IWR m BJ MBTKBIffi MBIIWS- BS SIIVBfflSfflBLAll HAAR RSföHÏBR I iw Onze Zeilwedstrijd. Bekendmaking Hinderwet. Wh/ Zaterdag 24 Augustus 1901. Ho. 68. 1 56e Jaargang. a Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentien. FEUILLETON. i L y - 1G 1 Wordt vervolgd. Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1. 2. 3. Novelle van E. Meek. den bedelaar vlak boven zijn gezicht; een walglijke dranklucht kwam hem tegemoet, en om zijn hals sloten de beenige vingers als ijzeren schroeven. Toch gelukte ’t den halfverstikte, zijn rechterarm vrij te krijgen. Zijn vuistslag trof den aanvaller met kracht in de zijde. De oude slaakte een kreet. De hevige pijn maakte hem razend als een gewond roofdier. Hij had wellicht niet de bedoeling gehad, den man te dooden, dien hij als zijn vijand herkend had. Hij had slechts gehoor gegeven aan een zeker instinct, zich te wreken; pijnigen, wurgen wilde hij hem; hij wilde zijn vijand eens voor goed in zijn macht hebben. Nu echter tastte zijn hand bliksemsnel in den zak, en alvorens Her manns in staat was den last van het op hem liggende lichaam af te schudden en zich op te richten, drong het mes hem door de keel, zoodat zich een donkere bloedstroom ontlastte. Rochelend viel de zwaar gewonde achterover en be woog zich niet meer. De oude staarde op de lang uitgestrekte gestalte en huiverde terug voor den bloedplas waarin hij knielde. Het mes had hij weggeslingerd. Hij ging opstaan en wilde vluchten. Maar kreunend drukte hij de hand tegen de zijde en viel wéér neder. De pijn tusschen de ribben was zoo sterk, dat zij hem bijna den adem benam. Op handen en voeten kroop hij terug achter den houtstapel, om zich te verbergen. Daar sloeg hij de handen krampachtig in het vochtige gras en mom pelde tusschen zijn jammerkreten «Recht is hem geschied 1 En ofschoon alles nu is afgeloopen, met mij-zelf ook toch verheug ik er mij over, ’t Doet mij pleizier dat hij na twintig jaren onder mijne handen vervallen is! Dat ik hem nu gesnapt heb!« De stationchef, die met de lantaarn in de hand tegen middernacht de herberg verliet, om zijn adjunct voor den weg in naar de villa. Een donkere gestalte echter sloop hem achterna. Grüber had zijn gescheurde schoenen uitgedaan; blootvoets sloop hij langs de met hagedoorns en brandnetels begroeide sloot, die langs den donkeren weg liep; alleen in de dorpshuisjes schemer den nog een paar roode lichten door de vensters. De hemel was donker. De vochtige zuidenwind had dikke wolken saamgepakt. Somber ruischte het door de boomen van ’t bosch. Tusschen het dorp en de villa was de weg, die rechts langs een begroeiden heuvel, links langs een houten omrastering liep, tamelijk smal. Grüber, die nu een voorsprong had, verschool zich achter een daargeplaatsten stapel hout. Hij had zich een zwaren knuppel tot wapen gekozen. Maar hij voelde een woeste kracht in zich, als was hij plotseling jong geworden en nog de boomsterke kerel die hij vroeger geweest was en die het tegen ieder kon opnemen, ’t Scheen wel als had hij al zijn ellende vergeten, zijn ziek lichaam en zelfs zijn dorst, omdat hij nu eindelijk, eindelijk aan zijn wraak kon voldoen. Met een sprong en zegevierend lachende stortte hij zich van achteren op den vreemdeling en sloeg den niets kwaads vermoedende zoo geweldig op ’t hoofd, dat deze dadelijk tegen den grond viel. Met de woede van een halfkrankzinnige wierp hij zich toen op zijnen op den weg liggenden vijand, omklemde met de beenige handen zijn hals en kneep hem met woeste, daemonische wellust de keel dicht. «Geef mij mijn goed, mijn geld terug! Twintig jaren lang heb ik je gezocht, leelijke hond! Nou