MIMS- 1 mmWLAD NOUVEAUTÉ WINTERSTOFFEN JCeeren Meeding naar tiïtaat. Grootste Collectie Zaterdag 23 November 1901. 56e Jaargang. Op het laatste oogenblik. BTo. 94. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Oïficieele Advertentie. VOOR 250 JAREN. FEUILLETON. i >r n Kantongerecht te Sneek. d. 1, en nog niet verscheen, werd J C d- er i-, :s 'd, or 18.) en I»it blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 8 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE, LICHTING 1902. Roman van Henriette v. Meerheimb. VOOR :e Teppema, Saeckle Thomas Farcxen Adriaen Slijp. Bouwmeesters waren Sijtse Johannes van der Meu- len en Baucke Sickes Wiersma. Secretaris was dr. Meynardus van Walrichem. Wil dan hier nog bij noemen de 36, waaruit de bur gemeesters en schepenen gekozen moesten worden, dan zou blijken, dat de meeste namen ons niet zeer bekend in de ooren klinken wel een bewijs, dat in 250 jaren tijds nog al iets veranderen kan. Over den secretaris nog ditOudtijds zwoer deze, dat hij, ten verzoeke van Recht en Raad, zesen dertigen in Burgers, te recht en de raad zou komen en alle brieven en de instrumenten getrouwelijk schrijven zwijgen alle heimelijke zaken bij den Raad besloten ontdekken ’t geen tegen de stad mocht voorgenomen wordenook dat hij, boodschap doende, een roede in zijn hand zoude hebben, enz. Tusschen de leden van ’t stadsbestuur mocht geen nauwe verwantschap bestaan; (er mochten niet zitten: vader en zoon; 2 broeders; 2 neven; broeders of zus ters kinderen; 2 zwagers;) men moest 24 jaar oud zijn. Een schepen moest Sneeker van geboorte zijn, zijn huis in de stad hebben en minstens 200 gouden schil den bezitten. Hij mocht niet langer dan een maand buiten de stad zijn dan met verlof van den Raad. De Schepenen kwamen alle weken (’s Woensdags als ’t kon) bijeen. Een aangeklaagde werd gedagvaard voor ’t schepengerecht door een gerechtsdienaar. Wie De vaarten naar IJlst, naar ’t Meer, naar Leeuwar den en naar FranekerHarlingen waren er toen. De verbinding over IJlst met Bolsward, Stavoren en Lem mer eveneens. De vaarten naar buiten waren dus toen dezelfde als nu. Hoe vischrijk de wateren destijds waren, bljjkt wel uit de wondervolle vangst van zeker burger binnen Sneek, Douwe Jeltes, gedaan op den 3 Januari 1616, bij de Nieuwe Zijl achter IJlst. Hij ving, gelijk de geschiedschrijver Winsemius aanteekent, in een steek of werp boven de 20,000, ja 30,000 brasems. Deze menigte visch was daar toen samengedrongen om ’t zoute water, ’t welk ingeloopen was door de gaten, in den zeedijk gemaakt door storm en onweder. Wordt vervolgd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Sneek brengen ter voldoening aan art. 87 der wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), gewijzigd en aangevuld bij de Wet van 2 Juli 1898 (Staatsblad no. 170), nader gewijzigd bij de Wet van 22 Juli 1899 (Staatsblad no. 174), ter openbare kennis, dat de zitting van den Militieraad voor deze Gemeente zal worden gehouden te Bolsward in het Gemeentehuis, op Woensdag den 18 December 1901, des voormiddags ten 10% uur, en dat voor dien Raad moet verschijnen de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of wegens gemis van de gevorderde lengte. Sneek, den 16 November 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. veder in razende vaart ronddwarrelde. De muziek zweeg. Königseck hield zoo plotseling op, dat Baby wan kelde. Hij hield haar nog een oogenblik in zijne armen; hoe haar hart klopte, ademroovend; hoe zij gloeide, trillende van onbewust opgewekten hartstocht. Hij liet haar neerglijden op een hoek-canapé«Blijf bp je moeder,kind, om uit te rusten; je hebt voorloo- pig genoeg gedanst.