WOK SU KI KISTKKul. NIEUWS- ES lOmfflTlEBLAD Oproeping onder de Wapenen. HECHTER. Hel Paleis op den Dam. 4 Woensdag 10 Juli 1901. 3 56e Jaargang. l'To. 65. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentien. BEKENDMAKING. Procesverbaal Stemming. BEKENDMAKING. FEUILLETON. k tl Wethouders voornoemd, -• I. e t, Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. !- n g De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, gevolg Herstemming voor den Gemeenteraad van Sneek. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, brengt ter openbare kennis, dat op Maandag 15 Juli e.k., van des voormiddags acht tot des namiddags vijf uur, in de voorzaal van het gebouw der Maatschappij »Ami- citia«, op Leeuwenburg alhier, eene herstemming zal plaats hebben ter benoeming van twee leden van den Gemeenteraad. De CAND1DATEN, in alphibetische volgorde, die de meeste stemmen bij de op 5 Juli j. 1. gehouden stem ming hebben verkregen, zijn KINGMA (H. Jz.) OKMA (Mr. H.) SCH1JFSMA (J. H.) STEELE van der (Tj. J.) Voorts brengt hij onder de aandacht Artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende »Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste een jaar.« Sneek, den 9 Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. Novelle van E. Merk. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 3 De geheele dag verliep eigenlijk in een langen, bijna onafgebroken maaltijd. Helene kon zich in haar koorts- achtigen gemoedstoestand niet begrijpen, hoe die men- schen in staat waren telkens maar weer te eten. Zij leed onder die drukkende gastvrijheid en al de vrien delijkheid welke men haar bewees. Zij had zoo graag willen uitschreien aan den schouder harer zuster en zij moest lachen, belangstelling huichelen voor dingen die haar totaal onverschillig warencomplimentjes wisselen met menschen, die zij zeer waarschijnlijk nooit weer zou ontmoeten. Want zij wilde weg uit Hamburg, zoo spoedig mogelijk, liefst morgen reeds. Tegen middernacht kwam eindelijk rust in het groote huis. Zij schoot haar nachtjapon aan, sloop de gang over en klopte aan Ella’s kamer. Deze was nog wakker en liet zich door haar kame nier het lange haar kammen. ♦Och neen, laat mij dat nu doen,« zei Helene. Ella trok de wenkbrauwen ongeduldig samen ♦Gij zult mij zeer doen Maar in den spiegel, waar ze vóór zat, zag zij het opgewonden gezicht harer zuster en zij maakte zich beangst voor eene scène, waarbij zij geen getuige wilde hebben. ♦Ga, Rieke,klonk ’t op bevelenden toon tot haar Aankondiging van stemuren in Fabrieken en Werkplaatsen. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek, Gelet op de op Maandag 15 Juli e.k. te houden herstem ming ter benoeming van twee leden van den Gemeente raad brengt onder de aandacht van de daarbij belang hebbenden, de navolgende artikelen der Kieswet als Kieswet Art. 57. Personen, bij wie en bestuurders van bijzondere ondernemingen en instellingen, waarbij mannen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren heb ben bereikt, in dienstbetrekking zijn, zijn, voor zoover niet bij algemeenen maatregel van bestuur vrijstelling is verleend, verplicht te zorgen, dat ieder van dezen, die bevoegd is tot de keuze mede te werken, gedu rende ten minste twee achtereenvolgende uren tusschen acht uren des voormiddags en vijf urén des namiddags daartoe gelegenheid vinde. Met betrekking tot bovenstaand Wetsartikel is bij Koninklijk Besluit van 24 Mei 1901 (Staatsblad no. 109) het volgende bepaald: Art. 1. Vrijstelling wordt verleend aan de in art. 57 der Kieswet bedoelde personen en bestuurders van bijzondere instellingen en ondernemingen ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijnde personen, welke uithoofde van die dienstbetrekking op den dag der stemming tusschen de in vermeld artikel genoemde