o
MMS- 1 ADTOEmBLO
De Vereeniging „Voor de Jeugd”.
fHi SflRUK E» MMM.
Zaterdag 17 Augustus 1901.
Ko. 66.
66e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
FEUILLETON.
(Slot).
Rotterdam,
Mr. M. C. NIJLAND.
14
le «Wal-
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Novelle van E. Mebk.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
verliet voor zijn scherpe, doordringende oogen, voor zijn
bitteren spot.
»De thee is gezet, mevrouw,* zei het dienstmeisje en
verliet de kamer.
Nu waren ze alleen.
«Wilt ge mij niet een kop thee geven, Helene vroeg
hij, vlak voor haar staan gaande.
Zij richtte zich op en stamelde met een laatste in
spanning »lk begrijp u niet. Wat moet
»Ja, wat moet die comedie tegenover mij beteekenen
lachte hij. »Meent ge dat ik mijn vrouw niet meer
ken? Uw zuster geleek bijzonder op je. Vreemden
konden je met elkaar verwisselen. Ik niet, myn lieve.*
Zij keek doodsbleek voor zich neer. Zij wist, dat zij
verloren was. Zij dacht slechts ditééne: Er blijft een
laatste uitweg de dood.
«Zoudt ge niet denken dat ge nu ook het licht wel
kunt opsteken?* ging hij voort met fijne ironie. »Ik
wist ook in donker wel, wie gij zijt. Maar, zooals ge
weet, ik houd niet veel van het donker.*
Daar zij zich nog altijd niet bewoog, haalde hij-zelf
een doosje lucifers uit den zak en stak de lamp op.
Terwijl hij nu in het volle licht voor haar stond met
zijn scherpe, opvallende gelaatstrekken, die hem erg
oudsch maakten en met hunne ijskoude uitdrukking
veel geleken op een onveranderlijk ijzeren masker,
werd zij weder bevangen door hetzelfde gevoel harer
machteloosheid tegenover hem, als bezat hij een toover-
middel om haar wil te verlammen.
»Eene eigenaardige verrassing!* ging hij lachende
maar met boosaardigen blik voort. .Mijn overleden
vrouw leeft nogIk was intusschen op die verrassing
voorbereid. Er bestaan merkwaardige toevallen, lieve
Helene. In het hotel Continental logeerde eene ameri-
kaansche familie Symons. Gij zult je die misschien
IV.
Vervolg).
»Ik moet u mijne excuses maken,* zeide zij, zich met
opzettelijk zachte stem tot Hermanns wendende, «dat
ik u niet ontvangen kon. ’t Is nog maar een paar
uren geleden dat ik mijn slaapkamer verlaten heb.*
«Ik weet, ik weet*, antwoordde hij haastig. «Maar
•ondanks uwe weigering en ondanks het verbod van uw
geneesheer, kon ik mijn verlangen toch niet onder
drukken. Ik moest met u spreken over den dood mij
ner geliefde vrouw.*
Zij voelde zijn loerenden blik, zij zag zijn boosaardig,
spottend lachje.
Het kamermeisje was nog in de kamer en hield zich
bezig met de theetafel. Een kille huivering overviel
Helene voor het oogenblik dat zij met hem alleen zou
moeten blijven.
.Bespaar mij dat,* antwoordde zij, .die herinnering
is te verschrikkelijk.*
»0, u was ’t anders al weer heel aardig te boven ge
komen, waarde schoonzuster. U is immers kortleden
in München geweest. Men heeft u daar onder geleide
van een heer op straat en in den schouwburg gezien.
Het spijt mij, dat ik bij de voorstelling van de «Wal
kure* niet het genoegen had u te ontmoeten.*
Zij voelde, hoe alle kracht, alle zelfbeheersching haar
Zonder onze tusschenkomst zou allicht tot
een volslagen misdadiger zijn opgegroeid een
jeugdige delinquent van 11 jaar, die zich aan
diefstal had schuldig gemaakt en nu thuis on
der de bedstede opgesloten werd gehouden.
Hij kon lezen noch schrijven. De hem toege
voegde patroon besteedde zeer veel moeite
aan hemtoen het bleek, dat de knaap zich
niet kon ot wilde schikken naar de orde op
eenige school, ontving hij hem geregeld op zij
ne kamer, deed wandelingen met hem en liet
hem gratis privaatles geven. De pogingen
schenen te zullen slagener was vooruitgang
en goede wil merkbaar, plaatsing werd bij een
goeden baas gevonden. Maar door bijzondere
omstandigheden verviel dit, de oude gewoon
ten kwamen terug, zoodat plaatsing in een
gezin buiten noodig bleek. Kort vóór zijn
vertrek maakte hij zich echter aan diefstal
onder nog al verzwarende omstandigheden
schuldig, zoodat ook uitbesteding in een gezin
moest worden opgegeven. Alvorens nieuwe
maatregelen konden worden genomen, was de
jongen, tot schrik zijner ouders, een gewone
straatroover geworden. Uit vrees voor erger,
werd hij in preventieve hechtenis genomen.
