MEEW8- EJ IIITOWBLAU
VMS Mï El 0I8MHL
Op het laatste oogenblik.
Zaterdag 2 November 1901.
56e Jaargang.
No. 88.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
Roman van Henriette v. Meehheimb.
12.)
v
Itit blad, verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 8 maanden,
franco per post f0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
erd,
O
oor
VERGADERING van den Gemeente
raad van Sneek, op Vrijdag, den 25 Oct.
1901, des namiddags ten 6 uur.
Vervolg.
12. Gemeentebegrooting, dienst 1902.
De Voorzitter vraagt of er ook algemeene beschou
wingen over de begrooting zijn.
De heer Beekhuis zegt, dat er bij het sectie-onder-
zoek is geklaagd over het gemis daarbij van eene be
grooting van het vorig jaar en besloten werd aan het
Dageljjksch Bestuur te verzoeken om bij de behande
ling der begrooting, bedoeld afschrift te hebben; de
sectie verwachtte dat aan het verzoek zou worden vol
daan, wat echter niet is gebeurd, daar de afschriften
ter goedkeuring naar Leeuwarden waren opgezonden;
nu werd men om inlichtingen naar de Secretarie en
dengemeente-ontvanger verwezen, waarover de sectiele
den verontwaardigd waren, waarom de sectie besloot, om
voor te stellen om in het volgend jaar bij de behande
ling der begrooting, positief zulk een afschrift te
hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat hierover in de secties
gesproken mag zjjn, doch nooit is daarom gevraagd in
het rapport; de gemeente-rekening wordt in triplo door
den gemeente-ontvanger opgemaakt, die ónmogelijk
daarvan een vierde afschrift kan geven; voor volgende
jaren zal evenwel voor ’t gevraagde gezorgd worden.
Ook de heer Visser is over deze zaak teleurgesteld,
daar ’t reeds op 17 Aug. 11. gevraagd is en daarover
hoegenaamd geen antwoord in eigen brievenbus is in
gekomen.
De heer Beekhuis merkt nog op, dat wanneer zij
direct een antwoord hadden ontvangen in ongunstigen
zin, dan zelf op eigen kosten, een afschrift hadden laten
maken.
De Voorzitter is ’t niet te doen, om het laatste woord
te hebben, doch wijst er op, dat de datum van 17 Aug.
net viel in een drukken tijd en Jt toen moeielijk was, de
leden bij elkander te krijgen. Spr. vindt ’t verstandig
om van dit onderwerp af te stappen en het gevraagde
voor het vervolg toe te staan, waardoor het voorstel
van den heer Beekhuis namens de sectie, wordt inge
trokken.
Bij de post politie werd behandeld het adres van de
agenten van politie, verzoekende verhooging hunner
jaarwedden, waarin verwezen werd naar de verhouding
hunner jaarwedden met die van poütie-agenten in
andere plaatsen. In ’t adres wordt verder gewezen op
de verhoogde woninghuur, dure brandstof en gemis
van een vrije dokter bij ziekte. Aan ’t adres was toe
gevoegd een aanhangsel, de reden opgevende, dat de
agent le klasse C. Wielsma, het adres niet had ge-
teekend, omdat deze hooger eischen stelde.
De Voorzitter wenscht het adres behandeld te zien,
als te zijn van ’t geheele korps agenten.
’t Dagelijksch Bestuur vindt vrijmoedigheid voor te
stellen aan de aanvragers eene jaarlijksche tegemoet
koming van f 25.te verleenen de agenten moeten
hun plicht doen in weer en wind en ’t is waar dat zij
bij ziekte verstoken zyn van de hulp van een vrijen
dokter.
Den heer Paehlig doet het genoegen, dat de lageren
in rang ook wat vooruit gaan. Spreker heeft 2 jaren
achtereen aangedrongen op verbetering der politie;
de klasse nachtwachten zou hij gaarne agenten 3de
klasse genoemd zien en stelt voor, het salaris van alle
agenten met f 50.te verhoogen, ook van den agent
Wielsma, wien de aanvrage te gering is.
De heer Visser deelt mede, dat hjj een agent bij zich
heeft gehad en diens dienstregeling heeft ingezien,
waarop wachtnren en ’t loopen in de stad duidelijk
voorkwamen, die agent deelde mede, dat de werk
zaamheden van den agent Wielsma zich buitendien
bepaalden tot 2 uren bureau-werkzaamheden.
