MEOWS- El ADIEmiTIEM
Op het laatste oogenblik.
STo* 87.
Woensdag 30 October 1901.
68e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
no
1 -:i®
-
i
Wordt vervolgd.
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
Roman van Henriette v. Meerheimb.
I
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
komen waren.
»Men kon toch niet weten of ’t niet in Wesendorf
zelf brandde; men kan zich zoo gemakkelijk in een
brand bedriegen. De angst dreef mij hier naar toe,*
zei de heer van Königseck op gevoelvollen toon.
«Verduiveld, die brandlucht als van verzengde vel
len stinkt infaam voegde hij er in stilte bij.
De wind dreef de vlammen van het reeds half ver
brandde gebouw altijd weder naar de schuur toe. ’t
Was daarom meer dan tijd dat de Sandhager brand
spuit er eindelijk aankwam.
Eenige meer krasse dan beleefde welkomstwoorden
brachten de goede lui wel is waar blijkbaar in verba
zing, maar onder zijn doortastende leiding gelukte het
verrassend snelde slangen te vullen en de waterstraal
op de juiste plaats te richten. Het vuur werd langza
merhand gebluscht; walm, rook, opspattende vonken,
neerstortende verkoolde balken waren het einde. De
arbeiders verzamelden zich om het vaatje brandewijn,
dat uit Wesendorf was meegenomen want dat was
zoo ’t gebruik. Tot dank voor het blusschen van den
brand moest nu ook hun dorst overvloedig gebluscht
worden.
«Mij dunkt dat we nu ook wel weg kunnen gaan,*
zei de heer van Brandenfels. «Hilmar en mijnheer van
Königseck gij gaat toch meenaar Wesendorf? Zon
der een verwarmende kop koffie laat ik u niet gaan,
’t Is, ofschoon we in Juli zijn, een koele morgen.*
«Maar zoo zwart van roet en rook kunnen we de da
mes toch niet onder de oogen komen,* merkte Kö
nigseck op.
«En buitendien, een vluchtig lachje speelde om
zijn mond ik weet niet, mijnheer van Brandenfels,
of ’t u bekend is dat mevrouw uwe echtgenoote van
mjjn bezoek in haar huis, verzocht verschoond te
VIJFDE HOOFDSTUK.
Vervolg.)
De zware stappen van den nachtwacht naderden
het open venster van zijne gelijkvloers gelegen ka
mer: «Kijk dien kant eens uit, heer baron,* zei de
oude man «dat lijkt wel brand.*
«Brand vroeg Königseck. «Waar kan dat dan
zijn? Wat ligt dan in die richting?*
«Lütten-Belitz’t Behoort tot Wesendorf.*
«Nu, klop de menschen dan maar gauw op en de
brandspuit vooruit I Wij gaan mee.*
«Ik zal ’t mijnheer zeggen.*
Hilmar was gauw wakker en vereenigde zich ge
heel met Horst’s voorstelzelf mee te gaan.
De jachtwagen was spoedig ingespannen, maar het
wekken van de vermoeide, slapende dorpelingen
scheen minder gemakkelijk. Aan elk venster en aan
elke deur klopte de nachtwacht met volle vuist en
schreeuwde zijn brand-alarm.
«Voor den drommel!* riep Königseck ongeduldig.
«Alvorens hij de bende er uit trommelt, is ’t heele
boeltje al afgebrand. Laat toch hier of daar een klok
luiden of een trom roeren, maar roep het luie volkje
bij elkaar.*
«Dat gaat zoo haastig niet,* zei Hilmar kalm. «Zóó
wordt hier overal gewekt. Onze brandspuit zal toch
de eerste wezen en de premie krijgen; de anderen
komen nog veel later, omdat zij langer moeten rijden.*
«Nu, God zegene uwe van vóór den zondvloed
dateerende instellingen! Mij dunkt echter, dat alvo
rens die slaapkoppen behoorlijk hun broek aan hebben,
wij al lang te Kiein-Belitz kunnen zijn om te helpen
blusschen of den rommel te zien afbrandenStap nu
eindelijk op, Hilmar!*
Toen zij in snellen draf op den naar Wesendorf lei
denden weg voortjoegen, werd de vuurgloed aan den
hemel steeds feller. Al heel spoedig konden zij den
uitspattenden vonkenregen van het in brand staande
stroodak onderscheiden.
