NIEUWS- EN AimmTlEBLID
042 &ZCZTBB.
IWR SIM El «ISTWEl
De Vereeniging „Voor de Jeugd”.
Zaterdag 10 Augustus 1301.
ITo. 64.
56e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
12
lift blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Novelle van E. Merk.
Maar morgen zal bij u de herinnering levendig zijn
aan eene groote, overweldigende verrukking. Ik heb
een gevoel als had ik nooit iets heerlijkers beleefd als
deze uren.«
«Ach, mijn vriend,gaf zij zacht ten antwoord, «er
zijn menschen, die nooit ongestraft heerlijke oogenblik-
ken genieten, die niet mogen gelooven aan de schoon
heid van het leven. Het noodlot laat hun spottend
een fata morgana van het geluk zien en slingert hen
dan weer terug in hun vroegere ellende.*
«Maar, mijn lieve, waarde mevrouw, wat is u overko
men Wat kan zich dan in deze enkele minuten tus-
schen ons gedrongen hebben? Met stralende oogen,
met een gezicht, waarvan ik al de zaligheid der
wereld aflas, naamt gij mijn arm en nu zoo eens
klaps
>0, vraag mij niets,smeekte zij met bijna onhoorba
re stem. «Beloof mij, dat gij geen wrevel jegens mij
zult hebben, hoe raadselachtig, hoe onsamenhangend
mijn gedrag u ook moge toeschijnen. Geen wrevel,
slechts medelijden, diep, warm medelijden!* Wanhopig
snikkende drukte zij de handen voor ’t gezicht.
Hij sloeg den arm om haar heen en drukte haar hoofd
aan zijn schouder. «Mijn lieve vriendinZeker heb ik
medelijden met u, een grenzenloos medelijden als ik
u zoo moet zien schreien. Maar ik heb meer als mede
lijden: liefde, innige, trouwe liefde, waarop gij ver
trouwen kunt. Gij weet immers wel, geliefde, hoe
veel ik van je houd. Gij moet ’t al lang weten.
Ik was schuw, ik aarzelde, ik waagde ’t niet, te spreken;
er was iets in je geheele manier van doen; alsof ge
afwerend de handen uitstaakt. Heden echter, juist
heden ontstond bij mij zoo’n jubelende zekerheid
In radelooze smart wrong zij de handen.
«O, ’t is zoo vreeselijk’t Is zoo vreeselijk wreed
hare nabijheid dringen. In welk hoekje van de we
reld zich voor hem te verbergen
Haar eerste gedachte was, op reis te gaan. Ver,
heel ver weg! Maar daarop voelde zij zich plotseling
zeer beangst voor dat omzwerven ouder den druk eener
voortdurende vervolging. Zij kon toch niet spoorloos
verdwijnenzij moest het personeel op haar landgoed
toch eene richting aangeven, zich de mogelijkheid open
houden, brieven te ontvangen. Hij zou vernemen, wat
hij weten wilde, en haar nareizen, ’t Zou een drijf
jacht zijn, waaronder zij zich nooit veilig zou gevoelen.
Op elk perron, in elk hotel zou zij sidderen van angst,
zijn gehaat gezicht tegenover haar te zien. Een neder-
drukkende vermoeidheid overviel haar bij die voorstel
ling.
NeenLiever ginds te midden der landelijke stilte
zich als eene gevangene opsluiten in haar huis, waar
niemand mocht binnenkomen,als zij ’tniet verkoos. Ze
kerhij zou komen! Maar hij zou het bescheid krij
gen: mevrouw ontvangt geen bezoeken. Als hij zich
dan eenige keeren van het totaal nuttelooze zijner po
gingen overtuigd had, zou hij’t eindelijk wel opgeven.
En een onbeperkte tijd voor zijn verblijf in Duitsch-
land had hij zeker niet. Natuurlijk, zij zou als in een
vesting moeten leven, onder den martelenden angst
voor een overval, en zij zou gedurende dien tijd ook wel
niet rustig kunnen slapen, maar eenmaal zou toch
de dag aanbreken dat hij weder op den oceaan dobber
de en zij dus weer verruimd kon ademhalen.
Terwijl zij de handen tegen de pijnlijke slapen
gedrukt, zoo zat na te denken, waren hare tranen
gedroogd. Maar nu begon zij op nieuw te snikken bij
de gedachte: voor altijd gescheiden van den geliefde
Haar geluk was een niet te vervullen droom
Wordt vervolgd.
in ’t kort de geschiedenis van
aangenomen pupillen
IV.
Vervolg).