tijdstippen niet gedurende twee achtereenvolgende uren vertoeven in de gemeente, op welker kiezerslijst zij voorkomen. Art. 2. Vrijstelling als omschreven in het voor gaand artikel wordt voorts verleend aan geneeskundigen en apothekers ten aanzien van bij hen in dienstbetrek king zijnde personen alsmede aan personen en bestuur ders van bijzondere instellingen en ondernemingen ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijnde zieken verplegers. Kieswet Art. 58. Personen en bestuurders in het voorgaande artikel bedoeld, zijn voor zoover arbeid wordt verricht in fabrieken of werkplaatsen, verplicht te zorgen, dat in het arbeidslokaal, en zoo er meerdere arbeidslokalen zijn, in het grootste of wel in meer dan één arbeidslokaal, gedurende twee werkdagen vóór en op den tot stemming bepaalden tijd op eene zicht bare wijze is opgehangen eene door hem of van hunnent wege onderteekende lijst, de uren, in het voorgaand artikel bedoeld, vermeldende, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk. Overtreding van de bovengenoemde artikelen der Kieswet wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldboete van ten hoogste f75. Sneek, den 9 Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. eindelijk in Duitschland een eigen thuis hebben Ella’s koude, heldere oogen vestigden zich met eene uitdrukking van schrik, van verzet op haar zuster, maar zij zeide slechts»Gij schijnt te vergeten, dat je plicht je ginder bindt aan de zijde van je echtgenoot.» »Ik keer niet weer naar hem terug, nooit nooit riep Helene uit. ♦Ik begrijp je niet. Wat is er dan gebeurd Her manns was toch altijd de teederste echtgenoot. Een bitter zuchtje ontsnapte aan de van opgewonden heid trillende lippen der jonge vrouw. »Ik begeer zij ne teederheid niet, ik verafschuw, ik veracht hem ♦Maar, mijn hemel, Helene! Welke woorden! Als iemand ze eens hoordeAngstig ging Ella opstaan, om te zien of iemand in de zijkamer haar ook zou kunnen beluisteren. »Wat heeft hij dan voor kwaad bedreven? Gij zijt natuurlijk jaloersch en hebt de een of andere kleine ondeugendheid van Hermanns opge- stapeld tot een ongehoorde misdaad In uwe brie ven stond toch nooit een woord, geen enkele zinspe ling— ♦Hoe vaak heb ik niet getracht mijn bezwaard ge moed aan je lucht te geven. Maar als de woorden dan op ’t papier stonden en ik daarbij bedacht, hoe lang ’t wel duren zou alvorens ze in je bezit waren en ik er antwoord op zou kunnen ontvangen, zie, dan ontbrak mij de moed, den brief te verzenden. O, Ella, men schrijft niet zoo gemakkelijk eene vree- selijke beschuldiging, een doem vonnis néér tegen den man wiens naam men draagt. Zij was dichter naar haar zuster toegesehoven en fluisterde met een somberen rimpel op het voorhoofd ♦Het betreft hier niet een vlaag van jaloezie, geen voorbijgaande teleurstelling. Ik veracht hem, omdat hjj een door en door slecht mensch is, die niets kent gevende aan de missive van den Commissaris der Koningin in deze Provincie, d.d. 8 Juli 1.1. Ie Afdeeling M en Sno. 1102, roept bij deze op: den alhier geves- tigden milicien-verlofganger Klaas Dijkstra, nummer- verwisselaar voorden loteling JolleVisser uit de ge meente Gaasterland, lichting 1897 no. 19, behoorende tot de 6e Batterij van het le Regiment Veld Artillerie, om, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uit rustingstukken bij zijn vertrek van het korps mede genomen, zich op Maandag den 2 September 1901, des namiddags vóór vier uur, te laten vinden bij zijn korps te Amersfoort, ten einde wegens overtreding van artikel 133 der wet op de Nationale Militie, krachtens art. 137 dier wet voor den tijd van een maand onder de wapenen te komen. Vooraf moet gemelde verlofganger zich, voorzien van zijn zakboekje en verlofpas, ter Secretarie van Sneek vervoegen, om deze