zal je ’t ondervinden wat je mij hebt aangedaan Hermanns was met het hoofd op een scherpen steen gevallen. Hij bloedde en verloor eenige oogenblikken het bewustzijn. Toen hij weer in staat was zich te bezinnen, zag hij de van toorn fonkelende oogen van staande aan de 2e Oosterkade, wijk 18 no. 53, kadas traal bekend gemeente Sneek, sectie D, no. 503; Sub 2o. tot uitbreiding harer Roomboterfabriek door het oprichten eener Kuiperij, op het perceel, kadas traal bekend gemeente Sneek, sectie D. no. 556, aan den Leeuwarder Straatweg. Dat op Zaterdag, den 7 September e.k., des middag» te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen de gedane verzoeken bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoekers als zij, die be zwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 24 Augustus 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. den nachtdienst af te lossen, stiet met den voet tegen het bloedende lichaam, dat op den weg lag. Hij keerde naar de herberg terug om hulp te halen. De kastelein, de postbode, de gendarme vlogen in de grootste opge wondenheid naar de plek waar de moord had plaats gehad. Men vond het mes, men vond achter den houtstapel de jammerende Grüber, die de daad niet ontkende, maar beweerde, dat hij uit zelfverdediging gehandeld had; hij zou namelijk door den vreemde ling hevig zijn aangevallen. Men bracht den ouden Grüber in het brandspuit- huisje, waar men hem voorloopig opsloot; de gestor ven vreemdeling echter naar de villa van zijn schoon zuster. De kreet van schrik, welke Helene had doen opspringen, berichtte de aankomst van het lijk. In de logeerkamer, die voor den gast in gereedheid gebracht was, lag nu de doode. De haastig ontboden geneesheer had verklaard, dat zijn hulp te laat kwam. Toen men de wonde wiesch en verbond, liep nog eene stuiptrekking door het lichaam. Toen werd het stijf en koud. Twee kaarsen brandden naast de legerstede. De vlammen trilden in den tocht van den wind, die door het geopende venster binnenkwam. In den donkersten hoek van ’t vertrek zat Helene, bleek als haai nachtjapon, wachtende op den distriets- arts, op de lijkschouwing. Haar droge oogen staarden op het wasbleeke gezicht, waarop het flikkerende kaars licht viel. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2*/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Prijs De Jonge Af ke van K. Jong- te Delfstrahuizen, in 2. u. 22 m. 50 sec.; V. Vervolg). Bij de hui»deur staande, had hij op dronkenmans manier die woorden in zich-zelve gemompeld. Maar nu kwam hij een stap nader. «Dié daar is de schuld dat ik een wegsmijter geworden ben! Dié heeft mijn geld! Dié heeft mijne arme vrouw in ’t graf gebracht!» schreeuwde hij, op den vreemdeling wijzende, plotseling luid en hartstochtelijk. Hermanns wendde zich tot den herbergier. «Gij houdt er hier in den omtrek lastig gespuis op na,« zei hij verontwaardigd. De herbergier pakte den ouden Grüber bij den arm en smeet hem de deur uit. «Dit zal ik je afleeren, mijn klanten lastig te val len schreeuwde hij. «Maak oogenblikkelijk dat je weg komt! Pas op, als ik je hier nog eens zie haal ik on middellijk de politie!