VOOR 81EE E^ OISTREkEI
J
MEIWS- EJ lUÏEUTEJTIElILJil
Zaterdag 29 Juni 1901.
No. 52.
56e Jaargang.
Uit de Raadszaal.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
van eene
besloten.
11. Nader adres van R. Paehlig met overlegging
van teekeningen, ter herziening der besluiten op een
vroeger door hem ingediend adres genomen.
De Voorz. licht toe, dat er termen zijn gevonden
om adressant tegemoet te komen. Met handhaving
van hetgeen in de vorige vergadering is besloten op het
adres van adressant, stellen B. en W. voor, hem toe te
staan: in den blinden zijmuur op de bovenverdieping
drie ramen te maken, benevens 1 raam in het torentje.
Verder mag behalve de reeds toegestane zijdeur nog
eene deur gemaakt worden, draaiende naar binnen en
zonder stoep op gemeentegrond. Een en ander wordt
tot wederopzegging aan adressant toegestaan, die op
deeersteaanzegginghetaangebrachte moet verwijderen.
Misschien is er eenige bevreemding over dit besluit,
zegt de Voorz. Door een onderhoud met adressant en
door diens overwegingen en aanwijzingen zijn B. en
W. gekomen, dit voor te dragen. Zij hebben gemeend,
dat bij het doorgaan van het bouwplan, het zal bij
dragen tot verfraaiing der Marktstraat en vele handen
in het najaar en later werk zal geven. Waren over
gelegde teekeningen op de eerste vergadering geweest,
dan was er zeker een ander besluit genomen.
Met aanteekening, dat de heer Paehlig zich als bloed
verwant van adressant onthoudt van stemming, wordt
volgens ’t voorstel van ’t Dag. Bestuur besloten.
12. Vaststelling eener verordening op den Hoof-
delijken Omslag.
De Voorz. zegt, dat er zeker in den geest der ver
gadering is gehandeld, door het concept reeds in druk
rond te zenden bij de leden. Door de commissie, be-
VERGADERING’van den Gemeente
raad van Sneek, op Vrijdag 21 Juni 1901,
des namiddags 67, uur.
Voorzitter de Burgemeester, mr. D. Alma.
Tegenwoordig 13 leden. Afwezig met kennisgeving
de heer A. Veen Ez.
Punten van behandeling:
1. De notulen der vorige vergadering worden ge
lezen en goedgekeurd.
De heer De Vries heeft geene aanmerkingen op deze
notulen, doch wijst op eene onjuistheid in het gedruk
te raadsverslag van 13 April jl., dezer dagen door
hem ontvangen, waarin op pagina 107 betreffende de
discussie over de gasfabriek, door spreker wordt ge
zegd, dat de kosten f 10.000 zullen bedragen, terwijl
f 100.000 door hem genoemd is. Er is een nul weg
gelaten, die hier van veel beteekenis is.
De Voorz. dankt den heer de Vries voor zijne in
lichting en vindt dat ze hare nuttige zijde heeft. Aan
het slot van ’t jaar zal er melding van gemaakt wor
den bij den inhoud van ’t raadsverslag voor 1901.
2. Wordt mededeeling gedaan van de volgende in
gekomen stukken.
a. Resolutie van Ged. Staten, daarbij toezendende
een extract van het Koninkl. Besluit, waarbij de jaar
wedde van den Commissaris van Politie alhier tot
f 1600 is verhoogd
b. alsvoren, meldende dat bovengenoemde verhoo-
ging 3 Mei jl. is ingegaan
e. alsvoren, houdende goedkeuring van het primi
tief kohier van H. Omslag, dienst 1901
J. alsvoren, goedkeurende het besluit van de wij
zigingen der Gemeente-begrooting, dienst 1901
e. alsvoren, goedkeurende de besluiten van ver
sterking van posten door af- en overschrijving, dienst
1901;
f. missive van de Kamer van Koophandel alhier,
verzoekende plaatsing van een kaasstelling in het Waag
gebouw ten behoeve der kaashandel;
g. adres van Geert de Wit, verzoekende benoemd
te worden tot Waagmeester
h. alsvoren van gebr. Van der Heij, verzoekende
afstand van een plekje grond op het terrein der stads
reiniging voor berging van mest
i. rekening en verantwoording der d(L Schutterij,
dienst 1901.
