DE GROOTE
5
begint DONDERDAG 22 JANUARI.
1
1
I
en MODE-MAGAZUNEN
JVIen raadplege onze algemeen verspreide circulaire.
in de KLEEDIMG-
SNEEK,
gn
J
Binnenlandsch Nieuws.
W
1
■B
,.A
R
maakt en lijkt nu wel een 300-ponder. «Waar-
om doet ge dat,« vraagt de vrouw. »Om op de
wallen te gaan en den vijand te laten zien, dat
nog voedsel in overvloed hebben,* ant-
ge
aa
go
na
en
af-
re
d<
Burg, en Weth. van Leeuwarden hebben aan
den Raad een voorstel ingediend, om aan H. M. de
Koningin te verzoeken de gemeente toe te laten zelve
het risico te dragen der bij de Ongevallenwet gere
gelde verzekering van werklieden.
De aanvoer van vee aan de markt te Leeuwar
den over 1902 is als volgt: 4801 stieren, 2404 ossen,
9123 vette koeien, 39,440 melkkoeien, 3501 pinken,
9465 vette kalveren, 9786 graskalveren, 7322 nuchte-
ren dito, 25,432 vette schapen, 24,175 weide schapen,
25,213 lammeren, 5363 vette varkens, 5324 magere
dito, 27,561 vette biggen, 16,735 magere dito, 428
bokken en geiten, 2339 paarden en 56 veulens, totaal
218,468.
De verkiezing van een lid van de Tweede Ka
mer in het kiesdistrict Middelburg, ter voorziening in
de vacature, ontstaan door het aftreden van mr. Lu-
casse, zal plaats hebben op Dinsdag 3 Febr, a.s., de
stemming zoo noodig, op 10 Febr. a.s. en de herstem
ming, is die noodig, op 17 Februari d. a. v.
Mazelen. Naar gemeld wordt zijn te Nes op Ame
land van eene school, die anders door 103 kinderen
sc
w
d
v
e
A
t<
h
n
ii
t<
01
b
oi
re
ve
de
zo.
M.
sd
po
he
de
hc
re
1
1
c
d
g
g
d
1
g
h
sl
PERU-GÜANO EEN VOLLEDIGE MESTSTOF.
«Peru-Guano is eten en drinken
voor de plant*.
Wanneer we de waarde van de een of andere mest
stof berekenen, en ze gaan vergelijken met die eener
andere, dan geschiedt dat, en het kan bezwaarlijk an
ders, door in aanmerking te nemen de hoeveelheid
phosphorzuur, kali of stikstof. Deze drie stoffen zijn,
Sire,* antwoordde Colbert glimlachende, «ik
ben slechts dertig jaar, doch ik ben zeer oud
Een uur later was hij gedood.
Uit den terugtocht van Moskou
De divisie van generaal Partonneaux weer
stond uren lang een groote Russische over
macht en werd hoe langer hoe kleiner. De
Russische generaal vroeg: «Wat hoopt gij nog
met uw vechten? ’t Is immers dwaasheid!* «Wat
wij hopen?* zei de Franschman, «wij hopen
ons wat verderop te laten dooden
Ook ’t volgende spreekt voor zich zelf: Op
dezen terugtocht werd sergeant Bourgogne
deerlijk gewond en riep een kameraad, hem
de hand te reiken. De hand,* riep deze grijns
lachend uit, «de rechter is met een kanonsko
gel meegegaan en de linker door een sabel
houw verdwenen. «Ge moet u tot een ander
richten
Na Napoleons tijd heeft de Fransche soldaat,
getypeerd in den Zouaaf, zich onsterfelijk ge
maakt in Algiers, door zijn buitengewone da
den van heldhaftigheid, zelfopoffering en geest
drift. En maarschalk Bugeaud wist met den
Zouaaf om te gaan. Na een gevecht, dat in
een ondragelijke atmospheer den geheelen
morgen geduurd had, zag Bugeaud een tirail
leur zonder kepi, dus blootshoofds in de bran
dende zon. «Slechte soldaat, wat hebt ge met
uw kepi gedaan «Ze is dezen morgen in den
strijd gebleven.* «Een tirailleur geeft z’n kepi
Wat was zij schoon, wat zag zij hem aan met harte
lijke vreugde, maar ook verwijtendHij ging naar haar
toe, vatte haar hand en drukte ze in de zijne.
