r
Plaatselijk Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
7
eer
heef
Hof,
is oi
van
ratii
noei
zaar
func
kan
van
van
In d
met
voor
wen
men
Mol
bem
noei
16'
16
16
17'
zijn
pen
G
den
drul
Gé
ma t
van d
Betsl
lum.
te Mi
Honk
en M
linga
25 jr
Ov
Freer
reei
ove
niei
gas
C
buil
gel’
Sim
F
DE BOTCOT-VERGADERING
IN »AMIC1TIA«.
Maandag had de aangekondigde vergadering plaats,
waarin over den Boycot zou gesproken worden. De
zaal was vrij bezet.
De heer Kamstra opende de vergadering en
meldde, dat als sprekers zouden optreden de heeren
Wink, (hier als spr. op de vergadering der vrije-socia-
listen bekend,) en Jakobsen van ’t Nat. Arbeiders Se
cretariaat.
De heer Wink had zich als een der sprekers opge
geven, toen ’t Uitvoerend Comité nog niet naar rechts
gezwenkt was. Spr. zegt reeds dadelijk, dat ’t doel
der arbeiders is met daden te toonen, dat een einde
aan dezen oorlog kan gemaakt worden en zoo de ge-
gedachte zal komen, dat de arbeiders iederen oorlog
kunnen keeren.
Spr. noemt de gruwelen van den oorlog. Ja, zegt
hij, men leest dan mooie boeken, die vol bewondering
schrijven over de heldenfeiten door vaderlandslievende
mannen bedreven. Stel daar liever tegenover de ware
beschrijvingen van een Erckmann-Chatrian over de
oorlogen in ’t begin dezer eeuw; van anderen over den
oorlog 1870’71. Men moet ooggetuigen hooren. Dan
weet men, dat de oorlog een gruwel is. Spreker had
ooggetuigen van Spionkop gehoord en noemt de ver
schrikkelijke tooneelen uit dien vreeselijken slag. Spr.
noemt de ellende door de veldslagen veroorzaakt, het
lijden in de concentratiekampen; den belastingdruk,
’t Wee van zoo’n oorlog is te groot om te beschrijven.
En wie hebben dezen oorlog ontketend, ’t Volk
lijdt door de oorlogmakerij der grooten. Niet alleen
bij de Engelschen, ook bij de Boeren. Heeft men bij
deze laatsten te wijzen op edele mannen als Steyn, De
Wet, Botha; de groote massa der rijke Boeren ging
niet op ten strijde.
Spr. zegt, dat niet alleen deze, maar alle oorlogen
gevoerd zijn of worden, om de portemonnaie der
geldmogols te stijven.
Spr. haalt nog aan, dat de Hollandsche bladen wèl
dezen oorlog met al zijn gruwelen beschrijven, maar
den Atjeh-oorlog vergoelijken ze.
Rhodes en Chamberlain voeren den oorlog in Afrika
SNEER. De goede Sint is er weer geweest. Wat
een vreugde heeft hij weer verschaft! Vreugde bij de
grooten, ja, zeer veel. Maar de echte vreugde was er
weer in de harten der onschuldigen, der kinderen. Voor
dezen is de Sint een weldoener, die, al worden de
stoutste droomen niet altijd verwezenlijkt, toch elk
tevreden stelt met zijne gaven.
En voor Sneek heeft de »goed-heilig-man< dit jaar
buitengewoon gezorgd.
Maandag goed weer. Dinsdagochtend ook en dan
zoo dicht bjj St. Nicolaasavond.
Geen wonder, dat velen, uit den omtrek, vooral uit
den Zuidwesthoek, de marktdag geschikt achten, om
eens naar stad toe te gaan.
En daarbij, de tijden zijn beter dan ze in jaren ge
weest zijn.
’t Was dan ook net als op Pinkster-drie. Ja, we
zouden zeggen, ’t was nu drukker.
Met trein en tram en boot en wagens kwamen de
massa’s aan. Voert anders de trein uit den Westhoek
Door de belangrijke uitbreiding der scheepstimmer
werf van den heer Croles, en de dientengevolge ge
stichte arbeiderswoningen, was eene vermeerdering
van het aantal lantaarns noodzakelijk geworden.
Eveneens bleek het aanbrengen van een lantaarn in
een ander gedeelte der gemeente onvermijdelijk.
