WW8- EJI IhVEWEJTIEIiLlII VOOR SJEEk Eli «mm BAAR MCBTSB. Uit Kaapstad. Woensdag 4 September 1901. No. 71. 56e Jaargang. r Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentien. FEUILLETON. Schietoefeningen. i KENNISGEVING. 19 Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. De BURGEMEESTER der gemeente Sneek brengt naar aanleiding van een bij hem ontvangen schrijven van den Commissaris der Koningin in deze Provincie, d.d. 29 Augustus 1.1. la Afd. M/S no. 1332, ter alge- meene kennis, dat ter gemeentesecretarie ter inzage is nedergelegd eene vanwege het Departement van Oorlog samengestelde handleiding tot het gebruik van patronen tot verkleinde afstanden. Sneek, den 3 September 1901. De Burgemeester voornoemd, A L M A. Novelle van E. Merk. Kaapstad, 4 Aug. De menschelijke geest schijnt geneigd te zijn verband te zoeken tusschen schijnbaar on samenhangende gebeurtenissenvele hetero gene feiten worden samengebracht als gevol gen van één oorzaak’t is het concentreeren en bij elkaar brengen, waar ’t maar, even mo gelijk is. Dit doen historieschrijvers in ’t al gemeen en vele, die van Kaapstad uit de too- neelen op ’t oorlogsterrein gadeslaan, in ’t bij zonder. Ik wil een paar staaltjes noemen Het is werkelijk opvallend, dat Engeland zoo moeilijk soldaten kan krijgen. Het heeft crediet genoeg en kan nog wel over ettelijke Niettegenstaande het waden door de sneeuw, die nog op de schaduwplekken lag, tamelijk vermoeiend was, voelde zij toch eene heerlijke gewaarwording bij dit eerste naar boven klimmen uit het dal, dat in zonnige lieflijk heid beneden haar lag. Voor de knappe herberg, met dennengroen versierd, terwijl vlaggen van het dak wap perden, heerschte nog diepe stilte, ’t Zag er daarboven op de hoogte eigenlijk nog winterachtig uit; des te heerlijker echter wenkte de heldere hemel met zijn lentewolkjes en den warmen zonneschijn. De bewoners van de herberg lieten haar in vroolijk opgewonden stemming de knappe vertrekken en het aardige gelag- kamertje zien; zij moest den tirolerwijn en de versch ge kookte ham proeven. Met een ruiker van de eerste berg- bloemen in de ceintuur van haar zwarte japon trad zij naar ’t huis toe. Het verlegen gezicht van Toni viel haar op. De knaap had op eens een kleur gekregen tot achter de ooren. Zijn scherpe oogen tuurden van den almgrond voor het huisje, naar de rotsen ginds en plotseling slaakte hij een bigden kreet. Deze klonk als eene begroeting. En nu zag ook zij een forsche man nelijke gestalte, die over het grasveld naderdeeen heer met een donkeren baard. Zij had een gevoel, als moest zij vluchten, en bleef toch als vastgeworteld staan. Hij nam van verre reeds den hoed af en wuifde. Toen zij om keek was Toni verdwenen; als een gems klauterde hij de steile helling op. Rondom geen sterveling. «Goeden morgen klonk de welbekende stem van den professor in het oor der jonge vrouw, die met moeite hare bedaardheid trachtte te bewaren. »De brave Tom KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie dezer gemeente, gedurende 14 dagen, van af heden, voor- een ieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld, de aan den Raad aangeboden begroeting der inkomsten en uitgaven der gemeente Sneek, voor het jaar 1902. Sneek, den 31 Augustus 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, KINGMA, L. Burgemeester. JAC. van dir LAAN, Secretaris. dat hij bij zijn aankomst in Engeland of elders kan gaan bedelen of zijn familie op den nek liggen. Daarbij komt nog, dat ’t getal vergun ningen (voor drankverkoop) ook al zeer toe-, genomen is en al de «bars* tot 12 uur mogen open blijven. Het moeten wel sterke beenen zijn, die zulk een weelde kunnen dragen. En