R
FOOR 11K I» 01STR1E1
HILDEGRHD.
Woensdag 18 Februari 1803.
No. 14.
F
58e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
2)
Wordt vervolgd.
n
e
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
n
Voor het plan dezer leening hebben B. en W. de
voorwaarden der le serie gevolgd. Spr. acht 't wen-
schelijk deze voorwaarden artikelsgewijze te behan
delen.
Uit de voorwaarden blijkt, dat deze leening zal wor
den aangegaan tegen eene rente van 37, De schuld
bekentenissen zullen worden uitgegeven in 90 stukken
van f 1000.en 20 van f 590.voorzien van een
stel jaarlijksche coupons welke 15 Mei van ieder jaar,
voor het eerst in 1904, betaalbaar zijn ten kantore van
den gemeente-ontvanger van Sneek en op een door
Burg, en Weth. nader aan te wjjzen kantoor te Amster
dam.
De leening geschiedt bij openbare inschrij ving en wordt
gegund aan den meestbiedende. De obligation worden
gesteldop naam of aan toonder. Indien de inschrijving
het bedrag der leening mocht overschrijden, geschiedt
de gunning ponds-pondsgewijze. Binnen 8 dagen na
de inschrijving zullen B. en W. over de al- of niet-gun-
ning beslissen.
De storting der obligation moet plaats hebben in ééns
op 15 Mei a. s., ten kantore van den gemeente-ont
vanger.
Wegens loopende leeningen en omdat de fabriek
eerst eenige jaren gewerkt moet hebben, alvorens
het winstcijfer bepaald kan worden, zal in de eerst
volgende jaren geen aflossing plaats hebben.
Afgelost zal worden in 1908 tot en met 1917 jaar
lijks f 2500.in 1918 toten met 1927 jaarlijks f 3500.—
in 1928 tot en met 1937 jaarljjks f 4000.—, zoodat de
geheele leening in 30 jaren zal worden afgelost.
De Voorzitter deelt hierbij mede, dat B. en W. zich
bij voorbaat van de goedkeuring van (led. Staten in
dezen hebben vergewist; indien de Raad hierop dus
wil ingaan, kan de goedkeuring verkregen worden.
De gemeente behoudt zich het recht voor, tot vroe
gere aflossing a pari.
De uitloting van aandeelen geschiedt in het open
baar, jaarlijks in de maand Februari, terwijl de uitslag
daarvan 1-maal in de Sneeker en Leeuwarder en in
een nader door B. en W. aan te wijzen in Amsterdam
verschijnende courant wordt bekend gemaakt. De uit
gelote aandeelen zijn met de niet verschenen coupons
inwisselbaar ten kantore van den gemeente-ontvanger.
De bedragen voor rente en aflossing zullen uit de
gewone inkomsten der gemeente worden bestreden.
De kosten op deze leening vallende komen ten laste
der gemeente.
Daar geen der leden bij de artikelsgewijze-voorle-
zing eenige aanmerking had en de verschillende arti
kelen alle door den Voorzitter zijn toegelicht, wordt
hierna het plan zonder discussie en hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
5. Adres van S. Gorter e.a., verzoekende bepaling
van stratenplan en’ rioleering voor bouwterrein.
De Voorzitter zegt, dat op verlangen dezer verga
dering en van adressanten, deze bijeenkomst een 14 da
gen vroeger is uitgeschreven dan anders allicht ’t geval
zou zijn geweest.
Adressanten verzoeken, onder overlegging van schets-
teekeningen, vergunning tot het aanleggen van straten
en riolen, op hun terrein sectie C, nos. 1562 en 1732,
gelegen aan de Woudvaart.
Burg, en Weth. stellen voor, mede op advies van de
Commissie voor Openbare Werken en den Gemeente-
HOOFDSTUK I.
Vervolg:
Graaf Paul Orlowsky, de jonge echtgenoot, beweegt
zich met onberispelijke bevalligheid tusschen de gasten,
ontvangt hunne gelukwenschen en drukt dezen en
renen de hand. Een opmerker zal misschien vinden,
dat de senator en zijn schoonzoon elkaar tamelijk koel
bejegenen, ofschoon den ouden heer geen warmte van
gevoel ontbreekt. Immers juist nadert hij zijn dochter
en kust haar met vaderlijke teederheid.