Ter meerdere klaarheid licht de Voorzitter toe, dat
de politie door de arbeids-, onteigeningswet bij besmet
telijke ziekten enz. in een geheel ander stadium ver
keert dan vroeger bij besmetteljjke ziekten als typhus
enz. waar nog al veel werk van gemaakt wordt, is de
agent W. belast met de taxatie der besmette goederen,
terwijl hij bij de vernietiging en verbranding daarvan
moet tegenwoordig zijn, waarvoor hij eenige belooning
geniet. Ook de arbeidskaarten moeten door den agent
W. gecontroleerd worden, zoodat W. meer met admini
stratief werk is belast, wat zijn lichaam zeker teu
goede komt, daar hij op advies van den dokter niet des
nacht» vooral, op straat mag zjjn.
De heer Bouma wijst er op dat bij de geneeskundige
faculteit in deze gemeente, geen overdrijving bestaat
ten opzichte van besmettelijke ziekten en er eerder
ten genoege van het publiek, iets door de vingers wordt
gezien. Spr. betwijfelt, of de politie het daarmee nu zoo
bijzonder druk heeft. Is b. v. een biljet afgescheurd
of verwijderd, dan wordt er geen poging gedaan een
nieuw aan te plakken.
De Voorzitter is ’t geheel met den heer Dr. Bouma
eens, hij heeft echter gemeend, in dezen zin, dat aan
de eene wet te veel, aan de andere te weinig, de aan
dacht wordt geschonken.
De heer Beekhuis vindt dat er voor het verleenen
van gratificatiën aan de agenten veel is voor te zeggen.
De Voorzitter zegt, dat hij niet gaarne werkt met
gratificatiën, plichtsbetrachting moet voorstaan.
De heer Visser stelt voor, de aanvragers verhooging
toe te staan en niet het korps, welk voorstel den Voor
zitter wat kras voorkomt.
De Voorz. stelt hierna voor, eerst te stemmen of er
verhooging plaats zal hebben, dan of de verhooging zich
tot allen zal uitstrekken en ver volgens over het voor
stel van den heer Paehlig, ondersteund door den heer
Visser, f 50.— toe te staan. Mocht de f 50.— vallen,
dan te stemmen over de f 25.
Bij rondvraag, of er verhooging zal geschonken
worden, verklaren zich daartegen de heeren Veen, Pijt-
tersen, Fennema en Beekhuis, terwijl zich de andere 10
stemmen voor verhooging verklaarden.
De Voorzitter zegt, dat de heer Pijttersen nog het
eenig lid is, dat voeling over deze zaak houdt met B.
en W. Wel hebben die 3 commissieleden eene moeie-
lijke taak gehad, doch daar de sterilisatie van water
door ozon nog in onderzoek is, zou Spr. gaarne hier
over ’t idee van den heer Pijttersen hooren.
De heer Pijttersen is, nu de zaak in dit stadium ver
keert, niet voor eene nieuwe commissie.
Bij de post onderhoud vaarten vindt de 2e Sectie, de
sommen, uitgetrokken voor het uitbaggeren der Oud-
vaart en de Stadsgracht bij de Gasfabriek, te klein.
De Voorzitter antwoordt, op grond van deskundige
verklaring, dat het Dagel. Bestuur de som hoog genoeg
vindt en noemt het een slap in goede richting.
De heer Beekhuis vindt dat de uitbaggering zooveel
mogelijk voldoende moet zijn.
De heer Fennema meent dat f 800.voor verbetering
der Oudvaart en f 1200.voor de grachten te Sneek
voldoende geacht kunnen worden. De Oudvaart wordt
alleen door kleine bootjes en modderschepen bevaren;
de geheele verbetering der Oudvaart zou f 2000,—
moeten kosten.
De heer Veen stelt voor, f 1200.meer voor uitbag
gering te besteden.
De heer Beekhuis verklaart zich hier ook voor.
De heer Fennema vreest dat in ’t begin der Oudvaart
weer spoedig een dam zou zitten.
’t Voorstel van den heer Veen, ondersteund door den
heer Beekhuis, in stemming gebracht, wordt verworpen
met 11 tegen 3 stemmen, die van de beide voorstellers
en den heer Paehlig.