«Olga, en jij Mag ik je lachen, het glinsteren van
je oogen begrijpen Mag ik gelooven, dat het je ge
speten heeft, toen ik voor vier jaar de stad heb ver
laten waarin je woondet, nadat je vader mij de
deur
«Sstzei het meisje zacht en ernstig. «Papa heeft
er spijt van gehad, erg spijt
«En jij vroeg Milius, haar strak aanziende.
«Ik heb gewacht maar hoop had ik niet meer.*
«Olga
«Want ik kon geen ander liefhebben.*
«Beste, lieve
Hij trok haar naar zich toe en drukte haar een kus
op de lippen.
«Je hebt me dus niet vergeten Georg?* fluisterde
zij.
Ze gingen bij elkaar zitten keuvelen.
Op eens vraagde zij, waarom Milius was gekomen.
"Vroolijk lachend stond hij op en opende het pakje.
«Zie je, dit schoentje, dat heerlijke schoentje,*
hij kuste het, «en de advertentie: Maar bovenal dit
schoentje, dat me den heelen nacht den slaap heeft
ontroofd, me zelfs in den droom vervolgde.*
«Heb jij het gevonden vroeg zij. «Jjj
«Ja, ik heb het gevonden, en ik ging uit, om het
meisje te zoeken, aan wie het behoorde, en zie
je, ik heb het gevonden en zjj wordt nu mijn kleine,
lieve, blonde vrouw.*
»‘t Is als in een sprookje,* antwoordde ze zachtkens.
zooals ik bekend mag veronderstellen, de drie noodza
kelijke voedingsstoffen voor de plant. Ik geef toe, dat
een meststof, die tweemaal zooveel stikstof of phosphor
zuur bevat als een andere, ten opzichte van de aanwe
zigheid dier voedingsstoffen, ook tweemaal zooveel
waarde heeft. Toch zijn er nog tal van andere om
standigheden, die in aanmerking moeten genomen wor
den, wanneer we verschillende meststoffen vergelijken,
met name wanneer we de Peru-Guano in de vergelij
king opnemen. Het is toch de Peru-Guano en deze
ook alleen, die de genoemde voedingsstoffen der plant
alle drie tegelijk bevat en wel in een innige scheikun
dige verbinding, zoodat zij alle drie tegelijk door de
wortels der plant worden opgenomen.
Dat is een zaak van het hoogste gewicht, die de
Peru-Guano een voorsprong geeft bij elke andere mest
stof.
Aangenomen, dat het een feit is, dat alle landbouw
gewassen de drie genoemde stoffen, stikstof, phosphor
zuur en kali tot hunne ontwikkeling noodig hebben.
Aangenomen ook, dat wij door drie afzonderlijke
scheikundige meststoffen, deze drie in den grond ge
bracht hebben en zij alle drie opgelost in het bovenwa
ter zich bevinden, dan zal het nog een groot toeval mo
gen heeten, als alle planten ze alle drie in voldoende
mate kunnen opnemen. Bij een bemesting met Peru-
Guano is de kans daartoe zeker veel grooter. Het is
daarom dat de Peru-Guano iets voor heeft bij andere
meststoffen en het is daarom ook, dat wij aan het hoofd
van dit opstelletje schreven, dat Peru-Guano eten en
drinken voor de plant is.
A
niet aan de Kabylen,* zegt Bugeaud. «Ze
wilden ook niet m’n kepi, maar wat er onder
zat, en ik bewaar liever m’n hoofd dan m’n
kepi.« «Goed zoo, gij zijt een dappere, maar
gij krijgt een zonnesteek. Hier, neem mijn pet,*
zei de maarschalk. «Maar gij, maarschalk, de
zon «Kijk, zegt Bugeaud, daar komt ’n
afdeeling Kabylen op ons losstormen; neem
mijn pet en ga mij een hunner burnous halen.*
De tirailleur nam de pet, wierp zich in den
strijd en kwam terug met een burnous en
het vaandel der Kabylen. Bugeaud nam zijn
pet terug en gaf den tirailleur het kruis.
Maarschalk Pélissier ook in Algiers
was bekend om zijn ruwheid. Hij werd eens
boos op zijn adjudant, commandant Cassaigne,
en hief reeds de karwats in de hoogte. Bui
ten zich zelf van woede door die beleediging,
neemt de commandant een pistool uit zijn gor
del, richt op den maarschalk, maar’t wa
pen ketst. «Commandant,* zegt de maarschalk
kalm, «gij hebt een week kamerarrest, omdat
uwe wapens niet in orde zijn.*
Vooral opmerkelijk zijn de teekeningen van
grappige gebeurtenissen of gezegden.