Wij meenden voor dezen knaap geen geld be
schikbaar te mogen stellen, maar daar de pa
troon eenige particuliere bijdragen had verkre
gen, werd hij in een gestreng gesticht geplaatst.
Op een 13-jarigen jongen van buiten de
gemeente, werd onze aandacht gevestigd door
den Officier van Justitie, die hem voor brand
stichting vervolgde. Bij onderzoek bleek,
dat de moeder overleden en de vader, een
dronkaard, veel afwezig was en den knaap aan
zijn lot overliet, daar hardhandige kastijdingen
niet hielpen. Vermoedelijk uit wraak over on
verdiende straf, stak de jongen tot tweemaal
toe ’t ouderlijk huis in brand. Toen wij hem,
een niet-Rotterdammer, na vrijspraak, bij uit
zondering onder onze hoede hadden genomen,
achtten wij allereerst een geneeskundig on
derzoek noodig met het oog op de bedreven
feiten en in verband met de gedeeltelijke
den.
.Dat ’s je niet gelukt, zooals je ziet. Amerika ligt niet
buiten de wereld. Men kan overkómen. Ik gevoelde lust,
mijn schoonzuster op te zoeken, die, zooals ik vermoe
den kon, eene rijke vrouw geworden was. Zooals gij
weet, leek Ella altijd heel veel op je, en met de trouwe
herinnering aan mijn overleden vrouw had ik wellicht
liefde voor haar kunnen opvatten.*
.Spreek zoo niet over de overledenezuchtte zijIk
ken je immers voldoende. Waarom mij nog een blik in
je hart te laten slaan Ik begeer niet te weten, wat
je wildet. maar wat verlangt ge van mij
«Wjj zullen in de eerste plaats Ella's vermogen,
dat in elk geval jou toebehoort,' in ontvangst nemen.
Ik kan ’t heel goed in mijne zaken gebruiken.*
»Wat!« riep zij opspringende, «gij kunt toch niet ge-
looven dat tusschen ons-beiden nog eenige gemeen
schap mogelijk is? Voor de geheele wereld, ook voor
uw kring te New-York, ben ik dood. Denkt gij dat
ik mijn geheel verleden heb uitgewischt om nu weder
in de vroegere ellende te vervallen Neem het geld
mijner zuster, neem allesIk begeer het niet. En
daarom alleen is ’t je immers te doen.*
.Neen, mijn schat, ’t is er mij ook om te doen, eene
vrouw te hebben. Ik heb allerlei plannen met het
oog op de aanstaande verkiezingen. Ik wil op grooten
voet leven en daarvoor heb ik eene elegante vrouw
noodig. Mqne kennissen ginds kan ik gemakkelijk wijs
maken, dat na dat spoorwegongeluk je hoofd een beetje
in de war is geweest, en dat die domme duitsche ge-
neesheeren aan je waanzinnige ideen geloof geslagen
en je voor je zuster hadden aangezien.*
Bevende van afschuw stond zij voor hem en slechts
mompelende kon zij zeggen: .Nooit nooit!*
Wordt vervolgd.
lamheid van een zijner armen en stoornis in
de spraak. Het bleek toen, dat geen psychi
sche abnormaliteiten bestonden en dat de lam
heid, een gevolg van stuipen in de jeugd,
door geduldig onderricht en langdurige prak
tijk, gedeeltelijk kan terecht komen. Maar te
vens bleek daarbij, dat van verpleging buiten
geen sprake kon zijn, daar de jongen voor geen
enkel ambacht of het boerenbedrijf bruikbaar
was. Wij vonden toen gelegenheid hem hier
ter stede in een uitstekend gezin te plaatsen,
waarvan de man aan huis sigaren maakt, een
vak, wellicht het eenige, waarin de jongen wel
licht zijn brood zal kunnen verdienen. Hij
past goed cp en begint wat te ontbolsteren,
zijne pleegouders hebben veel geduld met hem.
Door den Officier van Justitie werd onze aan
dacht gevestigd op een tot drie maanden ge
vangenisstraf veroordeelden 16-jarigen knaap.
