t) NIEUWS- EN JDVBfflNTIEBLAD Tot het bittere einde BUJ MCBTX&. 1 VOOR SlEEk B OISTRM. Woensdag 14 Augustus 1301. 56e Jaargang. No. 65. FEUILLETON. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. f 13 Wordt vervolgd. Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. meer hare F 'g- ■Laat dat liever! Ik Zullen die krachtiger maatregelen, die de Engelsche regeeringspers eischt, bestaan in ’t martelen der vrouwen en kinderen, om daardoor de strijdende echtgenooten en vaders tot over gave te dwingen? Want Engeland moet haast maken. De mil- lioenen-rekening wordt dagelijks hooger en Novelle van E. Meuk. Art. XX der Vredesconferentie zegt, dat de krijgs gevangenen, na ’t sluiten van den vrede, zoo spoedig mogelijk gerepatriëerd moeten worden. Art. VII der Vredesconferentie gebiedt, dat de partij, die krijgsgevangenen heeft, deze ook moet onderhouden en wel even goed als de eigen troepen. Art. XVI zegt, dat familierechten en privaat eigen dom moeten worden gerespecteerd. Art. XVII zegt, dat een territorium beschouwd wordt als bezet te zijn, wanneer de vijandelijke auto riteiten zich er hebben gevestigd en in de positie ver- keeren van zich te doen gelden. Deze vier artikelen worden in de proclamatie door Engeland geschonden. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2'/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Op een triesten dag met drukkend vochtige lucht voelde zij zich tegen den avond zóo ongedurig, dat zij ’t in haar kamer niet langer kon uithouden. Zij moest naar buiten, den tuin in. Het stilzitten maakte haar half waanzinnig. De laatste trein van München was reeds lang voorbijgevlogen. Voor van daag kon zij zich Toen het dienstmeisje haar verlaten had, sprong Helene op naar de deur en draaide die op slot. En toch klapperden hare tanden op elkaar, zoozeer beefde zij van angst. Zij begon pas te bedaren toen zij het traliehek hoorde dichtvallen. De gedienstige meldde: dat mijnheer mevrouw drin gend verzocht, hem te München, hotel Continental, te willen berichten, wanneer hij haar zou kunnen bezoeken. Hij zou Duitschland niet graag willen verlaten, zonder haar gesproken te hebben, en zijn tijd was beperkt. Dat was een troostende lichtstraal, die haar weer moed gaf om te volharden. Het viel Helene volstrekt niet moeieljjk, den bad- dokter, die zich nu eenmaal in het hoofd gezet had dat zij lijdende was aan de gevolgen van den schrik bij het spoor weg-ongel uk, te bewegen, een brief aan Hermanns te schrijven. In den toestand waarin zijne patient verkeerde, beschouwde hij het bezoek van haar zwager, ’t welk die treurige herinneringen opnieuw zou opwekken, als hoogst gevaarlek en moest als be zorgd geneesheer een zoodanig wederzien beslist weigeren. Een week verliep. De eene dag volgde langzaam den andere. Helene keek zoo nu en dan in den spiegel of zij niet grijs geworden was van zielsverdriet en voortdurende overspanning. V. dus veilig achten voor hem. In haar lange witte slaapjapon liep zij een uur lang de paden op en neer, die de storm met gele en roode bladeren bezaaid had. In de open lucht voelde zij we der nieuwe levenshoop in haar oprijzen. Zij tiad haar woonkamer binnen in de benedenver diepingen zocht in de boekenkast naar een goed boek. Haar gedienstige, die juist thee wilde zetten, welke de jonge vrouw daar wenschte te gebruiken, was met het theeblad binnengekomen en had de deur open laten staan. Toen Helene de boekenkast sloot en zich om keerde, zag zij een vreemde gestalte binnenkomen, een heer in een grijs reiscostuum. Haar hand greep zich krampachtig vast aan den naastbij staanden stoel. Zij kneep de lippen op elkaar, om niet te schreeuwen. Na ’t eerste oogenblik van wilde schrik voelde zij tegenover het langgevreesde gevaar de moed der wanhoop bij haar opkomen, ’t Kwam er nu op aan, met stalen voorhoofd te liegen, met doodsangst in ’t hart comedie te spelen. Helene Hermanns is dood!