7
l
SI
f
JVIarokko.
IJVERZUCHT.
W
I
I
Zaterdag 3 Januari 1903,
No. 1.
O
1
58e Jaargang.
ONDERZOEK
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
fl
1
4
4
4
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
~r
-L,
Uit het Duitsch, door MAX W UN DTK E.
i"
1
1
i
Een der quaes ties, die 1902 onopgelost heeft
gelaten, is die van Marokko. Dit Sultanaat
heeft een oppervlakte als Duitschland en is de
westelijkste der Barbarijsche Staten, die eeu
wen lang bekend zijn geweest om hun zee-
roovende kustbewoners, die een groot deel der
Middellandsche Zee onveilig maakten. Tal
van schepen werden hun buit, terwijl de op
varenden in harde slavernij geraakten. Reeds
in de 7e eeuw werden de bewoners van Bar-
barije door de Arabieren tot de leer van Ma
homed gebracht en men begrijpt daardoor de
minachting der bewoners voor de christenen.
Reeds Karel V ondernam met een flink leger
een tocht tegen de Mooren. Ook de Neder
landers moesten meermalen met hunne oorlogs
schepen deze onverschrokken christenhaters in
bedwang houden en nog in 1816 moest een
EngelschNederlandsch smaldeel de stad Al
giers tuchtigen.
Thans is echter alles veranderd. Algerie en
Tunis behooren aan Frankrijk en Italië loert
op Tripoli. Alleen Marokko bleef verschoond
van vreemde overheersching en heeft zoo lang
mogelijk de Europeanen en niet-Mahomedi i
gekeerd. Landbezit en vestiging in ’t binnen-
in ’t binnenland 1 strekt zich niet veel verder uit dan tot de hoofd-
nora in ons huis, heel gezellig.*
Woedend had ze deze woorden uitgesproken en zonk
toen als verpletterd op een stoel, in wanhoop voor
zich uitstarend.
«Wat je daar zegt, kind*, klaagde hare moeder, «dat
is onmogelijk!*
«En toch is het zooMorgen of overmorgen, tus-
schen vier en vijf
«Ónmogelijk
«Ja, dat dacht ik ook, maar het is helaas maar al te
waar
«En deze Klara
«Deze Klara 0, ik wou, dat ik ze kon vergiftigen I
stad Fez met nog een paar steden en de onmid
dellijk er bij gelegen vlakten, waar de bevol
king van Arabischen stam is. Verderop echter
geeft men geen zier om de souvereiniteit van
den sultan en zoodra men poogt hen op een of
andere wijze aan hun plichten als onderdanen
te herinneren, staan zij op en doen de vreed
zame stadbewoners sidderen in hunne huizen.
Want de Kabijlen of Berbers zijn krijgshaftig
en beweeglijk en hun meest geliefde uitspan-
n 'g bestaat in oorlogen plundering.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbritserade&l, op Zaterdag, den 27
December 1902, des voorm. 10‘/2 uur.
Slot.
Rapport der commissie, inzake de reorganisatie
vaa het armwezen in deze gemeente.
De Voorzitter vraagt of de commissie met haar
rapport gereed is.
De heer A. H. Tromp antwoordt, dat het een zeer
gewichtige zaak betreft; door tusschenkomst van den
secretaris heeft de commissie ook stukken uit ande
re gemeenten ontvangen; een en ander heeft men al
eens overwogen een voorloopig rapport is opgemaakt,
doch, de commissie achtte ’t beter, daar ’t een ornvang-
r, .c r.-.ak betreft, in oene latere vergadering defini
tief rapport uit te brengen.
De Voozitter acht deze maatregel zeer voorzichtig
en stelt voor, dit punt van de agenda heden niet te behan
delen, doch te wachten tot tijd en wijle de commissie
met haar rapport gereed is.
Zonder discussie en hoofdeljjke stemming wordt
conform besloten.
8. Verzoek om het verlof van den onderwijzer Kop-
pelman Dassen te Tirns, wegens ziekte te verlengen.
De Voorzitter deelt mede, dat het Dag. Bestuur
weer eens omtrent de ziekte van bovengenoemden
onderwijzer heeft geïnformeerd en hierop is nu een
verzoek van den vader ingekomenwaarbij tevens een
geneeskundig attest is overgelegd, ’t Is hoogst moei
lijk een kranke te bedanken, wanneer de familie daar
door ook in moeielijke omstandigheden zal komen,
doch aan den anderen kant moet men weten, dat de
ziekte reeds sedert Februari, dus 11 maanden, duurt.
Op kosten der gemeente is in de betrekking tijdelijk
voorzien, doch tegen Januari a.s. heeft de tijdelijke on
derwijzer eerie vaste benoeming gekregen, zoodat ook
hierin weer moet worden voorzien.