* De oude sloop stilletjes weg. Maar achter de kegel baan in den tuin dook hij neder en loerde van daar met sombere blikken naar de helder verlichte deur van de herberg. Hij zag er den vreemdeling uitkomen, terwijl de her bergier voortdurend vo«r hem boog. «Laat mij nu niet al te lang op mijn goed wachten.» zei Hermanns op bevelenden toon. En toen sloeg hij Een bewolkte hemel, ietwat blauw door schijnend, een stevig, vast briesje, ’t leek wel, alsof dit weer voor den dag onzer dagen was uitgezocht. Terwijl we dit schreven, bewogen zich reeds honderden, ja misschien duizenden vreemde lingen, allen natuurlijk op zijn Zondags, langs onze Kaden, om straks onder fanfaremuziek de reis naar ’t terrein van den zeilwedstrijd te ondernemen. Overal in de stad wappert de driekleur, overal drukte, overal beweging. Wat bee- nen heeft, rept zich naar Bothnia- en Jouster- kade, onder welke velen, niettegenstaande ge moedsbezwaren, de verzoeking toch niet kon den weerstaan, eens een kijkje te gaan nemen. Tal van booten, de eene nog fijner in feest gewaad dan de andere, komen van alle rich tingen aanstoomen, de meeste met zooveel passagiers, als we in verscheidene jaren niet zagen. Opstopping hier en ginds en daar maar allen komen toch zachtjes aan terecht, tot al de stoomers hare plaats in ’t gelid hebben ge nomen. En thans jubelt en joelt alles door elkaar. De verschillende fanfarecorpsen schet teren er duchtig op los, om de nog niet van kaarten voorziene gasten tot plaatsnemen uit te noodigen. den geschoven. Daar gevoelt ieder zich zoo vrij als een vogel in de lucht. Van geneeren voor elkaar is allerminst sprake: ouden van dagen, maar jong van hart, trekken lustig met de dartele jeugd naar den schommelbak, of meten zich op den dynamo, om te toonen, dat ’t slijten der jaren niet gelijken tred heeft ge houden met ’t afnemen der krachten. En zoo is de tijd om, vóór we ’t weten, tot de mare klinktde wedstrijd is beslist waarom wij ons beknopt verslag eindigen met de mededeeling, dat de Maria van H. Vrolijk alhier, den prijs (de Sneeker Cup) verwierf in de klasse Boeiers en Jachten en wel in 2 u. 28 m. Premie: Piet Hein van C. Jurgens te Amsterdam, in 2 u. 30 m. 50 sec. Aantal deelnemers 4. Klasse Centerboards, Kielbooten. Aantal deelnemers 5. Prijs: Wilhelmina van J. B. Dankelman en Ant. Wilking, van Amsterdam; in 2 u. 23 m. 40 Sec.premie: Silvana van T. A. Stam alhier, in 2 u. 25 m. 7 sec. Klasse Beurt- en Vrachtschepen. 12 deel- nemers. sma premieDe Drie Gebroeders van Rein Kool te Nijega (H. O. N.), in 5 u. 28 m. 59 sec. Klasse Schouwen. 5 deelnemers. Prijs: Friso van H. van der Zee, alhier, in 2 u. 22 m. 35 sec.; premie: Snel van J. G. Kalsbeek te Warga, in 2 u. 26 m. 30 sec. Klasse Sprietbooten. 5 deelnemers. Prijs: Gysbert Japixs van Gebr. Mulder te Langweer, in l u. 39 m. 16 sec.; premie: De Pelikaan van K. van Dijk te Langweer, in 1 u. 43 m. 50 sec. De bekende Sneeker beker moet men drie achtereenvolgende jaren winnen, om er eige naar van te worden of vijf malen in ’t geheel. De «Jeannette», die met een drietal heeren, waaronder ook een van ’t gerecht te Leeu warden, de zeilwedstrijd had bijgewoond en zeilende bijna de stad weer had bereikt, werd aan dezen kant van de kalkoven door ’t voor- bijstoomen van een stoomboot op lager wal gebracht. De oude schipper F., die bij het roer zat, riep een volgend schip toe, wat af te houden. Maar degenen, die dat schip bestuur den, liepen met volle zeilen op ’t ranke plei- zierjacht, er vrij wat averij aan toe brengende, fen toen F. hen daar toch zeker wel gegronde aanmerkingen op maakte, vlogen een paar mannen van ’t schip woest naar ’t jacht en de VERGADERING van den Gemeente raad van Sneek, op Zaterdag, den 24 Augus tus 1901, des namiddags ten 6’/s ure. Punten van behandeling: Resumtie der notulen. Mededeeling van ingekomen stukken enz. Voorloopige vaststelling der gemeente-rekening, dienst 1900. 4. Begrooting deralgemeene Arm voogdij, voor 1902. 5. Alsvoren der dienstdoende Schutterij, dienst 1902. 6. Rekening der gemeeentelijke Muziek- en Zang school over 1900/1901. 7. Alsvoren van het Buma-Leen, over 1900/1901. 