Kom spoedig eens bij ons, lieve papa, en breng
dan Eduard mee naar Mislowice, zegt Hildegard. Wat
een genoegen zal het zijn, als ik u daar in mijn nieuwe
woning mag ontvangen.
We zullen zien, of ik dit najaar eens bij j e kan
komen, antwoordt mjjnheer Römer; voorloopig
moet ie me maar dikwijls schrijven, dat zal me de schei
ding lichter maken.
Op dit oogenblik treedt een livreiknecht binnen en
meldt den heer des huizes, dat de tafel gereed is. De
senator biedt eene deftige dame in violetkleurig flu
weel zijn arm, graaf Orlowsky snelt op zjjn jonge
vrouw toe en allen treden aan paren de eetzaal bin
nen.
Het huis Römer stond bekend als een der rijkste
van Hamburg, en de geheele aanrechting der bruiloft
op heden, rechtvaardigde opnieuw deze meening.
EEN MINISTER MINDER.
We schrijven met opzet: »Een minister min
der” en niet: »een ministerie minder”. Ja, ’t
is waar, er zijn zooveel ministeries als er mi
nisters zijn, doch we willen met onze uitdruk
kingen zeggen, dat er wel een titularis, een
regeenngsman verdwijnt, die minister heet, boekhouder der Gemeente-gasfabriek, op 12 Februari
doch dat de hoogere en lagere ambtenaren, 1 -
die thans aan ’t ministerie van marine verbon-
ben zijn, niet aan den dijk gezet zullen wor
den, doch even noodig zullen blijven als ze ’t
nu zijn. Misschien, dat een enkele functie
(door de combinatie van oorlog” en»marine”)
in één hand vereenigd wordt, welke thans door
twee personen, (in ieder ministerie één) waar
genomen wordt. Doch veel verschil zal dit
niet geven.
Blijkens een Zondag j.l. verspreid bericht zul
len werkelijk de beide hier genoemde depar
tementen vereenigd worden. De tegenwoordige
minister van oorlog, luitenant-generaal Bergan-
sius, (die ook reeds deze waardigheid bekleed
de in ’t vorige ministerie der kerkelijke par
tijen, ’t ministerie-Mackay,) zal minister wor
den van ’t vereenigd departement; generaal
Kool (zeker de vorige minister van oorlog,
die de nieuwe militie-wet, welke thans in wer
king is getreden, veilig in de Staatscourant
bracht wordt onder den minister chef van de
afdeeling oorlog, terwijl een uit Oost-Indië re-
patriëerend marine-officier als chef der afdeeling
marine zal optreden.
Het aantal ministeries in ons land wordt dus
weer zeven, zooals ’t ook was tot voor niet zoo
lange jaren, voor de vorming van een ministerie
van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Sneek, op Zaterdag, den 14 Februari
1903, ’s namiddags te 67, uur.
Tegenwoordig zijn 14 ledenafwezig met kennis
geving, wegens uitstedigheid, de heer A. Veen Ezn.
Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester.
Secretaris de heer Jac. van der Laan.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der notulen.
De notulen der op 29 en 30 Jan. jl. gehouden ver
gaderingen worden, na lezing door den Secretaris, on
veranderd vastgesteld.
2. Mededeeling van ingekomen stukken enz.
a. Resolutie van hh. Ged. Staten, houdende afwij
zende beschikking op reclames tegen aanslagen in den
Hoofdelijken Omslag, dienst 1902, van J. P. Gilhuis,
B. K. Bakker en R. L. Smilde;
b. Missive van de Commissie van Toezicht op het
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Architect, de gevraagde vergunning te verleenen on
der voorwaarden, dat de straat langs de 21 burger
woningen op 10 meter en een dwarsstraat achter deze
woningen inplaats van 3 op 5 meter en een tweede
dwarsstraat inplaats van op 5 op 8 meter breedte worden
gemaakt; dat de riolen af waterende naar de Woudvaart,
de rioolbuizen, de zinkputten en straatkolken, de be
strating enz. worden gemaakt als bjj het concept-be-
sluit is bepaald, terwijl voorts nog 2 pompen moeten
worden gemaakt.
