtnan bijna gepakt werd De bladen zijn stil over dezen «famosen* veldheer. Vele Engelschen beweren, dat hij nog achter De Wet zit. Wij houden dit niet voor onmo gelijk, maar vinden het zelfs zeer waarschijn- er in waren, lijk, dat hij De Wet volgt als gevangene. Al krijgen we weinig oorlogsnieuws, toch bereiken ons soms interessante geschiedenissen over ontmoetingen in de Kolonie. In ’t laatst van Februari kwamen 6 Boeren op de plaats van X. bij de Piekenierskloof, district Clanwil- liam. Als X die 6 hielp of als een kaffer iets zag van vriendschappelijkheid, dan wist X. dat hij verloren was. (Gedachtig aan de op wekking van Milner in Nov. jl. willen kleur lingen maar al te gaarne hun bazen aanklagen.) Daarom handelde X. zeer voorzichtig. In een briefje, op geheimzinnige wijze over gebracht, deelde hij den 6 stamverwanten mee, dat zij alles konden krijgen, paarden, kleeding en voedsel; ook een gids, daar 10 menschen in de buurt gewillig waren mee te gaan. Ze moesten maar op zijn plaats komen en doen alsof ze baas waren. Pas waren ze aangekomen, of X liet een zijner kleurlingen vragen, wat die vreemde menschen hebben moesten? Toen 't antwoord kwam, zond X een anderen kleurling, om te zeggen, dat ze weg moesten gaan, daar «de Een correspondent uit Pretoria schrijft van 12 April (dus 21/ï mnd. geleden): Bij de Engelschen loopen de vreemdste ge ruchten. De Wet is volgens hen de eenige, die den vrede nog tegenhoudt. Hij is ’t, die Steyn gevangen houdt en hem belet om door Botha goedgekeurde voorwaarden mede te teekenen. De Boeren zijn, volgens hen, op; zij willen niet meer vechten; zij volgen nog een beetje hunne oude generaals, maar zijn bezig hunne laatste patronen te verschieten. Een week geleden sprak men reeds van 2000 Boeren die geen paarden meer hadden. En al pakken ze nu de paarden van de Engelschen, dan geeft dit toch niets, zegt generaal Max well, want die zijn maar weinig waard. Dit zijn allemaal «words, words Door éen verschijnsel zou men kunnen ver zwakken in t geloof aan onze Boerenzaak in de laatste maanden treden de Boeren niet zoo krachtig op als te voren en toch hadden zij gedurende de tochten van French en die naar Pietersburg ruime gelegenheid om op te treden. Maar, aangenomen dat een paar maanden de veerkracht der Boeren werkelijk eenigszins verflauwd is, is er daarom reden om aan de Engelsche berichten te gelooven We moeten aannemen, dat de Engelschen met hun nieuwe taktiek en met de 50.000 man versche troe pen een groot voordeel hebben gekregen op de Boerenimmers de ondervinding heeft den vijand wijzer gemaakt en de versche troepen zijn nog niet gedemoraliseerd door ’t klimaat. Zij hebben Botha met zijn hoofdmacht eenige materiëele schade toegebracht en massa’s vrouwen en kin deren gevangen genomenveel .vee buitge maakt, maar niet gemeld, hoeveel zij behou den hebben en hoeveel terug genomen is. Zij hebben De la Rey, naar hun zeggen, vernietigd, zijn kamp en zijne kanonnen veroverd of ver nield doch is ’t niet vreemd, dat alleen de dooden en gewonden op het slagveld in han den der Engelschen zijn gevallen? Met de T j O II RAK

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1