Hierna wordt het verzoek van den heer J. Dassen,
hoofd der o. 1. school te Hartwerd, vader van den zie
ken onderwijzer, voorgelezen, waarbij adr., mede na
mens zijn zoon, zijn harteljjken dank uitspreekt voor
het geduld, dat de Raad in dezen heeft gehad en me-
Militaire bekwaamheid en geoefendheid.
De BURGEMEESTER van Sneek, maakt naar aan
leiding eener missive van den Voorzitter der commis
sie van onderzoek, dd. 30 December jl. no. 7, bekend,
dat de lotelingen voor de lichting 1903 dezer gemeen
te, dingende naar het bewijs, hetzij voor militaire be
kwaamheid.. hetzij voor lichamelijke geoefendheid, dan
wel voor beide, op Maandag, den 12 Januari 1903,
des voormiddags ten 9‘/, uur, aanwezig moeten zijn
in een der lokalen van het gebouw «Amicitia* alhier,
voor het alsdan te houden onderzoek naar hunne ge
oefendheid.
Sneek, 31 December 1902.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
«Maar kind, wat scheelt je Wat is er toch gebeurd?*
riep mevrouw Wolter uit, toen haar, nog maar eenige
maanden gehuwde dochter, binnentrad.
Inplaats van antwoord te geven stortte de jonge
vrouw zich in de armen van hare moeder en begon
vreeselijk te weenen.
«Maar spreek dan toch? Er moet toch iets gebeurd
zjjn, iets verschrikkelijks.*
«Ja, iets verschrikkelijkssnikte hare dochter. «O,
waarom moest ik toch trouwenWaarom hebt ge me
voor zulk een verschrikkelijken stap niet bewaard en
dan hierbij nog dezen, dezen o, ik kan er geen woor
den voor vinden 1*
«Hendrik? Is hij slecht voor je Klaag mij je leed,
arm kind. Misschien is het niet zoo erg Och, Lize,
je moet alles dadelijk niet zoo kwaad opnemen
«Mama*, Lize richtte zich trots op, met alle waar
digheid van eene pas getrouwde vrouw, «Hendrik is
niet alleen slecht, neen hij handelt gemeen met mijl*
en hare oogen schoten vuur. «Verbeeld u eens o,
ik ongelukkige! Ik armste van alle vrouwen!* Een
nieuwe tranenvloed verstikte haar stem.
«Je bent ontzettend opgewonden. Vertel dan toch
Wat verschrikkelijks is er dan toch wel gebeurd
«Maar dit zeg ik u, mama*, zei Lize met een triom-
fantelijken blik, «geen voet zet ik meer in de woning
van dien manDat ik het ook weer juist zjjn moest,
die met hem trouwde.*
«Kind, wij vrouwen weten het welde mannen zijn
allen zonder uitzondering slecht. Maar jouw Hen-
I’
Hr
4
land was dezen verboden en i
kon geen Christen of Jood zich in ’t openbaar
vertoonen, zonder als «ongeloovige hond” ge
scholden en bespogen te worden door de fa
natieke bewoners.
Marokko heeft tusschen de gebergten veel
meer vruchtbaren grond dan de andere Barba
rijsche landen. Bovendien ligt ’t land aan
twee zeeën en is door de slechts drie uren
gaans breede straat van Gibraltar, van Spanje
gescheiden.
Nu behoort de vesting Gibraltar, op 't Spaan-
sche schiereiland reeds bijna twee eeuwen lang
aan Engeland. En juist er tegenover ligt in
Marokko de stad Tanger. Mocht Engeland
ook deze stad in bezit krijgen, dan zou ’t vol
komen den ingang der zoo belangrijke Mid
dellandsche zee in zijn macht hebben.
Men begrijpt, dat Spanje, dat een paar
plaatsjes vlak bij Tanger bezit, evenmin als
Frankrijk en andere landen, Engeland vrij spel
zal laten om zich van Tanger meester te ma
ken, terwijl omgekeerd ook Engeland geen
andere grootmacht tegenover Gibraltar zal
willen zien.
*t Gaat dus hier als in meer landen, als bv.
in Turkije; de verdeeldheid en naijver der mo
gendheden houdt Marokko onafhankelijk. An
ders was Frankrijk bv. reeds lang begonnen
van uit Algerie brokken Marokkaansch ge
bied in te palmen.
