SIRIJWS- FJ AhVERTOTIEBLAD
RECHTER,
ig.
No. 70.
Zaterdag 31 Augustus 1901.
56e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
EM-
en
(je!
:rs
dit telegram
3.
>5
jroote
3.
>or de
ver-
Ionian
rijver.
voor
tsheid
ouwd,
18
joo te
licht,
Wordl vervolgd.
w - UM. M..—»i.i, - - j—2-. wni.n ^*e* 'ia* -■
ichten
bun-
Lelijke
deel,
Dicht
reloof,
schen
geïl-
oeger
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATEHDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
suige-
•oeger
ehoor
ussis,
fbeel-
lings-
Iboek
it het
eeps-
ngen,
Lmu-
<EL-
Iroote
i met
chetst
be-
iO.
s ware
of de
boek,
50
Dt.
Novelle van E. Mebk.
etsen
ente-
oeger
de en
deren
280
t 40
itore
alle
OU RANT.
mu ami eis mm
stellen; evenwel bestaat natuurlijk gelegenheid bij de
behandeling der begroeting nader op de desbetreffende
post terug te komen.
De heer Visser acht het wenschelijk, dat alsdan
door bedoelde Commissie een staat wordt overgelogd,
waarop loonen en aantal werkuren voorkomen.
De heer Fennema wijst er op, dat in de verordening
voorde Gemeentereiniging staat,dat de Commissie de
werklieden salarieert; de Raad heeft daarin 'dus wei
nig te zeggen.
De Voorzitter zegt, dat de opmerking van den heer
Fennema geheel juist is; de Commissie zal dus een goed
gemotiveerd verzoek steeds in gunstige overweging ne
men en gaarne alle mogelijke inlichtingen van werk
uren en loonen verschaffen.
Thans wordt zonder hoofdelijke stemming conform
het voorstel van den Voorzitter besloten.
3. Voorloopige vaststelling der gemeente-rekening,
dienst 1900.
De Voorzitter zegt, dat bovengenoemde rekening
met alle daarbij behoorende rekeningen en bescheiden
door de 2 raadssectiën is nagezien en daarover rapport
hebben uitgebracht. Derle sectie .heeft geene aanmer
kingen en constateert met genoegen het accuraat beheer;
de 2e sectie maakt alleen de opmerking, dat een man
daat, groot f 200, in strijd met de instructie voor den
gemeente-secretaris, aan dezen is uitgekeerd; dit be
hoorde dus afzonderlijk gesanctioneerd.
Spr. vertrouwt echter dat de Raad, welke kennis
zal hebben genomen vangde toelichting van Burg, en
Weth. thans bovengenoemde rekening voorloopig zonder
wijziging kan vaststellen.
De heer Paehlig zegt, £dat 1de Secretaris volgens de
verordening geen nevenbetrekkingen mag waarnemen
zonder toestemming van den Raad, de 2e sectie meende
dus, dat de uitgave volgens bedoeld mandaat, niet
genoeg gemotiveerd was, en dat vooraf door den Raad
een besluit moest genomen zijn, waarbij de Secretaris
toestemming ontving om als waarnemend directeur der
gasfabriek op te treden.
De Voorzitter had gaarne gezien dat de zienswijze
van B. en W. volgens de overgelegde toelichting door
de 2e sectie was gedeeld, de heer Paehlig heeft enkel
de vraag herhaald, welke de 2e sectie heeft gedaan
door die sectie wordt het voorgesteld, als zou de Secre
taris de Directie hebben gevoerd, terwijl dit niet het
geval is, daar B. en W. dit hebben gedaan; in overleg
met de Gascommissie is geen tijdelijk directeur-boek-
houder aangesteld, maar hebben B. en W. de directie
gevoerd, terwijl de Secretaris zich onder en na zijne
bureau-uren, met de administratie heeft, belast.
De Voorzitter leest thans het antwoord van B. en
W. voor, waaruit o.a. blijkt, dat B. en W. van meening
verschillen met de 2e sectie, omdat wel rekening is ge
houden met art. 18 der instructie voor den gemeente
secretaris; er is hier niet sprake van een gesalarieerde
nevenbetrekking; door het plotseling overlijden van den
vorigen directeur-boekhouder moest spoedig gehandeld
worden. De Secretaris heeft toen op verdienstelijke
wijze de administratie gevoerdwaarom het B. en W.
wenschelijk voorkwam eenige vergoeding wegens dé
gepresteerde diensten aan den Secretaris te verleenen.