Met volstrekte meerderheid van stemmen werd dan
ook tot daarstelling daarvan besloten.
De te behandelen onderwerpen hiermede afgeloopen
zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering.
Ge
Huisi
stra;
Leij;
en S
3n Si
Ov
Dirk
ënga.
Reine
Hofbericht, ’s Gravenhage4 December. H. M.
de Koningin heeft gisteren voor het eerst na Hoogst-
derzelver ongesteldheid eene wandeling gemaakt.
Naar aanleiding van de bovenstaande mededeeling
zijn wij thans gemachtigd te berichten, dat het her
stel van H. M. een voldongen feit is. De ziekte van
Hare Majesteit laat geen andere herinneringen na als
de ondervonden zeer groote teleurstelling.
Geen procedure. Aan de N. Arnh. Gt. ontleenden
wij dezer dagen een bericht omtrent een procedure,
die dreigde te ontstaan tusschen Prins Hendrik en
eenige Apeldoornsche aannemers.
De N. Apeld. Gt. spreekt dit bericht pertinent tegen.
Volgens dit blad is de waarheid deze:
Dezen zomer werd ingevolge machtiging van H. M.
de Koningin, aanbesteed het bouwen van een dubbel
woonhuis (jachtopzienerswoningen) in het Koninklijk
Park op den Hoogen Duivel. Het werk werd opge
dragen aan den aannemer W. Smit, die evenwel in
gebreke bleef het geheel af te maken.
Het gevolg was, dat de borgen werden aangesproken.
Deze namen terstond maatregelen om het werk in den
kortst mogelijken tijd in gereedheid te hebben; het was
niet moge! ijk op den bij bestek bepaalden tijd klaar te
komen en daarom gaf H. M. de Koningin den borgen
een maand uitstel.
De huizen zijn daarna geheel naar genoegen afge
werkt en opgeleverd. Onaangenaamheden hierover zijn
tusschen partijen niet voorgekomen; echter bestaat wel,
zooals wij van goed ingelichte zijde vernemen, over de
betaling verschil van meening. Tel.
In een der in de vorige week gehouden vergade
ringen van de Tweede Kamer sprak de Minister van
Binnenlandsche Zaken, dr. Kuyper, over de houding
van het Kabinet ten opzichte van den Zuid-Afrikaan-
schen oorlog.
De Minister zeide, steeds erkend te hebben, dat Ne
derland minder dan eenig ander land succes kan ver
wachten van pogingen tot bemiddeling. Het kabinet
verklaart zich diligent en dit, zeide de Minister, is
meer dan een ijdele phrase.
De minister van Buitenlandsche Zaken, mr. Melvil
van Lynden, antwoordde op de interpellatie van den
heer Van Kol over de concentratiekampen.
Minister Van Lynden antwoordde den heer Van
Kol, dat de bewoners van de concentratiekampen, die
Nederlanders zijn, het recht hebben naar Nederland
terug te keeren; het onderhoud van de anderen over
te nemen, zou, op groote schaal toegepast, onuitvoer
baar zijn.
Ook andere landen zullen hun bescherming niet ver
der uitstrekken dan tot hun eigen onderdanen.
De Tilbwrgsche broedermoord. Woensdag stond voor
het gerechtshof in hooger beroep terecht
Maria Bierens, oud 18 jaren, wonende te Tilburg,
gedetineerd als beklaagd van op 31 Juli jl. opzettelijk
haar broertje van het leven te hebben beroofd, door
het knaapje te werpen in een waschkuip, gevuld met
water, ten gevolge waarvan het kindje is overleden.
Door de arr.-rechtbank te Breda was beklaagde bij
vonnis van 11 October veroordeeld tot een gevange
nisstraf van 12 jaren, tegen welk vonnis zoowel het
O. M. als beklaagde in appèl waren gekomen.
Beklaagde gehoord, komt evenals voor de rechtbank,
terug op hare omstandig afgelegde bekentenis èn voor
den hoofdinspecteur van politie te Tilburg èn voor den
rechter-commissaris.
Zij geeft ook thans voor, dat zij haar broertje per
ongeluk in de kuip heeft geduwd, dat zij toen van schrik
is weggeloopen om hare moeder te gaan roepen.
De president wijst beklaagde op hare vroegere be
kentenis, waarbij zij omstandig heeft medegedeeld,
haar broertje te hebben verdronken, omdat zij een
antipathie tegen het knaapje had en om hare moeder
te plagen.
