o f* SJEUk ES MSTIMEN. sms- ES lliraiTESTiEliLlIl F HILDEGARD. Mar9afine. i ij F f I Zaterdag 18 April 1903. F ITo.JSl. 68e Jaargang. n f Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentien. FEUILLETON. J M BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. 19) Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Volgens de statistiek bedroeg in ’t jaar 1902 de uitvoer van boter bijna 23 millioen, die van margarine daarentegen bijna 50 mil- xA V> xA X- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, herinneren, naar aanleiding van artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134), de inge zetenen dat steeds aan degenen, die zich daarvoor aanmel den ter Secretarie der gemeente, gelegenheid wordt gegeven tot kostelooze inenting en herinenting. Sneek, den 17 April 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. I HOOFDSTUK IX. Vervolg. Doch wat zou er van Martha worden, als Eduard nu nog zijn geheelen rijkdom aan de rechtmatige erf genamen wilde teruggeven? Zou Martha’s hart niet breken, als zij vernam, dat zij haar levenslot had toe vertrouwd aan een bedelaar neen, nog erger, aan een bedrieger en falsaris P Neen, tot aan zijn levens einde moest hij de ketenen meesleepen, waarin hij zich zelven had geklonken 1 Dit was zijn plicht tegen over MarthaMaar duidelijk zag hij nu in, dat hij ver keerd had gedacht, toen hij meende, door rijkdom ge lukkig te zullen worden. Ook de rustelooze werkzaamheid in zijn beroep, zelfs het leven aan Martha’s zijde vermocht niet hem kalmte en vrede te geven. Het was alles vergeefs, hij bleef een arm, gefolterd mensch. Op aansporing van Martha’s bloedverwanten bracht Eduard Römer met zijne jonge vrouw de noodige be zoeken. Gij kunt u niet in uw eigen huis opsluiten als een slak, zei mr. Wight op zekeren dag. Men verwondert zich dat ge aan het gezellige leven geen deel neemt van alle kanten wordt gevraagd, waarom ge zoo terug getrokken leeft. En nu volgde er een zeer bewogen leven voor Eduard en Marthade eene uitnoodiging volgde op de BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, Gelet op het Besluit van den Heer Commissaris der Koningin dezer Provincie van den 9 April 1903, le Afdeeling A no. 439 (Provinciaal Blad no. 57) Brengen bij deze ter kennis der Ingezetenen lo. dat met de uitreiking van de beschrijvtngsbil- jetten der belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten, voor het dienstjaar 1903/1904 op den 13 Mei a.s. en met de wederophaling der biljetten A en B twintig dagen daarna zal worden aangevangen 2o. dat met een en ander, behalve des Zondags, den Hemelvaartsdag en den tweeden Pinksterdag, onafge broken zal worden voortgegaan, en 3o. dat de aanslagregeling, bedoeld bij art. 19 7 der Wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149), moet zijn afgeloopen den 15 October dezes jaars. Voorts worden de ingezetenen hierbij indachtig ge maakt op de volgende bepalingen der bovenaange haalde Wet. Art. 15 2. Ieder die optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene hier te lande gevestigde vennootschaponderlinge verzekering-maatschappij coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen ééne maand ken nis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Art. 16. Hier te lande wonende beheerende ven- nooten van Nederlandsche vennootschappen en maat schappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. 1b bedoelde commanditaire vennootschappen op aan- deelen, bestuurders van hier te lande gevestigde naam- looze vennootschappen, coöperatieve en andere veree- nigingen en onderlinge verzekeringmaatschappijen, als ook boekhouders van hier te lande gevestigde reede- rijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens art. 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelin gen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Art. 45. Bestuurders van de bij art. 1b en c be doelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve veree- nigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekering- maatschappjjen en sociëteiten, alsook beheerende ven- nooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toe komen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 1b of 2, die den aanslag moet regelen. uit de gezelschappen terug. De gezondheid van Edu ard gaf meermalen reden tot bezorgdheid hij verma gerde, sliep onrustig en verouderde snel. Hij beweerde dat hij niet tegen laat opblgven kon en Martha was blij, dat ze thuis kon blijven, want zij liet haar kind niet gaarne aan de zorg van anderen over. Op zekeren morgen kreeg zij van haar oom en tante eene uitnoodiging om dien middag te komen dineeren. Mr. Wight schreef: Geheel onverwacht hebben wij zeer aangenaam bezoek uit Duitschland gekregen, zekeren heer Brock- dorf, een verren bloedverwant van ons. Hij blijft twee dagen hier en gaat dan naar Bombay, waar hij eene betrekking aan het consulaat heeft gekregen. Hij meent, dat hij eenige jaren geleden je