B. en W. hebben dus zelfstandig gemandateerd.
Spr. stelt voor, wanneer men zich met deze toelich-
zouden slijten. Zij stortte zich als ’t ware hals over kop
in haar nieuwe bezigheid, hield zelve toezicht op het
werkvolk, dat in de verwaarloosde vertrekken reinheid
en orde moest herstellen; zorgde dat alles zoo spoedig
mogelijk gereed kwam en was weldra na hare her
haalde bezoeken in de hutten van het dorp zoo goed op
de hoogte der omstandigheden, dat zij de behoeftige
oude lui, die ’t het meest noodig hadden en onder
deze een paar oude luitjes wist uit te kiezen om in
de eerste plaats huisvesting te vinden in haar toe
vluchtsoord.
In de kerstweek was alles gereed, en zij liet voor
het openingsfeest in de ruime woonkamer een dennen
boom plaatsen. Ook de kinders uit het dorp werden
op het feest genoodigd. Toni Grüber, dien zij in dienst
had genomen en die zich onder leiding van den opzich
ter in den tuin en in de boerderij nuttig maakte, had
ijverig meêgeholpen aan de toebereidselen. Zijn blauwe
oogen glinsterden van genoegen, toen hij de kerst
kaarsjes branden zag aan den mooien, hoogen den,
dien hij zelf uit het bosch gehaald en versierd had, en
toen hij nu met de tafelschel het sein mocht geven
aan de vol verlangen wachtende jeugd.
Ver naar buiten op de sneeuw viel het licht van de
kerstkaarsen; ver naar buiten in den stillen, kouden
nacht, onder den met sterren bezaaiden hemel, klonk
het gejubel der dorpskinders, en Helene stond ont
roerd midden in den kring der kleinen en van de oudjes,
wien hun nieuw tehuis met warme vertrekken en
goede bedden, waar zij nu voortaau maar onbezorgd
aan tafel konden plaatsnemen, een aardsch paradijs
toescheen.
Toen Helene met Toni, die met een lantaarn voorop
liep, door de krakende sneeuw naar de villa terug
keerde, had zij het zoo vaak verlangde gevoel van wel
ting kan vereenigen; de gemeenterekening, dienst 1900
voorloopig vast te stellen, bedragende:
in Ontvangst f 254.343.69s
in Uitgaaf - 233.163.24»
Batig Saldo f 21.180.45
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans zonder
medewerking van heeren Wethouders, conform het voor
stel van den Voorzitter besloten.
De rekening zal ter goedkeuring aan h.h. Ged. Staten
worden toegezonden.
4. Begrooting der Algemeene Arm voogdij voor 1901.
De Commissie, belast met het nazien van rekeningen
en begroetingen, stelt voor, bovengenoemde rekening
in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 18.250 met
een subsidie uit de gemeentekas van f 17.350 goed te
keuren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form besloten; terwijl goedkeuring voor de vereischte
toelage uit de gemeentekas aan h.h. Ged. Staten zal
worden aangevraagd.
5. Begrooting der dienstdoende Schutterij, dienst
1902.
Op voorstel van dezelfde Commissie, wordt ook deze
begrooting, sluitende in ontvang en uitgaaf op een be
drag van f 1564 en eene subsidie uit de gemeentekas
van f 1489, goedgekeurd.
6. Rekening der gemeentelijke Muziek- en Zang
school over 1900/1901.
Ook deze rekening, sluitende in ontvang en uitgaaf op
een bedrag van f 593.11’ en een batig saldo ad f 162.92,
wordt op voorstel der zelfde Commissie goedgekeurd.
7. Rekening van het Buma-Leen over 1900/1901.
Dezelfde Commissie stelt voor ook deze rekening,
sluitende in ontvang en uitgaaf met een bedrag van
ƒ3981.32 en een batig saldo van ƒ231.88, goed te keuren
en adviseert op het verzoek van den benificiant-Nawijn
niet nader te beraadslagen daar door h.h. Ged. Staten
daaromtrent reeds een besluit is genomen.
