RECHTER.
Slavernij in Afrika.
I
l
nik
kir
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek,
FEUILLETON.
s
j
1
We
-
III.
I
30
45
66
84
I
Die afschaffing
de gevolgen,
ging daarom ook
Novelle van E. Merk.
f
f
114
60
42
24
lijke frissche lucht luisterde naar het getingel der
klokjes van het vee, naar ’t gonzen der bijen en in zoete
mijmering verloren naar beneden staarde op de Chiem-
see, die in ’t zonlicht glinsterde, op de uitgestrekte
bloeiende landstreek, die zich aan de voeten barer
geliefde bergen uitstrekte. Zij noemde deze nu reeds
»mijne bergen.* Menigmaal kwamen de zes jaren,
die zij in Amerika had doorgebracht, haar voor als een
akeligen droom, die allengs uit hare herinnering zou
moeten verdwijnen, en had zij eene gewaarwording,
als zou deze betooverende lente haar een tweede jeugd,
een nieuw kindergeluk brengen.
Toen de zomer kwam werden de naburige villa’s
weer betrokken in de nabij gelegen badplaats wa
ren gasten gekomen en Helene ontmoette nu meer
malen stedelingen op hare uitstapjes, die niet zoo
vriendelijk groetten als de landbewoners, maar haar
nieuwsgierig aankeken. Dat beviel haar niet. Zij zocht
haar zoete eenzaamheid nu op meer verwijderde paden
en liet zich, steeds driester wordende, door eiken berg
top verlokken die neerkeek in het dal. Daar op deze
weinig bezochte bergen geen onderdak te krijgen en
op de alm niet voor vreemdelingenverkeer gezorgd
was, moest zij proviand meenemenzij had ook een
gids noodig, om niet te verdwalen op die smalle,
slechts zelden aangewezen klauterpaden voor jagers.
Men had haar als zoodanig aanbevolen een arme, half
volwassen knaap, die op zestienjarigen leeftijd reeds zelf
zijn brood moest verdienen, want zijn vader, die vroeger
een welgestelde boer was geweest, slenterde nu als een
verliederlijkte drinkebroer van de eene kroeg naar de
andere en bracht de zomernachten vaak aan den Kant
der openbarb wegen door.
Toni, zooals haar jonge gids heette, was onder alle
nood en armoede waarin hij was opgegroeid, een sterke,
Niemand kon dan ook met meer verrukking luiste
ren naar den ontdooienden wind, die eindelijk in Maart
uit het zuiden kwam overwaaien. Die verkillende, dood-
sche stilte daarbuiten was nu voorbij. Van de boomen
in den tuin vielen groote, plassen vormende droppels.
Eindelijk een gegorgel en gemurmel, een plassen en
ruischeneindelijk weder op nieuw bewegend, ont
wakend leven.
Gedurende de eerste weken der lente kon Helene
wel is waar slechte als een gevangene door het ven
ster opmerken, hoe het mooie dal zich losmaakte uit
zijn wit omhulselhoe een zonnig stukje weiland, een
met wit en geel begroeide helling blootkwam hoe van
een heuvel af een vriendelijk kapelletje groette en
dartele watervallen van de bergen naar beneden ruisch-
ten en naar de glinsterende beek toestroomden. Aan
het venster of op het balkon staande sloot zij vriend
schap met haar nieuwe woonplaats en genoot als een
heerlijk wonder de zich onthullende schoonheid van het
berglandschap.
De wegen waren onbegaanbaar door het sneeuwwa
ter. Maar toen, na opvallend droge Aprildagen, in Mei
met vollen glans de bloeitijd gekomen was, de huisjes
van het dorp geheel verscholen lagen onder wit-rose
getinte vruchtboomen en het dal en de bergen bepaald
jubelden van de kleurenpracht waarin ze gehuld wa
ren een blauwe hemel boven lachend geelgroen en
bonte bloesemtrossen toen ontwaakte bij de jonge
vrouw een ware wandelkoorts. Voor de eerste maal
bewoog zij zich alleen en vrij in een groote, eenzame,
door geen stadsbeschaving kunstmatig verfraaide land
streek. ’t Was of de opgewondenheid der jeugd weer
bij haar ontwaakte als zij door het in knop staande
bosch, waar de vogels jubelden, naar boven ging naar
haar alm en daar in ’t gras liggende in die heer-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
flinke jongen geworden, die ook eiken bergweg kende,
omdat hij in den winter vaak meehielp bij het hout
kappen. Zijn blauwe oogen glinsterden van genoegen
en trots, als hij de dame in den vroegen morgen vooruit
mocht loopen op de stille weiden, ’t Was niet enkel de
gedachte aan den lekkeren voorraad dien hij in den zak
op zijn rug rreedroeg en waarvan hij altijd rijkelijk zijn
deel kreegniet alleen de blijdschap over den daalder,
dien hij, in vergelijking met het zware werk bij de
boeren, bijna zonder inspanning verdiende ’t was
een oprechte geestdrift voor zijn ambt als wegwijzer
en beschermer.