man te Mon treux heeft leeren kennen, toen hij met zijn vriend Karei Brinken op reis ging. Het zal Eduard zeker wel genoegen doen, dat hij een landgenoot kan ontmoeten, met wien hij over het vaderland kan spreken. Martha ging vlug naar de kamer van haar man zij vond hem aan de schrijftafel, maar hoe verschrikte zij, toen zij de verandering van zijne gelaatstrekken bemerkte onder het lezen van den brief Eduard, om Gods wil, wat scheelt je riep zij in den grootsten angst. Hij was achterover gezakt in zijn stoelhij bedekte de oogen met zijn bevende handen, de kleur van zijn gelaat was aschgrauw en met half verstikte stem ant woordde hij: Een bezwijming Martha hield hem een glas water aan den mond, hij dronk er begeerig van, zij wreef hem de slaap met eau de cologne, liet hem «vliegende geest« ruiken, en wilde juist naar de kamerschel gaan om door een be diende den geneesheer te laten ontbieden, toen Eduard zich opriohtte en een afwerend gebaar maakte. Het is al iets beter, zeide hjj. Ik wil geen dokter hebben, maar ik wil dadelijk te bed. Rust is het eenige, wat ik noodig heb. Ik heb vreeselijke hoofd pijn al meer dan een uur gevoel ik me niet wel. Denk je dan, dat je dezen middag nog naar oom zoudt kunnen gaan vroeg Martha. O neen, antwoordde hij haastig, dat volstrekt niet! Wees zoo goed de slaapkamer donker te maken; mijne oogen doen mij pijn. Leg me ook koude kom- pressen om het hoofd, en zorg vooral, dat niemand mjj stoort Wil je dan oom en zijn gast niet zien? Ik heb je al gezegd, dat niemand mij mag sto ren, antwoordde hij ongeduldig. Niemand mag bij mjj komen dan jij en onze huisknecht, de oude John. Misschien kan ik dan morgen weer opstaan, voegde hij er bij, toen hij bemerkte, hoe angstig en bezorgd Martha hem aankeek. Wat zal daarvan komen Zoo opgewonden heb ik Eduard nog nooit gezien, dacht de arme jonge vrouw, maar in de verste verte vermoedde zij de ware oor zaak van zijn vreemd gedrag niet. Eduard lag weldra te bed met gesloten oogenom het hoofd was een koudwaterverband gelegd en de gordijnen van de vensters waren dichtgetrokken. Men zou gemeend hebben, dat hij sliepdoch al zijn den ken en gevoelen was in zulk een hoogen graad geprik keld, dat hij zijne slapen voelde kloppen, dat hij zijne handen zenuwachtig voelde schokken, dat hij zijne tong droog aan het gehemelte voelde kleven. Het bewustzijn van zijne schuld had hem reeds veel doen lijden, menig uur was hij door zijn geweten ge folterd maar nu kwam bij al dat lijden nog de vrees voor ontdekking. Wordt vervolgd. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Art. 47 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 1 eerste lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtre ding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400. Art. 34 le lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrek kende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de be doelden bij art. la, h en k, zijn gehouden onverminderd hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of be roep. Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvan gen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Art. 47 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blij ven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het be voegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een Snder afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150. Art. 12 2, 2e lid lo.d. Biljet B wordt uitgereikt lo. aan alle in het Rijk wonenden aan wie biljet A wordt uitgereikt, voor zooverre d. zij den Ontvanger der Directe Belastingen uiter lijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet B te ontvangen schriftelijk hebben kenbaar gemaakt. Sneek, den 17 April 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. 1 en industriëel gebied wilde doen verkeeren in tegenspoed, in achteruitgang, Napoleon I keerde hiermee ook den invoer van rietsuiker en gaf daardoor den stoot tot de ontwikke ling van den bietenteelt en de beetwortelsuiker- industrie, eene zaak thans van zeer groote beteekenis, niet alleen voor den gebruiker, niet alleen voor den fabrikant, doch vooral ook voor den landbouwer, voor wien de bie- tenbouw ten minste nog loonend kan zijn, ’tgeen van den verbouw van meer dan één gewas niet mag gezegd worden; en ook voor den schipper, voor wien ’t vervoer der bieten ’t jaar goed moet maken. Napoleon III, die, indachtig aan de too- verwerking van «panem et circenses,« (brood en spelen,) waarmee in den weeldetijd van ’t oude Rome *t plebs door den keizer werd te vreden gesteld, zijne Parijzenaars niet alleen van den uiterlijken glans van ’t Keizerlijk ré gime, maar ook van goedkoope levensmidde len wilde doen genieten, steunde krachtig de onderzoekingen van den scheikundige Mège- Mouriès en gaf daardoor den stoot tot het ontstaan der margarine-industrie. In 1869 werd, onder de leiding van Mège- Mouriès, de eerste margarine-fabriek te Poissy, onder den rook van