8. Benoeming Leeraar i/h teekenen H. B. School en Industrieschool. 9. Alsvoren van een onderwijzeres in de handwer ken aan School no. 2. 10. Alsvoren van een Geneesheer-Directeur a/h Ziekenhuis voor besmettelijke ziekten. 11. Alsvoren van een stembureau, voor de stem ming van een lid van den Gemeenteraad. 12. Bemerkingen van H.H. Gedeputeerde Staten op ingezonden verordening Hoofdelijken Omslag. 13. Adres van P. de Jong Pz. e. a. inzake oprui ming van woningen bij de z.g. Wonderbrug. 14. Adres v/d Noord-Fiiesehe Spoorwegmaatschap pij betreffende gebruik maken van den Trekweg naar Leeuwarden. 15. Voorstel tot uitvoering v/h besluit tot stichting eener nieuwe Gasfabriek c.a. 46. Doortrekking wal en aan te brengen bestrating nabij de z.g. Wonderbrug. 17. Af- en overschrijving, gemeente-begrooting, dienst 1901. 18. Vaststelling le Suppletoir Kohier v/d Hoofde lijken Omslag, dienst 1901. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek-, Gelet op de desbetreffende bepalingen der HIN DERWET Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Secreta rie dier Gemeente ter visie liggen twee bij hun college ontvangen verzoekschriften met bijlagen van lo. HIELKE VAN DER ZEE en 2o. de Firma JOBS. HALBERTSMA, beiden te Sneek, strekkende respectievelijk tot het erlangen van ver gunning Sub lo. tot het oprichten eener Mast- en Pomp- makerij, gedreven door een gasmotor, in het perceel Daar tusschen door klinkt ons tegemoet „Wie nog een lijst!?” «tien pruimen vooreen dubbeltje!» «schoenen poetsen meneer?» «Wat een onderscheid,» hoorden we iemand zeggen, «bij ons in Amsterdam. Daar zien we bij zoo’n wedstrijd lang niet, wat we hier aanschouwen. Maar deze van Sneek is ook beroemd, bij ons noemen ze hem de beroemd ste.» «De Directieschuiten alles schuift naar den wal, om de groote versierde tjalk te zien, die, geëscosteerd door brigadiers, met karabij nen gewapend, statig komt aandrijven. Neen, de rijksveldwacht mankeert; de hee ren bedankten indertijd voor de eer (zoo fluis tert de wereld) om den geheelen dag als ver- getelingen dienst te doen. Men redt het thans zonder de gehelmde mannen, en nu ’t hoofddeksel onzer rijkspolitie weer gereduceerd is tot een eenvoudige pet, kan men hun moei lijk meer vragen, om aan ’t geheel gloed en luister bij te zetten. Achter ’t Directieschip de ledenboot, niet extra gevuld. v ’t Is ook wel wat vreemd, lid van de Ver- eeniging te zijn en dan nog een gulden te geven om mee te varen. Men betaalt liever du. helft minder op een anderen stoomer, al moet men ’t dan met muziek stellen, die voor de heeren onzer schutterij de vlag moet strij ken. 't Is maar om een vroolijk mopje, een marsch, een wals etc. te doen, om de feest vreugde er in te houden. ’t Begint stiller te worden, de meeste sche pen en booten zijn reeds vertrokken. Op ’t Meer is alles reeds in volle glorie en half twee heeft de klok geslagen, of de laatste boot torst haar vracht naar ’t terrein van samenkomst. Welk een aanzicht, een bosch van masten op die eenige watervlakte ’t Mooist van alles echter: de afvaart bij den hoek van ’t Kolmeer’s gat. Een Vosmaer’s pen was misschien in staat terug te geven, wat ’t oog daar ontwaart, een Tollens zou ons misschien in verrukking kun nen brengen met een lied, dat die afvaart bezong. Men moet al schipper zijn, om van dat zei len begrip te krijgen, en daarom lust ’t ons niet, de zeilroute te volgen. Liever gaan we naar ’t feestterrein, de Roe- koepol, dat goddelijk eilandje, waar de meest drukkende zorgen onwillekeurig aan kant wor- I 9 C lURANT. V «rywgi u.~—«- rr- »i— 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1