« Baby, voor wie zijne vaak kort bevelende manier, met haar om te gaan, bijna even aantrekkelijk was als zijne onstuimige teederheid, bleef gehoorzaam zitten en bedankte voor alle nieuwe uitnoodigingen. Mevrouw van Brandenfels was daarmee best tevre den «Maar lieveling, hoe je gloeit, hoe je adem jaagt hoe kan je ook zoo dol dansen!* «Ooh, mama, ’t ging zoo heerlijkHoe Horst danst goddelijk, gij moest het eeus probeeren. Men vliegt, men is bepaald niet meer op de aarde.* Mevrouw van Brandenfels echter weigerde dit zeker heerlijk genoegen te smaken, ofschoon zij naar waar heid erkennen moest, dat de aangebeden Horst werke lijk elegant danste en in zjjn dragonder-uniform er heel goed uitzag. De bewonderde ging intusschen onopgemerkt door de half openstaande glazenduur naar buiten den tuin in. ’t Was een zachte lenteavond. De bleeke schijf der maan zwom aan den donkeren hemel, de avondster glinsterde boven den zacht ruischenden notenboom; in het kreupelhout zong de eerste nachtegaal. Haastig liep hij het door bonte lampions verlichte pad langs tot aan een afgelegen hoekje van den tuin. Het verlichte huis schemerde door de nog kale boom groepen. Hij wierp zich op de tuinbank en leunde met het hoofd tegen den daarachter staanden stam van een Zitting van Woensdag 13 November 1901. Bjj de heden gehouden zitting van het Kantonge recht, gepresideerd door den kantonrechter, den heer Mr. K. Klein, Ambtenaar van het Openbaar Ministe rie de heer Mr. J. L. F. Böhtlingk, werden de vol gende zaken behandeld 1. T. W.. 62 jaar, koopman te Hommerts, kwam den 16 Juli met 5 schapen en 2 lammeren aan de vee markt alhier. De heer Van Staa, rijksveeartsalhier,die better markt aangevoerde vee keurt, constateerde, dat 4 der schapen lijdende waren aan rotkreupel, en 1 schaap en 2 lam meren daarvan werden verdacht, waarom op zijn last proces-verbaal opgemaakt, de schapen van de markt verwijderd en den heer Burgemeester met een en ander in kennis gesteld werd. De heer Burgemeester telegrafeerde daarop den districts-veearts, den heer Van Staa te Leeuwarden, die, na onderzoek ook tot het resultaat kwam, dat 2 der voortdurend in een gedwongen positie en moet zich zelf en anderen gedurig iets voorliegen. Dit ech ter is de volle waarheidik verlang vurig naar het «amen* van mijnheer den predikant op morgen van dat oogenblik af kan men althans weder zich-zelf zijn en openlijk bekennen als men zich doodelijk verveelt.» «Een mooi paar,* luidde het oordeel der bloedver wanten toen het bruidspaar het bal opende. Königs eck zag er werkelijk in de fraaie uniform van zijn nieuw regiment zeer elegant uit. Het heldere blauw der monteering stond heel goed bij zijn bruingebrand ras-gezicht met de trots gesneden gelaatstrekken. «Hij is verrukkelijk met zijn interessante sabel-lit- teekens en zijn duister verleden,* dweepten de bak- vischjes, Baby’s jeugdige vriendinnen. «Zoo’n beetje griezelig met zijn spottend lachje, bijna om er bang van te worden maar toch ook zoo knap De moeders der niet verloofde dochters critiseerden natuurlijk sterk de onbezonnenheid der Wesendorfers, het jonge ding zoo vroeg aan een armen en daarbij nog