t) MEUWS- EJi ADVM1W1BLA1) Hiel van Heuler of Kitchener. VOOR Mi M ÏHffiL Wo. 81. B6e Jaargang. Woensdag 9 October 1901. Op het laatste oogenblik. Kennisge ving. r Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Orficieele Advertentien. FEUILLETON. Bekendmaking. I TWEEDE HOOFDSTUK. S’ D. Wordt vervolgd. Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,60. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvrage van eigenaren en houders van hengsten door den meergenoemden secretaris verstrekt zullen worden en dat het adres van den secretaris der regelingscommis- sie voorloopig is te Leeuwarden. Sneek, dert 7 October 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. RIJKSKEURING DEKHENGSTEN. Boman van Henriette v. Meerheimb. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. alle*' hup leven onhoudbaar; daarom sloten velen zich reeds bij de Afrikaan der zaak aan. De uit Engelsche ouders geboren Afrikaanders, die zich tot nog toe onder de Engelschen lieten aanwerven, werden meestal door gewinzucht ot broodgebrek daartoe gedreven. De meesten zullen echter slechts zoolang getrouw blijven, als zij goed betaald worden. Gevallen van muiterij en onwilligheid zijn aan de orde van den dag. De officieren verstaan ’t vrije ka rakter der Afrikaanders niet. Reeds zijn ge vallen voorgekomen, dat de manschappen bij ongeluk hun eigen officieren doodschoten, zon der dat ’t tegen hen kon worden bewezen. In de Republieken zijn de Kaffers ons zeer ge trouw. De toestand door de Republieken is won derlijk. In verschillende districten worden de Boeren-plaatsen bezaaid als in gewone tijden door de Boeren, die daarvoor met verlof een paar dagen van commando komen en als zij klaar hebben gezaaid, zich weer bij hun com mando voegen. Gewapend zwerven zij dan in hunne streken rond, doen de Engelschen afbreuk, waar zij kans zien en drijven ze weg van de bezaaide landerijen. Het in Mei en Juni gezaaide koren staat nu op honderden plaatsen één a twee voet hoog en prachtig groen. Bij het beoordeelen van vele zaken is de hoop, de wensch vaak de leider der gedachte, der beoordeeling; verandert de objectieve in een subjectieve beoordeeling, waarbij niet de ware stand der gebeurtenissen, wel de meening des schrijvers uitkomt. Zoo gaat ’t misschien met den huidigen oor log in Zuid-Afrika, vreest menigeen. Ieder Boeren-succes wordt door de niet- Engelsche bladen opgevijzeld, ieder Engelsch voordeel gedeclineerd. Zouden we niet te optimistisch oordeelen ten gunste der Boeren. Engeland is machtig, is enorm rijk, is een wereldmacht, die aan haar prestige verschuldigd is alles op te offeren om te winnen. Faute de combattants, moeten de Boeren eens verliezen. Zoo denken velen. Maar we gelooven, dat hun vreeze zonder grond is en de hoop op de overwinning van 't recht steeds grooter mag worden. De feiten, door Kitchener en Reuter overgeseind en die dan nog niet de volle waarheid zijn, geven alle recht tot die hoop. En particuliere berichten versterken ze. We hebben vóór ons een paar berichten, gekomen langs een weg, die om redenen niet wordt bekend gemaakt. Nu weten weJuist in zulke tijdingen begint de fantasie wel eens te werken, maar we willen denken, dat dit hier niet ’t geval is. Dus buiten Reuter of Kitchener om. De «Matin* bevat een brief van Aug. jl., waarin ’t volgende Sedert den terugkeer van ’t gunstige seizoen is de oorlog weer met verdubbelde kracht begonnen. We begrijpen wel, dat onze vrien den in Europa ongerust worden door den langen duur des oorlogs en zich afvragen, of zenden over de