Slechts éénmaal was Helene vrij wat ontsteld ge
worden. In een eenzamen hollen weg trad plotseling
een havelooze man op Toni toe en eischte met ver
glaasde, hebzuchtige oogen en bevende handen geld
van hem. Toen de knaap hem afwees en nadrukkelijk
vermaande «Ga naar huis, vader Ga slapen 1 Gij
zijt van nacht weer niet thuis geweest!* balde hij de
vuist en wees, de dame plotseling bij haar kleed
pakkende, naar beneden in het dal.
«Kijk eens, mevrouw, daar beneden, dat was mijn
boerderij I Een mooie boerderijDie hebben ze mij
afgestolenEn sedert ben ik een vagebond gewor
den. Mijn arme vrouw is dood en mijne kinderen
laten mij in den steek
Hij begon krampaehtig te snikken en Helene, die
van dien verschrikkelijken man wenschte verlost te
worden, gaf hem, ondanks. Toni’s waarschuwende
gebaren, een geldstuk.
De oude nam het zilverstuk aan, wierp zijn hoed in
de hoogte, liet een schor gelach hooren en spoedde
zich, na een half spottende, half nederige buiging naar
het dorp en naar de kroeg.
Wordt vervolgd.
nemen aan de vermaken der blanken, moeten
apart reizen, worden overal afgestooten.
Eerst weinige jaren geleden, nog onder het
keizerschap, werden in Brazilië de slaven vrij.
In A frika zijn in alle streken, waar de blan
ken heerschen, de slaven vrij gemaaktmaar
op vele plantages van Europeanen zijn de
arbeiders nog waarlijk slaaf; de mijnen van
Kimberleij en Rhodesia, waaruit Rhodes voor
zich en zijn mede-aandeelhouders zooveel mo
gelijk winst ziet te halen, worden bewerkt
door kaffers, die, naar de regelen van ’t com-
pound-stelsel, een vrijheid genieten, die niet
veel van de hardste slavernij verschilt.
In naam is de slavernij afgeschaft in de
Europeesche bezittingen van ’t zwarte wereld
deel, inderdaad bestaat zij daar nog. In naam
is de slavenhandel ten strengste verboden, in
werkelijkheid wordt hij nog gedreven.
In verschillende deelen van Afrika, waar
nog de oude toestanden bleven bestaan, waar
de Arabieren met het verspreiden van den
Islam ook den slavenhandel beheerschen, be
staat de slavernij nog even goed als vroeger,
ja vindt hier en daar nog uitbreiding,
lazen daarover een belangrijk artikel.
Een der hoofdoorzaken van de grocte uit
breiding van den slavenhandel in Noord-Nige-
ria, schrijft T. I. Tonkin, is het feit, dat de
slaven het meest gangbare geld zijn. De
Kaurie schelpen, ’t gewone betaalmiddel, zijn
onbruikbaar, als bij den handel groote geldsom
men noodig zijn. Om een hoeveelheid Kaurie-
schelpen ter waarde van 100 pond sterling
over 100 mijl te vervoeren, zouden 300 man
noodig zijn en de onkosten juist zooveel als de
geheele som bedragen.
In Nigeria hebben de slaven de volgende
waarde
Kind, 7 jr. oud, mannel. of vrouwel.
Kind, 10 jr. oud, mannel. of vrouwel.
Jongen, 17 jaar oud,
Jongen, (stevig uitziend) 12 14 jaar,
Meisje, 1417 jaar,
Jonge vrouw 20 of 21 jaar,
Volwassen man met baard
Volwassen vrouw
8
Er verliep heel wat tijd alvorens zij weer wat op
streek was en in het erg verwaarloosde huis eenige
bewoonbare, gezellige vertrekken in orde had. Zoo
lang het werkvolk in- en uitliep en het overal naar
verf riekte, had zij naar den tijd verlangd dat alles
rustig en in orde wezen zou. Maar nu kwam zij
pas tot besef van haar totale verlatenheid.