« zeidezij bij zich zelve. .Iedereen gelooft het. Ook hij zal, moet dit gelooven.* De bezoeker was nu dicht bij haar gekomen en stak haarde hand toe. .Neem mij niet kwalijk, waarde schoonzuster, dat ik zoo onaangediend bij u in huis val. Ik ben met het rijtuig van Fraunstein naar hier gekomen. De sneltrein houdt hier immers niet stil in deze landelijke eenzaam heid, welke gij u hebt uitgekozen. De deur stond open.* Zij was op de canapé gaan zitten met den rug naar ’t venster, en had het dienstmeisje, dat juist de hang lamp wilde opsteken, bevolen.Laat dat lieverIk kan met mijn erge hoofdpijn het licht niet best ver dragen!* Wordt vervolgd. Kitchener’s leger verloopt. Men hoort van vele deserteurs, van dienstweigering, van overloo- pen naar de Boeren. Maar die vrouwen, al worden zij nog mishandeld, zij zullen niet klagen, om mannen het hart week te maken. Zij zijn allen nog meer vrijheidlievend dan de mannen en even kloek als mevrouw Badenhorst en mevr. Pretorius. Deze beide dames waren in ’t En gelsche kamp. De Engelschen wilden haar dwingen te zeggen, waar hare mannen en zonen zich bevonden. Op hare weigering om dit te zeggen, werden zij door de Britsche gentlemen gevangen gezet en 48 uren zonder voedsel gelaten. Toen zij daarna nog weigerden iets te zeggen, werden zij weggevoerd uit het kamp en de Engelschen weigeren te zeggen, waarheen ze zijn gebracht. Hoe die vrouwen zijn Lees ’t volgende Een officier van het Zuid-Afrikaansche leger schreef aan zijne bloedverwanten in Engeland het volgende over de vluchtelingenkampen: >De vluchtelingenkampen zijn voor ons een bron van ergernis. Zij zijn de plaatsen waar rebellie en onverzettelijkheid gekweekt wor den. De Boerenvrouwen en voornamelijk die der officieren en commandanten haten ons bo venmate. Zij lachen ons uit en drijven den spot met ons, terwijl wij haar toch kleediug en voedsel geven. Den Boeren, die nog te velde staan, schrijven zij, dat ze den strijd maar rustig moeten volhouden, daar ’t haar goed gaat. .Alles zal rech komzeggen zij voort durend. Zij houden bidstonden, waaraan geen einde komt, vertellen allerlei leugens omtrent de zegepralen harer mannen, om als de Tro- jaansche vrouwen den moed harer zwakkere zusters te verlevendigen. Nauwelijks komen nieuwelingen in het kamp, of het spektakel begint opnieuw. Zij spreken schande over de mannen, die zich onderwerpen. Geen twijfel of de vrouwen, die zich in deze kampen be vinden, zijn voor het grootste deel verantwoor delijk voor het voortduren van den strijd. Zij zijn onverzoenlijk en zullen steeds iedere toena dering tusschen de beide rassen in den weg staan. Ik zie dit alles met eigen oogen, want hier in het kamp hebben wij meer dan 1000 van deze lieden. Er is geen twijfel aan of zij staan in voortdurende verbinding met de troe pen te velde en zoodra wij ergens klop gehad hebben, is ’t in de kampen bekend, lang zelfs voor we langs militaire weg er iets van ver- op aanraden van Milner gesteld, die thans op reis is naar de Kaap en aan ’t einde dezer maand daar kan zijn. Wat nu te zeggen van zoo’n proclamatie? Ze is niet de schuld van Kitchener. Werpt Engeland hiermede niet zijn laatste restje mi litair prestige weg? En dan op aanstoken der Natalsche regee- ringDeze heeft waarschijnlijk haast. Zoo lang reeds duurt de krijgzoolang reeds mist Natal de inkomsten van de spoorlijn naar Transvaal en het vreest, dat ook het geheele noorden van Natal in vollen opstand tegen Engeland, in de macht der Burgers zal geraken. En waarvoor dient de lange bedenktijd tot 15 Sept. Is Milner bang, dat anders alle Boeren, zoo verspreid als ze zijn over het groote land, niet met de nieuwe proclamatie in kennis zullen komen Zou Engeland hoo- pen, hiermede den oorlog te zullen eindigen voor de Kaapsche winter verdwenen is? Want spoedig begint weer alles op ’t veld te groeien en kunnen de commando’s zich weer bewegen, zooals ze willen. Op zich zelf