«Hymens fakkellachte Königseck met de zweep
er naar wijzende, «in de gedaante van een brandende
kalverstal. Jammer genoeg kan ik de geliefde niet
met sterken arm aan de vlammen ontrukken, wel
licht zal ik nog slechts eenig rundvee den weg tot
redding kunnen banen.*
«Ook d^t zal wel niet ’t geval zijn,* zei Hilmar
phlegmatiek. «Het vee blijft thans meestal in de
weide, ’t Zal wel een leege schuur zijn.*
Op de plaats van het onheil ging alles heel kalm
pjes toe.
De Wesendorfer brandspuit kwam juist aan en werd
doodbedaard in werking gebracht. Slechts voor den
vorm, met het oog op de brandverzekering, richtte
de waterstraal zich op de brandende schuur. En daar
viel toch niets meer te redden. De naastbij gelegen
schuur echter was een nieuw, massief gebouw, en de
hoofdzaak was, deze voor schade te bewaren.
De heer van Brandenfels, die met zijn zoons en den
ouden inspecteur het commando leidde, was deshalve
zeer in zijn schik toen hij hoorde dat de Sandhager
spuit spoedig zou aanrukken. Hij was er bepaald
door getroffen, dat zjjn neef en diens vriend zelf ge-
VERGADERING van den Gemeente
raad van Sneek, op Vrijdag, den 25 Oct.
1901, des namiddags ten 6 uur.
Tegenwoordig zijn 12 leden, na de installatie van
den heer A. Bakker 13, en nog later, bij de komst van
den heer R. S. H. Visser, 14 leden. Afwezig de heer
De Vries, die bericht heeft, dat hij de maand Octo
ber uitstedig is en daarom aan de werkzaamheden
niet kan deelnemen.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van Behandeling-.
1. Installatie van den heer A. Bakker als raadslid.
De Secretaris leidt den heer Bakker binnen de
Raadszaal.
De Voorzitter tot den heer Bakker: Ingevolge be
richt van Ged. Staten, bestaat er geen bezwaar tot
Uwe toelating als lid van dezen Raad en is het mij
aangenaam, te kunnen overgaan tot Uwe installatie,
daar Uwe tegenwoordigheid op deze plaats mij bewijst,
dat Gij bereid zijt, de vereischte eeden af te leggen.
De vereischte eeden, door den Secretaris voorgelezen,
worden door den heer Bakker in handen des Voorzit
ters afgelegd.
De Voorzitter vervolgt hiernahet is mij een aan
gename taak U, ook namens de leden, welkom te hee-
ten in deze vergadering en spreek ook namens hen
de beste verwachtingen uit, daar men U uit Uwe
14-jarige inwoning alhier heeft leeren kennen als een
degelijk en nauwgezet man. Mede getuigt daarvan
Uwe werkzaamheid bij de brandweer, uit welke be
trekking U, dooraanneming van dit lidmaatschap, eervol
ontslag is verleend. Zeer eigenaardig valt deze eerste
zitting, door U bijgewoond, samen met de behandeling
van de begrooting voor 1902 en zal U bekend raken!
met vele onderdeelen, aangaande de huishouding derj
gemeente. Moge Uwe jarenlange ondervinding de
gemeente ten goede komen.
De heer Bakker teekent hierna de presentielijst en
neemt zitting op de voormalige plaats van het af
getreden lid van dezen raad, den heer dr. Risselada.
2. Resumtie der Notulen.
De Secretaris leest de notulen der vorige vergade
ring.
Tijdens het lezen dier notulen, komt de heer R. S.
H. Visser ter vergadering.
Na lezing der notulen ontspint zich, na de gebrui
kelijke vraag van den Voorzitter, of iemand ook op-of
aanmerkingen over de notulen heeft, nog al eenig debat
tusschen den Voorzitter en de heeren Beekhuis en
Paehlig, over de vraag van den heer Beekhuis, waarom
de sommatie van de diaconie der Ned. Herv. Kerk,
beteekend aan deze Gemeente, niet ter visie heeft ge
legen.
