r Plaatselijk Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. 7 eer heef Hof, is oi van ratii noei zaar func kan van van In d met voor wen men Mol bem noei 16' 16 16 17' zijn pen G den drul Gé ma t van d Betsl lum. te Mi Honk en M linga 25 jr Ov Freer reei ove niei gas C buil gel’ Sim F DE BOTCOT-VERGADERING IN »AMIC1TIA«. Maandag had de aangekondigde vergadering plaats, waarin over den Boycot zou gesproken worden. De zaal was vrij bezet. De heer Kamstra opende de vergadering en meldde, dat als sprekers zouden optreden de heeren Wink, (hier als spr. op de vergadering der vrije-socia- listen bekend,) en Jakobsen van ’t Nat. Arbeiders Se cretariaat. De heer Wink had zich als een der sprekers opge geven, toen ’t Uitvoerend Comité nog niet naar rechts gezwenkt was. Spr. zegt reeds dadelijk, dat ’t doel der arbeiders is met daden te toonen, dat een einde aan dezen oorlog kan gemaakt worden en zoo de ge- gedachte zal komen, dat de arbeiders iederen oorlog kunnen keeren. Spr. noemt de gruwelen van den oorlog. Ja, zegt hij, men leest dan mooie boeken, die vol bewondering schrijven over de heldenfeiten door vaderlandslievende mannen bedreven. Stel daar liever tegenover de ware beschrijvingen van een Erckmann-Chatrian over de oorlogen in ’t begin dezer eeuw; van anderen over den oorlog 1870’71. Men moet ooggetuigen hooren. Dan weet men, dat de oorlog een gruwel is. Spreker had ooggetuigen van Spionkop gehoord en noemt de ver schrikkelijke tooneelen uit dien vreeselijken slag. Spr. noemt de ellende door de veldslagen veroorzaakt, het lijden in de concentratiekampen; den belastingdruk, ’t Wee van zoo’n oorlog is te groot om te beschrijven. En wie hebben dezen oorlog ontketend, ’t Volk lijdt door de oorlogmakerij der grooten. Niet alleen bij de Engelschen, ook bij de Boeren. Heeft men bij deze laatsten te wijzen op edele mannen als Steyn, De Wet, Botha; de groote massa der rijke Boeren ging niet op ten strijde. Spr. zegt, dat niet alleen deze, maar alle oorlogen gevoerd zijn of worden, om de portemonnaie der geldmogols te stijven. Spr. haalt nog aan, dat de Hollandsche bladen wèl dezen oorlog met al zijn gruwelen beschrijven, maar den Atjeh-oorlog vergoelijken ze. Rhodes en Chamberlain voeren den oorlog in Afrika SNEER. De goede Sint is er weer geweest. Wat een vreugde heeft hij weer verschaft! Vreugde bij de grooten, ja, zeer veel. Maar de echte vreugde was er weer in de harten der onschuldigen, der kinderen. Voor dezen is de Sint een weldoener, die, al worden de stoutste droomen niet altijd verwezenlijkt, toch elk tevreden stelt met zijne gaven. En voor Sneek heeft de »goed-heilig-man< dit jaar buitengewoon gezorgd. Maandag goed weer. Dinsdagochtend ook en dan zoo dicht bjj St. Nicolaasavond. Geen wonder, dat velen, uit den omtrek, vooral uit den Zuidwesthoek, de marktdag geschikt achten, om eens naar stad toe te gaan. En daarbij, de tijden zijn beter dan ze in jaren ge weest zijn. ’t Was dan ook net als op Pinkster-drie. Ja, we zouden zeggen, ’t was nu drukker. Met trein en tram en boot en wagens kwamen de massa’s aan. Voert anders de trein uit den Westhoek Door de belangrijke uitbreiding der scheepstimmer werf van den heer Croles, en de dientengevolge ge stichte arbeiderswoningen, was eene vermeerdering van het aantal lantaarns noodzakelijk geworden. Eveneens bleek het aanbrengen van een lantaarn in een ander gedeelte der gemeente onvermijdelijk. Met volstrekte meerderheid van stemmen werd dan ook tot daarstelling daarvan besloten. De te behandelen onderwerpen hiermede afgeloopen zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. Ge Huisi