VOOli SU H MSMM.
Drankollenflo en Drankhslrijüin j.
HIL.ÖEGRKD.
Woensdag 4 Maart 1903.
No. 18.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
58e® Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentien.
FEUILLETON.
t
1
6)
HOOFDSTUK IV.
-
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
De herfst trad dit jaar bijzonder vroeg in; een
scherpe noordoostenwind joeg het dorre, geel gewor
den loof op, en dreef Hildegard in huis terug, toen zij
in den tuin nog een bloemruiker bij elkaar wilde zoe-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, brengen onder de aandacht van degenen,
die gedurende het jaar 1902 iets voor de gemeente
hebben verricht of aan haar geleverd, dat hunne pre-
tentiën, voor zoover ze niet vóór of op 30 Juni e. k.
zijn ingeleverd, moeten worden gehouden voor verjaard
en vernietigd, volgens art. 228 der gemeentewet, in
verband met de wet van 8 November 1815 (Staats
blad no. 51).
Sneek, den 24 Februari 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris-
Door de heeren dr. Z. Th. Diehl, V. Loosjes, L.
Hertzberger, J. van Loon, Johs. Muller en J. Velsing,
de voorloopige commissie uit de honderd leden van
den «Volksbond, vereeniging tegen drankmisbruik,*
werd Vrijdag een vergadering belegd tot oprichting
van een afdeeling van dien Bond. De heer ds. S. Lu-
lofs, van Den Haag, was als spreker uitgenoodigd.
De zaal was behoorlijk bezet.
De heer Ds. V. Loosjes opende de vergadering en
meldde, hoe op aanzoek van ’t hoofdbestuur van den
Volksbond voor enkele weken een commissie werd
gevormd. Tot dit aanzoek bestond oorzaak’t Groote
drankmisbruik in onze stadook aanleiding’t feit,
dat hier reeds honderd leden waren aangesloten. Het
hoofdbestuur was bereid om te helpen en had een
zijner leden, de heer ds. S. Lulofs, overgezonden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Sneek brengen ter openbare kennis: dat het Primitief
kohier van Belasting op de Honden, dienst 1903,
goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten van
Friesland, aan den Gemeente-Ontvanger ter invorde
ring is ter hand gesteld en een ieder verplicht is zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen;
dat een afschrift van dit kohier van den 4 dezer,
gedurende v jj f maanden ter secretarie dezer gemeente
ter inzage is nedergelegd, alle werkdagen van ’s mor
gens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek, den 2 Maart 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
HOOFDSTUK III.
Vervolg.
Wees nu echter verstandig juffrouw Janutsch!
Laat ons niet in den steek en bezorg ons spoedig een
lekker souper, voegde hij er bij.
Doch de gramstorigheid der zwaar gekrenkte huis
houdster was niet zoo spoedig bezworen.
Och, ik ben niet meer in tel hierik moet weg
van hier, ver weg; snikte zij.
Denk daarover eerst maar eens goed na, zei de
graaf, terwijl hij een goudstuk in hare hand liet
glijden.
Daarop keerde hij haar den rug toe en voegde zich
weer bij zijne gasten.
Nauwelijks een uur later kwam de knecht zeggen,
dat er opgediend was; het souper, door juffrouw Ja
nutsch gereed gemaakt, was zoo voortreffelijk, dat de
graaf geen spijt had van zijn goudstuk. Het kwam
hem voor, alsof de huishoudster bij elk gerecht wilde
zeggen«Ziet ge wel Ik kan hier niet gemist wor
den Waar vind ge iemand zooals ik ben En besef
fende, dat de oude huishoudster hier onmisbaar was,
zei graaf Orlowsky den volgenden morgen vriendelijk,
doch zeer beslist tot zijne vrouw
Lieve Hildegard, ik moet je verzoeken juffrouw
Janutsch voortaan zelfstandig en ongestoord in de
keuken te laten werken, zooals zij vroeger gewoon was.
ken. Sedert wij haar het laatst zagen, is er in haar
leven niet veel veranderd.
Nog altijd houdt juffrouw Janutsch de teugels van
het huisbestuur in handen. De jonge gravin heeft alle
pogingen gestaakt om haar den scepter te ontwringen.
Hildegards eenig streven is nu, een goeden invloed op
haar man te oefenen; zij moest zichzelve bekennen, dat
dit moeilijk, maar ook zeer noodig was. Zij was niet
blind meer voor de gebreken van haar Paul, zooals in
de eerste tijden van haar huwelijk. Wel beminde zij
hem nog met geheel haar hart, met vreugde zou zij
voor hem nog elk offer gebracht hebben, wel viel het
hem nog gemakkelijk zijne vrouw door het bewijzen
van teedeie liefde te verzoenen, wanneer hij haar be
droefd had; maar zij keek niet meer tegen hem op als
ware hij een wezen, dat alle mannelijke deugden in
zich vereenigde; zij stelde niet meer dat kinderlijk
vertrouwen in hem, als toen zij hem verzocht haar
geld in bewaring te nemen.