voor vertrek te laten afteekenen. Tevens wordt hem in herinnering gebracht, dat ingeval aan deze oproeping niet wordt voldaan, hij overeenkomstig art. 145 van bovenaangehaalde wet als desei teur zal worden behandeld. Sneek, den 9 Juli 19.01. De Burgemeester voornoemd, ALMA. als het onbeschaamd, gewetenloos streven naar bezit, omdat ik walg van zijn valsch karakter, omdat hij liegt, zoo vaak hij de lippen opendoet.» Nu was Ella toch ook bleek geworden. Zij behoorde tot die heldere naturen, die niets vergeten, ook niet haar eigen slechte aandoeningen; die zien elke bijzon derheid uit haar verleden scherp herinneren en zich- zelve niet misleiden, ook al zijn ze dan niet altijd open en opiecht jegens anderen. Zij wist heel goed dat zij haar zuster tot het huwelijk met Hermanns gedron gen, dat zij haar echtgenoot overgehaald had hem als deelgenoot in de zaak op te nemen. Zij was jaloersch ge weest op de pas ontluikende Helene, over wier blond hoofd nog de betooverende geur der jeugd lag, die zij zelve reeds verloren had. Haar man had veel te vaak den arm om de slanke taille harer achttienjarige zuster geslagen; veel te vaak hare zachtblozende wangen gekust en zich verontschuldigd met de bewering, dat hij het jonge meisje voor zijne vrouw had aangezien, daar de gelijkenis toch zoo groot was. Ella had het zwijgend opgemerkt, zonder een heftig woord, zonder eene afkeurende uitdrukking, met een goedhartig lachje over de vergissing. Maar zij had gehandeld. Helene moest zoo spoedig mogelijk weg uit haar huis. Zij moest worden uitgehuwelijkt zoodra zich eene ge legenheid aanbood. En nu klonk de zware beschuldigine harer zuster tegen haar echtgenoot als een vet wijt tegen haar, die Hermanns aanzoek begunstigd, het gemakkelyk te influenceeren kind de keuze aangeraden en haar zwager den weg geëffend had. Zij wilde haar rustig geweten niet met berouw bezwaren. Zij wilde ook niet met haar zuster samen wonen. Ook haar was de erfenis van haar oom zeer welkom geweest, ofschoon ’t voor haar, de welgestelde weduwe, veel minder om ’t vermogen, als gedienstige, die zich eerbiedig buigende verwijderde. Helene vleide haar hoofd tegen den schouder harer zuster. »0 laat mij voelen dat ik thuis ben, in mijn geboorteland, niet meer in den vreemde fluisterde zij. ♦Gij zult mijn haar in de war brengen in plaats van in orde«, zei Ella met een koel lachje. ♦Neen, neen Ik zal heel zoet zijn. Kom, ik zal je haar vlechten. ♦Wat ziet ge er toch jong uit zeide zij, toen zij de blonde vlechten als een krans om het hoofd harer zuster gewonden had. ♦Maar, kom aan 1 Ga hier nu naast mij zitten.» Zij trok Ella mee op de canapé. ♦Moet dat dan werkelijk heden nog gebeuren Ik ben eigenlijk moe. Kan dat onderhoud niet tot mor gen wachten ♦Neen, neenIk kan niet slapen alvorens ik je het noodzakelijkste gezegd hebik ga niet weer naar Ame rika terug, Ella Die woorden schenen haar zuster, die achterover in de kussens was gaan leunen, uit haar rust op te schrikken. ♦Maar, Helene, je praat daar werkelijk zotte-praat,« antwoordde zij op afkeurenden toon. »De zeereis zit je nog in de leden. Je deedt beter, naar bed te gaan.« ♦Ik ben niet ziekik ben bij mijn volle verstand. Mijn besluit is goed overwogen en rijpelijk doordacht. Gij kunt er je geen begrip van maken, welk eene ver lossing voor mij in het bericht lag, dat oom Alfred ons zijn vermogen en zijn landgoed had nagelaten.» Harts tochtelijk greep zij de koude blanke handen harer zus ter en zei met smeekende oogen: ♦O, niet waar, Ella, gij houdt me bij je Wij blijven van nu af bij elkaar Wat zult ge hier doen in dit stille huis bij die oude lui Stel je voor, hoe heerlijk ’t wezen zal, als we samen het landgoed overnemen in dat lieflijke oord als wij BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Sneek, Gelet