De Voorzitter stelt voor het laatste stuk te stellen
in handen der Commissie voor het nazien van begroe
tingen en rekeningen het verzoek sub h te stellen in
handen der Comm, van faecaliën ten fine van rapport;
aan het adres sub g de aandacht te schenken, wan
neer de benoeming van een Waagmeester aan de orde
ishet verzoek sub f in de volgende vergadering ter
tafel te brengen en de resolution van Ged. Staten in
zake de verhooging van de jaarwedde van den Comm.
van Politie voor kennisgeving aan te nemen evenals de
niet door hem gememoreerde stukken.
De heer Paehlig vraagt, of de Waagcommissie over
de tractements-regeling van den waagmeester en het
plaatsen van een kaasstelling in het waaggebouw is
gehoord.
De Voorzitter herinnert, dat verleden jaar de zaak
betreffende het plaatsen van een kaasstelling ie behan
deld en daarvoor toen f 500 is afgestaan. Bestond de
waagcommissie nog volledig, dan zou haar advies ook
zijn ingewonnen.
De heer Pijttersen zegt dat de waagcommissie nog
bestaat, bestaande uit de heeren H. Halbertsma, A. G.
de Boer en Van der Meer (de laatste niet meer woon
achtig in deze provincie).
Nog is ingekomen, zegt de Voorz., een ingekomen
stuk en wel een gemotiveerd schrijven van den Ker-
keraad der Ned. Herv. Gemeente alhier, om dezerzijds
terug te komen op het besluit, genomen inzake de
Diaconiekamer.
3. Aanwijzing van Commission inzake Reclames
tegen den H. Omslag, dienst 1901.
De Voorzitter vraagt of de Raad de regeling van
vorige jaren huldigt, dat alle leden daarin zitting zul
len nemen, waarna hij voorstelt bij loting tot benoe
ming dier commission over te gaan. Ieder Comm.
kiest haren voorzitter en rapporteur.
Tot leden der 1ste comm. worden aangewezen de
heerenM. ten Cate, J. J. Beekhuis, dr. T. Risselada,
A. Veen Ez. en mr. C. C. Paehlig.
Voor de 2de comm. de heeren R. S. H. Visser, H. S.
de Vries, P. Fennema en Th. Wielenga, die tevens
voor ’t lid der vacature zitting heeft.
Voor de 3de comm. de heeren Th. Camphuis, T. L.
Dokkum, H. F. Pijttersen, 1). Gorter en H. Jz. Kingma.
4. Vaststelling van het Programma voor het Gym
nasium, cursus 1901/1902.
Het aangeboden concept-programma, waarop het
advies van den Rector en den Inspecteur van het M.
O. is ingewonnen en dat geen aanleiding heeft gege
ven tot op- of aanmerkingen, wordt zonder discussie
pn hoofdelijke stemming tot programma vastgesteld, zoo-
van den heer Wielenga,
--van 't Dag. Best, besloten.
14. Voorstel ter versterking van het Personeel ter
Secretarie.
Door uitbreiding der werkzaamheden door verschil
lende nieuwe wetten, aan de Secretarie, verzoeken B.
en W. machtiging, het personeel te vermeerderen met
een klerk, op een jaarwedde van f 300.
De heer Paehlig vraagt opgaaf der tractementen
van de ambtenaren ter Secretarie.
Op voorstel van den heer Pijttersen wordt besloten
daarover verder te spreken in geheime zitting, nadat
de agenda is afgehandeld.
15. Af- en overschrijving en betaling uit den post
onvoorziene uitgaven, dienst 1901.
De Voorz. licht toe, dat deze afschrijving noodig is
door de verhooging der jaarwedde van den Commis
saris van Politie en door de onkosten van het in schets
kaart brengen door den heer Bekink van het nieuwe
terrein der gasfabriek en de naastlegers.
Zonder hoofdelijke stemming daartoe besloten.
16. Bespreking over de al dan niet gunning van
den bijbouw aan school no. 2.