Dat graaf Orlowsky dikwijls in geldverlegenheid was,
ontsnapte niet aan Hildegards opmerkzaamheid; telkens
als de senator Römer aan zijne dochter het vastgestelde
(zeer hooge) speldengeld zond, wist Paul door verzoe
ken en allerlei voorspiegelingen zijne vrouw over te
halen hem het grootste gedeelte van het ontvangen
geld in handen te geven. Dan was hij voor een korten
tijd in zeer goede luim, hij was dan beminnelijker te
genover haar, doch deed ook zooveel te meer mede
aan feestelijkheden; met smart kwam Hildegard tot
de slotsom, dat hij geen hooger levensdoel kende dan
feesten en vermaken. Hij wist zeer goed een lucht
hartig gesprek te voeren, aan verstand ontbrak het
hem niet, ja, hij kon scherpzinnig zijn, maar vaste
grondbeginselen als richtsnoer zijner daden bezat hij
niet; hij handelde naar de ingeving van het oogenblik
Zij kan niet verdragen, dat iemand haar op de vingers
ziet; het scheelde gisteren niet veel, of zij had mij den
dienst opgezegd.
Daar zou ik niet om getreurd hebben, antwoord
de Hildegard op vroolijken toon.
Maar wjj zouden in de grootste verlegenheid
komen. Je kunt toch zelf niet in de keuken gaan, als
wij gasten hebben, en met allen eerbied voor je be
kwaamheden, moet ik toch zeggen, dat je niet zoo’n
heerlijk souper zoudt kunnen gereedmaken als juf
frouw Janutsch ons gisteren bezorgde.
Maar dan ben ik een nul in mijn eigen huis, als
ik geheel niets meer te bevelen heb en de keuken
meid den scepter voert! zeide Hildegard gekrenkt.
Ik zal je eens zeggen, wat je bent, antwoordde
de graaf vriéndelijk. Je bent mijn bekoorlijk vrouwtje,
het sieraad van mijn huis en een sieraad in ieder ge
zelschap. Is dat nog niet genoeg?
Hij was opgestaan, omhelsde en.kuste haar en Hil
degard, geheel ingepa'.md, maakte geen tegenwerpin
gen meer; zij schikte zich in haar lot. Zij wist nu,
dat zij in haar huis nimmer een werkkring zou vin
den, zoo lang die juffrouw Janutsch het bestuur in
handen had; allengs werd zij overmeesterd door eeu
gevoel van moedeloosheid en leegte, dat noch door de
liefkoozingen van den graaf, noch door de vele ver
strooiingen uit haar jeugdig gemoed kon verbannen
worden.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
en liet zich door zijne omgeving leiden. Het arme
vrouwtje had dus aan haar man geen hulp en steun,
integendeel, zij gevoelde zich wel verplicht om over
hem te waken en alle schadelijke invloeden zooveel mo
gelijk van hem verwijderd te houden. Ook haar ge
loof in zijne waarheidsliefde was geschoktzij had
meermalen het bewijs gekregen, dat hij geen gewe
tensbezwaar maakte de zaken voor te stellen zooals
hem het best paste, en niet zooals ze werkeljjk waren.
En toch beminde zij hem, en geloofde zij vast, dat hij
haar liefhad
Zij was nog bezig met het schikken van de bloe
men, die zij uit den tuin had gehaald, toen haar man de
kamer binnentrad.
Lieve Hildegard, als je geen bezwaar hebt, zou
ik vanavond wel met je naar onzen buurman, graaf
Potschoreck, willen gaan, zeide hij, terwijl hij in een
leuningstoel plaats nam.
Ik zou liever thuis blijven, maar als je er op
gesteld bentklonk het aarzelend antwoord.
Ja, ik geloof, dat wij daar vanavond niet mogen
ontbreken, vervolgde Paul. Ik heb gehoord, dat ver
scheidene van onze kennissen afgesproken hebben daar
samen te komen en graaf en gravin Bradsky te be
groeten, die als gaston bij graaf Potschoreck vertoeven.
Graaf Bradsky woonde hier vroeger in den omtrek,
maar hij verkocht zijn landgoed en leeft nu als een rijk
man te Wiesbaden ook reist hij veel. Een jaar ge
leden is hij getrouwd met eene gravin Mirolawsky,
die arm, maar schoon en beminnelijk is.
Ken je de jonge gravin dan vroeg Hildegard.
Oppervlakkig, antwoordde Paul.