Want wel is Marokko groot en behoorlijk
bevolkt met krachtige krijgshaftige menschen,
doch ’t is innerlijk zeer zwak, ’t Land is geen
staat, zooals wij dit bedoelen, doch een verza
meling van Nomadenstammen, Kabijlenstammen
en Moorsche en Joodsche stadbewoners. De
eigenlijke bewoners zijn stevige, prachtig ge
vormde figuren. Al de grc en fen stammen
de Joden uitgezonderd hebben slechts
één band, die hen bindt, nl. het Mahome-
daansch geloof en de haat tegen Christen en
Jood. Nu wordt de sultan van Marokko door
al deze stammen beschouwd als hun geeste
lijk hoofd en hij heeft als zoodanig nog groo-
ter prestige dan de sultan van Turkije onder
de Mahomedanen van Klein-Azië. Maar al er
kent men hem ook als godsdienstig hoofd en
al brengt men hem gaarne als zoodanig een
geregelde schatting op, zijn wereldlijke macht
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
dedeelt, dat zijn zoon waarschijnlyk na eenige tnaan-
den weer zijne betrekking zal kunnen waarnemen,
waarom adressant beleefd verzoekt, den tegenwoor-
i digen toestand nog eenigen tijd te bestendigenmocht
dit echter te bezwaarlijk zijn, dan is de zieke genegen
een gedeelte van het salaris van den tijdelijken onder
wijzer te betaien.
Het attest van den heer dr. Beekhuis, arts te Bols-
ward, luidt, dat de heer Dassen, ofschoon van zjjn
eerste ziekte hersteld, nu wederom verhinderd is, zijne
betrekking waar te nemen, terwijl voor het herstel
zonder twijfel nog eenige maanden noodig zullen zijn.
i De heer Hettinga zegt, ook medelijden met den zie
ken onderwijzer te hebben, doch ten laatste is ’t wel
noodzakelijk hierin afdoende te voorzien, daar de wis.7_
seling van de tijdelijke onderwijzers, het onderwijs
zeker niet ten goede komt.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente door die ziek- -
te financieele schade ondervindt; het salaris van den
zieke loopt door, terwijl de gemeente bovendien den
tijdelijken onderwijzer moet bekostigendoch ook
moet men met de familie medelijden hebben en nu
wordt weer hoop op herstel gegeven. Burg, en Weth.
hebben een en ander overwogen en ’t kwam hen voor,
dat die zaak in deze gemeente niet goed is geregeld;
steeds werd naar omstandigheden gehandeld. Dit
heeft ook zijne moeilijkheden, waarom door Burg, en
Weth. een tweetal concept-verordeningen, waarbij deze
zaken zijn geregeld, zijn opgemaakt. Spr. is er voor,
deze verordeningen eerst vast te stellen en daarna het
adres te behandelen.
De verordening, waarbij den werkkring enz. van
den onderwijzer is geregeld, wordt hierna voorgelezen
en daanr'. blijkt o.a., dat iudien de ziekte van een onder
wijzer langer dan 30 dagen duurt 1/3, langer dan 60
dagen 2/3 en langer dan 90 dagen het traktement
geheel wordt ingehouden.
Hierna wordt nog voorgelezen eene verordening
waarbij het getal scholen en hunne bestemming wordt
geregeld.
Na eenige discussie over het verplicht verlaten van
de school, nadat de leerlingen de 6 klassen hebben
doorloopen, blijkt, dat bij laatstgenoemde verordening,
welke aansluit bij de Leerplichtwet, zich geen moei
lijkheden daaromtrent zullen voordoen, wordt deze
met algemeene stemmen vastgesteld.
De eerstgenoemde verordening, vooral het artikel,
waarbij het traktement, ingeval van ziekte, wórdt ge
regeld, lokte eene langdurige discussie uit. Velen
vonden die bepaling te streng.
Ten slotte deed de heer Gerbrandij het voorstel, te
bepalen, dat indien de ziekte langer duurt dan 60 da
gen 1/4, langer dan 120 dagen 1/2 en langer dan 6
maanden het geheele traktement wordt ingehouden.
Een amendement op deze wijziging van den Voor
zitter om daaraan nog toe te voegen, dat de Raad in
buitengewone gevallen van die bepaling kan afwijken,
werd met 10 tegen 4 stemmen verworpen.
Vóór stemden de heeren Okma, Ages, A. H. Tromp
en v. d. Ley.
De voorgestelde wijziging van den heer Gerbrandij
kleuren, van het donkerste donker tot het lichtste
blond, en ik eenigszins verwend ben, moet ik toch
bekennen, dat mij niets zoo pikant scheen als Klara.
Maar het komt hierbij nog al op mijne beurs aan en
daar mijne vrouw ook hare wenschen heeft, zoo zal ik
toch, alhoewel ik juist het meest van de tint en den
gracieusen vorm houd, voorloopig bij Sennora blijven.
