MfflWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BAAR RECB’FER.
moil m ES MSTK1M.
-1
f
tTo. 58.
Zaterdag 20 Juli 1901.
58e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek,
Officieels Advertentien.
KENNISGEVING.
FEUILLETON.
s
s
o
S
w:
te
Uit de Raadszaal.
wachten.
Wordt vervolgd.
k i
I»it blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Novelle van E. Merk.
5
-
8
8
o
a
a
a
3
S)
0
IC
S
a
0
0
o
t£’
-g
ca
3
s'
o
a
a
S
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek
herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van
4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de ingezetenen:
dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmel
den ter Secretarie der gemeente, gelegenheid wordt
gegeven tot kostelooxe inenting en herinenting.
Sneek. den 2 Juli 1901.
Bwrgemeetter en Wethouder» voornoemd.
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
uitgaven, met de daarbij behoorende
de verschillende bestu-
als volgt vast
o m
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
VERGADERING van den Gemeente
raad van Wymbritseradeel op Zaterdag,
den 13 Juli 1901, des voorm. te 10‘/2 uur.
Tegenwoordig zijn 13 leden.
Afwezig met kennisgeving de heer A. H. Tromp,
zonder kennisgeving de heer A. P. Nauta.
Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester.
Secretaris de heer J. Poppinga.
voor hare geschokte zenuwen.
Geheel uitgeput viel zij eindelijk in slaap. Maar
met de nieuwe kracht ontwaakte in den morgen ook
weder het troosteloos gevoel van verlatenheid, een som
bere huivering voor het leven. Dagen lang lag zij met
gesloten oogen. Zij vreesde uit de halve dofheid te
ontwaken, die nog altijd haar denken benevelde.
6
Ook in het stille, groote huis te Hamburg bracht
de krant ontroering en ontsteltenis. De oude lui voel
den, dat zij hunne schoondochter Ella, die haar zuster
zoo plotseling verloren had, terzijde moesten staan.
Maar de oude man kon zich buiten zijn leunstoel niet
redden, en voor zijne vrouw was een reis zonder haar
man, ja zelfs alleen maar het verlaten van Hamburg,
bijna even verschrikkelijk als de dood. Zij huiverde
bovendien voor een reis met het spoor, waarop zul
ke vreeseljjke dingen gebeurden. De jongere familie
leden hadden het allen te druk met hunne zaken en
stelden buitendien ook te weinig belang in hun nicht,
om van hen te kunnen vorderen, thans een reis te
ondernemen. Men stelde zich dus tevreden met een
telegram aan mevrouw Ella Hoffmann, waarop van
een vreemden dokter antwoord kwam»De dame
is buiten gevaar, maar hare zenuwen hebben behoefte
aan volkomen rust. Ik verzoek, opwindende bezoe
ken uit te stellen.*
Die weinige woorden werkten verlichtend en gerust
stellend op het uit zijne stille gewoonten opgeschrikte
echtpaar. Beiden schreven nu brieven op papier met
zwarte randen en stuurden prachtige grafkransen naar
het dorp. Zij voelden, dat zij als altijd hun plicht
vervuld hadden en nu verdere berichten konden af
in een klein vertrekje van de dorpsherberg lag in-
tusschen een bleeke blonde vrouw onbeweeglijk in de
kussens. Men had haar daar naartoe gebracht, omdat
de dokter, nadat men haar van onder de puinhoopen
had te voorschijn gehaald slechts zware bewusteloosheid,
maar behalve lichte huid wonden en kwetsuren aan ar
men en beenen geen ernstige verwonding gevonden had.
Als zich geen hersenschudding openbaarde, zou zij on
getwijfeld gered worden.
De vreemdelinge ontwaakte dan ook spoedig uit hare
verdooving.
»Waar is mijne zuster?* was haar eerste vraag toen
zij de bleeke lippen open deed.
Haar pleegzuster vermaande haar kalm te blijven
en zich niet ongerust te maken.
De dokter echter begreep heel goed, dat met het te-
rugkeerend bewustzijn de onrust over hare reisgenoote
niet meer was weg te nemen, en verklaarde dus op
deelnemenden toon'Mevrouw, ik mag u de waarheid
niet verbergen. U is de eenige, die levend uit dien
personenwagen kwam. Alle anderen zijn dood.*
Toen zij hem met wilde ontsteltenis en bevende
stem vroeg »heeft mijn arme zuster vreeselijk moe
ten lijden?* schudde hij geruststellend het hoofd.