Slechts eenige dorpshuisjes en eenzame hoeven
waren van uit het heerenhuis te bespeuren. De paar
villa’s in de nabuurschap bleven gedurende den winter
bijna gesloten. De nabijgelegen badplaats was stil en
verlaten. Overal niets als sneeuw, sneeuw, een gol
vend witte zee onafzienbare vrachten, als zou zich
op het in den diepsten winter begraven heuvelachtig
landschap nooit weder een groen plekje kunnen ver-
toonen als moesten de eentonig naar beneden dwar
relende vlokken al het bloeiende leven voor altoos
verstikken. De hooge bergen achter het witte dal
teekenden zich in hun pantser van ijs stijf af tegen
den dikken grauwen hemel. Hun aanblik had iets
afschrikwekkends, iets terugstootends voor de ver
dwaalde jonge ziel, die een eigen thuis zocht en ook
hier, aan het bereikte doel, huiverend in een vreemde
wereld staarde waarmeê zij geen voeling vond.
Een der zegeningen van de 19e eeuw is
de afschaffing der slavernij.
Zeer groot is de ommekeer, die deze af
schaffing in de maatschappij gebracht heeft
en hoofdzakelijk ten goede,
was een zaak, waar men, om
geweldig tegen opzag en ze
niet zoo heel gemakkelijk.
Engeland, het thans verfoeide perfide Albion,
Engeland was de paladijn in dezen strijd voor
de vrijheid van alle menschen.
Ons land schafte de slavernij af in West-
Indië. Duizenden negers, werkende op de
suiker- en andere plantages van Suriname, ver
kregen de vrijheid en verdwenen in de
ontoegankelijke bosschen van Boven-Suriname,
om aan den arbeid te ontkomen. Het is nu
ongeveer 40 jaren geleden, maar nc g altijd is
de invloed merkbaar, die de afschaffing der
slavernij daar gehad heeft. Vele plantages,
voorheen loonend, liggen -verlaten uit gebrek
aan werkkrachten en voor de vrijgelaten
negers is de afschaffing geen zegen geweest.
In de laatste jaren heett men getracht, door
het aanwerven en overvoeren van Javanen, die
yoel willen werken, de toestand der cultuur in
Suriname te verbeteren.
Rusland schafte in zijn uitgestrekt gebied
ook de slavernij af. Millioenen boeren, voor
heen slaaf, werden vrije boeren. En dit is
een zegen geweest voor Rusland, ofschoon
ook vele, zeer vele der vrijgemaakten in han
den van uitzuigers vielen, zoodat ze daarvan
de slaven werden, afhankelijk als ze er van
werden, wat de financiën betrof.
In Noord-Amerika kon de afschaffing der
slavernij slechts plaats hebben na een gewel
digen Oorlog. De noordelijke staten van de
Unie, die geen plantages hadden, geen slaver
nij bijna kenden, ijverden voor afschaffing
de zuidelijke staten, waar de talrijke plantages
bearbeid werden door honderdduizenden zwar
ten, meenden die slaven niet te kunnen mis
sen. Er ontstond een ontzettenden burgeroor
log; de noordelijke staten wonnen het pleit en
de negers werden vrij. Eenige millioenen ne
gers in de Unie zijn nu vrij, werkelijk vrij.
Maar ze worden door alle blanken zon
der uitzondering beschouwd als een tweede,
of derde klas menschen; ze mogen niet deel-
strijd samengetrokken.
Ondertusschen gaat de Hainya-n-Dala plei-
zier makend, den hoofdweg langs, groote ka-
meelen met zich voerend, welke balen dragen,
die eenige maanden later door de Sahara zul
len gebracht zijn, en waarschijnlijk den Brit-
schen en Amerikaanschen toeristen veel on
gemak zullen bezorgen in de smalle straten
der inlandsche steden van Tunis en Algiers.
De heer Tonkin vroeg eens uit nieuwsgie
righeid een slavenkooper, wat hij op een open
markt zou opbrengen en na een kort onder
zoek werd hem verteld, dat hij, evenals een
gewone slaaf, niet meer dan 10 p. st. waard
was, maar hij zou wel meer opbrengen wegens
zijn wetenschappelijke kennis.
De heer Tonkin besluit zijn artikel met den
volgenden dialoog tusschen een slavenhande
laar en een Mohammedaanschen priester
De slavenhandelaar: «Wat wenschtet gij, o
meest geleerde en allerheiligste pelgrim? Een
slaaf om water te dragen Dien heb ik.