Over verschillende posten werden verder nog discus-
siën gevoerd.
Aan de Commissie tot wering van schoolverzuim
werd f 50 meer toegestaan en is die post gebracht
op f 150.
Zonder te hebben gevraagd, werd de jaarwedde van
den Marktmeester, den heer D. Bouma, met f 50 ver
hoogd.
Een opwekkend woord van ’t raadslid Schijfsma, om
de aandacht te schenken aan eene pro memorie post
voor schoeisel en kleeding, en zulks met ’t oog op de
Leerplichtwet, vond geen weerklank.
De heer R. 8. H. Visser oordeelde, dat men die
kwestie voorloopig gerust aan ’t particulier initiatief
kon overlatenkwam men te kort, dan kon men altijd
nog bij den Raad aankloppen.
De Voorzitter was ’t met den heer V. geheel eens.
Z.Ed.Achtb. deelde de meening, dat, als er voor ’t be
doelde een post op de Begrooting wordt gebracht, het
spoedig zoover komt, dat de ouders zeggen: klompen
behoeven we voor onze kinderen niet meer te koopen,
daar zorgt de gemeente voor.
De heer Gorter achtte zich verplicht er nog aan toe
te voegen, dat, bijaldien men voor voedsel en kleeding
een post op de Begrooting brengt, ’t licht zou kunnen
gebeurendat de Gemeentenaren zich terugtrekken.
De geheele begrooting, in ontvangst en uitgaaf
f 249234,72, met ’t cijfer f 58000 voor den Hoofd. Omslag
en f 6042,746 voor onvoorziene uitgaven, werd zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
eene melancholieke uitdrukking vertoonde, maakte haar
bewogen. Voor de eerste maal begreep zij nu Baby’s
blinde, afgodische liefde voor hem.
»Mjjn weerzin is geen persoonlijke*, zeide zij snel
en gejaagd. «Ik geloofde en ik geloof nog, dat gij
met uwe levensbeschouwingen en gewoonten niet bij
ons eenvoudige menscheu, niet voor mijn onschuldig
kind past. Ik vermoedde eene bijzondere belangstel
ling in mijne dochter en daarom
»U vergiste zich niet mevrouw. Ik bemin mejuffrouw
uwe dochter, zooals ik ook hoop door haar weder-
keerig bemind te worden. Mijn hoogste geluk zou
zijn, haar de mjjne te mogen noemen! Ik kan haar
helaas slechts een eenvoudig levenslot aanbieden.
Hilmar heeft straks reeds gezegd, dat ik als ritmeester
bij een dragonder-regiment in den Elzas geplaatst ben
dit zal echter slechts als een overgang moeten be
schouwd worden. Ik geloof dat de generaals-carrière
voor mjj is weggelegd.*
Mevrouw van Brandenfels aarzelde. Dat klonk al
les zoo eenvoudig, zoo natuurlijk; er was eigenlijk
niets tegen in te brengen, en toch kromp haar
hart zoo pijnlijk ineen.
»A1 wilt gij dan ook geen gehoor geven aan mijn
aanzoek, toch zult gij mij wel toestaan, afscheid van
mejuffrouw uwe dochter te nemen,* zei Königseck.
«Binnen eenige dagen vertrek ik naar mjjn nieuw
garnizoen. Zoudt gij ’t werkelijk over u kunnen ver
krijgen, ons eene laatste samenkomst te weigeren?
Ik ben ’t niet alleen, die er onder lijdt; ik schrikte on
langs bij onze vluchtige ontmoeting met het rijtuig
over het uiterlijk van mejuffrouw Gabrielle! Zij was
bijna niet meer te herkennen.*
Mevrouw van Brandenfels stond in tweestrijd, of
zjj den onstuimigen vrijer naar haar echtgenoot ver.
Haar moeder kon het zich later niet begrijpen, hoe
alles zoo haastig, zoo geheel tegen haar zin in zijn
werk was gegaan. Baby was verloofd; haar zegen,
hare toestemming was haar ontrukt geworden, zij wist
eigenlijk zelf niet hoè.
Heer van Brandenfels bromde een beetje ontstemd
in zich-zelf, toen het resultaat van zijn schuur-brand
hem werd meegedeeld.