stra; Leij; en S 3n Si Ov Dirk ënga. Reine Hofbericht, ’s Gravenhage4 December. H. M. de Koningin heeft gisteren voor het eerst na Hoogst- derzelver ongesteldheid eene wandeling gemaakt. Naar aanleiding van de bovenstaande mededeeling zijn wij thans gemachtigd te berichten, dat het her stel van H. M. een voldongen feit is. De ziekte van Hare Majesteit laat geen andere herinneringen na als de ondervonden zeer groote teleurstelling. Geen procedure. Aan de N. Arnh. Gt. ontleenden wij dezer dagen een bericht omtrent een procedure, die dreigde te ontstaan tusschen Prins Hendrik en eenige Apeldoornsche aannemers. De N. Apeld. Gt. spreekt dit bericht pertinent tegen. Volgens dit blad is de waarheid deze: Dezen zomer werd ingevolge machtiging van H. M. de Koningin, aanbesteed het bouwen van een dubbel woonhuis (jachtopzienerswoningen) in het Koninklijk Park op den Hoogen Duivel. Het werk werd opge dragen aan den aannemer W. Smit, die evenwel in gebreke bleef het geheel af te maken. Het gevolg was, dat de borgen werden aangesproken. Deze namen terstond maatregelen om het werk in den kortst mogelijken tijd in gereedheid te hebben; het was niet moge! ijk op den bij bestek bepaalden tijd klaar te komen en daarom gaf H. M. de Koningin den borgen een maand uitstel. De huizen zijn daarna geheel naar genoegen afge werkt en opgeleverd. Onaangenaamheden hierover zijn tusschen partijen niet voorgekomen; echter bestaat wel, zooals wij van goed ingelichte zijde vernemen, over de betaling verschil van meening. Tel. In een der in de vorige week gehouden vergade ringen van de Tweede Kamer sprak de Minister van Binnenlandsche Zaken, dr. Kuyper, over de houding van het Kabinet ten opzichte van den Zuid-Afrikaan- schen oorlog. De Minister zeide, steeds erkend te hebben, dat Ne derland minder dan eenig ander land succes kan ver wachten van pogingen tot bemiddeling. Het kabinet verklaart zich diligent en dit, zeide de Minister, is meer dan een ijdele phrase. De minister van Buitenlandsche Zaken, mr. Melvil van Lynden, antwoordde op de interpellatie van den heer Van Kol over de concentratiekampen. Minister Van Lynden antwoordde den heer Van Kol, dat de bewoners van de concentratiekampen, die Nederlanders zijn, het recht hebben naar Nederland terug te keeren; het onderhoud van de anderen over te nemen, zou, op groote schaal toegepast, onuitvoer baar zijn. Ook andere landen zullen hun bescherming niet ver der uitstrekken dan tot hun eigen onderdanen. De Tilbwrgsche broedermoord. Woensdag stond voor het gerechtshof in hooger beroep terecht Maria Bierens, oud 18 jaren, wonende te Tilburg, gedetineerd als beklaagd van op 31 Juli jl. opzettelijk haar broertje van het leven te hebben beroofd, door het knaapje te werpen in een waschkuip, gevuld met water, ten gevolge waarvan het kindje is overleden. Door de arr.-rechtbank te Breda was beklaagde bij vonnis van 11 October veroordeeld tot een gevange nisstraf van 12 jaren, tegen welk vonnis zoowel het O. M. als beklaagde in appèl waren gekomen. Beklaagde gehoord, komt evenals voor de rechtbank, terug op hare omstandig afgelegde bekentenis èn voor den hoofdinspecteur van politie te Tilburg èn voor den rechter-commissaris. Zij geeft ook thans voor, dat zij haar broertje per ongeluk in de kuip heeft geduwd, dat zij toen van schrik is weggeloopen om hare moeder te gaan roepen. De president wijst beklaagde op hare vroegere be kentenis, waarbij zij omstandig heeft medegedeeld, haar broertje te hebben verdronken, omdat zij een antipathie tegen het knaapje had en om hare moeder te plagen. Niettegenstaande deze opmerking houdt bekl. hare bewering