ïttK SfflËk Hi (IWKM. ■W8- 8JI llllLIITDTIilILlH jsto. a Woensdag^? Januari 1803, Anna Maria van Schuman. WIJ. SM 88e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek, FEUILLETON. t- 1 -« PER U-G (JAN O-F E I T E N. de. no. 1601 •H kruisigd. Na den dood des vaders bleef de familie te Franeker, (waar zij de woning, die weleer aan De menschen schijnen van mij te denken, dat ik geen erge bolleboos ben. Toch heb ik eens van mijn le ven een prachtigen zet gedaan. Schoon ik moet be kennen, dat zij er meer deel aan had, dan ik; maar er zjjn menschen genoeg, die nooit iets goochems doen. Om met mijzelf te beginnen, ik ben baron Karei Jan Harmelen van Overveen, en ik zit er men zou het bij zulk een naam als ik heb, niet verwachten warm pjes in. Mijn voogd zorgde voor mijn bezittingen tot mijn drie-en-twintigste jaar. Als iemand dien leeftijd bereikt, wordt hij al wat wijzer, als hij het. ooit wordt. Haweke en Solomon dachten dit met mij niet het ge val. Misschien hadden zij grond voor hun onderstel ling. Toen zij mij althans het prospectus toonden van »De Koninklijke IJslandsche Goudmijn-Maatschappij, Beperkt*, vond ik het zaakje nog al aannemelijk. Het prospectus zei ook, dat de onderneming puik was en als dat zoo gedrukt staat, dan geloof je het nog eerder. Er stonden een hoop cijfers in, aantoonende hoeveel ijs er gesmolten zou kunnen worden, hoeveel goud daar uit gewonnen werd, hoeveel de kosten waren en dat Zij stonden allen op en ik toonde de grootste belang stelling in hun werk, cn vroeg hun naar alles wat ze deden. Zij schenen alles ook best te doen, dat ik met geen mogelijkheid zag hoe ik hier iets zou kunnen verbeteren. Toen gingen we naar een andere kamer, waar een lieve jonge dame zat in een eenvoudig maar snoeperig blousje. Zij had een van die kleine ronde gezichtjes, onschuldig, toch guitig, en zij maakte een lichte, heel correcte buiging. Dit is juffrouw Reilly; onze typewriter, zeiden zij. Laat ik u niet storen, juffrouw, zei ik. ’t Is keurig weer vandaag. Het tegendeel was waar, het was hon denweer. Het is mooier dan het geweest is, luidde het ant woord. Houdt u veel van typewriten Het is mijn broodwinning, baron. Toen ik er mee begon, werd het mij niet gevraagd of ik er van hield. Juffrouw Reilly doet haar werk uitmuntend, deelde Haweke mij mee. Dan, zei ik, wordt zij zeker wel goed betaald. Zeker, zei Haweke zeker! Wat voor salaris ontvangt juffrouw Reilly? vroeg ik. Hm zei Haweke. Ik denk Hij keek naar Solo mon. Wel, zei Solomon, voor het oogenblik Mag ik het u vragen, juffrouw Reilly bracht ik Zullen wij zeggen twaalf gulden vroeg Solomon mij. Achttien gulden, meende ik. Ik zal den kassier order geven tot uitbetaling van achttien gulden, beloofde Haweke. Mijnheer de baron is steeds bereid, juffrouw Reilly, om goed werk op prijs te stellen. Zij keek zoo vergenoegd en dankte mjj zoo lief, dat ik er spijt van had, dat ik maar niet gezegd had vjjf- en-twintig gulden. Het scheen mjj een schande toe, dat zulk een lieftallig kind moest typewriten. Eens of tweemaal daarna bezocht ik haar nog eens om mij te overtuigen, dat zij haar verhooging uitbetaald kreeg en sprak ik met haar. Zij bleek de dochter van een of ficier; maar haar vader was dood en haar moeder was ziekelijk, zoodat zij werken moest voor den kost. Op een mooien middag maakte ik een wandeling in het Park voor het diner, toen ik haar tegenkwam. Ik wist, dat zij dien weg uit moest naar huis en ik dacht er over hoe zij 't zou opnemen als ik vroeg haar een eindje te vergezellen, toen zij mij plotseling zelf staan de hield. Een paar woorden slechts baron vroeg zjj. Zooveel als ge maar wilt, zei ik. is een achtenswaardig edelman Wel, zei ik verbaasd, ik hoop dat ik het