een Tommy, die 12 mnd. of meer honger heeft geleden, slaaf was, velerlei gevaren en vermoei enis heeft doorstaan, is maar zwak. ’t Ontbreekt er nog maar aan, dat de wer- vingsagenten bij de bars gaan staan of in de slechte huizen en de speelholen de ongelukki- gen ontvangen. Doch dit behoeft niet, de be rooiden vinden altijd den weg wel naar de voornoemde >Drill hall», om weer den shilling handgeld te ontvangen. Zelfs brengt men hier mee in verband den sussenden brief van mi nister Graham, die «Cape Times* en «Argus* de les leest, dat ze zoo ongerust zijn over de veiligheid van Kaapstad, daar moorden en roo- ven aan de orde van den dag is. >Zoolang Engeland soldaten noodig heeft,» beweert men, »moet te Kaapstad alles door de vingers ge zien worden.» De »Orol«, die alle weken een koek zendt aan hem, die de meest dwaze daad verricht heeft, zond deze week haar koek aan minister Graham. Welverdiend, want op den- zelfden dag, dat Graham’s brief verscheen, dat de veiligheid hier «all right* was, werd meer dan een schandelijke moord gepleegd. De vo rige week kreeg de magistraat Broers de koek thuis, wijl hij Isaac Peterson, die met een 12- ponder steen een heer in de Jamesonstraat ’t hoofd zocht te verbrijzelen, veroordeelde tot slechts 3 mnd. gevangenisstraf of 3 pond boete. De koek is een groote, lekkere taart, ge bakken bij Dix, den voornaamsten restaurateur hier, en kost van 8 tot 10 shillings. Ik weet dit zoo goed, omdat mijn vrienden bij ’tnu ver boden blad »The South Africa News» er ook al eens een gehad hebben. Nog een aardige «suggestie» geeft de overi gens vuile «Orol* deze week. Ze meent, dat er nu gauw vrede zal komen, omdat de heele week de bladen eens plechtig gezwegen heb ben over »’t naderende einde* der oorlog. En nu nog een gewaagde redeneering De oorlog, dien wij thans beleven, is door het complot, waarvan dr. Jameson ’t blind werk tuig was, voorbereid. Rhodes en de zijnen hebben de mogelijke gevolgen van den inval van alle kanten overwogen. Rhodes is er de man niet naar aan één mogelijkheid te denken, nl. ’t overrompelen van Transvaal alleen. Zijn «groote geest» (er zijn nog pro-Boers, die hem een ontzaglijk bekwaam man noemen) heeft heeft zijn zaakje goed gedaan. Ik had hem overgehaald u heden hier naartoe te lokken. Op een hoogen berg top hebben wij elkaar voor ’t eerst ontmoet.” Hij keek haar een poosje zwijgend aan, terwijl hij hare hand drukte. »Ik moest u zien,* ging hij zachter voort. «Ik wilde wel gehoorzaam zijn en op een afstand van u blijven, omdat gij het verlangdet, omdat uw vaarwel het mij beval. Maar ik kan het leven niet verdragen, dat ik nu sedert den herfst Ijjd. Te midden van den gewichtigen arbeid spring ik op met de steeds herhaalde, wanhopige vraag: Waarom? Waarom? Wat ligt tusschen ons? Waarom moesten wij van elkaar scheiden Zij zag met diepe ontroering, dat innerlijke smart uit zijn gelaat sprak, dat zijne oogen de levenslustige, vroolijke uitdrukking verloren hadden. «Ach, mijn vriend,* zeide zij zacht, «ik kan mij niet heenzetten over mijn treurig verleden en, geloof mij, ook gij zoudt ’t niet kunnen, als gij alles wist Schud het hoofd niet! Er bestaan herinneringen die onuitwischbaar zjjn. Maar ik voel ’t wel, ik heb u smart veroorzaakt. Ik had niet naar München moeten gaanIk had op een afstand van u moeten blijven! Vergeef ’t mij!