In het salon van gravin Potschoreck verspreidden
tallooze kaarsen een helder lichtde dames en heeren
uit den omtrek waren hier bijeen en allen waren in
zonder de namen der gestorvenen te noemen, de oor
zaken der dood op te geven. Sedert 1891 werkt dit reeds
in de vijftien grootste Zwitsersche steden. Van 3400
sterfgevallen (boven de 20 jaren) waren er 360 op re
kening van den alcohol gekomen; en daarvoor 120
door delirium tremens. Te Chaux-de-Fonds is zelfs
een vierde deel der sterfgevallen aan den drank te
wijten.
Hoeveel noodlottige sterfgevallen, door verdrinken,
ongelukken, enz. veroorzaakt de drank niet. En hoe
veel misdaden gebeuren niet door den drank. Volgens
professor Bunge, te Bazel, komen in Duitschland 42
der misdaden op rekening van den drank. In Engeland
en Nederland is ’t percentage nog veel hooger. Van
een gevangenissfatistiek door een predikant, die de ge
vangenis bediende, zegt spr., dat negen tiende der ge
vangenen er door den drank gekomen waren. De oor
zaken zijn gemakkelijk te vinden. Prof. Bunge han
delt over de armoede en meldt, dat in Engeland 75
der bedeelden, te Parijs 80 en in Duitschland
zelfs 90 drinkers zijn. En welk een groot percen
tage levert de drank aan de krankzinnigengestichten
Hoeveel zelfmoorden worden ook door den drank
veroorzaaktIn Engeland 30 >n Rusland zelfs 40
Behalve andere redenen hiervoor moet ook deze
genoemd worden: De drank maakt den menschop den
duur niet vroolijk, zooals men zou meenen, maar
zwaarmoedig; en zwaarmoedigheid leidt tot zelfmoord.
Hoeveel schade ondervindt ’t kroost niet door ’t
drinken,
De heer Forel ging bij verschillende gezinnen de
gevolgen van ’t drinken der ouders na. Uit een groep
drinkers nam hij 10 gezinnen, waarin zich te zamen 57
kinderen bevonden. Van die 57 kinderen stierven er
12 spoedig na de geboorte 8 waren idioten; enz.;
slechts 9 waren lichamelijk en geestelijk, zooals ’t be
hoorde.
Bij een groep van 10 gezinnen, niet-drinkers,
vond hjj 61 kinderen, waarvan er 50 lichamelijk en
geestelijk zich normaal ontwikkelden.
Alcohol heet versterkend en daarom willen sommi
gen ’t hunne kinderen gaarne toehebben.
Laten we hiertegen een voorbeeld aanhalen uit de
praktijk van professor Demmer: Een jongetje oud 5
jaar, van gezonde en sterke ouders, kreeg 4 maanden
achtereen dagelijks een beetje rooden wijn. Wat ge
beurde ten laatste P ’t Kind sliep de eerste uren goed,
maar kreeg te middernacht een soort aanvallen; 't gilde,
beefde, riep om moeder en na 5 of 10 minuten sussen
had men ’t kind weer stil. De roode wijn werd weg
gelaten en na 2 dg. waren de aanvallen verdwenen.
Toen men later ’t weer eens met wjjn probeerde,
hernieuwden zich ook de aanvallen.
De N. O. Prop. Club (tegen den drank werkende)
heeft o. a. vele doctoren over ’t alcoholvraagstuk ge-
polsd. Allen keurden onvoorwaardelijk en met na
druk den drank af. Een Utrechtsch professor, beroemd
voor zielziekten, verklaarde, dat ieder ouder, die zijn
kind alcohol geeft, daarmee een misdaad begaat.
De drank heeft ook een nadeeligen invloed op den
levensduur. (Men meende wel eens anders en brande
wijn heet in Frankrijk ook eau-de-vie levenswater.)
Vrouwen gebruiken minder drank dan mannen en le
ven ook langer. Israëlieten zijn over ’t geheel mati
ger dan Christenen en leven ook langer. Ziehier een
statistiek omtrent Frankfort a/M. De gemiddelde leef
tijd der Christenen was aldaar 36 jr. 11 mnd., die der
Israëlieten 48 jr. 9 mnd. Voor 50 jr. werd een ge
heelonthouder door de Engelsche verzekeringsbanken
geweigerd. Men was toen niet wjjzer. Thans
krijgt zoo’n onthouder 10 reductie op de premie.
Bij verwondingen hebben drinkers meer kans om
dood te gaan. Hoort hierover een Fransch genees
heer Iedere wond, breuk, enz. is bij den dronkaard
een deur voor den dood. Benwond sluit zich minder
spoedig een slag of val is gauwer doodelijk.
In den Grieksch—Turkschen oorlog genazen van
Turksche gekwetsten veel meer dan van de Grieksche.
De Turken zijn matiger.
De menschen dooden zich zelf, naarmate zij drinken,
zei een beroemd man.