verrichtingen onzer comman do’s, doch zonder overdrijving kan men zeg gen, dat sinds Paardeberg de Boeren geen, de Engelschen wél ernstige rampen geleden hebben. In Natal hebben de Britten geen voldoende macht gelaten, zoodat deze kolonie in onze handen moet vallen, zoodra wij dit wenschen. Wij maken het den Engelschen zelfs in de beide Republieken met steeds grooter onver schrokkenheid lastig. Wij vinden tegenover ons gedemoraliseerde troepen; hun tegenstand is vaak nog dapper, maar hun opoffering met den dag nutteloozer. Houdt goeden moed: wij zullen overwinnenI «De Telegraaf* ontvangt uit vertrouwbare bron ’t volgende: Alle deelen van Zuid-Afrika staan met el kaar in correspondentie, waaruit blijkt, dat steeds meer Hollandsche Afrikaanders onder de wapenen komen. De onrust onder de En gelsche Afrikaanders, die vaak in Hollandsche familiën, en omgekeerd, zijn getrouwd, wordt voortdurend grooter. Hun toestand is moeilijk, rugkomen? Spoedig niet waar moedertje, wellicht morgen reeds?* 0 God, die lieve, smeekende oopen die vleiende stem 1 Wat moest zij antwoorden, als die vraag zich herhaalde «Zij waren immers zoo pas hier, Baby, en kunnen dus niet zoo spoedig terugkomen.» «0 ja wel, mamaatje; och ja och zeg toch, dat gij denkt dat zjj spoedig terugkomen. En, niet waar, moedertje, gij houdt ook veel van hem, om mijnentwil, is ’t niet I Kijk eens, dat zou ik toch waarlijk niet kun nen uitstaan, als gij niet van hem hieldt.* «Baby Baby.» Mevrouw van Brandenfels wierp zich voor het bed barer dochter op de knieën. «Mijn kleine, mijn eenige, houdt gij dan werkelijk zooveel van hem Kunt gij hem dan werkelijk liefhebbenjuist hem?* >0, mamaatje, ik houd zoo oneindig veel van hem Ik, ik geloof dat ik sterven zou, als hij mij niet weder- keerig liefhad.* «Zeg dat niet, Baby; dat ’s zonde, denk aan ons Zjjn wjj dan niet méér voor je dan die vreemde ling «Mamaatje, vraag mij niet Het kopje drukte zich diep in de kussens»Ik bid voor hem, moederlief altijd alle avonden voor ons beiden dat ’s toch geen zonde niet waar? En gij zult immers ook bidden, is ’t niet Dan helpt het zeker* Zelfs Königseck nam grootmoedig het aanbod aan. «Voor dezen enkelen avond heb ik de waardige mama voldoende geërgerd en in dezelfde verhouding de kleine gelukkig gemaakt!* dacht hij, peinzend de rook zijner sigaar nakijkende. «Natuurlijk ellendig bocht veld-, bosch-, en straatsigaren, zooals men jongelui zonder pretenties gewoonlijk aanbiedt. Gij moest mijn sigaren-rekeningen eens zien, oude jongen; de tranen zouden je langs de wangen loopen.* Hij was erg blij toen Hilmar het rijtuig bestelde. Hij begon zich verschrikkelijk te vervelen. Hij had te weinig punten van aanraking met deze menschen. Dit eenvoudige, gemoedelijke familieleven was een vreemde wereld voor hem hunne belangen raakten hem even weinig, als de zijne hun raakten. Zelfs Willy, ofschoon hij toch ook officier was, even als Königseck ’t geweest was en spoedig weder hoopte te worden, sprak met zijn jeugdig enthousiasme, in zijn dienstijver en onschuldig pleizier over alles, eene hem vreemde taal. Zijne scherpe, spottende aanmerkingen verdroten de anderen meermalen. De aard van dien verwenden, veel bereisden, geblaseerden man, was voor hen even onbegrijpelijk, als hem hun gulle zin, hunne eenvoudi ge tevredenheid. Het afscheid viel dientengevolge een beetje koud uit. Mevrouw van Brandenfels zweeg stokstijf, toen haar echtgenoot het des ondanks niet laten kon, bij den laatsten handdruk van een «spoedig terugkomen* te spreken. Baby’s smeekende blik sprak echter duidelijk ge noeg. Zij keek het rijtuig zoo lang na, tot ook het laatste rollen der raderen in de verte wegstierf. «Kom Baby, ga nu naar bed 1 ’t Is al heel laat.