Niettegenstaande deze opmerking houdt bekl. hare
bewering stokstijf va
llet O. M., waargenomen door den advocaat-generaal
mr. Castendijk, wijzende op de eerste omstandige be
kentenissen van beklaagde, waarop zij thans zonder
aannemelijke reden terugkomt en om de onmogelijke
beweringen van beklaagde van oordeel, dat de recht
bank te Breda op zeer juiste gronden het vonnis heeft
gewezen wegens dit gruwelijk feit, eischt bevestiging
van dat vonnis.
De toegevoegde verdediger, mr. L. Sassen, advocaat-
procureur, van oordeel, dat niet wettig en overtuigend
het aan beklaagde ten laste gelegde is bewezen,
vroeg vrijspraak, subsidiair een veel lichtere straf, op
grond van verschillende verzachtende omstandigheden.
102 jaar. De oudste ingezetene van Drente, de we
duwe Bakker, te Nieuw-Amsterdam, viert morgen
haar 102den verjaardag.
meh
lijk
r ratie
wan
27 st
Boni
Zake
ven
da
duet
ring
ons
da
rijke
uitg«
da
verh
rei
met
gen,
rechl
voor zich en hunne rijke maatjes. De andere regee-
ringen komen niet tusschenbeide. Amerika ook niet.
Amerika doet op Cuba en de Philippijnenj’t zelfde,
wat Engeland in Zuid-Afrika doet. De andere regee-
ringen zouden ook graag ’t zelfde doen. Hun aller
imperialistisch doel is uitbreiding van grondge
bied om afzetgebied voor hun overproductie. Van de
regeeringen rs niets te wachten. Wat gaf de zege
tocht van president Kruger ’t Volk juichte, de re
geeringen bleven achter en zjjn tocht gaf niets.
Toen verscheen dan eindelijk de oproep der Amster-
damsche Transport-arbeiders, die zeiden: de regeerin
gen willen niet; dan zullen wij de Engelsche geld
mannen in hun zak treffen. Veel opzien baarde hun
plan. Spr. haalt een soort van precedent aan. Crom
well vaardigde in ’t midden der 17e eeuw ook een
soort boycot uit. Vreemde schepen mochten slechts
goederen uit eigen land in Engeland brengen. Daar
door werd juist Nederland, dat toen was, wat Enge
land nu is, getroffen.
Amsterdam alleen kan natuurlijk niets beginnen.
Daarom moeten ook andere handelsplaatsen meedoen.
In deze maand komt te Amsterdam een congres bij
een van afgevaardigden uit verschillende havens, ook
uit Engeland. De dokarbeiders toch werken niet te
gen de Engelschen, maar tegen den oorlog. Haat tegen
Engeland is dus niet hun grondidee.
Spr. heeft ’t over de groote sympathie, vooral bjj de
Calvinisten in ons land. Maar toen ’t boycot-plan
kwam, waren deze huiverig geworden en noemden ’t
onuitvoerbaar. Spr. wil en kan alle tegenwerpingen
niet weerleggen. Maar wel is er in dezen winter
scheepsruimte genoeg. Spr. haalt ’t artikel van mr.
Julius Verwer in»De Telegraaf* aan en zegt met deze:
’tDoel is goed, praktiseer nu niet te veel over de ge
volgen. Deze kunnen voor velen groot zjjn, maar
juist zij, die den boycot beginnen, lijden immers de
grootste schade en toch zetten ze door. Moeten dan an
deren achterblijven?
De boycot-vergaderingen dienen niet alleen om
geldelijken maar vooral om moreelen steun. Als de
dokwerkers staken, moeten er geen mannen uit de
provincie als onderkruipers optreden.
De Droogstoppels, want die zijn er altijd, houden
handelsberekeningen en vreezen groot nadeel. Maar
mocht er schade zijn, dan zal er toch nog een batig
saldo zijn van meerder volksbewust zijn.
Na een kleine pauze treedt de tweede spreker, de
heer Jakobsen op, die zegt, dat deze oorlog ieders aan
dacht vergt en sympathie voor de Boeren wekt, omdat
we sympathie hebben met den zwakke tegen den sterke.