op de eerste zinsnede van art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat is aangeplakt en ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd, afschrift van het procesverbaal van de zitting van het Hoofd-Stembureau, waarbij is vastge steld de uitslag der op 5 Juli jl. plaats gehad heb bende stemming ter benoeming van vijf leden van den Gemeenteraad. Sneek, den 6 Juli 1901. Burgemeester en ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris- Wie voor ’t eerst ’t Paleis in Den Haag ziet, vindt ’t allesbehalve koninklijk, 't Paleis op ’t Loo is groot en niet zeer mooi, maar mag beschouwd worden als een koninklijk buiten, behoorende bij groote parken, vijvers en bosschen en kan er zoo mee door. Beide paleizen vallen dus, om ’t rechte woord te zeggen, niet mee, wat ’t uiterlijk aangaat. Doch ook ’t Paleis op den Dam geeft niet dien indruk, welke men er zich van had voor gesteld. Men zal ’t nog nooit gezien hebben, als schoolkind gelezen hebben van »’s werelds achtste wonder»; men zal dan een heele voor stelling hebben van iets buitengewoon grootsch en als men ’t daarna voor ’t eerst ziet, valt ’t af. Men ziet een gebouw, imponeerend door zijn massieve grootte, de aandacht trek kend door zijn koepeltje en ’t schoone beeld houwwerk aan den bovenkant der gevel. Maar toch valt ’t af; de kleur is somber; de raampjes zijn klein; het ondergedeelte is ver van mooi; een fatsoenlijke ingang is er niet; van koninklijke ingang is dus heelemaal geen sprake, ’t Gebouw geeft bijna zeker den indruk, dat ’t misbruikt wordt, zijn roe ping mist. En dat is werkelijk zooniet alleen uit-, ook inwendig. Men heeft getracht van een ge bouw, dat als Stadhuis van Neêrlands hoofd stad prachtig was, een paleis te maken en ’t daardoor ver- en misvormd. In ’t begin der vorige eeuw, toen Lodewijk Napoleon, koning van Holland, den wensch had te kennen gegeven, in Amsterdam te wonen, bood Amsterdam hem ’t stadhuis aan. t Voormalige Prinsenhof, aan een der Burg wallen gelegen, werd stadhuis en kon, al was ’t niet zoo uitgebreid, toenmaals de ambtena ren, enz. herbergen. Maar sedert is de Am- stelstad veel grooter geworden, de bevolking verdrievoudigd. Daardoor breidde zich het getal beambten ter secretarie zeer uit en kon ’t Prinsenhof nauw ruimte bieden. Maar vooral in de laatste jaren kwam er plaatsge brek. Verschillende bedrijven, tram, telephoon, gasfabriek kwamen aan de gemeente en eisch- ten een leger van nieuwe mannen in dienst der gemeente. Nu is er door Burg, en Weth. van de hoofd stad een plan in den Raad gebracht, om voor een paar ton, meer niet, ’t Prinsenhof te ver bouwen en te vergrooten. Verschillende pen nen zijn daardoor in beweging gebracht en meer dan één schrijver dringt er op aan, het oude Stadhuis, het tegenwoordige Paleis op den Dam, weer als stadhuis te gebruiken en de Koningin in een der nieuwe stadsgedeel ten een nieuwe woning te geven. Zaterdagavond werd over deze zaak door de gecombineerde vereenigingen >Architectura et Amicitia«, »Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst» en >Ned. Oudheidkundige Bond» een bijeenkomst in de hoofdstad gehouden. Verschillende raadsleden en autoriteiten waren aanwezig. De bekende architect, de grijze dr. P. J. H. Cuypers, die zoovele rijks- en andere gebouwen schiep of restaureerde, leidde de kwestie in en begon met te constateeren, dat ’t gebouw op den Dam eene zeer onvolledige verblijfplaats was voor ’t vorstelijk huis. Aan den roem van Amsterdam en de heerlijke schepping van Van Campen (die’t gebouw van 16481653 bouw de) was jarenlang onrecht gedaan. In de eerste plaats ontbrak een koninklijke ingang. De ze ven deurtjes voldeden allerminst als zoodanig. Groote ontvangkamers, salons voor de konink- 3 v 5. I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1