Als hij de toekomstige uitzet, een groote toelage
en vermoedelijk nog aanzienlijke sommetjes voor schul
den van zjjn nieuwen schoonzoon bij den brand berekende,
dan bleef het inderdaad t wijfelachtig, of ondanks de hooge
verzekeringsom de zaak pecunieel wel als voordeelig
te beschouwen was.
Königseck ontkende intusschen beslist, schulden, al
thans wisselschulden te hebben, toen hij later in Bran
denfels’ werkkamer zijn toekomstigen schoonvader te
woord staan en inlichtingen geven moest.
Hij behandelde de zaak tamelijk uit de hoogte. Re
keningen natuurlijk, dat gaf hij toe. Welk fatsoenlijk
mensch heeft dan geen rekening bij kleermaker en
schoenmaker Als mijnheer van Brandenfels het ver
langde, wilde hij die menschen schrijven, hun reke
ning op te maken. Hij zelf wist ’t waarlijk op ’t oogen
blik niet zoo precies; de militaire uitrusting voor Ja
pan was nog al een beetje duur geweest. Als mijn
heer van Brandenfels informaties by zijn vroegere
superieuren wilde inwinnen, dat sprak van zelf;
bereidwillig noemde hij de namen intusschen een
sarcastisch trekje kwam daarbij om zijne lippen zou
hij hem de antwoorden wel vooruit kunnen zeggen
«Een flinke, kranige officier, goede carrière in vooruit
zicht, nooit klachten over hem bij zijn overste in
gekomen, en zoo voort.* Dat zegt men van ieder, en
toch zegt dat zoo goed als niets. Wordt vervolgd.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Hierna wordt gestemd of de verhooging zich zal uit
strekken tot adressanten alleen of tot het geheele corps.
Tegen verhooging voor allen, stemden de heeren Beek
huis, Veen, Pijttersen, Visser en Fennema, zoodat met
negen stemmen voor is uit gemaakt, dat de verhooging
zich tot allen zal uitstrekken.
’t Amendement Paehlig-Visser in stemming gebracht
wordt met 11 tegen 3 stemmen, die van de beide voor
stellers en den heer Bouma, verworpen.
De Voorzitter vraagt thans of stemming verlangd
wordt over f 25 verhooging.
Daar niemand zulks verlangt, wordt de f 25 verhoo
ging aangenomen.
Bij de post loopbode ter Secretarie licht de Voor
zitter toe, dat de bode D. van der Werf, f 8 weekloon
ontvangt en de bode Hoogervorst jaarlijks eene
belooning van f 175 geniet.
Namens de eerste sectie wordt voorgesteld aan D.
van der Werf f 52 verhooging per jaar toe te staan.
De heer Beekhuis is er voor eene verhooging van
f 1 per week toe te staan, vooral omdat adressant zoo
vlug zjjne werkzaamheden verricht en de politie ook
verhooging is toegestaan.
De Voorzitter heeft gisteren gedacht, hoe die f52 in
te deelen, ’t is waar dat Van der Werf bij groote vlug
heid in een minimum van tijd veel boodschappen kan
doen; z. i. gaat de vergelijking met de agenten van
politie niet op/ daar v. d. Werf een 8-urigen arbeidsdag
heeft. Spr. is er voor eerst f 26 toe te staan.
In stemming gebracht, wordt het voorstel der sectie
om f 52 toe te staan, aangenomen, met 11 tegen 3
stemmen, die van de heeren Gorter, Pijttersen en
Fennema.
Het adres van F. Sinnema werd behandeld bij de
betrekkelijke post op de begrooting, opzichter-park
wachter in het Wilhelmina-park.
De Voorzitter brengt in herinnering, dat toen er een
opzichter werd gevraagd tegen een weekloon van f 7,
zich daarvoor tal van sollicitanten aanmeldden. Een der
heeren was toen reeds voor f 8 weekloon, daar de op
zichter in ’t langst der dagen veel werk moet doen;
’t wil het Dagel. Bestuur voorkomen, dat Sinnema zijn
dienst naar eisch vervult, zeer werkzaam is, over wien
het publiek tevreden mag zjjn, waarom dit College
voorstelt het weekloon van Sinnema van f 7 op f8
te brengen.
De heer Veen is er voor om het op f 416.of f 8.—
per week te brengen, daar de man, Zondags ook nog
niet vrij is.