ben. Ik reken er op, dat u geheim zult houden wat ik u ga zeggen. Ik kan mijn betrekking niet missen. komt onbewimpeld voor haar gevoelen uit. Slot volgt. lust hebt Natuurlijk heb ik er boren naar, zeker, antwoord de ik. Nu, laat ’t dan maar eens aan mij over. We zullen u wel een mooie kans geven, zeide Solo mon. Hoeveel aandeelen wilt ge hebben Wel, zei ik, ik kan over niet meer dan f 120,000 beschikken op ’t oogenblik, zonder den ouden Van Has selt in de zaak te mengen, ik laat hem er liever buiten, want hij zou naar mjjn moeder gaan en daardoor mis schien het plan verijdelen. Van Hasselt is onze rent meester. Ik kan dus niet meer dan f 120,000 fournee- ren. De aandeelen waren van f 12. Beste baron, zei Solomon, ge zult ze hebben. Bin nen een maand staan ze op het dubbele, en dan hebt ge een mooi sommetje gewonnen. Een paar dagen later benoemden ze mij als presi dent. Ik zag er ’t nut niet van in, maar ze brachten mij aan ’t verstand, dat ’t was omdat ik baron was en zoo gezien in de sportwereld als een bekend footballer. Ik kan geen speeches houden, zei ik nog, of veel deel nemen aan ’t beheer. Dat is niets, verzekerde Haweke. Solomon en ik zijn de beheerende directeuren. Natuurlijk zullen wij hoogen prijs stellen op uw adviezen van tijd tot tijd. Waar moet ik dan mee beginnen? vroeg ik. De president moet toch af en toe zijn stem laten hooren. Oh zeer zeker, zei Haweke. Ga met ons van- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. kunstschilderes, beeldhouwster en graveerster. Met grooten lof werd van haar beeldhouw- en boetseerwerk gesproken en velen achtten het beter dan haar schilderwerk. Indien zij in een ander tijdperk geleefd had, zou wellicht haar roem in teeken- en schilderkunst de grenzen van Nederland overschreden zijn, maar men vergete niet, dat zij leefde in het bloeiendste tijdvak der Hollandsche schilderschool. In hoog- gezwollen proza werd zij Wie denkt aan Schurman niet, Dien roem van haar geslacht. Helmers (De Hollandsche Natie.) Terwijl vroeger in vele steden kostbare ver zamelingen bewaard werden, zonder dat ze al gemeen gekend waren of konden zijn, is men sedert ’t jaar 1874 gaan begrijpen, dat een ca talogus een allereerste eisch is voor eene ver zameling. Toelichting hiervan is, dunkt ons, overbodig. Daarom heeft ook de heer mr. B. J. Veen hoven een uitstekend werk verricht met zijn beschrijving van ’t leven en toelichting van de verzameling der werken van Anna Maria van Schurman. Zooals velen bekend is, herbergt ’t prachtige, gerestaureerde stadhuis te Franeker hare wer ken. Aan het werkje van b.g. heer ontleenen we de volgende korte levensbeschrijving Te Keulen, twintig jaar vroeger de wieg van Neêrlands grootsten dichter Joost van den Vondel, zag ook Anna Maria van Schurman, op den 5den November 1607 het levenslicht. Haar ouders, Frederik van Schurman en Eva van Harf, moesten kort na hare geboorte Keulen -verlaten wegens een vervolging tegen de hervormden en namen de wijk naar het land van Gulik, waarschijnlijk naar het kasteel Dreiborn, dat aan de familie Van Harf behoor- In 1615 vertrok de familie naar Utrecht en was Anna dus 8 jaren oud, terwijl er drie oudere broertjes waren. Vroeg gaf zij blijk van uitstekende geestesgaven en bekwaamheid in allerlei vrouwelijke handwerken. De re kenkunst leerde zij zonder eenige inspanning en zoodra hare kinderlijke vingertjes in staat waren de pen te besturen, kon zij niet alleen duidelijk schrijven, maar reeds spoedig werd haar penneschrift in alle talen een kunstwerk. Op haar zesde jaar kon zij met de schaar al lerlei voorwerpen, vooral bloemen, uitknippen; op haar achtste jaar bloemen teekenen en bor duren. De knipsels werden tot hoogen prijs gekocht, tot