stokstijf va llet O. M., waargenomen door den advocaat-generaal mr. Castendijk, wijzende op de eerste omstandige be kentenissen van beklaagde, waarop zij thans zonder aannemelijke reden terugkomt en om de onmogelijke beweringen van beklaagde van oordeel, dat de recht bank te Breda op zeer juiste gronden het vonnis heeft gewezen wegens dit gruwelijk feit, eischt bevestiging van dat vonnis. De toegevoegde verdediger, mr. L. Sassen, advocaat- procureur, van oordeel, dat niet wettig en overtuigend het aan beklaagde ten laste gelegde is bewezen, vroeg vrijspraak, subsidiair een veel lichtere straf, op grond van verschillende verzachtende omstandigheden. 102 jaar. De oudste ingezetene van Drente, de we duwe Bakker, te Nieuw-Amsterdam, viert morgen haar 102den verjaardag. meh lijk r ratie wan 27 st Boni Zake ven da duet ring ons da rijke uitg« da verh rei met gen, rechl voor zich en hunne rijke maatjes. De andere regee- ringen komen niet tusschenbeide. Amerika ook niet. Amerika doet op Cuba en de Philippijnenj’t zelfde, wat Engeland in Zuid-Afrika doet. De andere regee- ringen zouden ook graag ’t zelfde doen. Hun aller imperialistisch doel is uitbreiding van grondge bied om afzetgebied voor hun overproductie. Van de regeeringen rs niets te wachten. Wat gaf de zege tocht van president Kruger ’t Volk juichte, de re geeringen bleven achter en zjjn tocht gaf niets. Toen verscheen dan eindelijk de oproep der Amster- damsche Transport-arbeiders, die zeiden: de regeerin gen willen niet; dan zullen wij de Engelsche geld mannen in hun zak treffen. Veel opzien baarde hun plan. Spr. haalt een soort van precedent aan. Crom well vaardigde in ’t midden der 17e eeuw ook een soort boycot uit. Vreemde schepen mochten slechts goederen uit eigen land in Engeland brengen. Daar door werd juist Nederland, dat toen was, wat Enge land nu is, getroffen. Amsterdam alleen kan natuurlijk niets beginnen. Daarom moeten ook andere handelsplaatsen meedoen. In deze maand komt te Amsterdam een congres bij een van afgevaardigden uit verschillende havens, ook uit Engeland. De dokarbeiders toch werken niet te gen de Engelschen, maar tegen den oorlog. Haat tegen Engeland is dus niet hun grondidee. Spr. heeft ’t over de groote sympathie, vooral bjj de Calvinisten in ons land. Maar toen ’t boycot-plan kwam, waren deze huiverig geworden en noemden ’t onuitvoerbaar. Spr. wil en kan alle tegenwerpingen niet weerleggen. Maar wel is er in dezen winter scheepsruimte genoeg. Spr. haalt ’t artikel van mr. Julius Verwer in»De Telegraaf* aan en zegt met deze: ’tDoel is goed, praktiseer nu niet te veel over de ge volgen. Deze kunnen voor velen groot zjjn, maar juist zij, die den boycot beginnen, lijden immers de grootste schade en toch zetten ze door. Moeten dan an deren achterblijven? De boycot-vergaderingen dienen niet alleen om geldelijken maar vooral om moreelen steun. Als de dokwerkers staken, moeten er geen mannen uit de provincie als onderkruipers optreden. De Droogstoppels, want die zijn er altijd, houden handelsberekeningen en vreezen groot nadeel. Maar mocht er schade zijn, dan zal er toch nog een batig saldo zijn van meerder volksbewust zijn. Na een kleine pauze treedt de tweede spreker, de heer Jakobsen op, die zegt, dat deze oorlog ieders aan dacht vergt en sympathie voor de Boeren wekt, omdat we sympathie hebben met den zwakke tegen den sterke. Spr. noemt vaderlandsliefde een verkeerd idee. Ve len uit Engeland gingen naar ’t oorlogstooneel uit va- landsliefde, maar komen ontnuchterd terug. Zij krijgen de naweeën de voordeelen zijn voor de Rhodessen, de roem is voor de Kitcheners. Spr. noemt