MMS- EN ADWTENWUll Paardenmarkt te Sneek. r De dochter van de goudgravers. VOOR «ffi ES OMSTREkES. I Procesverbaal Stemming Zaterdag 14 September 1901. No. 74. Officieele Advertentien. 56e Jaargang. Pu Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. FEUILLETON. N aj aars-Paarden markt aldaar, zal gehouden worden op Woensdag den 18 Sep tember e.k. ROTTERDAMSCHE BRIEVEN. iw (Slot volgt?) a Wordt vervolgd. Den volgenden dag ging Burton op reis naar San- tu Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter openbare kennis, dat de Sneek, den 7 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. Jt n n Novelle van E. de Vanigny. )- It g Francisco, en veertien dagen later kondigde een brief van hem zijne aanstaande terugkomst aan; hij noemde dag en uur; een muilezel zou in Sacramento voor hen klaar staan, om het kind een weg te besparen welke boven hare krachten ging. ’s Namiddags om drie uur hielden zij hun intocht in ’t kamp. Maud zat op den muilezel, welks belletjes vroolijk rinkelden. Zij zag er allerliefst uit met haar in den wind flad derende haarlokken en hare door de frissche lucht ge kleurde wangen. Hare groote zachte oogen keken schuchter naar die ruwe, van genoegen stralende mannen, die haar welkom heetten. Te San-Francisco en gedurende hun langzame reis had haar vader haar lang en breed verteld van zijne makkers; zij vroeg hem uit en hij gaf haar van hen eene beschrijving welke zij opmerkzaam aanhoorde. «Vader, dat ’s Morgan!* riep zij en stak de armen uit naar den door de zon verbranden reus, die lang zaam naderbij kwam. ’t Was inderdaad Morgan, wiens gezicht straalde, toen hij zijn naam hoorde noemen. «Zij heeft mij herkend, ja, zij heeft mij herkend!* zeide hij, haar zachtjes in zijne gespierde armen nemende. En wel twintigmaal op dien avond herhaalde hij >Zij heeft mij herkend!* ’t Was een feest in ’t kamp, een waar feest. Met veel drukte voerde men Burton en Maud, die Morgan bij de hand gegrepen had, naar hun barak; en welk een barak! Zij was vergroot en met nieuwe pannen gedekt; en in de eenvoudige kamer van het meisje stond een bed, een tafel en een stoel, juist naar haar grootte berekend. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek-, Gelet op de eerste zinsnede van art. 98 der Kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat is aangeplakt en ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd, afschrift van het procesverbaal van de zitting van het Hoofd-Stembureau, waarbij is vastgesteld de uitslag der op 9 September j.l. plaats gehad hebbende Stemming ter benoeming van een lid van den Gemeen teraad. Smeek, den 10 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. Jac. var deb LAAN, Secretaris. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2’/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 2 II. Het kamp van Los-Angeles had geen reden berouw te gevoelen over zijne grootmoedige handelwijze. Al heel spoedig werd Burton populair, voor zoover een een voudige, schuchtere en bescheiden man zulks althans worden kan. Hij stond vroeg op en ging laat naar bed, werkte ijverig en vergoedde door volharding zijn ge brek aan krachten en zijne onbedrevenheid. Toen Dexter op zekeren dag zijn been brak, werd Burton zijn verpleger, bracht de nachten bij hem door en wijdde hem over dag zjjn rustuurtjes; toen Morgan tengevolge een al te dolle «nachtbrakerij* koorts kreeg, paste Burton hem op als een kind en waagde met zijne aarzelende, zachte stem eenige schuchtere opmerkingen, om hem van den drank af te brengen; hij vermaande hem, beter te leven en minder te gebruiken. Men liet hem praten, maar van ’t geen hij zeide bleef altijd iets hangen, en toen Morgan weer gezond geworden was, beterde hij zich. •Burton,* voegde