De Voorzitter zegt, dat het plan ernstig is over
wogen, terwijl ook op de wenken van de Commissie
voor Openbare Werken en den gemeente-architect, die
tot dit voorstel hebben medegewerkt, is gelet. De
afwijkingen op het door adressanten ingediend plan
zijn van geringen aard; de cardinaalste punten zijn
dat de straten iets breeder en de bleekjes voor de hui
zen daardoor iets moeten inkrimpen; terwijl ook uit
drukkelijk is bepaald dat alle woningen met een kolkje
moeten aansluiten aan het hoofdriool.
De heer Beekhuis heeft niet gehoord, of omtrent
de regenbakken ook iets in het concept-besluit is be
paald, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit aan de
orde komt bij het bouwplan.
De heer Kiezebrink kan met het voorstel, om de
le dwarsstraat in plaats van op 3 op 5 meter te ma
ken, waardoor nog 4 M. voor bleekjes overbljj ft, niet mee
gaan en wil die straat 8 meter breed maken, gelijk ook
de straten, welke parallel loopen met de hoofdstraten,
op 8 meter breedte, zonder voortuintje of bleekje,
zijn geprojecteerd. Waarom, vraagt spr., worden die
bleekjes niet aan de achterkant der woningen ge
maakt, want allicht wordt anders een straat geschapen,
aan beide zijden geflankeerd door z.g. bleeken, waarin
slechts enkele grassprietjes, waar altijd wordt gevlagd
en welke bleeken veel worden gebruikt voor de plaat
sing van kippenhokken etc., wat z. i. niet bevorderlijk
is om een nette straat te houden.
Dan is de hoogte van de tonrondte der straat gesteld op
1.30 meter, terwijl die hoogte bij de woningen komt
op 1.20 meter; z. i. is het wonschelijk de straat in 't
midden op 1.35 meter te bepalen.
Ook wenscht Spr. een detailteekening met advies
van den gemeente-architect voor de te maken walbe-
schoeiïng aan de Woudvaart, daar het der gemeente
niet onverschillig kan zijn hoe deze gemaakt wordt.
Dan vraagt Spr. of twee welputten wel voldoende
zijn en van welk soort steen de trottoirbanden wor
den gemaakt. Een en ander geeft Spr. aanleiding, als
amendement op het concept-besluit van B. en W. voor
te stellen dat de straten, parallel loopende aan de
hoofdstraat, zonder voortuintjes op 8 meter breedte
worden bepaald en de tonrondte der straten wordt
gemaakt op eene hoogte van 1,35 meter met eene
zachte glooiing naar den kant der Woudvaart, waar
de walbeschoeiing op 1,20 a 1,25 meter hoogte en
volgens nader door B. en W. te bepalen voorschriften
van nieuw hout moet worden gemaakt.
De Voorzitter zegt dat door de straatbreedte op 8
meter te bepalen, de bleekjes niet aan de voorzijde,
maar aan den achterkant der woningen aangelegd zou
den moeten worden. Spr. ziet echter niet in, dat de
toestand dier bleekjes werkelijk moet worden, gelijk
geschilderd is. Neemt men een voorbeeld aan Nieuw
Selfhelp, dan moet men toestemmen, dat alles er daar
op het welzijn der trouwe vrienden, waarop Eduard
en Karei met het glas in de hand hun dank uitspre
ken.
De graaf zegt daarop schertsend
Ik kan u beiden wel aanraden om mijn voorbeeld
te volgen.
En terwijl hij Karei op den schouder klopt, voegt
hij erbij
Wel, jonge vriend, hoe denkt ge daarover?
Heer graaf, ik ben het geheel met u eens,
wanneer ge mij een tweede Hildegard Römer kunt
aanwijzen, antwoordt Karei stoutweg.
Ei,ei! Dat is het schoonste compliment, dat
iemand je zou kunnen geven Hildegard Hoor je wel?