Oudste zoon uit een moederloos, armoedig
huisgezin, was hij zijn excentrieken anarchistisch
aangelegden vader tot hulp geweest bij diens
boetseeren en modelleeren, maar had verder
niets geleerd. Bij het gewelddadig binnen
dringen der politie in zijn woning, om hem
gevangen te nemen, verschanste de vader zich
en gaf zijn zoon last te schieten, wat deze
ook deed. Beiden werden veroordeeld. In de
cel bleek reeds van zijn zeer opmerkelijken
aanleg tot leerenals analphabeet er in geko
men, verliet hij deze tamelijk op de hoogte
van lezen en schrijven. Daar de straf van den
vader langer duurde, stond de knaap bij zijn
ontslag op straat. A/ij zochten een gezin om
hem onder dak te brengen en een werkgever.
De toegevoegde patroon, die zich zeer veel
moeite gaf, ziet zijn pogingen goed beloond.
De jongen maakte zulke vorderingen, dat hij,
18 jaar oud, nu reeds f8 verdient als model
leur.
Zal in enkele gevallen verplaatsing van een
kind in een ander gezin hier ter stede voldoen
de zijn, dikwijls lijkt een uitbesteding in een ge
zin op 't platteland ’t eenige middel, om
er nog wat van te maken. Te Delden, Bath-
men, Almen hebben wij onze corresponden
ten, die ons bij de plaatsing helpen en streng
toezicht houden. Vooral te Delden, waar wij
een 15-tal jongens en meisjes hebben uitbe
steed, zijn reeds goede resultaten zichtbaar.
Zou die elfjarige jongen, die den 3 Augus
tus jl. op den Lemsterweg hangende werd
gevonden, in een ander gezin daar of elders
geplaatst, zijn kinderlijke opgeruimdheid niet
weer kunnen terugkrijgen?
Over een enkele onzer Deldensche pupillen
’t volgende:
Een 15-jarige jongen, wiens vader een dron
kaard en wiens moeder dood is, brachten wij
er heen. Volgens den vader wilde hij niet
werken, en bleef op straat slenteren. In wer
kelijkheid was de jongen bevreesd om thuis
te komen, waar hij mishandeld werd. De po
litie riep onze hulp in. Wij konden hem bij
een schildersbaas te Delden plaatsen. Aan
vankelijk ging alles goed tot hij kennis
kreeg aan een anderen Rotterdamschen jongen,
ook daar uitbesteed, en op diens aansporing
mee wegliep. Wel werden beide jongens da
delijk teruggebracht, maar een strengere op
voeding scheen ons noodzakelijk toe beide
zijn thans in een particulier gesticht.
Diep treurig vonden wij den toestand van
een 15-jarig meisje, op wie een stiefvader een
allerverderflijksten invloed trachtte te krijgen.
Het was zeer noodig haar te verwijderen. Daar
zij een niet erkend, natuurlijk kind was, zorg
den wij voor de benoeming van een voogd
en toezienden voogd. Thans is zij in goeden
dienst en past uitstekend op.
Met een jongen van 8 jaar, een ondeugenden
bengel, hebben wij veel last gehad. Thuis
kon men hem niet regeeren, de vader
was wat hardhandig, de moeder al te tcege-
vend. Hij nam wel eens wat weg ook. Toen
zou grootmoeder zich zijner ontfermen. Ook
dat ging op den duur niet, zoodat eindelijk tot
overbrenging naar Delden besloten werd. Aan
vankelijk scheen het daar ook niet te zullen
gelukken, dagen lang weigerde hij te spreken of
een hand uit te steken. Nu gaat het echter
goed. Toch zal hij moeten terugkomen, in
dien de ouders in gebreke blijven hun aandeel
in de kosten te betalen.
Twee jongens van 12 en 13 jaar. De vader
had een goeden barbierswinkel die verliep,
doordat de man aan den drank raakte tenge
volge van ’t slechte gedrag der vrouw. Deze
liep weg, en het gezin verhuisde naar een
armoedig kamertje, waar de jongens alleen
werden gelaten, voor zoover zij voor hun da-
gelijksch brood niet met vader uit visschen
gingen of langs de straat bedelden of kaapten.
De politie verzocht onze hulp. De buitenlucht
heeft reeds grooten invloed ten goede op hen
uitgeoefend.
Het hoofd eener school vestigde onze aan
dacht op een 9-jarigen jongen, dien hij wegens
herhaalde diefstallen van school had moeten
verwijderen. De informaties over het gezin
ingewonnen, waren niet zeer gunstig: een
jonge stiefvader zonder prestige, eene zuster
zeer lichtzinnig, een oudere broer niet oppas
send. Ook bij dezen jongen bengel heeft de
veranderde omgeving een groote verandering
te weeg gebracht.