Ziet bv. die teekening van Cham Parijs is
belegerd door de Duitschers. Een Parijsche
gardesoldaat groet z’n vrouw en zal zich naar
zijn post begeven. Parijs leed vreeselijk door
den honger en soldaat en burger leden gebrek.
Onze soldaat heeft zich een valschen buik ge-
beloond worden. Adres Winterstraat no. 16, 3e ver
dieping*.
Milius besloot zijn vondst in persoon te bezorgen.
Hij was op eens erg nieuwsgierig geworden, om te
zien, of de dame leek op de voorstelling, die hij zich
gisteren van haar had gevormd en hij verlangde
eens ’it avontuurtje te hebben.
Een geleerde is toch ook maar een mensch.
«De prins is aan ’t zoeken van Asschepoester,*
dacht hij, terwijl hij zich haastte, in de sneeuwbui
voort te komen.
Hij stond aan de deur; klopte zich de sneeuw van
de jas en schelde. De deur werd opengedaan.
Milius stond voor een jonge dame, die hem ver
baasd aanzag. Ook hij scheen het spraakvermogen
verloren te hebben.
»01ga,« riep hij eindelijk buitengemeen verheugd,
«Juffrouw Olga, u hier?*
Hij stak haar de hand toe, die zij aannam. Zij
bloosde hevig.
«Beste professor,* zei zij hartelijk, «wist u dat niet?
Ik heb het u reeds een jaar geleden geschreven; zoo
lang wonen wij reeds hier.*
«Hebt u mij geschreven, u, juffrouw Olga? En ik
was toen te Straatsburg. Ik heb uw brief niet ont
vangen
«En ik ik dacht* ze zweeg.
«En u vroeg hij haperend.
«Willen we naar binnen gaan, en daar eens praten
vroeg zij ontwijkend.
«En u vroeg hij nog eens, terwijl hij z’n pakje
op tafel lei. Op eens werd hij zonderling te moede.
we
woordt de guit.
Of een andere plaat’t Is in den oorlog van
1859. ’t Regent atschuwelijk. Ge ziet een paar
echte Fransche soldaten, bibberend en door
weekt, bij elkaar staan. De een wrijft zich
vergenoegd in de handen en zegt«Te drom
mel, wat zullen die Oostenrijkers een saus
krijgen
Ook deze uit ’t beleg van Parijs van 1870
’71: Ratten en muizen, honden en katten,
waren reeds een lekkernij. Ge ziet een soldaat,
een echt type, maar geheel vermagerd, een
zak onder den arm. Hij heeft een afgekluifd
been in de hand en lokt daarmee een hond,
die echter niet haastig toehapt. Hij zegt: «Toe,
vriendje, een beetje afmaken, ik krijg gasten
en moet nog kalfsbout hebben!*
«Net, weet je, als in Asschepoester.*
Milius was overmoedig geworden.
«Lieve, het sprookje vertelt ons nog verder«Toen
ging de arme Asschepoester zitten en trok het schoentje
aan. En ’t paste haar, alsof ’t aan haar voet gegoten
was.*
Olga had haar pantoffel uitgetrokken en ’t schoentje
aangedaan. Ze lachte-
Milius ging voort
«Toen zei de prins: «Gij zijt de echte bruid. En
hij boog zich neer en
hij kuste haar,* fluisterde het meisje, haar arm
om Georg heenslaande. «En toen lispelde zij hem
in het oor.
«En toen was er bruiloft,* ging hij voort in den toon
van een sprookjesverteller, «en het schoentje stond op
de schrijftafel van den prins en toen hij er weer naar
keek, was het veranderd in een
«In een herhaalde zij vol verwachting.
«Groote, groote pantoffel.*
Zij lachten als kinderen. Er werd gescheld.
«Stil,* zei ze. «Daar komt papa. Nu kan je met
hem spreken.*
Hand in hand gingen ze hem tegemoet.
Nbl. v. Fr.
OPRUIMING
1
-(0)-
-
■e
1
1
j
i.
1
ri
m
01
gi
V(
-
L
F
riiioii
EBIL