He! Mommadu, kom jij eenshitr! Nu, oh, al
lerheiligste man, deze slaaf is
Mollah (hem in de rede vallende): »O, ja,
dat ken ik al, wat vraag je voor hem?«
Slavenhandelaar: »Ik geef hem voor niet
minder dan 200.000 Kaurie-schelpen.»
Mollah: »Als je hem mij wil verkoopen, moet
je niet zoo buitensporig veel eischen, kijk eens
naar den man, hij is bijna blind en zeker 40
jaar en kijk ereis, hoe hij gebouwd is.»
Slavenhandelaar: «Allemaal bijzaken, edele
heer, allemaal kleinigheden, die man is de
sterkste slaaf, dien ik in jaren verkocht heb,
en wat zijn leeftijd betreft, wel, ik zou zeg
gen, dat hij niet ouder dan 35 is.«
Mollah: »Nu, maar hij is in elk geval blind
aan één oog.»
Slavenhandelaar: »Hij is zoolang aan een
oog blind geweest, zeer geleerde Maalam, dat,
als hij nu een ander oog kreeg, hij niet zou
weten wat er mede te doen.«
Mollah: «Ik geef je honderdduizend.»
Slavenhandelaar: «Ik kan het niet doen. O,
wijze leeraar 1 ik kan het werkelijk niet
doen ik zou op hem verliezen.*
Mollah: Nu, wat wilt gij er dan voor heb
ben (in den mond van het slachtoffer kij
kende).
Slavenhandelaar: «Honderd tachtig duizend;
een prachtiger, sterker en handiger artikel heb
ik nooit voor dat geld verkocht.»
Babies en zeer jonge kinderen, op de over
wonnenen buit gemaakt, worden beschouwd
toe te behooren aan hen, die ze medenamen
en worden gewoonlijk tegen een prijsje aan
de armere klassen verkocht. De kinderen
worden soms in zakken medegedragen.
De heer T. geeft de volgende typische epi
sode van een strooptocht op zijn marsch door
een bevriende streek:
Toen de troep inboorlingen eenige bewoners
der streek tegenkwamen, hielden zij de rr an-
nen aan en vroegen of zij eenige babies te
koop hadden. Daarna werden verschillende
groote zakken te voorschijn gehaald, waaruit
kleine zwarte kindertjes relden. Deze episode
had hare grappige zijde, maar de bewoners
der streek zagen er niets amusants in.
Hij zocht tusschen den hoop krioelende
zwartjes en gevonden hebbende wat hij wensch
te, betaalde hij, deed den koop in zijn eigen
zak en met een Allah shi kai ka (God zij met
n) ging hij verder.
Over het algemeen worden de slaven op
de markt goed behandeld, daar de eigenaars
er natuurlijk belang bij hebben, ze zoo goed
mogelijk te verkoopen. Hoe het op de sla
venmarkt toegaat, leert de volgende beschrij
ving:
De jonge meisjes dragen een doek om de
lendenen en om het hoofd. Zij lachen en
schertsen en kijken voortdurend naar de man
nen, of zij blijven stilstaan om naar haar te
kijken. In ieder zien zij een toekomstig eige
naar en zij zijn teleurgesteld of verheugd, al
naar hare verwachtingen beantwoord worden.
Zij spreken met elkaar:
«Zie Lulula.«
«Wel
«Zie dien jongen man daar met al dat goud
aan zijn tulband en het kromme zwaard Ik
wou dat hij mij kocht.»
«Hij kan je niet koopen.*
«Waarom niet
«Hij heeft geen geld alles zit op zijn
rug.»
Werkelijke ellende leest men op het gelaat
van hen, wier familie zoek geraakt is of die
aan hun familie ontrukt zijn
Daar is de moeder, die haar kinderen ver
loren heeft, de vrijer wien men zijn meisje
ontnomen heeft, de aanvoerder die zijn macht
verloren heeft, de slaven op wier gelaat ont
bering en ellende haar stempel hebben gedrukt,
de vrouw met ingezonken oogen en magere
lichaamsvormen en de man met gezwollen
speerwonden of open zwerende zwaardwonden.
Achter een loods ligt een slaaf, die zoo juist
den laatsten adem uitgeblazen heeft, zijn ma
gere ledematen zijn in den benauwenden doods-
X
Dit blad, verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
v
I
-