Parijs, opgericht. Doch in ’t volgende jaar kwam de Fransch-Duitsche oorlog en deed de fabriek ten gronde gaan. Maar daarmee was de uitvinding geenszins ten doode opgeschreven. Als refugé vond de nieuweling in Nederland een liefderijke opname en wonderbaar is hij hier gaan gedijen. Im mers, binnen ’t derde deel eener eeuw is de margarine-industrie ontwikkeld tot een der belangrijkste takken van onze Vaderlandsche nijverheid. De invoering van deze industrie hier te lande is ’t werk geweest van de firma Ant. Jurgens, te Osch (Noord-Brabant), die, even als vele latere margarinefabrikanten, van huis uit boter- handelaar was. Aan deze, als met een zie- v nersblik begaafde firma gelukte *t, een overeen komst met Mège-Mouriès te sluiten; een harer leden toog naar Poissy, om door den uitvinder in zijn geheimen te worden ingewijd, en pas was de fabriek te Poissy onder den druk der tijden bezweken, of die te Osch vervaardigde de eerste Nederlandsche margarine. Spoedig kwam er navolging op meerdere Brabantsche plaatsen. Aanvankelijk uiterst primitief ingericht en andere. Het jonge paar viel bijzonder in den smaak, in het bijzonder Martha, door haar knap uiterlijk en hare fraaie stem, die goed uitkwam bij de Duitsche liederen, welke zij zong zonder zich lang te laten bidden. Eduard was menigmaal niet zeer spraakzaam, maar kon toch wel onderhoudend en geestig zijn. Algemeen vond men, dat hij bij zijn vele schitterende eigenschap pen een ongelukkige neiging tot zwaarmoedigheid bezat of anders een slecht humeur had. Zijn speculation in den handel gelukten alle; hij had een goeden kijk op de zaken en wist steeds het rechte oogenblik te kiezen. De zaak bloeide en mr. Wight was trotsch op zijn beschermeling. Zoo verliep een jaar. Toen brak de dag aan, waar op aan Eduard een zoon en erfgenaam werd geschon ken volgens aller meening was dit het eenige, wat nog aan zijn volkomen geluk had ontbroken. Eduard hield zijn kind in de armen en tranen verduisterden zijn blik, toen hij zich over het jonge schepseltje boog. Mocht gij gelukkiger worden dan je beklagens- waardigen vaderMoge God mijne zonde niet aan u straffen, bad hjj zacht. Martha smaakte zalige moedervreugde; zij verheugde zich in het zien van haar knaapje, dat zoo verstandig uit zijn donkere oogjes keek. Als zij haar echtgenoot in sombere gedachten verzonken vond, hield zij hem den kleinen Manfred voor en zei Kijk eens, Eduard, wat een schat wij hebben. Moeten wij niet verheugd en dankbaar zijn Het kind stak de ronde armpjes naar zijn vader uit en dan vloog er wel een matte glimlach over Eduard’s ernstig bleek gelaat. Het echtpaar Römer trok zich mettertijd weder meer L lioen Kilogram; m. a. w. er werd meer dan tweemaal zooveel margarine als boter uitge voerd. Deze brutaal sprekende cijfers wijzen op ’t groote belang van de Nederlandsche marga rine-industrie voor den export. Doch dat zij ook voor ’t binnenlandsch verbruik van zeer groote beteekenis is, zal ieder gereedelijk toegeven. Ge ziet toch over al de reclame, de verschillende merken mar garine aanprijzen; ge leest tot vervelens toe van Solo en Vitello, van Ballon en Albada; ge ziet in de winkels de uitstallingen. ’t Is overduidelijk dat ook voor ’t binnen landsch gebruik de margarine een groote be teekenis heeft erlangd en alleszins de aandacht van verbruiker en wetgever verdient. De vrienden van de zuivere natuurboter toch mogen uit oude gewoonte de margarine den naam geven van vervalschte boter of nage maakte boter, terwijl ze moesten zeggen: mar garine is een surrogaat van boter; er is ook nagemaakte margarine. Sommige fabrikanten produceeren vervalschte margarine, die gedeel telijk als voor de gezondheid bepaald schade lijk is te beschouwen. En daarom mogen de margarine-gebruikers (de helft van ons volk of meer nog?) eischen dat er toezicht, wettelijk toezicht besta, om die schadelijke, vervalschte producten te keeren, of in elk geval te brand merken. Tot nu toe is de wetgever er op bedacht geweest, de zuivere natuurboter te beschermen; de natuurboter, waaraan zoo groote belangen voor den greidboer, exportbelangen, enz. verbonden zijn. Doch thans, de boven aangehaalde cijfers spreken duidelijk, eischt de margarine en hare productie geen mindere belangstelling. Dat margarine een artikel van den laatsten tijd is, zal wel niet noodig zijn op te merken. Doch wie is de oorzaak, dat de margarine- industrie ontstaan is We kunnen antwoorden: Napoleon III. Hebben de Napoleons op meer dan een ge bied, op staatkundig zoowel als op militair en oeconomisch gebied grooten invloed uit ge oefend, vooral twee belangrijke consumptie artikelen hebben hun ’t ontstaan te danken. Napoleon I, die door zijn continentaal- vas telands) stelsel allen handel tusschen Engeland en ’t vasteland van Europa wilde keeren, daardoor Engelands handel fnuiken en daarmee Engelands voorspoed op handels-, koloniaal I r 'i I l

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1