de concentratiekampen en zegt, dat de geschiedenis van Herodes zich herhaalt. Maar de En gelschen vermoorden de kinderen op veel gluiperiger wjjze. Spr. zegt, laat bij de boycot-gedachte de antipathie tegen de Britten uit uw hoofd en laten wij de gevolgen van den boycot accepteeren. De arbeiders moeten ’t doen, om dat anderen niet willen. Wat geeft een reuzenpetitionnement als van den Ned. R. K. Volksbond aan den Czaar, den verdruk ker van Finland. Spr. noemt de arbeiders Kameraden en vergelijkt dit woord met kamraden, die ook elkaar helpen en de machine in beweging brengen. Als de arbeiders eendrachtig optreden, zal niet al leen deze, maar zullen ook volgende oorlogen gekeerd worden. Spr. noemt vervolgens de verhouding van ’t Nat. Arbeiders-Secretariaat tot ’t Boycot-comité en zegt: Wij mannen van ’t N. A. S. willen ook gaarne ’t geld der rijken, der millionairs, maarwe bestrijden er ook dezen zelf mee. ’t Doel van hen is dus niet alleenOorlog aan den Transvaal-oorlog, maar aan alle oorlog. Spr. keurt nog den Atjeh-oorlog af en noemt de regeeringen erger dan panters. Deze laatste vallen gluiperig van achte ren aan, maar de huidige regeeringen vallen met onder- zeesche booten van onderen aan. De heer Kamstra vergelijkt deze vergadering met den vroegeren Transvaal-avond onder eere-voorzitter- schap van den burgemeester. Toen kwamen de zg. Sneeker deftigen, nu als ’t op daden aankomt, zien we hier de arbeiders. Spr. zegt nog, dat ’t papiertje, waarvan de omroeper moest aflezen, dat deze verga dering zou gehouden worden, door den burgemeester besnoeid was. De heer F. Blok neemt nog ’t woord, om te zeg gen, dat men ’t niet eens is met ’t werken der soci alisten in dezen. Daarom is er nu zoo weinig Sneeker publiek. Ook noemt hij enkele beweringen van de sprekers onwaar en zegt, dat de Boeren bv. wel dege lijk uit vaderlandsliefde strijden. Als de Boeren oor deelden als de sprekers van dezen avond, zouden ze geen oorlog begonnen zjjn. Spr. vergelijkt de verde diging van hun bezit door de Boeren bij Naboth’s wei gering, om zijn wijnberg, ’t erfgoed zijner vaderen, aan den koning van Israël af te staan. En als de Boeren als de kapitalisten dachten, zou den ze den oorlog niet zoo lang volgehouden hebben. Na een debat, waaraan nog de reeds genoemde sprekers deelnemen, wordt de vergadering gesloten. VERGADERING van den Raad der gemeen te IJlst, op 30 Nov. 1901, ’s voorm. 10 uur. Afwezig de heer Carstens. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. Verder wees de agenda slechts drie te behandelen punten aan, waarvan het eerste in de vorige vergade ring werd aangehouden. Verzoek der Christelijke Zangvereeniging om op Zondagavond een der lokalen der O. L. School te mo gen gebruiken voor hare oefeningen. De groote meerderheid der leden was van oordeel, dat aan het toestaan van gemeld verzoek te groote bezwaren zouden zijn verbonden; redenen waarom dan ook bij volstrekte meerderheid van stemmen daarom trent afwijzend werd beschikt. 4. Aanbieding van eene concept-wijziging der poli- tie-verordening. Genoemde wijziging inhoudende het verbod voor motorbooten, om van de wateren, in onderhoud en beheer aan de gemeente behoorende, gebruik te maken, werd met algemeene stemmen vastgesteld. Alsnu was aan de orde de behandeling van punt 5. Bespreking omtrent uitbreiding van het aantal lantaarns. KOFFIE. (Slot). Omtrent den oorsprong van ’t gebruik der koffie als genotmiddel verkeert men in ’t duis ter. Wel bestaan er vele overleveringen, maar aan geen dezer kan eenige bepaalde waarde worden gehecht. Hoe men tot het branden der koffieboonen is overgegaan, vindt