De Voorzitter zegt, dat het door de Commissie inge
nomen standpunt juist is; eerst had de Raad over even-
bedoeld verzoek gehoord moeten worden. De benefi
cianten ondervinden groote teleurstelling door de ver
mindering der huur van de landerijen. De ber.eficiant-
Nawijn te Bolsward heeft daarover bij h.h. Ged. Staten
zijne bezwaren ingediend, daar hij thans jaarlijks on
geveer 760 ontvangt. De bewindvoerder van het leen,
de heer Verwer te Zorgvlied, was voor het aangaan
eener tijdelijke geldleening, om daardoor tot eenige
verhooging te geraken, doch h.h. Ged. Stagen hebben
anders beslist.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel der Commissie besloten.
8. Benoeming Leeraar in het teekenen aan de H.
B. School en Industrieschool.
De Voorzitter noodigt de heeren Dokkum en Paehlig
uit, met hem het stembureau voor deze en volgende
benoemingen uit te maken en deelt verder nog mede,
dat door hem van een der sollicitanten, den heer Vel-
sink te Rotterdam, een telegram is ontvangen, daarin
mededeelende dat nu hij tot tijdelijk leeraar te Schie
dam is benoemd, onder de raadsleden te Sneek het
gerucht gaat, dat door hem eene benoeming te Sneek
niet zal worden aangenomen, wat geheel onjuist is,
daar hij een eventueele benoeming alhier in elk ge-
VI.
Vervolg).
De stilte van den herfst daalde ieder op de villa
waar de eenzame vrouw in diepen ernst haar dagen
doorbracht. Zij had den brief verbrand, dien zij in dien
verschrikkelijken nacht begonnen was aan haar vriend
te schrijven. Op zijne warme woorden van deelneming
had zij hem slechts heel kort geantwoord. Haar eigen
leven scheen haar zoozeer in sombere schaduwen ge
huld, haar verleden kwam haar zoo onuitwischbaar
voor, dat zij 't als haar plicht beschouwde, zich op een
afstand te houden van zijn rustig vreedzaam leven, tot
hij haar geheel zou hebben vergeten. Van de bittere
uren van berouw en zelfverwijt was e«n gevoel van
diepe beschaming bij haar achtergebleven. Haar be
drog, hare leugens stonden haar nu in zoo’n hatelijk
licht voor oogen, dat zij vast overtuigd was, dat ook hij
haar zou veroordeelen, als de sluiers, die voor hem
nog haar leven verborgen, eenmaal werden opgelicht.
Weken gingen voorbij. Het begon te sneeuwen. Als
zij naar buiteu keek naar de neêrdwarrelende vlokken,
voelde zij zich geheel als een gevangene, om wie die
hooge, witte muren zich thans opstapelden om haar
af te sluiten van alle zonlicht en van elk verkeer
x met de wereld.
»U moet op reis, mevrouw,* zei de baddokter, die nu
dadige vermoeidheid en innige tevredenheid. Onder
weg echter keerde haar geleider zich eensklaps om.
♦Mevrouw,* zeide hij, «weet u wie hier vandaag
geweest is en door do vensters gekeken heeft
Wie dan, Topi?< vroeg zij verschrikt.
♦Mijnheer de professor met wien wij in den zomer
op de bergen geweest zijn
Onwillekeurig bleef zij staan. »Gij vergist u, Toni.
Hoe zou die hier in den winter komen
♦U kan mij gerust gelooven, mevrouw, hij was ’t.
Hij herkende mij ook dadelijk en heeft mij de hand
gegeven. Hij wilde mevrouw niet storen, zeide hij.
Maar zijn groet moest ik u toch overbrengen.*
Den volgenden dag schrikte Helene telkens als zich
een voetstap in den tuin hoorea liet. Maar in het een
zame huis kwam geen bezoek. Een week later, op
Nieuwjaarsdag, ontving zij een schrijven, dat zij met
tranen in de oogeu las.
Onweêrstaanbaar had hij zich voortgedreven gevoeld
in hare nabijheid. Als een dief had hij om haar huis
geslopen. Hij had het niet gewaagd, haar te naderen
Zij had hem immers niet noodig. Slechts in de laat
ste regels sprak de hartstochtelijke twijfel«Hebt gij
vergeten
Zij antwoordde geen woord. Zij riep hem niet terug.