Spr. noemt vaderlandsliefde een verkeerd idee. Ve
len uit Engeland gingen naar ’t oorlogstooneel uit va-
landsliefde, maar komen ontnuchterd terug. Zij krijgen
de naweeën de voordeelen zijn voor de Rhodessen, de
roem is voor de Kitcheners.
Spr. noemt de concentratiekampen en zegt, dat de
geschiedenis van Herodes zich herhaalt. Maar de En
gelschen vermoorden de kinderen op veel gluiperiger
wjjze.
Spr. zegt, laat bij de boycot-gedachte de antipathie
tegen de Britten uit uw hoofd en laten wij de gevolgen
van den boycot accepteeren.
De arbeiders moeten ’t doen, om dat anderen niet
willen. Wat geeft een reuzenpetitionnement als van
den Ned. R. K. Volksbond aan den Czaar, den verdruk
ker van Finland.
Spr. noemt de arbeiders Kameraden en vergelijkt
dit woord met kamraden, die ook elkaar helpen en de
machine in beweging brengen.
Als de arbeiders eendrachtig optreden, zal niet al
leen deze, maar zullen ook volgende oorlogen gekeerd
worden.
Spr. noemt vervolgens de verhouding van ’t Nat.
Arbeiders-Secretariaat tot ’t Boycot-comité en zegt: Wij
mannen van ’t N. A. S. willen ook gaarne ’t geld der
rijken, der millionairs, maarwe bestrijden er ook
dezen zelf mee.
’t Doel van hen is dus niet alleenOorlog aan den
Transvaal-oorlog, maar aan alle oorlog. Spr. keurt
nog den Atjeh-oorlog af en noemt de regeeringen erger
dan panters. Deze laatste vallen gluiperig van achte
ren aan, maar de huidige regeeringen vallen met onder-
zeesche booten van onderen aan.
De heer Kamstra vergelijkt deze vergadering met
den vroegeren Transvaal-avond onder eere-voorzitter-
schap van den burgemeester. Toen kwamen de zg.
Sneeker deftigen, nu als ’t op daden aankomt, zien
we hier de arbeiders. Spr. zegt nog, dat ’t papiertje,
waarvan de omroeper moest aflezen, dat deze verga
dering zou gehouden worden, door den burgemeester
besnoeid was.
De heer F. Blok neemt nog ’t woord, om te zeg
gen, dat men ’t niet eens is met ’t werken der soci
alisten in dezen. Daarom is er nu zoo weinig Sneeker
publiek. Ook noemt hij enkele beweringen van de
sprekers onwaar en zegt, dat de Boeren bv. wel dege
lijk uit vaderlandsliefde strijden. Als de Boeren oor
deelden als de sprekers van dezen avond, zouden ze
geen oorlog begonnen zjjn. Spr. vergelijkt de verde
diging van hun bezit door de Boeren bij Naboth’s wei
gering, om zijn wijnberg, ’t erfgoed zijner vaderen, aan
den koning van Israël af te staan.
En als de Boeren als de kapitalisten dachten, zou
den ze den oorlog niet zoo lang volgehouden hebben.
Na een debat, waaraan nog de reeds genoemde
sprekers deelnemen, wordt de vergadering gesloten.
VERGADERING van den Raad der gemeen
te IJlst, op 30 Nov. 1901, ’s voorm. 10 uur.
Afwezig de heer Carstens.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en onveranderd vastgesteld.
Verder wees de agenda slechts drie te behandelen
punten aan, waarvan het eerste in de vorige vergade
ring werd aangehouden.
Verzoek der Christelijke Zangvereeniging om op
Zondagavond een der lokalen der O. L. School te mo
gen gebruiken voor hare oefeningen.
De groote meerderheid der leden was van oordeel,
dat aan het toestaan van gemeld verzoek te groote
bezwaren zouden zijn verbonden; redenen waarom dan
ook bij volstrekte meerderheid van stemmen daarom
trent afwijzend werd beschikt.
4. Aanbieding van eene concept-wijziging der poli-
tie-verordening.
Genoemde wijziging inhoudende het verbod voor
motorbooten, om van de wateren, in onderhoud en
beheer aan de gemeente behoorende, gebruik te maken,
werd met algemeene stemmen vastgesteld.
Alsnu was aan de orde de behandeling van punt
5. Bespreking omtrent uitbreiding van het aantal
lantaarns.
KOFFIE. (Slot).