men nergens verklaard en in rauwen staat verleidt de koffieboon waar lijk niet tot gebruik. Van oudsher was ’t gebruik van koffie bekend in Abessinië; in ’t begin der 16e eeuw deed het artikel zijn intrede in Konstantinopel, al waar in 1551 reeds een koffiehuis moet zijn opgericht. In West-Europa duurde het nog lang men met het produkt kennis maakte. Eerst in 1664 verscheen het aan het Franschc hof en acht jaar later opende men te Londen een koffiehuis, spoedig door meerdere gevolgd. De koffiehuizen ontwikkelden zich weldra tot verzamelplaatsen van politieke en gods dienstige partijen, doordat in die dagen open bare vergaderingen en dagbladen onbekend waren. Het gebruik van koffie, in Nederland thans meer dan ergens elders in alle standen door gedrongen, ontwikkelde zich echter slechts langzaam. Hoewel te Venetië reeds voor 400 jaren koffie als geneesmiddel werd aangeprezen, bleef deze beweerde eigenschap niet onaangevoch ten. Men mag aannemen, dat koffie een ze- nuwprikkelend vermogen bezit, dat zich bij den gebruiker meer of minder uit, al naarmate hij er aan gewend is. Bij een matig gebruik is de uitwerking eene verhooging van de lichaamstemperatuur en is de opwekkende kracht niet te ontkennen. Overmatig gebruik moet evenwel, evenals bij alle genotmiddelen, wor den ontraden. Al bezit de koffie ook eenige voedende be- standdeelen, zij behoort daarom toch nog niet onder de rechtstreeksche voedingsmiddelen te worden gerangschikt. De herstellende kracht van een goed kop koffie na sterke voeding, na vermoeienis of bij een gevoel van koude is meermalen onderzocht en bevestigd. Eerst door 't branden ondergaat de koffie die veranderingen en ontwikkelen zich die eigen schappen, welke haar smaak en werking aan brengen. De bestanddeelen van koffie zijn eiwitstof fen, caffeine, vet, suiker, dextrine, koffiezuren, alcoholisch extract, celstof, asch en water. De caffeine is een stikstofrijk alkaloid, gelijk aan de théine der thee, de theobromine der cacao en wordt ook nog onder andere namen in andere planten of zaden teruggevonden. Het volkomen in acht nemen van de eischen van ’t branden en zetten der koffie kan alleen ’t produkt tot zijn recht doen komen. Ver- waarloozing of onachtzaamheid doen de toebe reiding van de fijnste soort mislukken en be lemmeren of verhinderen de ontwikkeling van kracht en geur; bij overdreven roosting gaat veel van de beste stoffen verloren. Door ’t branden verliest de koffie een zeker percentage van haar gewicht, dat evenwel bij de onder scheidene soorten belangrijk uiteenloopt. Al naarmate men zwaarder (donkerder) brandt, zal ook elke soort meer in gewicht afnemen, terwijl daarentegen de uitzetting sterker wordt doordat de boon meer zwelt. De gebrande koffie moet noch te grof noch te fijn worden gemalen. Bij het zetten bediene men zich van goed kokend water (in Indië laat men ook wel de koffie gedurende een geheelen nacht in koud water trekken) en giete dit, bij kleine hoeveelheden tegelijk, op. Door te veel water wordt het aftreksel te dun en verliest zijn kracht en geur. Koffie wordt het best bereid door haar in gemalen staat in een filter te doen en dan daarop het water te gieten, dat zich in den pot als extract kan verzamelen. Het komt ook wel voor, dat geen filter wordt gebezigd. Men werpt dan de gemalen of gestampte koffie in den pot en giet er het kokend water op; doch deze wijze van zetten heeft het nadeel, dat de drank troebel wordt en de smaak veel van zijne aantrekkelijkheid moet missen. Evenmin als thee zette men koffie op vuur of licht te koken. Porseleinen of zilveren fil ters verdienen aanbeveling; grof