Hij meest immers vergeten, vergeten! Wat kon de
vrouw voor hem zijn, die haar naam had weggeworpen,
die een onwettig bestaan voerde? Met al zijn liefde
zou hij daar niet overheen stappen. Pij zou’t haar nooit
vergeven, dat zij valsch was geweest ook tegen hem.
Zou hij geen afgrijzen gevoelen, als hij hoorde dat de
weg tusschen hem en haar slechts vrij geworden was
door een moord
VERGADERING van den Gemeente
raad van Sneek, op Zaterdag, den 24 Aug.
1901, des namiddags ten 61/, uur.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Tegenwoordig zijn 11 leden. Afwezig de heeren De
Vries, Camphuis en dr. Risselada.
Van de heeren Camphuis en Risselada is bericht
ingekomen dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij
te wonen.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der Notulen.
De notulen van de vorige vergadering worden na
lezing onveranderd goedgekeurd.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
a. Resolutie van h.h. Ged. Staten, daarbij berich
tende dat er geene bezwaren bestaan tot toelating van
de raadsleden, de heeren Dr. G. Bouma, D. Gorter, J.
Huges en J. H. Schjjfsma;
b. Als voren, goedkeurende het raadsbesluit van
31 Juli jl. tot betaling eener rekening uit den post voor
onvoorziene uitgaven, dienst 1901
c. Alsvoren, goedkeurende het raadsbesluit van 31
Juli jl. waarbij aan den heer R. Paehlig gemeente
grond in koop is afgestaan;
d. Adres van W. Koopmans e. a., werklieden bij de
Gemeentereiniging, verzoekende loonsverhooging;
e. Id. van W. Anema, verzoekende gebruik te mogen
maken van het gedempte gedeelte >het Sperkhem*
voor groenteteelt;
Schrijven van den heer H. Jz. Kingma daarbij
berichtende dat hij zjjne benoeming tot lid van den Ge
meenteraad niet aanneemt;
g. Id. van het Bestuur van de Kadervereeniging te
Bolsward, dat hij de voorwaarden voor het gebruik der
schietbaan alhier aanneemt;
h. Missive van Z. Ex. den Minister van Binnen-
landsche Zaken, daarbij berichtende dat het gewijzigde
reglement voor de H. B. School wordt goedgekeurd.
De Voorzitter stelt voor het adres om loonsverhooging
sub d. te stellen in handen van de Commissie voor de
Gemeente-reiniging ten fine van beoordeeling en af
doening;
het adres-Anema te stellen in handen van de Com
missie voor gemeente-eigendommen, ten fine van ad
vies;
het reglement voor de Hoogere Burgerschool te laten
drukken, nu de goedkeuring daarvoor is ontvangen en
verder de niet gememoreerde ingekomen stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Pijttersen vraagt of het de bedoeling is,
dat het adres der werklieden van de aschbelt, ter af
doening gesteld wordt in handen van de Commissie
voor de Gemeentereiniging of dat het adres met een
voorstel in den Raad nader behandeld zal worden.
De Voorzitter zegt, dat de Commissie voor de Ge
meentereiniging, deze zaak geheel beheert, dus de
werklieden ook engageert en salarieert naar bekwaam
heid, waarom Spr. ook voorstelde, dat adres ter beoor
deeling en afdoening in handen van die Commissie te
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
halen
van
flink
val zal aanvaarden.
De Voorzitter verzoekt den leden van dit telegram
die nota te nemen, als zij nuttigen noodigzullen oor-
deelen.
De aanbeveling bestaat uit de heeren
1. J. D. Bouwer te Brielle.
2. A. Velsink te Rotterdam.
G. M. Thomson te Edam.
Uit de gehouden stemming blijkt dat de heer Bou
wer is benoemd met 7 stemmen, terwijl op de heeren
Velsink 3 en Thomson 1 stem werd uitgebracht.
9. Alsvoren van een onderwijzeres in de handwer
ken aan school no. 2.
De aanbeveling bestaat uit de dames:
1. J. de Groen.
2. J. Nauta.
I. Stelma.
Bij de eerste stemming werden uitgebracht op mej.
Stelma 5, mej. Nauta 4 en mej. de Groen 2 stem
men; bij de tweede vrije stemming verkregen de da
mes Stelma 5, Nauta 5 en de Groen 1 stem.