Omtrent den oorsprong van ’t gebruik der
koffie als genotmiddel verkeert men in ’t duis
ter. Wel bestaan er vele overleveringen, maar
aan geen dezer kan eenige bepaalde waarde
worden gehecht.
Hoe men tot het branden der koffieboonen
is overgegaan, vindt men nergens verklaard
en in rauwen staat verleidt de koffieboon waar
lijk niet tot gebruik.
Van oudsher was ’t gebruik van koffie bekend
in Abessinië; in ’t begin der 16e eeuw deed
het artikel zijn intrede in Konstantinopel, al
waar in 1551 reeds een koffiehuis moet zijn
opgericht.
In West-Europa duurde het nog lang
men met het produkt kennis maakte. Eerst
in 1664 verscheen het aan het Franschc hof
en acht jaar later opende men te Londen een
koffiehuis, spoedig door meerdere gevolgd.
De koffiehuizen ontwikkelden zich weldra
tot verzamelplaatsen van politieke en gods
dienstige partijen, doordat in die dagen open
bare vergaderingen en dagbladen onbekend
waren.
Het gebruik van koffie, in Nederland thans
meer dan ergens elders in alle standen door
gedrongen, ontwikkelde zich echter slechts
langzaam.
Hoewel te Venetië reeds voor 400 jaren
koffie als geneesmiddel werd aangeprezen, bleef
deze beweerde eigenschap niet onaangevoch
ten. Men mag aannemen, dat koffie een ze-
nuwprikkelend vermogen bezit, dat zich bij
den gebruiker meer of minder uit, al naarmate
hij er aan gewend is. Bij een matig gebruik
is de uitwerking eene verhooging van de
lichaamstemperatuur en is de opwekkende kracht
niet te ontkennen. Overmatig gebruik moet
evenwel, evenals bij alle genotmiddelen, wor
den ontraden.
Al bezit de koffie ook eenige voedende be-
standdeelen, zij behoort daarom toch nog niet
onder de rechtstreeksche voedingsmiddelen te
worden gerangschikt.
De herstellende kracht van een goed kop
koffie na sterke voeding, na vermoeienis of bij
een gevoel van koude is meermalen onderzocht
en bevestigd.
Eerst door 't branden ondergaat de koffie die
veranderingen en ontwikkelen zich die eigen
schappen, welke haar smaak en werking aan
brengen.
De bestanddeelen van koffie zijn eiwitstof
fen, caffeine, vet, suiker, dextrine, koffiezuren,
alcoholisch extract, celstof, asch en water. De
caffeine is een stikstofrijk alkaloid, gelijk aan
de théine der thee, de theobromine der cacao en
wordt ook nog onder andere namen in andere
planten of zaden teruggevonden.
Het volkomen in acht nemen van de eischen
van ’t branden en zetten der koffie kan alleen
’t produkt tot zijn recht doen komen. Ver-
waarloozing of onachtzaamheid doen de toebe
reiding van de fijnste soort mislukken en be
lemmeren of verhinderen de ontwikkeling van
kracht en geur; bij overdreven roosting gaat
veel van de beste stoffen verloren. Door ’t
branden verliest de koffie een zeker percentage
van haar gewicht, dat evenwel bij de onder
scheidene soorten belangrijk uiteenloopt. Al
naarmate men zwaarder (donkerder) brandt,
zal ook elke soort meer in gewicht afnemen,
terwijl daarentegen de uitzetting sterker wordt
doordat de boon meer zwelt.
De gebrande koffie moet noch te grof noch
te fijn worden gemalen. Bij het zetten bediene
men zich van goed kokend water (in Indië laat
men ook wel de koffie gedurende een geheelen
nacht in koud water trekken) en giete dit, bij
kleine hoeveelheden tegelijk, op. Door te veel
water wordt het aftreksel te dun en verliest
zijn kracht en geur. Koffie wordt het best
bereid door haar in gemalen staat in een filter
te doen en dan daarop het water te gieten,
dat zich in den pot als extract kan verzamelen.
Het komt ook wel voor, dat geen filter
wordt gebezigd. Men werpt dan de gemalen
of gestampte koffie in den pot en giet er het
kokend water op; doch deze wijze van zetten
heeft het nadeel, dat de drank troebel wordt
en de smaak veel van zijne aantrekkelijkheid
moet missen.
