Bimienlandsch Nieuws.
c
Plaatselijk Nieuws.
JC
de
te-
meer bas
om Rome te bestormen*, klinkt de
1
se:
Ri
1
Aan de boekjes is verbonden een toelage van f 3 bij
ziekte.
Zoodra een voldoend aantal werklui zich met deze
voorwaarden zal vereenigd hebben, zullen de werk
gevers de lock out opheffen.
van
ver
er
te
dv
c
t
te
zi
bl
Li
Pi
h
z
n
n
v
d
g
h
g
d
SI
ba
e>
d
g
h
r<
De eerlijkheid is de wereld nog niet uit.
Heden morgen verloor een jongen, die voor
zijn vader een rekening moest betalen, van ’t
bedrag, hem meegegeven, een briefje van f 25.
Kort daarna komt iemand uit Ijlst aan het
politie-bureau met de boodschap, dat hij op ’t
Grootzand een bankbiljet had gevonden van
f25.—.
Tot onderwijzeres aan de gemeenteschool
no. 7 te Leeuwarden is benoemd onze vroe
gere stadgenoote Mej. H. v. d. Wal, thans
onderwijzeres te Warns.
Voor de acte van onderwijzer zijn te
Leeuwarden geslaagd de heeren L. Boomsma,
L. Sprik en N. J. M. Klaus, allen alhier.
Woensdag heett de Rechtbank te Leeu
warden K. v. d. M., oud 36 jaar, vroeger tram-
chef te Veen wouden, wegens verduistering in
zijn beroep, door zich een bankbiljet van f 40
toe te eigenen, toebehoorende aan de Nederl.
Tramweg-Maatschappij, veroordeeld tot 9 mnd.
gevangenisstraf met aftrek der 3 maanden
preventieve hechtenis.
De eisch was 9 maanden gevangenisstraf.
Verder werden o.a. nog de volgende von
nissen gewezen
Gatze v. K. te Gaast, die op 26 Februari
den waterschapsopzichter J. v. d. Ley beleedig-
de, is daarvoor veroordeeld tot 7 dagen ge
vangenisstraf.
Tot 7 dagen gevangenisstraf werd veroor
deeld de 58-jarige Lieuwe B. te Sneek, die zich
wilgenrijs toeeigende ten nadeele van de ge
meente Sneek.
De 14-jarige Jacob v, D. te Sneek, verwond
de op 25 Februari den zeemtouwersknecht P.
Tuinstra met een mes. Eisch: 3 maanden ge
vangenisstraf. Vonnis: 2 mnd. gevangenisstraf.
Met ingang van 16 April zijn de heeren
K. F. A. Vries en H. J. van de Kleinemulder,
commiezen der posterijen en telegraphie 4e klas-
Recalcitranlen. Ongeveer 50 miliciens van het gar
nizoen te Assen hadden Paaschverlof gevraagd, doch
dit was geweigerd, terwijl hun Israëlietische collega’s
wel verlof hadden. Zij hebben nu eigenmachtig verlof
genomen. In den loop van Dinsdag keerden zij in hun
garnizoen terug, om de straf in ontvangst te nemen,
welke hun daarvoor wacht.
De poging tot treinontsporing. De Justitie te Maas
tricht heeft zich naar Heer begeven teneinde onderzoek
te doen naar de daar gepleegde poging om den trein
naar Luik te doen ontsporen. Op de rails was een bad-
ding gelegd van 6*/, dM. lengte en ter dikte van l1/,
dM. De toeleg mislukte doordien de trein over de bad-
ding heen stoomde. De machinist die aan den schok van
den trein Sn raad bemerkte, seinde van het naastbijge-
legen station naar Maastricht, waar men dadelijk onder
zoek deed, doch tevergeefs. De badding was zoodanig
gelegd, dat een ontsporing bijna onvermijdelijk was en
waarschijnlijk door een vakman was geschied. De baan
wachter, die nog kort te voren den weg had in oogen-
schouw genomen, had niets verdachts ontdekt. De Justi
tie stelt een nauwgezet onderzoek in en wanhoopt niet
den dader te ontdekken.
oor, nu eens forsch bruisend, dan weer in heilige ont
roering, ’t »Sanctus, sanctus!* (Heilig is de Heerde
God der Heerscharen) aanheffend.