»De blonde dame, die met u in de middelste afdee-
ling van den waggon zat, is op het oogenblik der bot
sing gestorven. Zij had een doodelijke wonde aan de
slapen. Met het oog op de treurige omstandigheden,
is dithaastige uiteinde nog als een geluk te beschouwen.*
Zij staarde met zoo-n wanhopige uitdrukking voor
zich neer en kreunde met zoo’n angstigen blik »0,
waarom leef ik dan nog? Waarom juist ik?» dat’t
hem geruststelde, toen in die strakke oogen tranen
kwamen en een heftig schreien ontspanning bracht
In het kleine kamertje viel helder zonlicht. Door
het geopende venster stroomde de geur van reseda
naar binnen. Eindeloos strekte zich de blauwe hemel
uit en elke boom, elk huisje vertoonde zich in die
wonderbare helderheid, het opbeurende gouden licht
der herfstdagen, als de oostewind waait en zich over
het van den zomer vermoeide land een ware betoo-
vering verspreidt van zachte warmte, van heerlijken
zonneschijn. Vlaiende en smeekende als’t ware drong
die stralende schoonheid door tot de doodbedroefde
vrouw, als wilde het leven haar toonen Zie, hoe rijk
ik ben, ondanks alle verschrikking!
Maar de eenzame, die in het vreemde huis in de
kussens lag, kon niet vergeten. Zij geloofde niet in
den zonneschijn en als zij aan de toekomst dacht, greep
een wilde angst haar aan.
Alleen maar om de gedachten te verdrijven, die
zich gedurig weer bij haar opdrongen, greep zij naar
eene krant, die op het tafeltje naast haar bed was
blijven liggen.
Zij beproefde te lezen, maar ’t waren enkel woor
den, die zij zag woorden, die haar niets zeiden,
haar geen belangstelling inboezemden. Wat raakten
haar, na het vreeselijke dat zij beleefd had, de kleine
nieuwtjes van den dag waarmeê de kolommen daar
gevuld waren? Toen zij echter het opschrift bemerk
te »Spoorwegongeluk”, viel het blad haar van afschuw
uit de hand. Neen, zij voelde zich niet in staat dat
bescheiden, nauwkeurig nagezien en alles in orde be
vonden. Zij brengt dank aan dc --
ren en stelt voor deze rekeningen
stellen
keningen, lof uitspreekt over het gehouden beheer en
voorstelt de ingediende rekeningen voorloopig goed
te keuren. Er worden eenige opmerkingen gemaakt
welke z. i. wel overweging verdienen en zoo in eens
maar niet behandeld kunnen worden, wat zeer zeker
ook niet de bedoeling zal zijn. Spr. geeft daarom in
overweging, conform het voorstel der Commissie de
ingediende rekeningen voorloopig goed te keuren en
de overige genoemde zaken in eene volgende verga
dering te behandelen.
Nadat de heer Feenstra nog heeft gewezen op de
hooge sommen, uitgetrokken voor huishuur, wordt
conform het voorstel van den Voorzitter besloten, de
verschillende rekeningen voorloopig vast te stellen en
omtrent de overige voorstellen der Commissie in de
eerstvolgende vergadering te besluiten.
De Voorzitter betuigt zijnen dank aan de Commis
sie voor hare bemoeiingen, daar deze blijk heeft
gegeven met zorg de rekeningen etc. te hebben
behandeld.
V. Aanbieding Gemeente-rekening over 1900.
De Voorzitter stelt voor, evenals vorige jaren, eene
commissie van drie leden te benoemen, welke zich
belast met het nauwkeurig nazien dezer rekening, om
in de volgende vergadering rapport uit te brengen
terwijl bedoelde rekening inmiddels op de Secretarie
ter inzage zal worden neergelegd.
Daar de vergadering de benoeming van de leden
dier Commissie aan den Voorzitter overlaat, wijst deze
daartoe aan de heeren Ages, Oppedijk en van der Ley.
VI. Onderzoek der geloofsbrieven der nieuw be
noemde raadsleden.
De Voorzitter stelt voor de geloofsbrieven der nieuw
benoemde raadsleden, de aftredende leden de Boer,
Hettinga, Kooistra, Oppedijk en D. Tromp, te doen
onderzoeken door eene commissie, bestaande uit de
heeren Hokwerda, Huistra en Visser.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten en de vergadering gedurende dat
onderzoek geschorst.
Na wederopening rapporteert de Commissie, bij
monde van den heer Hokwerda, dat de geloofsbrieven
in orde zijn bevonden en wordt voorgesteld tot toela
ting der nieuwe leden te besluiten.
Daar niemand eenige op- of aanmerkingen heeft,
wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het gerapporteerde besloten.
Gedurende de behandeling van dit punt waren de
nieuw benoemde leden niet in de vergadering aan
wezig.
VIL Verzoek van het bestuur der op te richten
Coöperatieve Stoomzuivelfabriek »De Hem” te Nijezijl,
betreffende verlegging van een gedeelte kunstweg
aldaar.