De Voorzitter gaat den toestand na van school no. 2
sedert Januari van het vorige jaar, toen bleek dat de
ruimte op die school onvoldoende was. Daarom is
uitgezien naar vergrooting in overleg met den gemeen-
te-architect. Op de begrooting is voor vergrooting van
school 2 f 6000 uitgetrokken, waarvan van het Rijk
f 1500 subsidie terug komt. Bij aanbesteding is ge
bleken, dat van de 3 inschrijvers, de hoogste voor ruim
2 maal het uitgetrokken bedrag had ingeschreven, de
andere twee inschrijvingen waren bij elkaar, de laag
ste was P. S. Westra te Arum met f 8668 of f 68
boven de begrooting van den architect. Misschien
verdient het overweging om de gunning tot later aan te
houden en door er een najaars- of winterkai wei van te
maken, lagere inschrijvingen te krijgen. De Comm.
van Toezicht op het Lager Onderwijs dringt met klem
aan, het werk uit te voeren. Twee zaken pleiten voor
gunning, 1. dat de inschrijving zoo nabij de begrooting
is en 2. dat de Districts-schoolopziener de plannen heeft
goedgekeurd. Van genoemde school zijn thans 24
kinderen verstoken van onderwijs.
De heer Pijttersen vindt de begrooting van den ar
chitect goed, doch vraagt, als de 2 lokalen gereed zijn,
hoe het dan met de ruimte is. Is het ook beter d reet
3 lokalen bij te bouwen?
De heer mr. Paehlig zegt, of twee lokalen hoog en
twee laag.
De Voorz. antwoordt, dat de grondgesteldheid niet
toelaat omhoog te bouwen, volgens den Gem.-architect.
De vraag van den heer Pijttersen is moeilijk te beant
woorden. ’t Doel was eerst 1 lokaal bij te bouwen,
later is besloten 2, daar aanvoer van materialen enz. 2
goedkooper bouwen is dan 1 lokaal. De toekomst te ont
hullen, als de bloei van Sneek zoo voortgaat, is niet
mogelijk, doch zeker is ’t, dat in dezen nog niet het
laatste woord is gesproken, ook wat school 3 betreft.
De heer Ten Gate zegt, dal 24 kinderen verstoken
zijn van onderwijs en uit inlichtingen van den heer
Schurink, op een vraag van den Voorzitter daarover
staande de vergadering gedaan, blijkt dat op de hulp-
school van school 2 bij het O. Kerkhof 44 leerlingen
schoolgaan. Z. i. moet m de behoefte van onderwijs
worden voorzien.
De heer Beekhuis vindt, dat de 2 lokalen waarvoor
reeds 68 leerlingen zijn, spoedig vol zullen zijn.
De Voorz. antwoordt, komt tijd, komt raad en of het
dan niet wenschelijk is eene nieuwe school te stichten.
De heer de Vries vindt het de roeping van den
Raad spoedig in het belang van het onderwijs in den
toestand te voorzien en den bouw der lokalen te gun
nen, waartoe wordt besloten zonder hoofdelijke stem
ming.
met voorstellen zou komen. De zaak der verhooging
is geloopen zooals bekend is. Doch B. en W. hebben
termen daarvoor gevonden in ’t gesprokene van den
heer Visser, die als rapporteur steeds ingenomenheid
betuigde over de netheid en duidelijkheid der admi
nistratie van den Boekhouder en de wijze waarop
deze zijn plicht vervult.
De heer Visser herinnert, dat er na het afwijzen van
het verzoek van Armvoogden, om verhooging voor den
Boekhouder, van dien kant geene herhaling van dat
verzoek was te wachten. Niet alleen net en accuraat
in zijne administratie, heeft Spr. hem leeren kennen,
ook in zijn optreden. Persoonlijk heeft hij de verhoo
ging voorgesteld, niet de Commissie.
De heer Pijttersen vraagt, waarom deze verhooging
niet bij de begrooting behandeld is.
De heer Visser vond het geschikt, na het rapport
der rekening het te doen.
De heer Wielenga vindt, dat alle ambtenaren hun
plicht moeten doen en haalt als voorbeeld daarvoor aan
de ambtenaren ter Secretarie, die ook hun plicht doen.
De Boekhouder heeft ook al reeds verhooging genoten.
De Voorz. antwoordt, dat hij ook wel zijne aan
dacht heeft geschonken aan de ambtenaren ter Secre
tarie. De wijze waarop plicht wordt vervuld is ver
schillend.
Met 12 tegen 1 stem, die
wordt conform het voorstel
als het is aangeboden.
5. Vaststelling van het Programma voor de H. B.
School, cursus 1901/1902.
Ook dit concept-programma, waarbij bij het opmaken
voeling is gehouden met de Comm. van Toezicht M. O.,
den Directeur der H. B. School en den Inspecteur van
het M. O. wordt zonder aan wijzigingen of toevoegingen,
eveneens zonder discussie en hoofdelijke stemming
vastgesteld zooals het is aangeboden.