De heer Huges heeft naar den man geïnformeerd en
vindt hem de rechte man op de rechte plaats, die ver
hooging verdient en ook noodig heeftSpr. ondersteunt
het voorstel Veen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans conform
dit voorstel besloten.
De heer Beekhuis vraagt bij de post drukken officieel
raadsverslag, of de termijn met dien aannemer 1 Janu
ari afloopt.
De Voorzitter antwoordt, dat die termijn drie jaar
duurt; men komt wel wat bedrogen uit en daarvan
ook komt het verslag dikwijls zoo laat, goedkoop blijkt
hier duurkoop te zijn.
De heer Visser vraagt bij de post inzake onderzoek
waterleiding of het ook wenschelijk is, die commissie,
nu thans 2 leden weg zijn, weer te versterken.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Vervolg.)
Mevrouw van Rotenburg en vooral de kinders ver
langden uitvoerige mededeelingen over den brand en
de vermoedelijke oorzaak. De heer van Brandenfels
trok de schouders op. «Ja, op welke manier brandt zoo’n
oude, droge schuur in het warme jaargetijde af?
Een vonkje uit een pijp wat weet ik er van. Ik
ben eigenlijk heel blij, dat het ding weg is. ’t Was
mij allang een doorn in ’t oog met dat brandgevaar
aanbrengend strooien dak Ik ben ook behoorlijk verze
kerd.»
«Welnu, dan zjjn immers alle partijen bevredigd,
merkte Königseck bedaard op. «Mjj bood de
brand een welkome gelegenheid, mevrouw,* aldus
wendde hij zich zacht tot de vrouw des huizes, «nog
eens uw huis te betreden, om u vaarwel te zeggen.
Mijn hartelijken dank voor uwe gastvrijheid, die gij
ondanks den weerzin, dien gij tot mijn spijt jegens mij
koestert, toch tot zoo’n eenzaam man zonder thuis, als
ik, hebt uitgestrekt
Zij waren opgestaan van de koffietafel. Mevrouw
van Brandenfels en Königseck liepen bij de anderen
weg en traden naar buiten op de warande.
Het weeke gemoed van Baby’s moeder werd door
die treurig klinkende woorden zeer getroffen. Zjjn
knap gezicht, dat thans geen spottende maar slechts
wijzen en daarmee de verantwoordelijkheid van zich
af en op sterkere schouders werpen zou, maar zij
werd van een antwoord ontslagen. Baby zelf kwam
de kamer binnenstormen. De vlechten hingen haar
bij ’t hoofd neer en zij droeg een mandje met afgesneden
rozen in de hand.
«Mamaatje,* begon zij «gij hebt er mij niets
van gezegd* Daar werd zij den gast gewaar.
Mand, rozen, alles viel op den grond, en haar beide
kleine handen den zoo onverwacht voor haar staande
toestekende, riep zij slechts zijn naam, maar op zóó’n
jubelenden toon, als iemand die verlost is van hartver
scheurend verlangen, zoodat haar moeder demoed ont
zonk.
Als in een droom zag zij hoe Königseck de tengere
meisjesgestalte in zijne armen sloot. Zjj zag, hoe Baby
hare armen om zijn hals sloeg, zag haar blond kopje
aan zijn borst rusten. Zij zag het knappe, donkere
mannengezicht zich vooroverbuigen en kussen, ontel
bare kussen op het lieve, onschuldige mondje van haar
kind drukken; zij zag ’t en verhinderde ’t niet.
Zij was in den strijd om het hart van haar kind ver
slagen, als reeds zoovele moeders vóór haar.
«De mijne! Ik laat je niet weer los,* zei Königseck
en zijne oogen flikkerden triomfeerend. Hij liet Baby
niet los uit zijne armen; samen traden zij naar hare
moeder toe.
Baby greep hare hand en drukte er liefkozend hare
lippen op: «Mamaatje, mijn zoet-lief mamaatje, zoo
gelukkig, zoo gelukkig!* fluisterde zij.
Königseck greep lachende de andere hand van me
vrouw van Brandenfels«Mevrouw zou toch niet zoo
wreed kunnen zijn, ons te willen scheiden. Laat ook
mij de hand eener moeder kussen, de mijne verloor ik
reeds voor vele jaren.*
e
i
R COURANT