Ja, ik weet het wel, antwoordt de jonge vrouw,
terwijl zij lachend opkijkt. Karei en ik zijn altijd beste
vrienden geweest, dat willen wij ook in het vervolg
blijven, niet waar Karei?
Een stijve buiging is Kareis eenig antwoord en
daarop gaan hij en Eduard wear zitten.
Ik geloof werkelijk dat die jonge borst jaloersch
op me is, schertst de graaf.
Och kom, Paul 1 Hij is bijna nog een kind.
Maar hij heeft een goede smaak en een hartstoch-
telijken inborst, dat zie ik aan zijn oogen, antwoordt
graaf Orlowsky.
En wat zie je aan mijn oogen fluistert Hilde
gard glimlachend.
Dat je me bemint, zooals ik jou bemin, fluistert
hij terug en met een vurigen blik drinkt hij haar toe.
Middelbaar Onderwijs, houdende toezending van het
verslag van den toestand van dat onderwijs over 1902;
e. Alsvoren van het college van curatoren van het
Gymnasium, geleidende het beredeneerd verslag om-
trent den toestand van het H. Onderwijs over 1902
d. Proces-verbaal van de opneming der boeken en
j kas van den gemeente-ontvanger op 11 Februari j.l.
e Alsvoren der boeken en kas van den directeur-
ken, Kareis moeder. Zij is de weduwe van een dok
ter en nog niet oud; ze zal hoogstens veertig jaar tel
len, maar haar voorkomen is niet jong meer, ze ziet
er verwelkt en lijdend uit.
De zachte vriendelijke opslag van haar blauwe oogen
maakt haar smal bleek gelaat zeer aantrekkelijk; ieder
die kennis met haar maakt, acht haar hoog en houdt
van haar. Zij was de vertrouwde vriendin van wijlen
mevrouw Römer, na wier dood Hildegard en Eduard
zeer aan haar hingen, en haar steeds »tante Brinken»
noemden. Niets natuurlijker alzoo dan dat zij heden
aan den bruiloftsdisch eene eereplaats innam, ondanks
haar eenvoudige japon van grijze zijde, die zeer afstak
bij de kostbare kleedij der andere dames. Haar echt
genoot, die de huisdokter der familie Römer was ge
weest, werd twaalf jaar geleden uit het leven wegge
rukt door typhus, die hij in de uitoefening van zijn
beroepsplichten had opgedaan. Zijn weduwe bleef toen
met hun eenig kind, den kleinen Karei, in tamelijk be
krompen omstandigheden achter. Doch de verwende
kinderen van den rijken senator waren gelukkig, als zij
Zondagsmiddags in de gezellige kleine woonkamer van
tante Brinken koffie mochten drinken en met Karei
spelen, of als zij met hem hun schoolwerk konden
maken.
Nu zitten Eduard en Karei, de onafscheidelijke vrien
den, aan het benedeneinde van den disch naast elkaar
in druk gesprek, onder het ijverig ledigen der kelk-
glazen ter eere van het feest. Kareis weemoedige
stemming schijnt vervlogen, hij heeft een scherpen
blik en doet door zijn komische opmerkingen den stil
len, ernstigen Eduard meermalen lachen.
Nadat de verschillende toasten op het jonge paar,
op den senator, op de bruidsjuffers, enz. meer of min
der gelukkig zjjn uitgebracht, drinkt graaf Orlowsky
Kostbaar zilverwerk en prachtige bloemstukken ver
sieren den disch, de uitgelezenste spijzen en dranken
worden rondgediend en de stemming der gasten wordt
steeds levendiger. Vooral is dit op te merken aan de
jonge vrouw, de schoone achttienjarige Hildegard. Hoe
schitteren hare bruine oogen onder den myrtenkrans,
wanneer zij met de uitdrukking van de innigste liefde
haar echtgenoot aanziet, die haar ter sluiks de hand
drukt en woordjes van de teederste liefde toefluistert.