Genoemd bestuur is voornemens eene zuivelfabriek
te bouwen op Nijezijl onder Oosthem, doch ten einde
voldoende ruimte te krijgen, wil het gaarne de daar
bestaande grindweg meer oostelijker brengen, zooals
dat op het terrein door paaltjes is aangeduid.
Het bestuur voornoemd wil deze verandering op
eigen kosten aanbrengen en meent dat de weg daar
door tevens gunstiger komt te liggen. Met het be
stuur van het waterschap Scharwouder- en Morra-
Punten van behandeling-.
I. Resumtie der notulen van de vergadering van
den 28 Mei 11.
De notulen van ovengenoemde vergadering worden,
na lezing door den Secretaris, onveranderd vastgesteld.
II. Mededeeling van ingekomen stukken, enz.
Door den Secretaris worden de volgende ingekomen
stukken medegedeeld:
a. eene missive van hh. Ged. Staten dd. 30 Mei 11.,
daarbij berichtende de datums, waarop de gemeente-
rekeningen, der ontvangsten en uitgaven over het
afgeloopen dienstjaar, aan dat college moeten worden
ingezonden.
Voor deze gemeente is die datum gesteld vóór of
uiterlijk op 9 September a. s., terwijl verzocht wordt
wel te willen letten op de ten vorigen jare gemaak
te opmerkingen
b. besluit van hh. Ged. Staten, dd. 6 Juni, waar
bij is bepaald, dat in de a. s. zomerzitting der Prov.
Staten een voorstel zal worden gedaan om in de al-
geheele vernieuwing van de brug het Wolsumerket-
ting, eene provinciale subsidie van f 2000.te ver-
leenen, indien de doorvaartsbreedte der brug op 6
M. wordt gebracht;
c. missive van hh. Ged. Staten, dd. 27 Juni 11.,
waarbij wordt gemeld dat de Rijksbijdrage volgens
de wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156) voor deze
gemeente bedraagt f 42201.09;
d. alsvoren, dd. 30 Mei 11., geleidende eene mis
sive van ZEx. den minister van Justitie, waarbij het
wettelijk maximum der vergunningen voor den ver
koop van sterken drank in het klein, tot den 1 Mei
1904 wordt verlaagd en dat aantal bepaald op 30
e. Proces-verbaal van de op 6 Juli gehouden kas
verificatie bij den gemeente-ontvanger, waarbij de
boeken en kas in de beste orde zijn bevonden.
De Voorzitter stelt voor bovengenoemde ingekomen
stukken alsmede het zooeven door hem ontvangen
schrijven van den heer A. H. Tromp, waarbij deze me
dedeelt, dat het hem minder gelegen komt bij deze ver
gadering tegenwoordig te zijn, alle voor kennisgeving
aan te nemen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van den Voorzitter besloten.
III. Verzoeken om afschrijving van hoofdelijken
omslag.
Medegedeeld worden 3 adressen en wel van lo.
Swopkje Obbema, weduwe Fedde Botes v. d. Werf,
kasreleinske te Oudega, mededeelende dat haar echt
genoot den 16 Mei jl. is overleden, en het bedrijf
daardoor voor een groot deel is opgehouden2o.
KI. Hettinga, landbouwer, vroeger te Sandfir-
den, thans te Scharl, wegens verhuizing buiten de
gemeente en 3o. Joh. Bijvoets, vroeger koperslager te
Westhem, eveneens wegens verhuizing buiten de ge
meente.
De Voorzitter stelt voor alle bovengenoemde adres
santen voor 8/12 gedeelte afschrijving van hoofdelijken
omslag te verleenen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
IV. Vaststelling Armvoogdij-rekeningen, dienst 1900.
De Voorzitter zegt, dat successievelijk alle arm-
te lezen. Maar dat opschrift bezat niettemin eene hui
veringwekkende aantrekkingskracht. Zij moest zich
zelve overwinnen en de namen der verongelukten
zien, den naam harer zuster.
Met een schok richtte zij zich plotseling in de kus
sens op. Wat stond daar?
»Als lijken werden onder den waggon weggehaald:
doctor Schmidt uit Berlijn met vrouw en dochter,
Karl Weidner, handelsreiziger, mevrouw Helene Her
manns uit New-York.«
Als de pleegzuster of de dokter bij haar geweest
waren, zou zij dadelijk hebben uitgeroepen »Maar dat
is immers eene vergissingMijn naam staat onder
de doodenEn ik leef immers’t Is mijn arme
zuster, die verongelukte
Maar zij was alleen. Zij trok ook de hand weder
terug, die de bel wilde grijpen. Zij dacht na.