hij er bij, »laat ons Maud’s portret eens zien Sedert de acht maanden, die Burton reeds bij hen doorbracht, ging er geen week voorbij, zonder dat men hem onder het een of ander voorwendsel vroeg, hun Maud’s portret te laten zien. Zijne makkers werden ’t niet moè, de fijne en teedere gelaatstrekken van het kleine meisje te bekijken. De groote zachte en trieste oogen, die het gezicht van het kind verhelderden, spraken tot deze ruwe, ongekunstelde naturen een taal, die zij verstonden: een beroep van de zwakke op den sterkere. Zoo gingen de dagen stil en vreedzaam voorbij, toen eene onverwachte gebeurtenis plaats had. Burton kreeg uit New-York een brief met rouwrand. Zijn schoon zuster was overleden en zijn zwager deelde hem mede, dat hij van plan was, naar Australië te verhuizea; een landverhuizers-familie, die zich naar San-Francisco be gaf, had op zich genomen voor Maud te zorgen en haar naar hem toe te brengen. Maud reisde met de boot •Oceania* en zou 14 dagen na zjjn brief aankomen. Hij verontschuldigde zich zeer, dat hij zoo handelen moest, maar de tijd drong. ’s Avonds deelde Burton met ontsteld gezicht dat be richt aan zijn acht vrienden mede. Schuchter vertelde hij hen, dat hij van plan was den volgenden morgen naar San-Francisco op reis te gaan; hij wilde daar zjjn Maud in ontvangst nemen. Wellicht zou hij in die groote stad eene betrekking kunnen vinden als klerk op 't een of ander kantoor. Hij had niet veel noodig om te leven, en Maud ook niet, want zij aten beide niet veel en hadden weinig behoeften. God zou wel helpen Zij luisterden naar hem en keken hem ontsteld aan, alsof een ongeluk het kamp bedreigde. Morgan was de eerste, die het zwijgen afbrak. •Ik weet niet, hoe gij er over denkt, kameraden, maar ik ben van meening, dat Burton verkeerd doet, ons te verlaten. In de eerste plaats geloof ik niet, dat het kamp weder terug zal nemen wat het vrijwillig ge schonken heeft. De «claim* behoort Burton toe, hij heeft er in gewerkt, en als hij ons bepaald verlaten wil, dan koop ik ze van hem en geef er hem 50 onsen voor.* i. Rotterdam is geen stad, waar zulke bijzon dere dingen gebeuren, die in heel het land op spraak verwekken. Moorden komen zelden voor, branden wat meer, diefstallen ’t meest. Wat te begrijpen is. Niet als te Antwerpen liggen de koopmansgoederen in z. g. n. hangars opgestapeld: neen, wie wat gappen wil, kan op de kaden te Rotterdam terecht. In de binnenstad is het nog zoo erg niet, maar op Feijenoord schijnt zelfs de politie vrij wel mach teloos te staan. Nu is het ook hierde gele genheid maakt den dief. De opslag-terreinen maar daar dooreen bouwverordening!); er wer ken honderden polderjongens, zandtreinen rij den af en aan. En daar midden op die zandvlakte is reeds een nieuwe kerk der afgescheidenen gezet, wel mooi van lijn en en kleur door haar zandsteenen banden de plaats is dus ook aangewezen waar de eerste huizen zeker zul len komen te staan. Zijn brandweer, zijn bereden politie, zijn Maashaven, kan Rotterdam niet missen, maar ook niet zijn schutterij-muziek. Het is hier overigens met het muzikale en in ’t algemeen ’t kunstleven vrij treurig gesteld. Vroeger, toen er nog Maecenassen waren, kon de Duit- sche opera bestaan, nu geven Nederlandsche en Fransche opera’s in den winter ieder het hare, maar dat de troep uit Amsterdam en den Haag over moet komen, maakt de opvoeringen ook al niet beter. In de Sociëteit »de Har monie* speelt ’s winters Mengelberg en ’s zo mers Bouwman met zijn orkest, maar, »altijd die zware muziek*, zeggen de vroede kooplui, »op den duur is dat niet te verduwen*. Zij verlan gen weer naar hun operettetjes, een café-chan- tant in optima-forma geeft hun Pflaging in een ex-circus gebouw. Maar die