Evenmin als thee zette men koffie op vuur
of licht te koken. Porseleinen of zilveren fil
ters verdienen aanbeveling; grof aardewerk
en vooral blik worde vermeden.
Daar de prijzen der koffie, door verschillende
oorzaken, aan zeer belangrijke schommelingen
onderhevig zijn, ligt het in den aard der zaak,
dat bij een hoogen marktstand meer gehoord
wordt van knoeierijen en vervalschingen dan
in de laatste tijden, nu ’t artikel koffie niet
hoog genoteerd staat.
Vervalschingen hebben plaats zoowel door
kunstmatige nabootsing als door vermenging
en. beiden schaden niet alleen de geldelijke
belangen van den gebruiker, doch ook meer-
malen diens gezondheid.
Rauwe en gebrande boonen, worden nage
maakt van meel, klei, zand, cichorei, enz.
Werpt men zulke kunstprodukten echter in
water, dan zullen ze opzwellen en uiteenvallen.
Gemalen boonen worden vervalscht door bij
voeging van koffiedik, caramel, gebrande ci
chorei, bieten, dextrine, wortels, erwten, eikels,
granen, enz.
Schudt men zulke mengsels met water en
laat men ze dan eenigen tijd met rust, dan
zinken in den regel de bijmengsels, terwijl de
koffie zich aan de oppervlakte verzamelt.
Rauwe zoowel als gebrande kunst-koffieboo-
nen zullen hunne natuur verraden bij ’t door
breken in de richting der overlangsche groeve,
indien deze er op is aangebracht. Ook door
’t stampen in een vijzel, waarbij zij een poe
der vormen, terwijl de echte boonen, gestampt,
zich slechts tot kleine stukjes laten stooten.
In de meeste gevallen doen de surrogaten
alleen door de kleur van den drank en den
min of meer bitter zoetachtigen smaak aan
echte koffie denken. Waar men in twijfel mocht
verkeeren, zullen scheikundig en microscopisch
onderzoek dienen te beslissen. Ditzelfde geldt
ten aanzien van vele kunstmiddelen, die men
ter kleuring van koffieboonen toepast. Al
naar gelang toch aan deze of gene kleur de
voorkeur wordt gegeven, laat men de boonen
bleeken of kleurt men ze door indigo, kool-
poeder, Berlijnsch blauw, curcuma, kopergroen,
lood chromaat, enz. Ook het schudden met
looden kogeltjes schijnt onder de middelen te
behooren.
Er blijken dus zeer schadelijke onder die
kunstmiddelen voor te komen, die de ernstige
aandacht ook van ’t gezag eischen.
Dat men er zich op toelegt, de door zee
water of anderszins bedorven boonen weer een
frisch aanzien te geven, behoeft nauwelijks
gezegd te worden. In koffie evenals in vele an
dere handelsartikelen staat ’t publiek aan mislei
ding bloot en veeltijds is de vindingrijkheid
zoo groot, dat alleen ’t wetenschappelijk onder
zoek de vervalschingen kan ontmaskeren.
’t Ware te wenschen, dat de naam koffie
"niet verbonden mocht worden aan artikelen,
die van dit produkt soms geen spoor kunnen
aantoonen. De verbinding vergemakkelijkt ’t
misleiden van de koopers, terwijl de strenge
controle er door bemoeielijkt wordt.
De cichorei en de gebrande stroop zijn be
kende surrogaten, die beide afzonderlijk of te
zamen, in aanzienlijke hoeveelheid tot aanvul
ling of versterking van de koffie gebruikt wor
den. De cichoreiwortel komt van eene ook
op onze kleigronden verbouwd wordende plant.
Nog vele andere surrogaten van mindere
bekendheid komen nu en dan voor, te
veel om op te sommen.
Tijdens de hooge koffieprijzen van 12 jaren
geleden kwam hier een soort zaad voor, van
Afrika aangebracht, dat gebrand en gemalen
eenigszins het voorkomen en den smaak van
koffie had. Men noemde het Feda-Feda of
wel Feda-Gesi en betaalde er toen ongeveer
evenveel voor als in den laatsten tijd voor
bruikbare Santos-koffie. Bij het dalen der
prijzen raakte dit surrogaat in onbruik en
verdween, nadat de restanten a 1 cent per
pond slechts nog enkele koopers konden vinden.
-J
f
'V
I