* «Ja, mamaatje.* Wat klonk die lieve stem week, als trilde er een on uitsprekelijke weelde in. Baby hing aan den arm harer moeder, alsof haar groot, groot geluk te zwaar voor haar was om 't alleen te dragen. Mevrouw van Brandenfels vlocht alle avonden de vlechten harer dochter; ’t was haar grootste genoe gen, dat krullende haar te kammen en opnieuw weer op te maken. Baby zat op een bankje aan hare voeten. «Geen licht opsteken, mamaatje! De maan schijnt zoo hel der.* Baby kon van haar zitplaats in den bijna daghelde- ren tuin zien. De groote walnoten-boom voor haar venster op het grasperk wiegelde droomerig zijn takken. De avond ster flikkerde tusschen de groene toppen aan den don ker blauwen hemel. Eenige vogelstemmen klonken zacht en geheimzinnig in de hagen. Over de wei landen, die achter den tuin lagen, zweefden de nevels als een golvende zee. Haar moeder wilde nog iets zeggen, maar de woorden bleven haar in de keel steken. Zij bracht Baby als een klein kind in haar ledikant. De stralen der maan speelden op de witte kussens en kusten het kleine blonde kopje. Heel de welriekende kamer met haar witte en blauwe meubels, de zoete bloemengeur, die erheerschte, bood met de lieve, rustende meisjesgestalte een beeld van vrede, van zoete reine onschuld. Haar moeder drukte, een kus op Baby’s voorhoofd. «Goeden nacht, slaap wel, lieveling, en droom zoet!* De mollige armen werden vleiend om haar hals ge slagen. «Goeden nacht, mamaatje zoet lief mamaat je wanneer denkt ge, dat Hilmar en zijn vriend te- De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek, brengt ter openbare kennis, dat het voljaars Kohier No. 3, der Personeele Belasting, dezer gemeente, dienstjaar 1901, door den Directeur der Directe Belastingen te Gro ningen gearresteerd den 4 October 1901, aan den Ontvanger der Rijksbelastingen te Sneek ter invorde ring is ter hand gesteld en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Sneek, den 7 October 1901. De Burgemeester voornoemd, ALMA. 5.) De heer van Königseck zag vol verwondering naar de verbazende porties dikke melk, die mevrouw van Brandenfels uit een reusachtigen melkschotel voorman, kinderen en neef opschepte. Hij zelf bedankte als gewoonlijk en vergenoegde zich met een paar glazen wijn en wat koud gebraad. Dikke melk, komkommersla, aardbeziën, dat alles werd achter elkaar gegeten. Door Baby evengoed als door de anderen. «Nu, God zegene hun slaap, maar men kan niet weten. Ik geloof dat ze ook keisteenen zouden vertee- ren,« zei hij in stilte. Het gesprek was niet bijzonder levendig. Mevrouw van Brandenfels practiseerde over het succes der bood schap, die zij aan Hilmar had opgedragen. De heer van Brandenfels zei nooit heel veel; Willy was ver drietig over een misgeschoten reebok, dien hij op nauwelijks twintig schreden gemist had; wat hij na tuurlijk, snuivende van woede, aan Baby’s «gelukwensch* toeschreef. De tennis-spelers waren vermoeid van het spel, en Baby’s hartje was te vol van zalig geluk, om veelte kunnen praten. Na tafel gingen de heeren om te rooken naar de ka mer van den heer van Brandenfels. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, maken naar aanleiding van het besluit van Gedepu teerde Staten dezer Provincie, d.d. 3 October 1.1. no. 43 2e Afdeeling, Prov. Blad no. 100, bekend dat de in dit najaar te houden gewone rijkskeuringen van tot dekking bestemde hengsten van ten minste 27» jaar oud, voor zooveel de provincie Friesland be treft, zijn vastgesteld op 8 November e. k. te Oranjewoud, gemeente Scho- terland 9 November e. k. te Leeuwarden dat ingevolge art. 5 van het Koninklijk Besluit van 14 Augustus 1901 (Staatsblad no. 204) de eigenaar of houder, die een hengst ter keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan ten minste 3 weken vóél de keuring, vrachtvrij, eene schriftelijke en ondertee kende aangifte te zenden aan «den Secretaris der pro vinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij in Friesland*, met opgave van a. naam en woonplaats van den eigenaar en houder; b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken- teekenen van den hengst benevens indien deze in een Stamboek is ingeschreven, Stamboek en Stamboeknum- mer c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoo wel van vaders- als van moeders zijde en naam en woonplaats van den fokker; en dat een hengst, na bo venvermelden termijn aangegeven, van de keuring wordt uitgesloten, tenzij de Commissie geen bezwaar tegen toelating heeft en de eigenaar of houder vóór den dag der keuring eene som van f 10.bij voor noemden secretaris stort dat de inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op wij wel in staat zijn, nog lang vol te houden. Wat onze tegenstanders betreft, wat wij me- dedeelen, is voor hen niets nieuws. Nooit waren de strijders in de twee repu blieken talrijker dan thans. Nimmer hadden zij meer vertrouwen in hun zegepraal. Met volle zekerheid kan men zeggenin Trans vaal zijn 15000, in den Vrijstaat 12000 strij dende burgers. Dit vormt een tot alles in staat zijnde vaderlandslievende vastbesloten macht van 27000 man. Zij zijn van alles rij kelijk voorzien en hebben niet noodig den voorraad munitie aan te spreken, die zich in volkomen veiligheid bevindt, want de talrijke buitgemaakte convooien en ’t ontnemen van al wat bruikbaar is aan de gevangenen zijn meer dan voldoende om in de behoefte aan schiet voorraad te voorzien. Wat de levensmiddelen betreft, ’t zou dwaas heid zijn te gelooven, dat een leger van 200,000 man, over een oppervlakte verspreid, tweemaal zoo groot als Frankrijk en Spanje samen, in staat zou zijn alle bronnen en voor raadschuren te verwoesten of alle beesten weg te voeren. De grond zelf voorziet aan kanten de Boeren van het noodige. Onze vrienden kunnen gerust zijn; wij zul len niet van honger omkomen. Van de Engelschen kan men dit met min der zekerheid zeggen. De omvang van het grootste gevaar, waarin zij zich bevinden, is hun tot nog toe onbekend: de opstand in de Kaapkolonie. Alle kolonisten van Holland- schen oorsprong, na lang op de humaniteit der Britsche troepen en officieren te hebben gerekend, evenals op de gematigdheid der staatslieden en den goeden wil des Konings, hebben ten laatste gezien, dat deze oorlog een uitroeiingsoorlog was. Thans komen zij tot ons met een vastbe radenheid, die te merkwaardiger is, daar zij beschouwd en behandeld worden als rebellen en elke terugtocht, iedere onderwerping hun dus onmogelijk is geworden. Tot den dood zullen zij onze bondgenooten zijn. Wij kennen hun aantal nog niet, maar van alle kanten gorden zij ’t zwaard aan. De Kaap kolonie is in haar geheel opgestaan, de oorlog algemeen, ’t Is ons onmogelijk te weten, ten zij na verloop van ongeveer twee en een halve maand, de lezing die Kitchener geeft van de voorkomende accidenten. Even onmogelijk kunnen we een geregeld verslag naar Europa RCOURAHT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1