aardewerk en vooral blik worde vermeden. Daar de prijzen der koffie, door verschillende oorzaken, aan zeer belangrijke schommelingen onderhevig zijn, ligt het in den aard der zaak, dat bij een hoogen marktstand meer gehoord wordt van knoeierijen en vervalschingen dan in de laatste tijden, nu ’t artikel koffie niet hoog genoteerd staat. Vervalschingen hebben plaats zoowel door kunstmatige nabootsing als door vermenging en. beiden schaden niet alleen de geldelijke belangen van den gebruiker, doch ook meer- malen diens gezondheid. Rauwe en gebrande boonen, worden nage maakt van meel, klei, zand, cichorei, enz. Werpt men zulke kunstprodukten echter in water, dan zullen ze opzwellen en uiteenvallen. Gemalen boonen worden vervalscht door bij voeging van koffiedik, caramel, gebrande ci chorei, bieten, dextrine, wortels, erwten, eikels, granen, enz. Schudt men zulke mengsels met water en laat men ze dan eenigen tijd met rust, dan zinken in den regel de bijmengsels, terwijl de koffie zich aan de oppervlakte verzamelt. Rauwe zoowel als gebrande kunst-koffieboo- nen zullen hunne natuur verraden bij ’t door breken in de richting der overlangsche groeve, indien deze er op is aangebracht. Ook door ’t stampen in een vijzel, waarbij zij een poe der vormen, terwijl de echte boonen, gestampt, zich slechts tot kleine stukjes laten stooten. In de meeste gevallen doen de surrogaten alleen door de kleur van den drank en den min of meer bitter zoetachtigen smaak aan echte koffie denken. Waar men in twijfel mocht verkeeren, zullen scheikundig en microscopisch onderzoek dienen te beslissen. Ditzelfde geldt ten aanzien van vele kunstmiddelen, die men ter kleuring van koffieboonen toepast. Al naar gelang toch aan deze of gene kleur de voorkeur wordt gegeven, laat men de boonen bleeken of kleurt men ze door indigo, kool- poeder, Berlijnsch blauw, curcuma, kopergroen, lood chromaat, enz. Ook het schudden met looden kogeltjes schijnt onder de middelen te behooren. Er blijken dus zeer schadelijke onder die kunstmiddelen voor te komen, die de ernstige aandacht ook van ’t gezag eischen. Dat men er zich op toelegt, de door zee water of anderszins bedorven boonen weer een frisch aanzien te geven, behoeft nauwelijks gezegd te worden. In koffie evenals in vele an dere handelsartikelen staat ’t publiek aan mislei ding bloot en veeltijds is de vindingrijkheid zoo groot, dat alleen ’t wetenschappelijk onder zoek de vervalschingen kan ontmaskeren. ’t Ware te wenschen, dat de naam koffie "niet verbonden mocht worden aan artikelen, die van dit produkt soms geen spoor kunnen aantoonen. De verbinding vergemakkelijkt ’t misleiden van de koopers, terwijl de strenge controle er door bemoeielijkt wordt. De cichorei en de gebrande stroop zijn be kende surrogaten, die beide afzonderlijk of te zamen, in aanzienlijke hoeveelheid tot aanvul ling of versterking van de koffie gebruikt wor den. De cichoreiwortel komt van eene ook op onze kleigronden verbouwd wordende plant. Nog vele andere surrogaten van mindere bekendheid komen nu en dan voor, te veel om op te sommen. Tijdens de hooge koffieprijzen van 12 jaren geleden kwam hier een soort zaad voor, van Afrika aangebracht, dat gebrand en gemalen eenigszins het voorkomen en den smaak van koffie had. Men noemde het Feda-Feda of wel Feda-Gesi en betaalde er toen ongeveer evenveel voor als in den laatsten tijd voor bruikbare Santos-koffie. Bij het dalen der prijzen raakte dit surrogaat in onbruik en verdween, nadat de restanten a 1 cent per pond slechts nog enkele koopers konden vinden. -J f 'V I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 2