6. Missive van hh. Gedeputeerde Staten betreffen
de eene afgraving bij de spoorbrug alhier, langs de
Sneeker-Franeker zeilvaart.
Bij missive van Ged. Staten is deze Vergadering
aangezocht, zegt de Voorzitter, of zij genegen is met
financieelen steun van de Provincie, deze afgraving ter
hand te nemen.
Burg, en Weth. stellen voor bij missive, waarvan de
Secretaris lecture geeft, aan de Provinciale Staten te
antwoorden, dat deze Raad, geleid door de volgende
overwegingen, niet genegen is het werk uit te voeren,
daar de afgraving daar ter plaatse is een Provinciaal
belang, dat de scheepvaart ten goede komt. Verder
wordt het noodig gevonden betreffende deze zaak de
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsipoorwegen als
belanghebbende in dezen te hooren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7. Adres van S. Rollema, om dispensatie
bepaling der Bouwverordening.
De Voorz. licht toe, dat adressant onder overleg
ging van een schetsreekening verzoekt om dispensa
tie van eene bepaling der Bouwverordening, om te
i -
en W—stellen voor, de gevraagde ontheffing te ver- staande uit de heeren mr. Paehlig, Beekhuis en Vis
ser, ia de vorige vergadering gekozeu voor de samen
stelling van het concept, is verzocht om een onderhoud
met het Dag. Bestuur, dat loonend is geweest, daar
als slotsom daardoor dit concept door die Commissie
wordt aangeboden.
Overgegaan wordt tot voorlezing van de verschil
lende artikels van het concept.
De belangrijkste opmerkingen enz. daarbij zijn de
volgende
De Hoofdelijke Omslag in deze Gemeente mag de
som van f 70.000 niet overschrijden.
De aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud bedraagt
f 400 en is voor alle inkomens gelijk.
De heer Wielenga herinnert, dat er volgens de be
staande verordening f500 wordt afgetrokken, hij zag
liever in de nieuwe verordening, dat er f 600 werd af
getrokken ook in verband met de hoogere huurwaarde.
De Voorz. voert daartegen aan, dat ook de loonen
belangrijk gestegen zijn en ieder naar zijn krachten
in de Gemeentehuishouding dient bij te dragen, waar
door hij ook stem daarin krijgt. Spr. acht deze finan
cieels band van veel belang tusschen kiezer en gekozene.
Na eenige discussie werd met 10 tegen 3 stemmen
aangenomen in plaats van .zuiver inkomen» te lezen
•vermoedelijk zuiver inkomen.» Tegen stemden de
heeren Kingma, de Vries en Fennema.
De heer de Vries heeft bij het rapport der Commis
sie wel eene beoordeeling, doch geene conclusie ge
vonden. De tabel van den heer Dokkum is even aan
geroerd. Hij brengt hulde aan den arbeid van den heer
Fennema in dezen en vindt in dit ontwerp terug
•draagkracht naar ieders vermogen*, welke grondslag
de verordening van 1883 ook had, die tot heden ver
ordening is gebleven.
De heer Dokkum meent, dat er aan zijn stuk niet
de noodige aandacht is geschonken. In tegenstelling
met zijn ontwerp zullen de bezitters van 1 ton eene
verlaging in den H. Omslag genieten van f 2 tot f 6
en de inkomens van beneden f 2000 een aalmoes van
25 cent. Hij vindt dit niet eerlijk en onbillijk. De
48 hoogst aangeslagenen mogen dankbaar zijn.
De Voorz. vindt, dat de heer Dokkum schermt met
groote woorden, diens becijferingen zijn niet in har
monie met zijne woorden, en keurt af de geringschat
ting van het slag van menschen door hem aangehaald.
Dit belastingstelsel steunt op goede gronden. Zoolang
de heer D. niet bewijst, dat zijne berekeningen op wet
telijke en de onderwerpelijke op onwettige gronden
berusten, dan komt hier in ’t minst te pas, van aal
moezen te spreken.
Na verdere discussie wordt ten slotte de aangebo
den concept-verordening met kleine redactie-wijziging
vastgesteld en zal daarop da Koninkl. goedkeuring
worden aangevraagd.
13. Wijziging der jaarwedde van den Secretaris-
Boekhouder bij het Burgerlijk Armbestuur.