* Hij had de hand, die zij hem gelaten had, door zijn arm getrokken en stapte met haar voort op den smallen weg, die door een dennenbosch omhoog naar den berg rug voerde. Toen de boomen hen verborgen, trok hij haar harts- tochteljjk naar zich toe. Zijn stem beefde toen hij zeide: ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. VI. (Vervolg). De winter ging voorbij, de Mei kwam en bracht de wonderschoone tijd van bloeien en knoppen. Op een mooien dag klopte Toni aan de deur en vroeg met een slim gezicht, of mevrouw geen lust gevoelde weêr eens een berg te beklimmenMorgen zou daar boven op den hoogen top de herberg geopend worden, en de kastelein had het toch aan haar te danken, dat alles nu in orde wasen daarbij was ’t zulk mooi weêr. »Gij wilt mij zeker naar een feest met veel menschen brengen?» antwoordde Helene, wie het half verlegen, half ondeugende gezicht van den knaap niet ontsnapte. Maar hij zeide dat de heeren van de Alpen-ver- eeniging en de Traunsteiners pas ’s middags kwamen. Als zij vroeg op weg gingen, dan konden zij allang weer weg zijn alvorens de muziek en de drukte begon. Zoo liet zij zich dan bepraten. Zij had reeds lang naar zoo’n wandeling verlangd en gaf bevel, haar nog vóór zonsopgang te wekken. »Ik wil niet vragen naar je verleden. Ik geloof in je in je warm, goed hart. Ik geloof je trouwe, lieve oogen. Toen ik je kersttijd wederzag onder al die kinders, onder die dankbare oude luidjes; toen rees zoo’n zalig vertrouwen bij mij op. Ik was toch zoo bitter boos op je geweest in mijn eerste smart; ik was teleurgesteld en toornig over je afscheidsbrief na dien heerlijk schoonen dag. Maar een blik op je en alle bitterheid was weg, alle toorn verdwenen. Zij heeft geleden, evenals ik, en haar ziel, die ’t geluk ontbeert, zoekt nu troost in ’t zich opofferen voor anderen, zeide ik bij mij zelf. Gij kwaamt mij zoo goed, zoo groot voor, dat ik heenging met een zekere onthoudings-moed. Maar deze hield geen stand, geliefde! Ik ben niet zoo sterk als gjj! Altijd onstuimiger en luider is mijn verlangen naar je geworden, en nu ben ik gekomen om te strijden tegen je besluit, tegen dat afstand doen van geluk, wat ons beiden ongelukkig maakt.* »0, zwijg, mijn vriendviel zij hem in de rede, strijdende tegen den gloed, die ook haar dreigde mee te sleepen.* »Niet hier tusschen de donkere dennen, niet onder deze winterachtige schaduw willen wij ons gemoed uit storten, maar boven op de hoogte in zonlicht en warm te. Wij willen samen de oogen laten gaan over de heerlijkheid der wereld. En zie dan of gij te midden dier goddelijke lente-pracht den moed hebt tot een neen.* Hij had haar arm losgelaten. Achter elkaar klommen zij langs het smalle pad de helling op. Slot volgt. Nooit voor dezen was Kaapstad in ’t bezit van drie speelbanken, waarvan de grootste, in de Kerkstraat, groote aantrekking bezit. Daar is de roulette aan ’t draaien, op de tafel waar omheen Tommies en anderen hun geluk be proeven. Daar zit aan een andere tafel de dikke kashouder met een stapel goud voor zich en speelt met de kaarten een zeer gewild hasard- spel. Ik heb Tommies daar 5 shillings zien winnen, maar ook 3 en 4 pond zien verliezen in een half uur tijds. Er is heel wat over die speelholen geschreven, ook door jingo-bladen (échter niet door de half-officiëele «Cape Ti mes*), maar alles blijft als het is en bestuurders van handelskantoren en winkels plaatsen er soms geheime agenten, om na te gaan of hun bedienden er ook komen. Nooit te voren waren er in Kaapstad zooveel huizen van ontucht. Men zegt, dat men voor den oorlog en in ’t eerste halfjaar er van bijna niet wist, waar een slecht huis was. Thans heeft elke straat er van een tot zesgesloten huizen, waar kleine krulharige doesjes op de stoep het gehalte der bewoonsters aanduiden en waar ’s avonds voor ’t opgeschoven raam een lokkende stem den eenzamen wandelaar vervolgt. Of ’t zijn theehuizen, vroeger hier onbekend, thans uit den grond gerezen als paddestoelen, vriendelijk en onschuldig