Uchtzinnigen man uit te huwelijken. Als men zoo weinig eischen stelde, dan was het na tuurlijk gemakkeljjk hare dochters aan den man te brengen. Baby vloog van den eenen arm in den andere. Alle kameraden van Horst, de broeders, de neven, ieder wilde en moest immers met de bruid dansen. Het mooiste ging ’t echter met hem, den geliefdedan roer den hare voetjes nauwelijks den grond. Dat was geen dansen meer, dat was een vliegen op de tonen van den zwaarmoedig wilden galop, dien de ulanen bliezen. De lichten, de omgeving, alles verdween voor haar. Zij voelde nog alleen dat zij in zijne armen lag, dat hij haar toelachte en zij, meegesleept door het storm achtige tempo waarin hij steeds danste, als een lichte ZESDE HOOFDSTUK. Vervolg.) Baby scheen verrukt over al de onschuldige plage rijen en toespelingen waarmee de streken barer jeugd in mooie verzen bezongen werden. Zij kon dan ook niet nalaten den kleinen kok en schoenmakersjongen recht hartelijk te kussen voor hunne lieve versjes. Zij schaterde van lachen toen aan ’t slot van de kin dervoorstelling de grijze aardmannetjes twist kregen over het overreiken van het presentje en de kleinste, haar lieveling Freddy, wien het spitse dwergenmutsje van het hoofd viel, bedroefd zijn gezichtje in haar schoot verborg. Zij hield hem bij zich en stelde daar door zelve onbewust het bekoorlijk levende beeld voorde lente, aan wier rokzoom van rozen een der kleine, ontwaakte aardmannetjes zich vastklemt. «Goddank fluisterde Königseck zijn bruid toe, na dat ook de laatste vriendinnen haar dialoog als Elzas- ser- en Mecklenburger boerinnen geëindigd hadden. Baby keek hem verwonderd aan. »’tWas toch zoo mooi, niet waar?* Hij sloeg de oogen omhoog zonder iets te zeggen aar toen hij haar teleurgesteld gezichtje zag voegde er haastig bij«Wij gaan straks dansen verwondert t je, dat ik het niet kan afwachten je in mijne ar en te houden?* Hij dacht bij zich-zelf: «Verloofd n, bederft totaal het karakter. Men bevindt zich dan verdubbeld, voor 250 jaren was deze nog merkelijk geringer. Men begrijpt dus, dat er toen aan den bin nenkant der bolwerken, waar nu zooveel huizen staan, waar dichtbevolkte stegen gevonden worden, toen bijna geen woning stond. Daar waren meest tuinen en open ruimten. viermaal gedagvaard was in ’t ongelijk gesteld. De schepenen moesten rechten over misdaden, ter stond na ’t bedreven der feiten; zij moesten ook rech ten over bezittingen en panden. Vrouwen, meisjes en jongens die een dagvaarding kregen, moesten door een man, (echtgenoot, vader of voogd) vertegenwoordigd worden. Eén schepen mocht slechts vonnissen tot 2 pond toe. Hoogere vonnissen moesten door de gezamenlijke schepenen uitgesproken worden. (Wat juist de waarde van de hier bedoelde ponden was, weten we niet; wel kunnen we zeggen dat men oudtijds sprak van «een pond Vlaamsch” of «een pond groot”, dat zes gld. waard was.) De Raadslieden (burgemeesters) moesten toezien op poorten, palen, bruggen, straten, havens, torens, bol werken, wegen en veeren, stadswaag en tollen. De zesendertig moesten, als zij ontboden werden, hun raad geven. Nu eerst enkele bijzonderheden uit dien tijd en dan naar buiten. Reeds voor 250 jaren had Sneek, na Leeuwarden, de drukste weekmarkt. De gunstige ligging der stad in 't hart van de greidlanden en aan vele waterwegen maakte toen ook Sneek tot een centrum. De Latijnsche school had destijds naam om hare beste leeraren. (De