Door de uitnoodiging van den heer Visser in de vori
ge vergadering zegt de Voorz. stellen B. en W. voor
de jaarwedde van den Secretaris-Boekhouder bij het
Alg. Armbestuur met ingang van 1 Januari 1902 met
f 100 te verhooge.n en Voogden uit te noodigen daarop
te willen letten bij ’t opmaken der begrooting.
De heer Wielenga wenscht de reden wel te weten,
waarop is ingegaan op deze verhooging. Telkens is
er op het aanbeeld geslagen «verhooging der jaarwed
de van den Boekhouder.»
De Voorzitter antwoordt, dat van het Dag. Bestuur
in dezen niet was te verwachten, dat het
bepaling der Bouwverordening.
De Voorz. licht toe, dat adressant onder overleg
ging van een schetsreekening verzoekt om dispensa-
mogen bouwen een houten hok op steenen voet. B.
leenen aan adressant, die zich verder heeft te gedra
gen naar de nadere voorschriften.
De heer Pijttersen merkt op, dat er ontheffing ge
vraagd wordt voor iets, dat er reeds staat, dat de
Voorz. spr. toegeeft. Hij is niet tegen de ontheffing.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van B. en W. besloten.
8. Eervol ontslag-aanvraag van den Leeraar M. O.
J. Groenevelt Jz.
Adressants verzoek is tweeledig zegt de Voorz. a.
verzoek om eervol ontslag met ingang van 1 Sept, a.s.;
b. verzoek om eene jaarhjksche toelage voor verder
levensonderhoud. B. en W. stellen voor aan adressant
het gevraagde te verleenen en de toelage te bepalen
op f 400. De Voorz. herinnert dat de heer Gr. sedert
1 April 1871 in deze gemeente zijne diensten heeft
bewezen en na het ontslag geen inkomsten heeft voor
levensonderhoud.
De heer Wielenga vraagt of de Comm. van Toezicht
op het M. O. is gehoord.
De heer ten Cate zegt, dat het wel bij die Comm.
is ter sprake gebracht; gaat er van dat College een
schrijven uit, dan zal het zijn in den geest als door
B. en W. is voorgesteld.
De Voorz. wijst verder op de langdurige ziekte,
’t advies van den geneesheer van adressant, de wijze
waarop zijne lessen door een ander zijn waargenomen
en het minder wenschelijke, genoemde commissie in
dezen te kennen.
De heer R. S. H. Visser vraagt of de heer Gr. ge
durende zijne ziekte het volle tractement heeft genoten,
waarop de Voorz. toestemmend antwoordt. De heer
Visser vraagt en bekomt verlof na afloop der agenda
eene interpellatie te richten daarover (geheel afgeschei
den van den persoon) aan B. en W.
Besloten wordt aan adressant conform het voorstel
van B. en W. het gevraagde toe te staan.
9. Adres van de onderwijzeres W. Pelsma inzake
tractements-regel ing
B. en W. stellen voor na gehoord te hebben de
plaatselijke schoolcommissie, aan adressante volgens
de bestaande verordening, wegens 20-jarigen dienst
tijd in deze Gemeente, de gevraagde verhooging toe
te staan en hare jaarwedde te brengen op f 750,
waartoe wordt besloten.
10. Tractements-regeling van den nieuw te benoe
men Waagmeester.
B. en W. stellen voor de jaarwedde van den nieuw te
benoemen Waagmeester te bepalen op f 150 per jaar
zonder emolumenten. De vorige titularis genoot f 300
plus 6 pCt. van de invordering der marktgelden, die
over het afgeloopen jaar bedroegen f 566.37. De bloei
tijd der waag is voorbijB. en W. hebben gemeend
in den geest van den Raad te handelen en zijn niet
lager gegaan, daar het voor een dergelijke betrekking
dan misschien moeilijk zoude zijn op het drukke deel
der week, de man daarvoor te vinden.
De heer Pijttersen is er voor dat de benoeming voor
1 jaar geschiedt, daar Spr. plannen heeft voor veran
dering en verbetering der Waag, die hij hoopt in te
dienen.
De Voorzitter wenscht dat die plannen insluiten
den bloei der Waag en den nieuwbenoemden Waag
meester mogen aansporen tot getrouwe plichtsbetrach
ting voor latere definitieve benoeming. Verder merkt
de Voorz. op, dat de verordening op de heffing van
wik- en weeggelden 1 Januari 1902 ook eindigt.
Conform het voorstel van ’t Dag. Bestuur wordt
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.