beschouwd, is deze proclamatie dom. Engeland heeft nu, na een strijd van 22 maanden, toch wel zooveel Boerenkennis dering zal wekken door hare zachtheid dan deze maatregel geen doel treffen, dan zullen zeker strengere maatregelen worden toegepast (hoe edel De .Morning Post* eischt strenger straffen voor de rebellen, zoowel vóór als na 15 Sept. De .Daily Chronicle* en andere bladen eischen, dat men in de achtervolging der Boerenbenden nu niet verslappen zal, in afwachting van den gestelden termijn. »De .Times* meent, dat de Boeren wel zul len inzien, dat deze proclamatie slechts een eerste draai aan de schreef is, die nog veel sterker druk kan uitoefenen. Deze maatregel is een zeer zachte, die, zoo hij zijn doel mist, waarschijnlijk door krachtiger zal worden ge volgd. der proclamatie! De pers in de landen buiten Engeland keurt eenstemmig Kitchener’s proclamatie af. Waar Chamberlain ronduit durft zeggen, dat er geen oorlog meer is, maar de vijanden, die nog strijden, als rebellen en roovers moe ten beschouwd worden, stelt de pers van alle landen daar tegen, dat, zoolang de Botha’s, De Wet, Viljoen, De la Reij, Beyers, Lucas Meyer, Wessels, Kritzinger, Fouché, Lotter, Malan, Scheepers, Smuts en nog anderen de Boeren aanvoeren, men niet anders kan spre ken dan van een georganiseerd vijandelijk leger, dat gehoorzaamt aan wettige aanvoer ders, die in overleg handelen met een volko men wettige regeering en dat al die hel den ten laatste ook nog strijden om hun eigen land te verdedigen tegen Engelsche land- rooverij. Hoe denken de Engelsche bladen? Zij jui chen Kitchener’s proclamatie toe en noemen ’t een gerechtvaardigden en wijzen maatregel. De brief van Reitz (in een oogenblik van moe deloosheid waarschijnlijk geschreven,) die in president Steyn’s bagage gevonden is, noemen zij al een voldoende rechtvaardiging. Zij on derstellen, dat de proclamatie meer verwon- opgedaan, dat 't wel weet, dat geen strijdend treffen door—haar -tenst. 4J&ax4itig Mocht Boer zich er door zal laten verlokken. Maar zij kan een ander doel hebben. Engeland weet, dat de Europeesche regee- ringen nog steeds de Boeren als oorlogvoe rende partij erkennen. Dat moet anders en nu zal deze proclamatie dienen, om Europa te gewennen aan volgende strengere maatre gelen. Zullen de mogendheden zich nog altijd stil houden Zal de volksopinie de regeeringen niet dwingen, hare laffe houding te laten varen v Een andere vraag is deze Wat zullen de Boeren doen Zij moeten wel repressaille-maatregelen nemen en dit zal van Engelsche zijde tot nieuwe barbaarsch- heden aanleiding geven. De vrouwen- en kinderkampen zullen nog ongezonder gemaakt worden. De vrouwen en kinderen van hen. die blijven vechten, zullen ten hunnen eigen koste gevoed en onderhouden worden. Maar hoe, de vrouwen en kinderen van hen, die vechten blijven, maar geen aardsche goederen bezitten? Hoe weerzinwekkend is dit gedeelte IV. Vervolg). Rooskleurige sluiers hadden voor haar den afgrond verborgen gehouden, waar ze voor stond. Zij rilde, als zij bedacht, hoe vol hoop zij een paar uren geleden ge weest was. Hoe was ’t mogelijk, dat zij vergeten had, wat haar toch zoo duidelijk voor den geest stond dat zij de moed gehad had zich aan bedrog jegens hem schuldig te maken? Nu schreef zij met tranen in de oogen: .Vaarwel, geliefde vriendIk ga weg, ver weg. Wij mogen elkaar niet wederzien. Wij mogen elkaar niet beminnen. Ik kan u niet zeggen, wat tusschen ons ligt, ’t Is onover komelijk, wreed; iets wat ons voor altijd scheidt. Maar, niet waar,geen toorn, geen verbittering tegen mij? Ik ben geen onwaardige. Ik ben alleen maar eene diep igelukkige vrouw.