Plotseling bleef zij staan. Alle kleur week uit hare
wangen. Doodsbleek van ontzetting staarde zij naar
de garderobe. Een heer, dien zij slechts in profiel
zien kon, met een scherpgebogen, vooruitspringenden
neus en diep liggende oogen, schoot daar juist zijn
demi-saison aan haar man
Zóo geweldig had de Schrik haar bevangen, dat zij
vreesde haar bezinning te verliezen. Om Gods wil
niet onmachtig worden! Zij streed en worstelde te
gen hare zwakheid. Met inspanning harer laatste
krachten trok zij haar geleider met zich voort.
«Gauw onder de luchtIk bid ufluisterde zij
by na onhoorbaar.
Verschrikt bespeurde hij hare bleekheid, haar ontsteld
gezicht en droeg de wankelende bijna in het rijtuig.
«Goeden nacht, mijn vriend,* zeide zij met snik
kende stem en viel als gebroken achterover in de
kussens.
«Ik laat u zoo niet alleen gaan, voor geen geld
Hij ging naast haar zitten het rijtuig rolde voort.
Met teedere bezorgdheid greep hij hare hand. «Arme,
lieve vriendinUwe zenuwen zijn overstuur. Gij hebt
te lang in de eenzaamheid verkeerd en kunt de afwis
selende indrukken van eene groote stad niet verdragen.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 2'/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Op het voetspoor van België voornamelijk,
werd te Amsterdam voor eenige jaren de Ver
eeniging «Pro Juventute«, opgericht. Zij wilde
werkzaam zijn in het belang onzer Nederland-
sche jeugd. Het kwam toch vroeger veel voor,
dat een jongen of meisje, omdat de rechtbank
van hun leven zoo weinig afwist, tot Rijksop-
voedingsgesticht of gevangenis werd veroor
deeld, en dat bracht met zich een smet op
heel hun volgend leven. Want, men moge
in "theorie er nog zooveel nadruk op leggen,
dat de gedwongen bewoners der Rijksopvoe-
dingsgestichten «verpleegden* zijn, en als de
poort van de gevangenis zich achter zijn tij-
delijken bewoner sluit, hij met zijn straf afge
rekend heeft, en weer als burger zonder smet
of blaam in de maatschappij terugkeert, de
menschen oordeelen anders, een jongen uit een
Rijksopvoedingsgesticht zal moeilijk een plaats
vinden bij een baas, tenzij hij van machtigen
steun verzekerd is. En dat een ontslagen ge
vangene een zeer moeilijk leven tegemoet
gaat, en veelal recidivist wordt, men weet het
maar al te ^oed. De gevangene is strikte
gehoorzaamheid verschuldigd, hij is in zeker
opzicht een machine geworden, en in de maat
schappij teruggekeerd, is hij weer een wezen
met een wil, hij moet voor zichzelf zorgen,
terwijl gedurende den tijd zijner opsluiting al
les als vanzelf geschiedde. De verpleegde
van een Rijksopvoedingsgesticht komt weer
tot zijn oude kennissen terug; hij wil zich
misschien niet meer met hen inlaten, maar dat
valt hem o zoo moeilijk, waar anderen zich
vaak niet meer met hem zullen bemoeien.
Is de «verpleegde* vóór zijn overbrenging
naar het Rijksgesticht, met «Pro Juventute*
in aanraking geweest, dan zal deze Vereeni
ging zich later zijner weer aantrekken, en
trachten hem een betrekking in de maatschap
pij te geven, waardoor hij met eere zijn brood
kan verdienen. Voor de andere «verpleegden*
zorgt het Genootschap tot zedelijke verbetering
der «gevangenen*, een uitbreiding van werk
kring, die ons niet gemotiveerd voorkomt, daar
het slechts dient om in de oogen van ’t groote
publiek beide categorieën nog meer te vereen
zelvigen.
De bemoeiingen van «Pro Juventute* strek
ken zich echter veel verder uit, het wil voor-
H. M. de Koningin heeft hedenmiddag de oud-
ministeis, leden van het jongste afgetreden Kabinet,
aan een afscheidsmaaltijd aan de Koninklijke tafel op
het Loo genoodigd.
Gisteren vertrok het Koninklijk Paar van Het
Loo naar Den Haag en bezocht aldaar de tentoonstel
ling van handwerksnij verheid, georganiseerd door de
.Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en Hand-
werksnijverheid in Nederland.»
Een oplichter. Men schrijft ons uit Wageningen.
In het Oranje Hotel alhier heeft een meneer gelo
geerd, die zich in het nachtregister inschreef als W.
baron van Lijnden. Onder voorgeven dat zijn koffers
aap de Duitsche grens stonden vroeg hij den hotel
houder f 100 ter leen, wat deze weigerde.