Telkens tusschen het Te Deum door, hooren we
Clytia’s jammerklachten. Prachtig gaf mej. Groneman
weer, hoe ’t Clytia rouwt, geen Germaansche te zijn;
en na ’t volle, breede Pleni sunt coeli, enz. ('n deel
der Te Deum: Hemel en aarde zijn vervuld van de
glorie Uwer Majesteit), klinkt nog eenmaal Clytia’s:
Weh’ mir, dass ich zum Hass geboren bin!
‘n Schoon gedeelte.
Een mannenkoor geeft nu in forsche klanken de
drinkende en brallende Gothen in ’t keizerpaleis te zien.
Zij durven wel, want hoor ’t mooi klinken: Wir sitzen
fest wie Eisen, om nog mooier te eindigen, als de Go
then in de duizeling der laatste dronken nog scheme
rend de zuilen zien draaien en ’t gebral verstomt.
Na ’t koor der Watergeesten ontving ’t neusje van
den zalm, ’t heerlijk Duo van Alarich en Ulytia een
krachtig applaus, hetgeen zich herhaalde na ’t Slotkoor.
Onze beschrijving van den zang, hier gegeven, geeft
onze gedachten weder: Excelsior heeft ’n moeilijk modern
toonwerk op uitstekende wijze uitgevoerd en was ge
lukkig in de keuze der solisten.
Natuurlijk, wat is volmaakt? was wel een
enkel vlekje op te merken; bv. een niet volkomen «als
één man* invallen, doch de geheele uitvoering droeg ’t
stempel van excellente voorbereiding. Mogen we de
dameskoren en de hooge mannenstemmen prijzen, die
beschikken over vele beste stemmen, een woord van
lof mag niet onthouden worden aan de lage mannen
stemmen, die ondanks een beduidend verlies
stemmen (door familie-omstandigheden) waren
zwakt, maar toch hunne partijen ferm gaven.
Een prijzen van «Excelsior* sluit reeds in zich een
woord van hoogen lof aan den directeur.
Moge «Excelsior* steeds bloeien onder de leiding van
den heer Paul Gaillard en in een volle zaal, zooals gis
teren, ’t bewijs gezien hebben, dat haar werken hooge
lijk gewaardeerd wordt!
eenvoudig door handkracht gedreven, verkre
gen deze fabrieken weldra een geheel ander
aanzien; de stoom werd aan de nieuwe industrie
dienstbaar gemaakt en langzamerhand ontwik
kelde zich een tamelijk ingewikkelde margarine-
techniek en reeds voor 1880 begon 't buiten
land de Brabantsche fabrieken als modelin
richtingen te beschouwen en tot objets d’
espionnage te maken. En den fabrikanten ging
’t naar den vleesche! Brabant heeft thans zijn
margarine-millionnairs. Want Brabant bleef
het land der margarine; lage loonen, goedkoope
grond en goedkoope melk zijn daarvan ge
deeltelijk de oorzaken. Slechts zeer enkelen
der magnaten op dit gebied hebben later hunne
fabrieken naar deze zijde van den Moerdijk
verplaatst.
Terwijl dus de Brabantsche fabrikanten rijk
werden, deelde Mège-Mouriès ’t lot van zoo
menig uitvinder: hij is arm gestorven.
We zullen niet breed uitweiden over den
strijd die de natuurboter-menschen aanbonden
ter onderdrukking van de margarine.
Onze natuurboter had in Engeland haar
naam verloren, door verkeerde boterbereiding
van den boer, maar ook doordat alle boterex-
porteurs als zoodanig juist geen «heilige boon
tjes” waren. En nu moest de margarine ’t
ontgelden.