En nog een alleenstaand geval: De officier
van justitie vestigde onze aandacht op het
laatste kind eener bekende gittmengster, pas
tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
Het 8-jarige meisje was bij bekenden harer
moeder, bij de politie niet gunstig bekend, in
huis. Nadat een onzer voogd was geworden,
werd het meisje aan de zorgen van het Bur
gerlijk Armbestuur toevertrouwd. Dit deed
haar bij een goed gezin te Frederiksoord in
den kost. Naamsverandering werd tevens aan
gevraagd.
Wij hebben nog niet lang gewerkt, en de aan
vankelijk verkregen resultaten kunnen nog niet
als blijvende worden beschouwd, maar toch
hebben wij zeker in bepaalde gevallen met
succes ingegrepen, waar jonge levens voor de
maatschappij dreigden verloren te gaan.
Eén ding moet nog wel vermeld worden.
Waar het Genootschap tot zedelijke verbete
ring van gevangenen, zich tot nog toe ook niet
de ontslagen »verpleegden< uit de Rijksopvoe-
dingsgestichten bezig hield, is het zich opeens
bewust geworden, dat het zijn werkkring ook
behoorde uit te strekken tot de jongens die
met de politie in aanraking zijn geweest maar
nog niet veroordeeld. Het genootschap zal zich
dus op den weg begeven, dien wij ons tot
werkkring hebben afgepaald. Wel is op de
laatst gehouden algemeene vergadering het
gevaar voorloopig afgewend, maar toch nog
niet van de lucht.
toen ik jou op de boot bracht. En toen kwam 't natuur-
echter vroeg«O, maar is ’t dan werkelijk waar dat
dagen hier te München eene dame te;
toch zoo si
sprong bij haar op. Zij
zoo ziek was.* »De zuster mijner vrouw, die nu
in Beieren woont, geleek heel veel op haar,* antwoord
de ik. »0, maar die zuster heb ik toch in Hamburg
ook gezien,* beweerde de kleine. «Zij zag er veel trot1
scher uit als mrs. Hermanns. Zij had lang zoo’n goedig
uitzicht niet. En daarna in den schouwburg die dame,
die naast dien heer met zijn donkeren baard zat:
meendet gij toen ook niet, mama, dat het mrs. Her
manns was?* Bij mij echter was plotseling twijfel
gerezen. Waarom had ik van mijn schoonzuster geen
eigenhandigen brief gekregen? Vroeger schreef zij mij
zoo nu en dan. Ik wist ook gewaar te worden, wie je
bankier is. Zoo vernam ik, dat gij het vermogen der
oude Hoffmanns aan eene stichting hadt afgestaan.
Die edelmoedigheid nu was volstrekt niet iets voor
mevrouw Ella; zij hield daartoe veel te veel van het
geld. Kortom, ik was nieuwsgierig geworden. Ik moest
de*blonde weduwe zien, die mij voor geen geld ter
wereld wilde binnenlaten. En ik moet bekennen dat
het de moeite loontMaar nu verzoek ik je dan ook
om opheldering: «Waarom deed je dat?*
«Omdat ik vrij wilde zijn van jouDood voor jou
viel zij heftig uit, en er sprak diepe haat uit die woor-
wel herinneren? Zij maakten de zeereis met je op de
«Silesia.* Toevallig ki n ik dien mijnheer, die slecht
duitsch spreekt, een dienst bewijzen. Wij stelden ons
aan elkaar voor en zoo maakte ik kennis met de dames.
Mrs. Symons herinnerde zich, dat zij mij gezien had
toen ik jou op de boot bracht. En toen kwam 't natuur
lijk op het spoorweg-ongeluk. De kleine misz Jane
echter vroeg«O, maar is ’t dan werkelijk waar dat
uw lieve mooie vrouw dood is? Ik ben voor een paar
tegen gekomen.
iprekend op haar geleek. Ook onze Bobby
haar op. Zij had Bobby verpleegd toen hij
zoo ziek was.* «De zuster mijner vrouw, die
die zuster heb ik toch in Hamburg
scher uit als mrs. Hermanns. Zij had lang zoo’n goedig
die naast dien heer met zijn donkeren baard zatj
meendet gij toen ook niet, mama, dat het mrs.
manns was?* Bij mij echter was plotseling twijfel
eigenhandigen brief gekregen? Vroeger schreef zij mij
bankier is. Zoo vernam ik, dat gij het vermogen der
Die edelmoedigheid
1 j
geld. Kortom, ik was nieuwsgierig geworden. Ik moest
wereld wilde binnenlaten. En ik moet bekennen dat
OURANT.
I, die