model genomen en in kunstboe ken bewaard. Met een geslepen diamant kon zij met verbazende vlugheid op glas snijden en beschreef daarmee bokalen en roemers. In was boetseerde zij afbeeldingen, vooral haar eigen beeld. In al deze bekwaamheden wed ijverde zij met hare geestrijke tijd- en land- Johan Godschalck zijne studiën school aldaar had voleindigd en terug naar Utrecht. Aldaar heeft Anna het grootste deel van haar leven gewoond in een huis, niet ver van de woning van Gijsbertus Voetius, voor wien zij onbegrensde achting koesterde. Elke persoon van aanzien, die door Utrecht kwam, moest de geleerde Anna zien. Omstreeks 1650, toen hare moeder gestor ven was en hare beide tantes zwak en blind werden, rustte de geheele zorg voor het huis houden op haar. Haar broeder Johan Godschalck bracht haar in kennis met Jean de la Badie, die toen te Genève (Fransch Zwitserland) leeraarde. Jean de la Badie werd in 1610 te Bourges in Frankrijk geboren en genoot zijne opleiding te Bordeaux. Van jongs af aan verdiepte hij zich in godsdienstige zaken en overwegingen. Hij verliet langzamerhand de Roomsch-Ka- tholieke Kerk en in zijn hart ontstond een rit? vf»riangtn naar een Kerk, die voiOa.-iS zijn denkbeelden de eerste Christelijke gemeen te tijdens ’t leven der Apostelen geleek. Ach tereenvolgens zien wij hem te Montauban, Oranje en Genève en na den dood van Jean le Long wenschte de Waalsche gemeente te Middelburg hem tot haren herder, welk beroep hij aannam. Op zijn reis vertoefde hij eenige dagen te Utrecht, waar hij door Anna Maria in hare woning werd ontvangen. Later zien we De la Badie te Amsterdam, alwaar Anna Maria tot zijne gemeente over ging. De volgelingen van De la Badie werden Labadisten genoemd. Doch te Amsterdam von den zij geen rust; van daar ging men naar Hervord en den 23 Juni 1672 naar Altona, bij Hamburg, waar sedert 1601 vrijheid van godsdienst heerschte. Te Altona maakte Anna Maria het eerste deel harer Eucleria of verkiezing van het beste deel, een boek in de Latijnsche taal op gesteld, dat in 1673 aldaar op de drukkerij der Labadisten werd uitgegeven. In dit werkje verhaalt zij de geschiedenis harer jeugd, wat zij geleerd, gezien en gehoord had, hare be trekkingen tot de geleerden van haren tijd en genooten, de zusters Anna en Maria Tessel- schade, de dochters van Roemer Visscher. Ook de graveer-, ets-, zang- en speelkunst werden door haar beoefend. Op de rol van het St. 't aanzienlijke geslacht der Martena’s behoorde, Lucasgild te Utrecht wordt zij vermeld als had betrokken), vertoeven, tot Anna’s broeder aan de hooge- keerde toen dravende zangen en alom verheerlijkt. Door ’t Noorden en ’t Zuid, het Oosten en het West, Klonk Anna’s loftrompet uit het Gemeenebest. In de eerste helft der 17e eeuw werden de nieuwere talen slechts door enkelen beoefend; slechts weinigen konden op volkomen kennis van ’t Fransch, toen de taal van ’t hof en de diplomatie, bogen. Ook Anna kon dit niet, maar toch overtrof zij de meesten harer land- genooten in de kennis dezer taal. Met grooten ijver legde zij zich toe op Grieksch en Latijnsch. Homerus en Vergilius werden hare lie^K^g^aiigerr. Het Engelsph, Italiaansch, Hebreeuwsch, Chaldeeuwsch, Syrisch, Arabisch en Ethiopisch leerde zij zonder moeite. Ook in de wijsbe geerte, aardrijks- en sterrekunde was zij zeer bedreven. Nog geen 30 jaren oud noemde men haar de Sappho harer eeuw. Jacob Cats, met wien zij reeds in 1622 briefwisseling hield, was een harer liefste vrienden. In 1623 vertrok Frederik van Schurman met zijn gezin naar Franeker, alwaar hij in datzelfde jaar overleed. Zijn lijk werd aldaar den 15 November in het koor der St. Marti- nuskerk begraven. Op zijn sterfbed bad hij zijn dochter ernstig, zich