Toen de hotelhouder, die argwaan kreeg, op betaling
aandrong, bleek dat de gewaande baron geen geld be
zat; hij gaf echter een fraaie dasspeld in onderpand en
vertrok. De speld bleek een damesbroche te zijn van
vrij hooge waarde.
De zaak werd in handen gegeven van de marechaus-
sée, door wie ontdekt werd, dat de broche was gehaald
bij den heer P. F. Manikus uit Arnhem, op naarn van
de familie Van Lijnden uit Zeist.
Bij verder onderzoek bleek de oplichter dezelfde te
zijn als die te Arnhem de bekende oplichting heeft
gepleegd. Het is een zekere C. A. F. R., gewezen zee
officier, sedert 1 Mei uit den dienst ontslagen.
Naar wij vernemen, is een nieuwe uitgave van
den «Liederenbundel voor Janmaat en Soldaat* in be
werking. Van dit boekje werden reeds 80.000 exem
plaren verkocht. De verzamelaar, luitenant Clockenkr
Broüsson, te Breda, zal het boekje verdeelen in Va-
derlandsche liederen, Geschiedzangen, Matrozenlie
deren en Soldatenliederen. In ’t geheel zullen onge
veer 120 liederen worden opgenomen.
komen, dat de jongen in Rijksopvoedingsge
sticht of gevangenis komt.
Het heeft mij altijd gespeten, dat de op
richters van «Pro Juventute* niet een naam
voor hun Vereeniging hebben gekozen, die
meer tot het volk sprak. Het is werkelijk
kostelijk als men de luitjes hoort, ouders of
bloedverwanten, die onze hulp voor hun zoon
of neef, dochter of nicht komen inroepen, hoe
zij dat woord Pro Juventute verhaspelen nie
mand bijkans zegt het goed, sommigen weten
zich den «gekken* naam in ’t geheel niet te
herinneren, en zeggen maar, dat zij bij eene
vereeniging „voor de jeugd* moeten zijn. Zeer
juist, zeker, onze Vereeniging is immers voor
de jeugd, in zijn eenvoud spreekt de naam
boekdeelen.
Na de Amsterdamsche vereeniging, werd
eene dergelijke te den Haag, Maastricht, Rot
terdam, Utrecht opgericht. Zij vormen nu een
bond en lichten elkander onderling voor. Het
bestupr van den bond is te Amsterdam; vandaar
begon het licht over onze jeugd te schijnen,
daar moest ook de hoofdzetel zijn.
Dit schrijven heeft een doel. Nog te veel
arrondissements-hoofdplaatsen zijn er, (en onder
haar, Leeuwarden, Heerenveen, Assen, Gro
ningen, Winschoten), waar men nog geen be
hoefte schijnt te hebben aan eene vereeni
ging als de onze. Wij stellen ons toch tot
taak: door het uitoefenen van toezicht, het
verleenen van stoffelijken en zedelijken steun
en het bezorgen van plaatsing in gezinnen of
opvoedingsgestichten, te behartigen de zede
lijke en maatschappelijke belangen der jeug
dige persenen, wier handelingen hebben ge
leid ,of dreigen te leiden tot strafrechterlijke
vervolging of onderzoek. Een nieuw arbeids
veld dus.
Ziehier, hoe wij werken. Een kleine
jongen is aangeklaagd van geringen diefstal.
De Officier van Justitie vervolgt niet, als Pro
Juventute zich den kleine aantrekt. Soms is het
natuurlijk armoede, die den delinquent tot de
strafbare daad bracht, meestal echter speelsch-
heid, onnadenkendheid, brani-achtigheid tegen
over makkers. De ouders zien niet genoeg
op den jongen toe; vader is b.v. bootwerker,
dus den geheelen dag uit, moeder is thuis of
uit werken’t kind aan zichzelf overgelaten.
Nu wordt een patroon voor den jeugdigen
dief door ons aangewezen, die goed op hem let,
of hij geregeld schoolgaat, of naar zijn werk,
Vervolgens, toen zij de lichten van het statiofis-plein
zag glinsteren en zich met wilde wanhoop herinnerde
dat dit de laatste oogenblikken waren die zij nog met
hem zou doorbrengen, sloeg zij met een gesmoorden
kreet de armen om zijn hals, als een stervende, die
zich nog eenmaal aan het leven vastklemt.
«Ik heb je bemind, zoo innig bemind! Het korte
geluk in mijn leven waart gij gij
Zij drukte haar beschreid gezicht tegen het zijne.