De Voorzitter zegt dat het stuk hem persoonlijk is
beteekend,als hoofd der gemeente, door deurw. Kamstra;
mocht het in behandeling komen; dan zal het vroegtij
dig ter visie liggen, ’t Is zeer wel moge lijk dat de
sommatie geen punt van overweging zal uitmaken.
blijven?*
«Och kom, laat die oude geschiedenis nu maar rus
ten,* zei de heer van Brandenfels gemoedelijk. Voor
reet en rook is bij ons water en zeep, en voor een
vriendelijke ontvangst garandeer ik. En nu voor
waarts
In Wesendorf was ondanks het vroege morgenuur
alles in huis al op de been.
Nadat de heeren zich hadden gereinigd, verzamelden
allen zich in de gezellige eetkamer rondom de gedekte
tafel; achter het koffie-blad zat mevrouw van Branden
fels. Königseck wierp een snellen blik op haar eenig-
zins bleek gezicht. Waarachtig, de goede dame was
tegenover hem niet op haar gemak
In stilte triomfeerde hij over de overwonnen vijandin
maar zijn handkus, zijn innemend, vriendelijke toe
spraak wist die gewaarwording behendig te verber
gen. Zij was hem dankbaar, dat zijn tact haar over
die pijnlijke positie heenhielp.
Baby was nergens te zienhaar plaats aan tafel bleef
onbezet.
«Baby is een kleine langslaapster,* zei haar moeder.
«Voor acht uur, half negen verschijnt zij zelden; vaak
ook drinkt zij haar koffie alleen in haar kamertje.*
«Die de zwakste aller moeders ham’ dan zelf boven
brengt,* voegde de heer van Brandenrels er bij. «Nu,
oudje, ga je gang maarwij allen hebben onze Achilles
pees de uwe heet«Baby En wie zou durven ont
kennen dat zij allerliefst is.”
De heer Beekhuis merkt nog op, dat er niet over
gestemd is.
De heer Huges zegt dat de zaak genoeg is besproken.
De heer Fennema herinnert nog gezegd te hebben,
dat de Raad wel 10 of 12 meter kan bepalen, doch
8 M. voldoende was.
De Voorzitter stelt voor, het adres sub f te behan
delen bij de betrekkelijke post op de begrooting welke
heden avond aan de orde is;
het ad re» sub e tot nadere behandeling aan te
houden;
het adres sub h en de andere niet-gememoreerde
stukken voor notificatie aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
4. Voorstel tot aanvraag van bestendiging der tot
1 Januari 1902 goedgekeurde Verordening van markt-
geld, wegens het ter markt brengen van boter en kaas.
Burgemeester en Wethouders stellen voor in boven
genoemde verordening geen wijziging aan te brengen,
daar deze pas het vorig jaar werd vastgesteld.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
5. Idem inzake de Verordening van Wik- en Weeg-
gelden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, het in
punt 4 medegedeelde en aangenomeneook hier van kracht
te doen zijn, waartoe zonder discussie en hoofdelijke
stemming wordt besloten.
6. Benoeming van een Commissaris der Muziek-
en Zangschool.
Op de door Burgemeester
De heeren Beekhuis en Paehlig waren van meening
dat het thans ter visie behoorde te leggen. Het was
in den laatsten tijd usance, dat stukken, die een vorige
verg, niet ter visie lagen, wegens te late inkoming, dan
een volgende vergadering voor de leden ter inzage la
gen. De heer Paehlig merkte nog op dat de notulen
zeggen, dat de sommatie voor notificatie is aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat hij de stukken brengt waar
ze behooren en herhaalt, dat bij de behandeling van
die zaak, dan genoeg tijd zal worden gegeven voor
visie.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen
thans onveranderd vastgesteld.
3. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
a. Resolutie van hh. Ged. Staten, mededeelenda
dat hunnerzijds geen bezwaar wordt gemaakt tegen
het verleenen van een persoonlijke toelage van f 900
aan den heer B. de Jongh, commies ter secretarie.
b. Alsvoren, houdende goedkeuring van het supple
toir kohier van honden-belasting, dienst 1901;
c. schrijven van W. Anema, dat hij op de daarvoor
gestelde voor waarden, de huur aanneemt, van het
gedempte gedeelte van het vaarwater «het Sperkhem*;
d. Idem van M. Rondema, dat hij de voorwaarden
aanneemt waarbij hem gemeentegrond aan de Loorma-
straat wordt afgestaan;
e. Adres van mej. Velds, verzoekende het voor
malige telegraafkantoor te mogen gebruiken voor be
waarschool;
f. Idem van T. Sinnema parkwachter van het Wil-
helminapark, om verhooging zijner jaarwedde;
g. schrijven van den heer B. de Jongh, dank betui
gende voor de hem verleende persoonlijke toelage;
h. idem van Jac. de Zee te Rauwerd, inzake het
gebruik van de Friesche taal bij de raadszittingen;
i. Proces-verbaal van den op 23 Oct. gehouden
kasopname bij den Directeur-Boekh. der Gasfabriek;
j. idem van de op denzelfden dag gehouden kas
verificatie bij den Gemeente-Ontvanger;
k. adres van K. v. d. Veen, ter bekoming van ge
meentegrond aan de Looxmastraat;
l. idem van Ringnalda, ter bekoming van gemeente
grond aan de Looxmastraat;
m. idem van P. Prins, ter bekoming van gemeente
grond aan de Looxmastraat.
De Voorz. Nu ’t ijs is gebroken en Rondema ver
gunning is verleend, voor ’t bouwen aldaar, volgen er
meer. De aanvrage van Prins is de hoogste en be-
langiijkste. Het treft goed dat de aanvragen gelijk
komen. De Voorzitter stelt voor, ze te stellen in
handen der commissie voor gemeente-eigendommen, die
overeenkomstig het gesprokene in de vorige vergade
ring, nu er zooveel aanvragen komen, het terrein zal
doen opnemen om er beter overzicht van te hebben.
De heer Beekhuis meent, dat het adres van Vonk e.a.,
verzoekende, daar bij bebouwing de breedte der straat
op 12 meter te bepalen, nog nooit is behandeld en
vraagt of 12 M. breedte niet beter is dan 8 M.
De Voorzitter antwoordt, dat daaraan de aandacht
gewijd is in de vorige vergadering, bij de behandeling
van het adres-Rondema.
De heer Ten Cate zegt dat het even aangeroerd is.
De heer Fennema was er in de vorige vergadering
nog voor, om juist de breedte aan te geven.
Op de door Burgemeester en Wethouders opge
maakte voordracht komen voor de heeren L. Dokkum
en mr. P. C. Andreae.
Tot stemming overgaande blijkt de uitslag te zijn,
dat de heer L. Dokkum met algemeene (14) stem
men is benoemd.
Hiervan zal mededeeling worden gedaan aan den
benoemde en de Commissie voor de Muziek- en Zang
school.
7. Adres van den Secretaris dezer gemeente J. v.
d. Laan tot het bekleeden eener nevenbetrekking.
Bij de behandeling van dit punt bekomt de heer v. d.
Laan verlof de vergadering te verlaten.
B. en W. stellen voor het verzoek van adressant in
te willigen.
De Voorzitter zegt dat aan die nevenbetrekking wei
nig werkzaamheden zijn verbonden.
De heer Wielenga heeft er bedenking tegen, om het
verzoek toe te staantot dusverre werd die be
trekking' waargenomen door den Secretaris der ge
meente Wymbritseradeel. Spr. vindt, dat die gemeente
er ’t meest in betrokken is. Verder is ’t kort geleden,
dat er vermeerdering van personeel der Secretarie is
toegestaan, wegens de vele werkzaamheden, terwijl de
meening is uitgesproken den Secretaris zoo te salari-
eeren, dat er geen behoefte aan bijbaantjes bestaat.