Ge mompelt misschien: Overdrijving! Alcohol is
voor zoo veel dingen goed. Hij verwarmt, is goed te
gen den honger, geeft couragie enz.
’t Is waar; alcohol geeft warmte in de maag, maar
door de verwijding der bloedvaten onder de huid straalt
er meer warmte uit ’t lichaam.
Alcohol verbant de zorg en doet geen gevaar zien.
Maar geeft alcohol geen verkeerde praat en daad?
Maakt hij niet teugelloos en onverstandig?
Een student kon eens van een professor geen testi
monium (getuigschrift) krijgen en dus niet prómoveeren.
’s Avonds is er een feestje, waarbij professor en stu
dent tegenwoordig zijn. De professor, een beetje op
gewonden, ziet den student en zegt: «Waarom haalt
ge uw testimonium niet. Kom ’t morgen maar halen!*
De student kreeg ’t, al reikte de professor ’t hem niet
zelf over. (De man geneerde zich!)
Alcohol heet te helpen tegen vermoeienis, ’t is niet
waarAlcohol verdooft wel, maar de vermoeienis
blijft en wordt later zooveel te beter gevoeld. De
drank werkt bij een vermoeid mensch als een zweep
slag bij een afgemat paard.
Drinkers heeten meer bestand tegen hitte en koude,
’t Is niet waar. Nansen en zijn mannen waren ont
houders en verdroegen daardoor ’t best de vreeselijke
De heer ds. Lulofs neemt ’t woord en spreekt over
de Drankellende en de Drankbestrijding.
De drankbestrijding is een goed teeken van onzen
tijd. Nog niet zooveel jaren geleden stonden enkelen
in dezen strijd alleen en werden dwazen genoemd om
hun streven. Die tijd is voorbij. Thans is drankbe
strijding een voor ieder ernstige zaak geworden. Overal
en op alle wijzen werkt men de school is ook een
arbeidsveld geworden en prenten en platen helpen
mede, om de goede zaak onder ieders aandacht te
brengen. Er is gelukkig reeds eenige beterschap door
gekomen. Werd in 1880’81 in Nederland nog 9,8
L. drank per hoofd der bevolking gebruikt, in 1896
was dit cijfer gedaald tot 8,6 L. (Dit cijfer is wel
verblijdend doch hoezeer is sedert 1880 ’t biergebruik,
dat onder deze getallen niet is opgenomen, vermeer
derd Dat de drankbestrijding ’t voor de drankverkoo-
pers minder maakt, toont spr. door voorbeelden aan.
Er is reeds eenige kentering gekomen. Op verjaar
dagen, visite’s, enz., is ’t reeds merkbaar. Er komt
reeds eenige schaamte bij de menschen en dit is een
zegen.
Wat kost ’t drinken? De hoogste raming voor Ne
derland is 120 millioen gld.de laagste is 80 millioen
gld. ’t Strooibiljet «Door de flesch op de flesch* geeft
dit laatste en is gedateerd van ’i jaar 1893. Nemen
we dit laagste cijfer aan, dan werd toen uitgegeven
aan drank 80 millioen gld., voor brood 75 millioen;
voor woning nog veel minder. Tachtig millioen per
jaar; dat is per dag 219,000 gld., per minuut 150 gld.;
per seconde een rijksdaalder. Stel u dit eens voor.
Eén dag ophouden met drinken zou 219.000 gld. be
sparen. Wat kon daar niet voor gebeuren
Een groote som, die 80 millioen guldens. Op een
rij gelegd, zouden ze een zilveren band vormen, die
Den Helder met Gibraltar verbond.
Spr. noemt ’t weerstandsvermogen bij drinkers lang
zoo groot niet als bij niet-drinkers. Cholera en andere
besmettelijke ziekten hebben bij drinkers meer kans.
Alle organen, de maag, de lever, de nieren, ’t hart, ’t
zenuwstelsel, enz. worden door den drank bedorven.
En denk eens aan ’t vreeselijke «delirium tremens*,
wat een zwaren doodstrijd tengevolge heeft. Hoeveel
menschen sterven door den drank niet vóór hun tijd
Spr. haalt een brochure van den heer Forel, te Zurich
(Zwitserland) aan, waarin gezegd wordt, dat een goede
sterftestatistiek zoo moeilijk te verkrijgen is. Om de
nagelaten betrekkingen niet te kwetsen, geeft de dok
ter soms de juiste oorzaak van den dood niet op.
Behalve andere ziekten is ook longontsteking bij drank-
misbruikers moeilijker te genezen dan bij onthouders.
In Zwitserland heeft men er ’t volgende op gevonden.
Ieder geneesheer krijgt kaarten voor overlijden, om,
I
i
1
1
SNEEKER COURANT
mm- h immwiiii