Bij de nu volgende herstemming tusschen de dames
Stelma en Nauta, werd laatstgenoemde benoemd met
6, terwijl 5 stemmen op mej. Stelma werden uitge
bracht.
10. Benoeming van een Geneesheer-Directeur aan
het Ziekenhuis voor besmettelijke ziekten.
De door h.h. Armvoogden ingezonden en door B. en
W. ondersteunde, alphabetische aanbeveling bestaat
uit de heeren
1. Dr. D. H. Posthumus en
2. Dr. Wtfrtena.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat Dr. Posthumus,
voor 1 jaar, van 1 Sept. 1901 tot 1 Sept. 1902 is be
noemd met 7 stemmen, terwijl op dr. Wartena4 stem
men waren uitgebracht.
11. Benoeming van een stembureau, voor de stem
ming vaneen lid van den Gemeenteraad.
De Voorzitter deelt mede dat wegens het bedanken
door den heer Kingma, op 9 September eene stemming
en, zoo noodig, op 20 September eene herstem ming zal
worden gehouden ter benoeming van een lid van den
Raad. Voor een stembureau zullen thans 2 leden en
2 plaatsvervangende leden benoemd moeten worden.
De heer Fennema verzocht, daar hij voornemens is
voor eenige dagen de stad uit te gaan, geen stemmen
op hem uit te brengen.
Na 2 stemmingen wordt tot le lid benoemd de heer
Pijttersen; tot 2e lid de heer Mr. Paehlig; tot plaats
vervangende leden worden benoemd de heeren ten
Gate en Visser.
De Voorzitter bedankt thans de heeren stemopne-
mers voor de verleende hulp.
12. Bemerkingen van H.H. Gedeputeerde Staten op
ingezonden verordening Hoofdelijken Omslag.
De Voorzitter deelt mede, dat bovengenoemde be
merkingen zich tot een 3-tal bepalen en wel le dat
Ged. Staten niet de zienswijze van den Raad deelen
om de laagste klasse van aanslag mot f 500 te doen
aanvangen, doch lager wenschen te gaan2e dat de
opzet en inrichting van art. 7 niet volgens wettelijk
voorschrift is gemaakt; 3e dat bij overlijden, alleen
die erfgenamen ontlast worden, die buiten de Ge
meente Sneek verblijf hielden.
ook naar elders vertrok. »Een winter in Italië zou
u goeddoen.*
Maar zij schudde het hoofd. »Ik ben er niet toe
gestemd,* zeide zij. »En daarbijalléén, zonder ge
leide, zou ik Italië zeker ook triest vinden.*
Zij dacht aan den Septemberavond, toen zij naast den
geliefden man de helder verlichte Briennerstraat was
doorgewandeld. Wat beteekende voor haar al het betoo-
verende der schoonheid, als hij er niet bij was? De
kunstschatten van Italië zouden bij haar slechts een
heimwee doen ontwaken naar zoo’n bezielenden gids.
De baddokter was een verstandig man, die zjjne pa
tiënten niet over dezelfde kam scheerde. Hij sprak zijn
patient bemoedigend toe hij wees er haar op, dat haar
gemoed behoefte had aan eene verarmende bezigheid;
dat een krachtdadig werken voor het welzijn harer me-
demenschen het beste geneesmiddel zou zijn om hare
neerslachtigheid te verdreven. En dat had een mach
tigen invloed op haar. Ja, hij had gelijk. Er bestond
slechts ééne uitkomst voor haarzich nuttig maken,
werkzaam zijn voor anderen; hare ledige, eenzame da
gen aanvullen met arbeid.
Tot de bezitting Bodenhausen behoorde ook een
groot huis, dat haar oom, die er hypotheek op had,
had moeten overnemen. Toevallig kwam juist in die
dagen de rentmeester melden, dat de menschen die
het huis gehuurd hadden, het hadden opgezegd en
vergunning verzochten, het dadelijk te mogen verlaten,
daar zij de zaak van een ziek geworden bloedverwant
moesten overnemen.
Dat bericht,.was voor Helene eene vingerwijzing
naar het gezochte doel. Met volle ambitie aanvaardde
zy de schoone taak, in het ledigstaande huis een toe
vluchtsoord te scheppen voor oude menschen, die niet
meer konden werken en daar verder rustig hunne dagen