* Toen ’t begon te schemeren schelde zij reeds en be stelde een rijtuig naar het spoor. Zij was, ondanks het vroege uur, zoo bevreesd dat Hermanns haar zou kun nen zien, dat zij ’t niet durfde wagen die enkele stap pen te voet af te leggen. Dicht gesluierd zat zij vervol gens in den trein met gesloten oogen en een centenaare- last op het hart. Toen zjj op haar landgoed was aangekomen, ver klaarde zij aan haar dienstpersoneel, dat zij ziek was Herhaaldelijk werd deze uitdrukking gebe zigd Als de Boeren volhielden, zou ’t voor hen worden een .strijd tot het bittere einde.* De Boeren hebben desondanks volgehouden en houden nog vol. Maar voor wie der beide partijen de strijd een bitter einde zal hebben De laatste door Kitchener genomen beslui ten toonen aan, dat Engeland wanhopige be sluiten moet nemen. Want wat anders is de volgende proclamatie, den 7en dezer maand door hem uitgevaardigd: .Ingevolge de in structies van Z. M.’s regeering, in overeenstem ming met de regeering der Kaapkolonie en van Natal wordt bekend gemaaktDat alle commandanten, veldkornetten en leiders van gewapende benden, voor zoover zij burgers zijn der vroegere republieken en nu nog te genstand bieden aan de troepen van den ko- ning van Engeland, onverschillig of zij ope- reeren in de Oranje-kolonie en Transvaal of in eenig ander deel van Z. M.’s Zuid-Afrikaansche gebieden, evenals alle leden van de regeerin gen van den vroegeren Vrijstaat en de vroe gere Zuid-Afrikaansche Republiek, zoo zij zich niet voor 15 Sept, overgeven, voorgoed ver bannen zullen worden uit Zuid-Afrika dat de kosten voor het onderhoud der fami- liën van Burgers, die zich niet vóór 15 Sept, overgaven, verhaalbaar gesteld worden op die Burgers en een vordering zullen vormen, die de Engelsche regeering heeft op hun roeren den en onroerenden eigendom in de beide nieuwe koloniën.* Het blijkt, dat deze proclamatie hoofdzake lijk op de voorstellen van den gouverneur van Natal gedaan is. De datum 15 Sept, is en niemand bij haar mocht worden toegelaten. Zij trok borg zich gen, ofschoon dan ook telkens als er gescheld werd begon te kloppen en zij zenuwachtig beefde. 'jIs erg gejaagd, sprak van bedenkelijke zenuwaandoening, waarschijnlijk tengevolge het voor een jaar ondervon den spoorwegongeluk, en nam haar toestand zoo ern stig op, dat hij zich verplicht gevoelde, dagelijks inde villa te komen. Hij was natuurlijk blij in Septem ber nog een j zij wilde: zij ging in huis voor ziek door en haar En op zekeren middag kwam de gevreesde. Het kaartje werd binnengebracht’t Was dus geen en dan geloofd had. Hij stond werkelijk op den zoo beklemd, dat het geen leugen was toen zij op onge woon scherpen toon tegen haar gedienstige zeide.Gij weet immers, hoe naar ik ben. Waarom dien mijnheer mensch te spreken ben?* al gezegd,* antwoordde het kamermeisje, zachte mevrouw. .Hij meende echter dat mevrouw voor dering maken zou.* »Ih geen gevalZeg hem wat de dokter bevolen heeft. Gedurende de eerste weken is totale afzondering zich terug in haar groote, luchtige slaapkamer, ver- jn jen stran(istOel op het balkon en voelde zich daar achter de gesloten deuren betrekkelijk gebor- of als haar hond begon te blaffen, haar hart onstuimig begon te kloppen en zij zenuwachtig beefde. Zij liet de baddokter komen. Deze vond haar pol: waarschijnlijk tengevolge het voor een jaar ondervon- stig op, dat hij zich verplicht gevoelde, dagelijks ber nog een patient te vinden; en Helene bereikte, wat kamermeisje werd dagelijks ingeprent, dat mevrouw volkomen rust noodig had. En op zekeren middag kwam de gevreesde. Het kaartje werd binnengebracht’t Was dus geen begoocheling geweest, zooals zij in de laatste dagen nu en dan geloofd had. Hij stond werkelijk op den drempel van haar huis. Deze zekerheid maakte haar .op on! scherpen toon tegen haar gedienstige zeide»i dus niet geantwoord, dat ik voor niemand, voor geen mensch te spi »Dat heb ik geheel van streek door den toon harer anders zoo hem, voor haar naasten bloedverwant wel eene uitzon- »Ih geen gevalZeg hem wat de dokter bevolen bepaald noodzakeljjk.* oni ji OURANT r volkomen rust noodig had.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1