Zijn gelaatstrekken zijn edel, zijn haar donker, de
kleur van zijn gelaat is bleek; zijn donkere oogen kij
ken nu eens hartstochtelijk, dan weer droomerig en
zijn lange slanke gestalte komt voordeelig uit. Bij
de dames maakt hij overal een zeer gunstigen indruk;
zoo veroverde hij reeds bij de eerste kennismaking het
hart der jonge, onschuldige Hildegard. Hij was voor
een paar maanden naar Hamburg gekomen, om bij
een vriend den winter door te brengen. De stad be
viel hem bijzonder; hij maakte kennis met de aanzien-
Ijjkste familiën, veroverde vele harten en vroeg ten
slotte de eenige dochter van den rijken senator Römer
ten huwelijk. Hildegard, door velen benijd om den
hoogen rang van haar aanstaande, graaf Orlowsky, niet
minder om de rijke huwelijksgift zijner schoone bruid.
De senator had zich niet laten verblinden door den
graventitel van zijn schoonzoonhet aanzoek van een
jonkman, gesproten uit eene der Hamburgsche patri-
ciërsfamiliën, zou hem aangenamer geweest zijn, en al
waren zijne information omtrent den jongen graaf
niet ongunstig uitgevallen, toch had hij zijn dochter
liever in zijne nabijheid gehouden. De goederen in
Polen lagen hem wat ver af. Doch als een teeder-
minnend vader gaf hij ten slotte toestemming tot het
huwelijk.
Links naast den heer des huizes zit mevrouw Brin-
d. a. v.
Missive van het Bestuur der Sneeker Ambachts
school, houdende dankbetuiging voor de spoedige be
slissing op hun verzoek dd. 14 Januari jl., onder me
dedeeling dat de bij Raadsbesluit van 24 Januari jl.
gestelde voorwaarden worden aangenomen
g. Alsvoren van T. C. Kiezebrink, houdende toe
zending van een voorstel omtrent rioleering van hoofd
wegen en straten en tot invoering van een straatbelas-
ting
h. Een ongezegeld adres van de R. K. Metaalbe
werkers, adhaesie betuigende aan het adres van de
werkliedenvereeniging Patrimonium.
De Voorzitter zegt, dat de heeren bij de visie ont
waard zullen hebben, dat door den heer Kiezebrink,
naar aanleiding van ’t in de vorige vergadering gesprokene
reeds een schriftelijk voorstel betreffende rioleering en
tot heffing van straatbelasting is ingediendSpr. stelt
voor dit voorstel tot nadere behandeling aan te hou
den en verder de verslagen sub b en c evenals vorige
jaren in het gedrukte officieel raadsverslag op te ne
men.
Het adres sub h kan, als zijnde ongezegeld, buiten
behandeling blijven, terwijl Spr. nog voorstelt de niet-
gememoreerde ingekomen stukken voor kennisgeving
aan te nemen.
Spr. brengt nog in 't midden, dat aan de missive van
het Bestuur der Ambachtsschool sub f nog is toege
voegd, dat de voorwaarden worden aangenomen, be
houdens goedkeuring der algemeene vergadering.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van den Voorzitter besloten.
3. Benoeming van een leeraar-directeur aan de
Hoogere Burgerschool, tevens leeraar aan het Gym
nasium.
Door Burg, en Weth. wordt, onder overlegging der
sollicitatiestukken, mede op advies van heeren Inspec
teurs Middelbaar- en Hooger Onderwijs, de Commissie
van Toezicht M. O. en het college Curatoren van het
Gymnasium, tot leeraar in de scheikunde en waren
kennis, tevens Directeur der Hoogere Burgerschool en
leeraar aan het Gymnasium, aanbevolen de heer Dr. A.
C. Antush, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Amersfoort.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer Dr.
Antush met algemeene (14) stemmen, is benoemd.
Van deze benoeming zal kennis worden gegeven aan
bovengenoemde autoriteiten.
4. Vaststelling plan van geldleening 2e serie Gas
fabriek.
De Voorzitter deelt mede, dat vroeger werd be
sloten voor den bouw eener nieuwe gasfabriek, eene
leening aan te gaan van f220.000.De le serie
groot 120.000.werd ten vorigen jare geplaatst, ter
wijl de 2e serie, groot f 100.000,werd gereserveerd
voor 1903.
e
j
V»,
R COURANT
mures- es mwffliRK#