Hij kuste haar, en gedurende een oogenblik verstomde
alle leed in zalig vergeten. Daarop hield het rijtuig
stil. De portier van het hotel deed open. Zij trok de
voile over hare oogen en trad de helder verlichte gang
binnen.
Eerst toen zij op haar kamer was, kwam zij tot het
volle besef van den geheelen omvang van haar
ongeluk.
De oude, ziekelijke vrees voor haar echtgenoot maak
te haar zoo huiverachtig, dat zij bevende de deur af
sloot, als voelde zij zich niet veilig voor hem in haar
eigen vertrek. Hij was immers weer in hare nabijheid.
Met haar in dezelfde stad
«Slechts niet krankzinnig worden!* mompelde zij
vervolgens plotseling in zich-zelve. «Slechts helder
blijven! Slechts bedaard nadenken!*
Nog had hij haar niet gezien; nog wist hij niet, dat
zij leefde. Dat was onmogelijk!
Waarom hij naar Duitschland gekomen was
Als een bliksemstraal schoot het haar door ’t hoofd.
Hij had vernomen dat Ella's schoonouders gestorven
waren, dat Ella een zeer vermogende vrouw geworden
was. Hij had altijd een voorliefde voor hare zuster
gehad. Als hij nu gekomen was om Ella’s hand te
winnen
Dan zou hij haar willen zien, zich tot eiken prijs in
en op tijd thuis komt. Geeft de jongen nog
aanleiding tot klachten, is het waarschijnlijk,
dat de groote stad met hare vele aantrekkelijk
heden voor den straatbengel te veel bekoring
heett, dan wordt hij uit zijn milieu weggeno
men, en elders op ’t platteland of in een par
ticulier gesticht geplaatst. Uitbesteding kost
echter geld, en al geeft de Vereeniging een
gedeelte, de ouders moeten ook hun deel bij
dragen. Waar een onverstandige moeder of
hardhandige vader de oorzaak is van het
slecht gedrag van hun kind, wordt het ook wel
eens in de stad in een ander huisgezin ge
plaatst, en is de oorzaak van veel kwaad dik
wijls weggenomen.
Zóó werken wij te Rotterdam. Reeds tien
tallen kinderen zijn elders uitbesteed; het ge
tal jongens en meisjes dat door ouders, justitie
of politie bij ons aangebracht werd, zal weldra
eenige honderden zijn. Meer, veel meer zullen
wij kunnen doen, als de «Kinderwetten* inge
voerd zijn. Laten wij hopen met 1° Januari
1902.
Wil men
eenige onzer
De politie kwam ons vragen wat te doen
met twee jongens van 13 en 9 jaar. Hun
moeder was overleden, de vader had hen, ten
einde raad, bij de politie gebracht, omdat zij
onhandelbaar waren, alles uit zijn armoedig
kamertje hadden verkocht, zoodat daarin niets
meer was dan een kast zonder laden, en ten
slotte het geld uit zijn broek hadden gestolen.
Van de scholen waren de kinderen weggejaagd.
Aldus het getuigenis van den vader, een los
werkman, hij verzocht de politie de jongens
voorloopig op te nemen en vervolgens op te
zenden naar een verbeteringsgesticht. Bij on
derzoek bleek, dat de vader is een onverbe
terlijk dronkaard, die f 12 in de week verdient,
maar alles verdrinkt en de kinderen geheel
aan hun lot o verliet. Het jongste kind is door
ons op ’t platteland uitbesteed, het oudste is
op een goede school gekomen, waar streng
op hem wordt gelet, en gedraagt zich goed.
Een meisje van 12 jaar, dat niet lezen of
schrijven kan, had zich reeds een paar malen
aan diefstal schuldig gemaakt; daarenboven loog
zij en was brutaal. Ofschoon de vader een
goed weekgeld verdient, houdt hij niets over,
daar de moeder alles opmaakt. Het meisje is
door ons in Amsterdam uitbesteed, en onze
zustervereeniging aldaar houdt toezicht op haar.
Veel moeite werd besteed aan een meisje van
17 jaar, dat niettegenstaande alle waarschuwin
gen ’s avonds uit haar dienst naar danshuizen
liep. Toen haar gezegd was, dat zij naar een
doorgangshuiszou gebracht worden, ontvluchtte
zij naar Amsterdam. Met behulp der politie
werd zij daar opgespoord, naar hier overge-
bracht en eenigen tijd in het doorgangshuis
verpleegd. Nu past zij zeer goed op in een
besten dienst op een dorp, waar zij door ons
geplaatst is. (Slot volgt.)
Rotterdam, M. C. NIJLAND.
r
4 -
OURANT.