schutterijmu- ziek, die vergoedt hun veel. Toch is dit geen eigen korps. De kapelmeester gaat den len October naar zijn geliefd Hamburg terug (wel ke stad hij een triumfmarsch wijdde die hij in de concurreerende havenstad Rotterdam dik wijls laat spelen en de orkestleden, meest Duitschers, raken dan over de Heimath ver spreid, want de schutterij-muziek is een har- monie-korps, bewijst dus ’s winters geen dien sten. Dit heeft echter een slechte zijdeOp 1 Mei pas komen deze trekvogels weer in de stad terug, en, is er tusschen 1 October en 1 Mei wat harmonie-muziek noodig, b.v. als de schutters om de een of andere reden met hun kapel moeten uitrukken, dan is Holland in last. Zoo op den trouwdag onzer geëerbiedigde Ko ningin. Overal in den lande werd muziek ge maakt, Rotterdam kon dus geen korps laten overkomen. Wat nood De leden van de staf- muziek werden eenige dagen voor den gewich- tigen datum uit Duitschland en andere landen bijeen getelegrafeerd; ze oefenden enkele ma len, en klaar was Kees. Maar Wij zouden niet gaarne willen vertellen wat dit grapje ge kost heeft. der Staatsspoorwegmaatschappij zijn niet vol doende afgesloten: een omheining van zware palen zonder hek eischte, dat hier en daar op stappen voor de werklieden gemaakt werden, maar dit is tevens de plaats, waar de jongens over de omheining heenwippen, om, dreigt er gevaar, spoedig weer over terug te gaan. En nu heeft onze hoofdcommissaris van politie wel een ambtshalve pleiziertochtje naar eenige Ame- rikaansche groote steden gemaakt om daar de inrichting der politie te bestudeeren, maar wat daar goed werkt, is nog niet van pas voor onze koopstad: in Amerika evenals in Enge land zit de schrik voor de politie den men- schen in ’t bloed, met weet, hoe het hier te lande is I Een politie-man heeft een verre van benijdenswaardig baantje, en toch verruilde een bediende van een der groote kruideniers-win kels te Sneek zijn betrekking met die van die naar van den heiligen Hermandad hier. Hij loopt hier nu fier rond. Wij, Rotterdammers, zijn echter op een ge deelte van de politiemacht trotsch wij dwepen met onze bereden politie-agenten, allen oud gedienden, die er wat kranig uitzien, en dan ook bij alle plechtige intochten te pronk wor den gesteld. Wij hebben geen huzaren-peleton van noode, een escorte onzer bereden politie maakt ruim baan. Maar dan is er nog iets, waarop elke gebo ren Rotterdammer trotsch is: de vrijwillige brandweer. Een nieuwbakken burger van de Rottestad moge meesmuilend de schouders ophalen, en het getoeter verwenschen, dat hem bij een uitslaanden brand, uit den zoeten slaap komt wekken, een geboren Rotterdammer wil er geen kwaad van hooren. ’t Best is dit ze ker uitgekomen toen voor eenigen tijd de kom- mandant van de Haagsche brandweer hier een causerie hield over zijn vak en ons wilde ver tellen, wat voor een goede brandweer noodig is. Men hoorde hem kalm aan, maar daar mee uit. ’t Is eigenlijk wel curieus, de hoofd lieden, brandmeesters en brandspuitmeesters, want dit is de trits van hooge oomes bij het korps, hun vrijwillige brandweer te hooren prijzen: groote branden komen weinig voor, belendende huisjes worden bijna nooit aan getast, menschenlevens vallen niet te betreu ren, en dit alles, omdat men er zoo spoedig bij is. Het is werkelijk leuk ’s avonds een spuit te zien uitrukken. Hier geldt nog de loffelijke •Goed gesproken, »Morgan,« zei Dexter. •En vervolgens, ging Morgan, die zich op zjjn praat stoel voelde, voort: »waar zou hij ’t beter vinden, als hij ’t hier heeft? In San-Francisco! Ja wel, dat ’s juist de rechte plaats! Een bandietenhol, waar men op klaarlichten dag wordt neergestooten; de verzamel plaats van alle uitvaagsel der wereld! En daar zoo’n kind brengen? neen, dat nooit!