van het huwelijk te onthouden en als eene gehoorzame dochter voldeed zij aan dien wensch. Sedert dien tijd nam zij het schoone gezegde van Ignatius tot ’t hare aan, hetgeen, uit het Grieksch vertaald, luidt: Mijne liefde is ge- De schoone Sappho, levende van 628 tot 568 voor Christus’ geboorte, is de grootste dichteres, die de oudheid kan aanwijzen. Zij was een Grieksche en ’t middelpunt van een kring vrouwen, die muziek- en dichtkunst beoefenden. Goede wijn behoeft geen krans. De Peru-Guano heeft den strijd aangebonden niet tegen de scheikundige meststoffen, zooals Chilisalpe- ter, öuperphosphaat en de verschillende Kalizouten. Neen, zij erkent het goed recht dier verschillende zouten, alhoewel zij met rechtmatigen trots de ge wichtige plaats, die zij naast deze scheikundige mest stoffen inneemt, wil behouden. Doch de Peru-Guano strijdt tegen alles, wat onder haar naam verkocht wordt en geen Peru-Guano is, evenveel op echte Peru-Guano gelijkt, als water op bouillon. Echte Peru-Guano is een organische mest stof, die van natura een zeker gehalte stikstof, phos- phorzuur en kali bevat. Doch men mag niet den naam Peru-Guano geven aan de een of andere grondstof, die soms nog geen Peru gezien heeft, en welke men slechts kunstmatig op een zeker pCt. stikstof enz. heeft gebracht. In de maand November 1902, is voor rekening van de Anglo-Continentale (vorm. Ghlqndqrffe^' - TTviae gaivsi te «otterdam het zeusohip Astoria* van de Ballestas-eilanden met 2150 tons, waarvan een monster, volgens scheikundig onderzoek van het proef station te Goes, (directeur dr. Swaving) bevatte 11,5 pCt. totaal stikstof, 10,8 pCt. phosphorzuur, 2,3 pCt in water oplosbare Kali. Het monster was volgens 3074 van genoemd station echte Peru-Guano. In dezelfde maand is te Antwerpen gelost voor re kening van dezelfde maatschappij, het zeilschip de »Glenfyne« van de Ballestas-eilanden, met een lading van 1500 tons. Het monster van deze Peru-Guano bevatte volgens no. 3120 van het Rijksproefstation te Goes, 11,4 pCt. stikstof, 10,4 pCt. in mineraalzuur oplosbaar phosphor zuur en 2,3 pCt. in water oplosbare Kali. Verder is daar ook in November gelost het zeilschip de »Anna- sona« van de Macabi-eilanden, met 2400 tons Peru- Guano. Volgens no. 3121 van genoemd station te Goes bevatte deze Peru-Guano 11,3 pCt. stikstof, 11,9 pCt. phosphorzuur en 2,7 pCt. Kali. Zulke feiten spreken. Er bestaat dus ruimschoots echte Peru-Guano met een voldoend gehalte aan alle plantenvoedingsstoffen. Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS, ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1 I voordeelige affaire, dat ik geneigd werd, er aandeelen in te nemen. »H’mzei ik. »Ik geloof, dat de aandeelen mis schien alle al geplaatst zullen zijn Op mijn woord ik Mijn waarde baron, zei Haweke, indien ge werkelijk haar. Zij aarzelde een oogenblik, klaarblijkelijk de punten van haar kleine schoentjes bestudeerend. Ik geloof niet, zei zij eindelijk, dat u op de hoogte is van ’t feit, dat uw maatschappij slechts een pa pieren maatschappij is. Wat, riep ik uit, en het prospectus dan Zij schoot Zeker wel, baron. Acht gulden per week. Werkelijk, zei ik met vaste stem, dat schijnt een aangelegenheid, waarin verbetering dringend noo- dig is. Natuurlijk, zei Haweke, natuurlijk. Ik was toch van plan haar salaris te vermeerderen. met het personeel. Misschien vindt ge wel het een of ander te verbeteren daar. We gingen dus naar de bureaux. Toen wij de ka mer der klerken binnentraden, zei Haweke Mijneheeren, ik heb de eer u voor te stellen baron Van Harmelen van Overveen, onzen president. Will r<>^_KvO4Xir4'«UKur’.-»->3C.r-e-rt OURANT tr..',

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1