Men moest zeker haar notitieboekje met haar visi
tekaartjes in de nabijheid of misschien wel in de hand
van de doode gevonden hebben. Wellicht had Ella
in dat verschrikkelijk oogenblik stervend hare vingers
krampachtig om de bladen geknepen. Zóo zou de.
verwisseling ontstaan zijn. Zóo was haar naam op
de lijst der dooden gekomen.
Zij bestond dus niet meer voor de wereld. Weg
gestreken uit de rij der levenden. Wie bekommerde
er zich om? Wie kende die mevrouw Hermanns uit
New-York? Wie wist iets van de vrouw die uit
Amerika gevlucht was om zich een nieuwe woonplaats
te zoeken? M ar daarginds? Het bericht van het
spoorwegongeluk kwam ook in amerikaansche bladen.
Wellicht had de kabeldraad reeds dadelijk de namen
gemeld. En dan zou haar man die zeker lezen.
Zijn vrouw was dood De krant vertelde ’t hem.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen ter voldoening aan art. 8 der Hin
derwet ter openbare kennis, dat aan Jacob Abraham
Cohen, bakker te Sneek en zijne rechtverkrijgenden
vergunning is verleend tot het oprichten van eene
Brood-, Koek- en Kleinbakkery, in het perceel, kada
straal bekend gemeente Sneek, Sectie B, no. 2289,
staande aan den Oosterdijk, wijk 3 no. 12.
Sneek, den 18 Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
Jac. van der LAAN, Secretaris.
Hoewel de Commissie niet de geringste bedenking
oppert, spreekt zij toch hare ontevredenheid uit over
de armenverzorging in deze gemeente; deze toch heeft
niet in ’t minst op uniforme wijze plaats. De Com
missie vestigt daarom nogmaals de aandacht op haar
rapport, ten vorigen jare uitgebracht en geeft in ern
stige overweging naar middelen om te zien, om ver
betering aan te brengen, bv. door eene commissie te
benoemen, welke een onderzoek in andere gemeenten
zou kunnen instellendan wijst zij op de dorpen
Wolsum, Oosthem en Nijland, waar ruim f 1550.aan
woninghuur wordt betaald; dit toch vindt de com
missie onverantwoordelijk en vraagt of de stichting
van een armhuis in die streek ook bezuiniging zou
kunnen geven hierover acht zij eene bespreking met
de betrokken armbesturen niet ongegrond en voorts
eischt de geneeskundige verpleging zulk een groot deel
der gelden, dat ’t h. i. wel overweging verdient, ge-
meente-geneesheeren op een vast traktement aan te
stellen.
De Voorzitter zegt, dat de heeren gehoord hebben,
hoe do Commissie oordeelt over de verschillende re-
voogdij-rekeningen zijn ingekomen en in handen ge
steld van de commissie tot nazien dier rekeningen, be
staande uit de heeren Feenstra, D. Tromp en Huistra,
welke heeren thans hun rapport gereed hebben.
De Secretaris leest thans dit rapport voor, waaruit
o. a. ’t volgende blijkt
De Commissie heeft de ingekomen rekeningen in
ontvangsten en i
vonden. Zij brengt dank
I.
kO
CD
m
co
co
00
l.
o
rD
45
CU
5
ca
M
■O
-K
cq
CM
O
CO
GO
03
O
CM
CO
O
8
g
ft
S3
<D
O
o
có
CM
CM
00
o
cd
03
O
CO
o>
co
03
<D
O
a
0
cS
O
ÊjO
O
CD
co’
03
co
co
ro
O
o
cd
03
CO
co
oó
co
03
03
t-
03
l_
co
co
id
a>
oo
co
s
co
00
CD
OÓ
~l
03
CD
’40
03
1O
c3
ÖD
.S
a
U3
HO
CD
03
a>
oo
03
ia
oo
co
xf<
03
o
oó
O1
co
□0
00
cd
co
s
00
5
co
lO
1O
CD
00
cd
03
O
O
L—
r-
oi
cd
71
03
03
C3
a
t üQ
>o
a>
03
CC
03
OO
lO
03
§g
03
O
cq
có
CD
CO
S3
0Q
f2
cö
Eb
<D
X>
o
O
03
O
CD
CD
CD
cm
o
00
r
o
0
02
<D
03
CM
03
0
<D
73
lË
ca
2
CIS
S)
0
I—
ce
t£
<D
75
0
O
<3
Q
75
«2
75
0
O
co
co*
03
C3
b£
0
b£)
0
3
<x>
p
0
CD
*0
45
0
O
CU
CU
o
bO
.-0
p
co
co
-D
QC
CO
OU RAMT.
75
0
-5
■0^
ft
bO
■L'
<O