van buiten, maar gevaarlijk van binnen. Er moeten tusschen Kaapstad en Wijnberg meer dan 500 dergelijke huizen zijn. Tusschen 11 en 1 uur ’s morgens krioelt de Adderley- straat van deze vrouwen, opzichtig gekleed en mooi geblanket. Wie ’s avonds langs de straat loopt, voelt soms een kaartje in de hand ge duwd, met het adres er op van zoo’n juffrouw. (Ik zat een paar weken geleden in den trein naar Worcester met een paar Afrikaanders. Een inspecteur kwam bij Wellington onze kaartjes nakijken; met opzet haalde een der Afrikaanders een van ’t thans zoo geplaag de Aberdeen zoo’n kaartje van een «miss* te voorschijn en gaf het den inspecteur, die het meteen «allright* (in orde) terug gaf). Deze huizen nu zijn ware rooversholen. Wie er ingaat, komt er kaalgeplukt uit. Het schijnt dat sommigen bedwelmende middelen gebrui ken. Een Tommy, die een slecht huis in on ze straat had bezocht werd ’s morgens in on ze voorkamer op de sofa slapende gevonden. (Sedert hebben we een latch* op de deur met den sleutel op een geheim plaatsje). Ook hij was uitgeschud. Uitstekende gelegenheid dus voor een af ge dankt soldaat om zijn zwaar verdiend loon te verliezen en het beeld voor oogen te krijgen, millioenen beschikken. Maar voor geld kan men niet alles koopen: wél mannen, maar geen soldateneen arme kantoorklerk, een handelaar, die bankroet gegaan is, enz. (de meeste volunteers vrijwilligers) waren en zijn zakpatriotten) vormen geen soldaten voor het Zuid-Afrikaansche veld. In ’t algemeen deugen de Européesche soldaten hier niet. Evenmin als een paard en een koe is een sol daat uit Europa hier dadelijk thuis op het veld: er volgt een tijd van kwijning, verslap ping, ongeschiktheid, die voor den soldaat te erger is, daar van hem ontzaglijk meer ver- eischt wordt dan van het stomme dier. En de hier toonenden hebben werkelijk ge noeg van het soldaatje spelen. Het is één uit vijftien, die na voleinding van zijn dienst tijd weer teekent. En op hen werken dan wellicht dezelfde oorzaken, die men vermoedt bij andere nieuwe engagementen te merken, n.l. van de Europeesche of Australische solda ten, die een jaar of langer hier in ’t veld heb ben doorgebracht. Om geen geld te vermorsen, worden thans dadelijk de troepen, die men tracht aan te werven in de Engelsche bladen, onder slechts één hoofd geplaatst en zoo worden dan voor 15 regimenten manschappen gevraagd. Maar 't blijft altijd stil in de ruime «Drill hall», waar men zich meet aanmelden. Er zijn geen lief hebbers meer. Het is dus zaak, dat de oude soldaten, die nu eenigszins gewoon zijn aan de Zuid-Afri kaansche wijze van oorlogvoeren, zoolang mogelijk blijven. Daardoor verklaren wij den dwang, die op velen is uitgeoefend en die, toen hun tijd om was. naar hier toe wilden. Daardoor begrijpen we, dat de soldij, toch zoo karig, op allerlei wijze wordt beknibbeld door de superieuren en dat vele troepen bij ’t heen gaan hun khakipak moeten uittrekken om een ander, maar veel vuiler en slechter aan te krijgen. Aan den anderen kant geeft men thans den Tommies het aanlokkelijk uitzicht op een aardig spaarpotje bij het «schoonvegen* van het land, door op elk stuk vee, dat aan- gebracht wordt, een premie te stellen voor de compagnie, wier manschappen het vee ontdekt en verzameld hebben. Ondanks dwang en lokaas gaan de soldaten maar weer graag aan boord van het transpor t- schip huiswaarts, behalve die zich te Kaapstad in de weinige dagen, dat ze hier zijn, ruïneeren. En nu volgt het verband, dat men wil zien tusschen het toelaten van allerlei pestholen (in zedelijken zin) te Kaapstad en het behoud van het Engelsche leger. if OU RANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1