bekende Joachim Hopperus, waar over we vroeger reeds een en ander mededeelden, en die ’t tweede licht der rechtsgeleerdheid van ’t toen malige Friesland genoemd werd, had aan die school de gronden zijner studiën gelegd). ’t Gerecht van de grietenij Wymbritseradeel werd binnen Sneek gehouden. De stad had toen 4 jaarmarkten: 1. op Dinsdag 8 dg. na Paschen2. Op Kruisvinding (3 Mei); 3. Op Vrijdag na de Pinksterweek en 4. op 12 September. Destijds (1664) waren burgemeesters Fedde ledes ledema, Joucke Jans Hilwerda, de edelmogende heer Cornelius Haubois en Aert Gorp. Schepenen waren Jan Jansen de Moy, Wjjbrandus ouden treuresch. «Zonderling,* mompelde hij in zich zelf, «de vóóravond van een gewichtige gebeurtenis ’t zij dan een veld slag of een bruiloft maakt mij altijd tot een senti- menteelen narIk heb anders geen last van gewetens bezwaren, maar heden komt het mij opeens als eene verkeerdheid voor, met dit kind te trouwen. Zij geeft mij te veel, alles wat zjj heeftonschuld, eene onbe perkte liefde, die bijna aan aanbidding grensten wat geef ik haar daarvoor terug? De vrouwen zijn wel is waar meestal de gefopten maar hier is ’t, of men de onwetendheid van een kind misbruikte, om haar een kostbaren schat te ontrooven, dien zij, zonder ’t zelve te weten, bezit. Wat geven mij die overdreven gevoelens Aanvankelijk zullen ze mjj opvroolijken, daarna vervelen, en ten slotte ontstemmen en ergeren. Ik zal niet in staat zjjn zulks te verber gen, en zij zal dat öf nooit begrijpen, öf, als zij’t be grijpt, nooit kunnen vergeven! Wjj zullen dus onze vooruitgeziene en ons zelf op den hals gehaalde folte ringen samen moeten dragen. Misschien echter zijn dat alles slechts spookbeelden. Ons huwelijk zal niet beter en niet slechter zijn als duizend andere. Voor ’t oog der wereld nauw ver- eenigd innerlijk mijlen van elkaar verwijderd Maar die moedersZij houden hare kiekens als kleine kinderen aan den leiband, en zonder een woord van opheldering, van waarschuwing voor onvermijdelijke teleurstellingen geven zij ze vervolgens blindelings aan ons over. Maar wat zou het ten slotte ook helpen, als zij al van den morgen tot den avond redeneerden Men wordt slechts verstandig door eigen ervaringen.* Wordt vervolgd. ’t Dichte deel van ’t Zuidend (dus aan den kant der Veemarkt,) heette toen ’t Kleyn Zuyder End en de grootste helft der Oude Koemarkt (van de Kerkstraat afgerekend,) heette Groote Zuyder End. Jt Hooiblok was toen ruimer dan nu. Maar daar ging weer een haven af, die van ’t Achterom door ’t Hooi blok langs den binnenkant van ’t nu afgegraven Bol werk tot vlak bij ’t Pothuis van den heer Stam liep. Over ’t Hooiblokwater lag toen, in den Singel (bij den heer Meiboom dus) een brug. Uit alles volgt, dat toen vrij wat meer water en veel meer bruggen te vinden waren. We hebben met ons opschrift «voor 250 jaren* niet willen zeggen, dat toen ongeveer de dempingen en an dere veranderingen begonnen. Vele der genoemde veranderingen zijn in den tijd gebeurd, die zeer vele Sneekers zich nog uitstekend herinneren. Wat echter wél langzaam aan veranderde, was ’t aan tal huizen en inwoners. Al is ook de eigenlijke aan was van Sneek, in deze eeuw te stellen, en is de bevol king hier sedert Nederlands herstelling in 1813 meer 35 Gebrs. Lampe. mHrwM*M«Knaar.-w«MS.**a*«»w«nr.wia^Maew«stmok.arx lt e- 18 OURAN mu 8MK ti urn

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1