Zend mij dus Sennora, als het kan tusschen 4 en 5
uur, want dan ben ik thuis en het is niet noodig, dat
mijne vrouw het weet, ze zou me verwjjten maken
over mijne boodschap
Mevrouw Wolter was aan het einde van den brief
en zag verbaasd naar haren schoonzoon, die zich in
allerlei bochten wrong van het lachen en die alle
moeite deed om zijn lachen in te houden, maar wat
hem niet gelukte. Dat hoorde Lize en plotseling stond
ze met een gezicht, rood van toorn, voor den misdadi
ger en zeide woedend
«Zoo, ook er nog om lachen, in plaats van van
schaamte door den grond te zinken!*
«Maar waarom toch, mijn hartje?* antwoordde mijn
heer Berger, nog altijd lachend. «Mag ik dan niet
meer beslissen, welk merk van sigaren ik wil gebrui
ken? Het merk Klara is nu eenmaal mijn ideaal,
maar Sennora is ook lang niet slecht.*
»W a t
«Ja, ziet u, mijne strenge wraakgodin, hier is mjjne
Klara, die mij zooveel genot verschaft.* En hierbij
haalde hij een sigarenkoker uit den zak en toonde de
verblufte dames eene rij mooi gevormde sigaren, waar
van ieder een rood reepje papier droeg met het op
schrift Klara.*
«Is u nu gerust, schoonmama en jij ijverzuchtig wijf
je?* vroeg hij.
«Ja, als het zoo is», antwoordde Lize beschaamd en
haar man sloot haar lachend in zijne armen-
Hare tint, hare vormen, alles van haar brengt hem in
verrukking, tot razernij, ofschoon ze hem handen vol
geld kost. O, ik sterf van narigheidEn een mooi
gezelschap moet het zijnHoe nederig. Haar eigen
vader o, mama, laat, mij zwijgen.*
«Maar Lize’! Ik ben heelemaal akelig van schrik
«En ik eerst, mama
«Welke slechtheidEn hoe ben je er achter geko
men
«Daar, daar leesO, goede genade jammerde het
lieve kind en reikte haar moeder een dichtgevouwen
blad papier over. Deze las met klimmende belangstel
ling. Hare steeds hooger opgetrokken wenkbrauwen
verrieden den naderenden storm. Daar werd plot
seling hevig gebeld.
«Als dat Hendrik eens was ging Liesje voort.
«Heel wel mogelijk*, zei haar moeder. «Ga jij in de
slaapkamer. Ik zal hem zóó onder handen nemen, dat
hooren en zien hem vergaat.* Het geschiedde. Kort
daarop trad Hendrik Berger binnen. Zijne eerste vraag
gold Lize.
«Zeker, mijnheer Berger*, antwoordde mevrouw Wol
ter vertoornd, «maar geef u geen moeite, ze zal niet
meer in uw huis terugkeeren
«Maar, lieve schoonmama
«Loop naar de maan met je schoonmamaging
mevrouw Wolter als eene wraakgodin voort; «verstaat
u mij?*
«Zeker, heel goedantwoordde mijnheer Berger
met een lachje.
«Als u uwe plichten als echtgenoot zoo weinig
kent
«Wil u zich als ’t u belieft nader verklaren
«Zeer graagIk verzoek u dan te hooren.*
Daarop nam ze het blad papier en begon voor te
lezen
»U kan u nauwelijks voorstellen, welk een genot
uwe Klara mij heeft verschaft. Ofschoon ik reeds
vele geprobeerd heb, zeer verschillende vormen en
drik
«Mama, ik verzoek u«, ging Lize opgewonden voort,
«noem hem niet mijn Hendrik! Dat is hij niet waard!*
«Goed Dus ondertusschen schijnt Hendrik
«Neen mama*, viel het jonge vrouwtje hare moeder
in de rede, «ook niet Hendrik, dat is te veel eer voor
hem. Mijnheer Berger.*
«Dus, mijnheer Berger. Maar ik geloof, dat we dat
«mijnheer* er ook nog wel voor weg kunnen laten.*
«Zeer goed, mama, zeer goed. Hij verdient het niet
beter.*
«MooiBerger schijnt dus bijzonder slecht te zijn.
Houdt hij dan niet meer van je
«Dat onmensch huichelde liefde, maar nu weet ik
het beter.*
«Houdt hij dan van een ander?*
Lize knikte stilzwijgend en begon daarop weer erg
te weenen.
«Weet je dat zeker?* vroeg hare moeder verder,
haar-strak aanziende.
«Helaas, maar al te zeker! Ik heb er het duidelijk
ste bewijs voor
«Wat En hoe heet ze dan
«Zij? Zij?* kreet Lize. «Weet ik alle namen?
Maar God zij dank! Twee weetik tenminste! Zijn hart
behoort eene Klara en morgen komt zelfs eene Sen-
1
r
(o)—
rr*-
1
I i-
F
\ii:i ws- m inmmïiiiBLJii j
wt m ei
I I