* •Morgan heeft gelijkzei Dexter, »dat ’s geen plaats voor Maud. Burton mag de kleine halen en haar hier naar toe brengen, en de duivel moge mij halen als wij niet voor haar zullen zorgen, als •Maud hier?* vroeg Burton. •Wel zeker,* ging Morgan voort, »wel zeker, hier, waar zij beter thuis zal zijn als ergens anders, daar wij haar kennen en van haar houden. Luistert, kame raden, ik heb een idee: laren we Maud een »claim* geven en verplichten we ons, er twee uren in de week aan te besteden; de opbrengst zal het kind toebe- hooren. Men zal op die manier een spaarpot voor de kleine makenEn wat zijn twee uren in de week voor ieder van ons? Immers niets! Los-Angeles neemt de kleine aan. Zij is Burton’s dochter; zij zal ook de onze zijn! Maar, luistert eens*, voegde hij er bij, het goedkeurend gemompel afbrekende, »laat dan ook het drinken en vloeken! Als Los-Angeles de zaak op zich neemt, moet ze ’t ook goed doen Nemen we Maud aan Een gejubel van bijval overstemde zijne woorden. De goudzoekers gaven geestdriftig hunne toestemming. Burton, die diep bewogen was, wist niet, wat te ant woorden, toen Morgan voortging: •De zaak is afgedaan; spreken we er nu niet meer over gewoonte, dat premies worden uitgekeerd voor de manschappen, die met hun spuit ’t eerst bij den brand zijn. Hoort men nu ’t welbe kende brandfluitje van de politie, dan is het een rennen naar ’t spuithuisje en van daar naar den brand, zoodat bij dien dwazen wedloop al spoedig de tong uit den mond hangt. De spuitgasten nemen ook in allerlei kleeding aan de pret deel, zoodat men bij ’t licht van de flambouw soms de dwaaste plunje ziet. Maar, om nu nog eens op dat getoeter terug te ko menis er b.v. een uitslaande brand gesigna leerd op Feijenoord, dan wordt te Delftshaven, een uur loopens er vandaan gelegen, alarm ge maakt of de brand vlak in de nabijheid is, een voorwereldlijke toestand. En wat de bewering van zoo pas betreft, dat de branden er spoe dig uit zijn en de buren niets te lijden hebben, dit komt van de plassen water die noodig of niet, in de nabijliggende huizen gespoten wor den men lijdt dus niet van ’t vuur, maar zoo veel meer van ’t water. Wij zouden nog heel veel van dit, ons troetelkind en ap- en depen dentie kunnen vertellen, van de reddingsbriga de, die alleen ’s nachts uitrukt, dus om 113/4 in haar bed blijft liggen, van de Kralingsche brandweer die de Rotterdamsche op haar ter rein niet duldt enz., enz., maar dat weinige is reeds genoeg om te doen zien, dat de tweede koopstad van ons land, wat haar brandweer betreft, niet zeer vooruitstrevend is, omdat deze zoo weinig kost, en geld mag slechts aan nieuwe havens besteed worden Nu, eer de eerste spade voor de nieuwe Maashaven in de grond kon worden gestoken, is er heel wat te doen geweest. De onteige ningsprocedures hebben veel eigenaars en enkele advocaten heel wat geld in den zak gebracht, maar de gemeente moest het gelag betalende raming is met f 5.000.000 over schreden. Als nu maar het aantal schepen weer toeneemt (in het eerste halfjaar van 1901 was het 150 minder dan een jaar tevoren) dan zal alles weer terecht komen. Wel een typisch gezicht nu daar bij Charlois en Katendrecht, maar treurig tevens. Alles is met den grond gelijk gemaakt over honderde H. A. De fraaie Dordtsche straatweg van vroeger, heeft geen boomen meer; tallooze arbeidershuisjes zijn afgebroken, en de bewoners konden in den omtrek zelts voor grof geld niet terecht (men zegt, dat ook te Sneek woningnood heerscht, die zich met 1 October a.s. op f I I dit Blad abonneeren, ontvangen de £j|»J n°g v°ór dien tijd verschijnende nos. gratis. I t ■*-, W I UI WI.AT. AJ-AIWJIWU I .1 ml»..» I,,-r.V,ry".«T .1 1 1 OURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1