Spr. is tegen inwilliging van het verzoek.
De heer Paehlig vindt ’t in het belang der gemeente,
om het verzoek niet toe te staan, thans zijn de versla
gen niet op tijd ter visie, wegens de drukke werk
zaamheden door versterking van personeel ter Secre
tarie, hoopt Spr. daar over een jaar een beteren toe
stand.
De heer Beekhuis denkt er ook zoo over; bij den vo-
rigen Secretaris Bennewitz lagen de notulen over 3 of 4
dagen ter visie; bij indiensttreding zei de heer v. d.
Laan, dat ’t binnen dien tijd behoorde; allen weten, dat
daarover tegenwoordig soms weken verloopen, zeker
omdat de Secretaris het te druk heeft, ook Spr. is tegen
inwilliging van het verzoek.
De heer Dokkum is verwonderd, dat hetgeen men
bij den vorigen Secretaris afkeurde, nl. dat hij Secre
taris was van ’t Dijksbestuur, nu weer wil verleenen.
Spr. gaat met de andere sprekers mee en vindt dat ne
venbetrekkingen voor den Secretaris zijn afgeschaft.
De Voorzitter zegt van vier zijden gehoord te heb
ben, dat men zich niet met het voorstel van B. en W.
kan vereenigen; heeft hij den heer Wielenga goed be
grepen, dan heeft deze critiek op de keuze, waarin
Commissarissen van den Mac-Adamweg echter vrij zijn,
in dat opzicht staan de heeren Dokkum en Wielenga
lijnrecht tegenover elkaar; de heer Wielenga wil de
Secretaris van Wymbritseradeel gaarne voor die be
trekking, terwijl de heer Dokkum wil, dat adressant
geen bijbaantjes mag vervullen. Spr. vindt, dat T
laatste niet juist is, daar adressant geen nevenbetrek
kingen mag waarnemen, dan met toestemming van den
Raad. Spr. zegt verder dat er weinig werkzaamheden
aan de nevenbetrekking zijn verbonden, die met f 100,—
wordt betaald; verder merkt spr. op. dat de werk
zaamheden daarvoor slechts 3 bureau-uren van den
Secretaris vorderen, die bij goeden wil in een mini
mum van tijd weer zijn in te halen.
De heer Paehlig viadt, dat de Secretaris niet alleen
in de kantooruren voor de gemeente moet werkzaam
zijn, maar ook op andere tijden, daar hij het werk in
de bureau-uren alleen niet af kan.
De Voorzitter antwoordt dat de Secretaris zich bui
ten de bureau-uren vrij kan bewegen, maar buiten
dien tijd het publiek ook te woord moet staan en de
werkzaamheden ter Secretarie regelen enz., dus
wel buiten de bureau-uren werkzaam is.
Het voorstel van B. en W. wordt thans in stemming
gebracht en verworpen met 10 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Veen, Visser, Paehlig,
ten Gate, Dokkum, Beekhuis, Gorter, Wielenga, Schijf-
sma, Bouma; vóór de heeren Fennema, Pijttersen, Hu
ges en Bakker.
8. Adres van L. J. Krook om tegen eene geringe
retributie gemeentegrond in gebruik te mogen behou
den.
Het Dagel. Bestuur stelt voor, het verzoek van adres
sant toe te staan.
De Voorzitter licht toe dat door afgraving van het
bolwerk zoodanige breedte is verkregen, dat hunner
zijds geen bezwaar bestaat het verzoek toe te staan;
zij stellen voor, aan adressant tot wederopzegging toe
te staan een strook gemeentegrond, ter lengte van
16.75 M. en ter breedte van 1.15 M. in ’t geheel groot on
geveer 19 M’, en dien grond aan den publieken dienst
te onttrekken, om daarop een doorloopende stoep te
maken. Adressant moet op eerste aanmaning het daar-
gestelde opruimen en eene jaarlijksche retributie van
f 1.betalen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform besloten.
9. Adres van B. van Delden tot het leggen van
een stoep voor zijn huis, aan de Waterpoortsgracht
OURANT.
1 I
wok su n ia «nu