Toen der Regeering bleek, dat met art. 330
van ons Wetboek van Strafrecht niets te voor
komen of te straffen viel, verscheen op 23
Juni 1889 de «Wet, houdende bepalingen tot
voorkoming van bedrog in den boterhandel.*
Deze Wet bleek al spoedig een wassen neus
te zijn, ’tgeen ook spoedig bleek na de «Wet
tot nadere voorziening van de vorige Wet«
van 2 April 1898. In Juli 1900 kwam de thans
figeerende Wet tot stand. Deze is beter, doch
behoeft ook nog betere formuleering, uitbrei
ding en verscherping. Vooral ook om
de vervalsching van margarine tegen te gaan.
Goede margarine is even voedzaam en ver
teerbaar als de beste natuurboter, dat is te
zeggen: margarine, zooals Mège-Mouriès en
de eerste fabrikanten ze maakten, die als eenige
grondstof oleo-margarine (kortweg: oleo) ge
bruikten. Ze werd aanvankelijk door de mar-
garinefabrikanten-zelf gefabriceerd. Sinds jaren
echter geschiedt dit niet meer. Bijna alle oleo
of ruwe margarine komt uit de Vereenigde
Staten; van de ruim 38 mill. KG. ruwe marga
rine, in 1902 ingevoerd, bezorgde Amerika ons
ruim 28 millioen K.G. In 1901 waren deze
cijfers respectievelijk ruim 49 millioen en 44
millioen K G. De rest komt uit België, Prui
sen, Schotland, Frankrijk en Oostenrijk.
Deze oleo wordt verkregen uit ’t vet,
talk van stieren, ossen, koeien en kalveren.
De ruwe talk, zooals ze vooral door de abat
toirs der groote steden geleverd wordt, is vaak
door huid- en bloeddeelen verontreinigd. Eerst
wordt de talk tusschen walsen doorgebracht,
daarna bij een warmtegraad van 5565° Celsius
gesmolten en gereinigd. Vervolgens laat men
dit vet bij 25 - 35° C. kristalliseeren, om het
daarna tusschen filterpersen te brengen, waarbij
als hoofdproduct de spoedig smeltende oleo en
als residu overschot) de hoogsmeltende
stearine verkregen wordt.
Al naarmate bij ’t hier kort geschilderde
procédé betere of mindere soort en al of niet
versche talk gebruikt, en een hoogere of
lagere persingstemperatuur aangewend wordt,
verkrijgt men uiteraard verschillende kwalitei
ten oleo. Om zoo te zeggen, ’t neusje van
den zalm, werd door Mège-Mouriès verwerkt;
oleo, gewonnen uit prima talk van pas geslachte
ossen, en bij een lage temperatuur uitgeperst.
Natuurlijk gebruikt een margarinefabriek
melk, zout en kleursel; doch wat de fabrikanten
van slechte margarine gebruiken, zal wel niet
volledig bekend gemaakt worden.
Spoorwegpersoneel. Aan diegenen van het personeel
der H. IJ S. M., die aan de staking hebben deel ge
nomen, zonder zich binnen de bekende 24 uren weder
aan te melden en die in huizen wonen, welke aan de
Maatschappij toebehooren, is door de Directie medege
deeld, dat deze huizen Dinsdag a. s. 21 April door hen
moeten zijn ontruimd. Men had den datum van ont
ruiming eerst gesteld op Dinsdag j. 1. 14 April, doch
wegens de voorafgaande Paaschdagen werd de termijn
verlengd.
Bij de S.S. zijn, naar wij vernemen, allen die huizen
van deze Maatschappij bewonen, getrouw gebleven,
zoodat hier van geen ontruimen sprake behoeft te zijn.
Ongeluk. Te Heeze bij Eindhoven geraakte een
houthakker, zekere v. D., die met eenige makkers be
zig was met het vellen van boomen, toen hij struikelde,
onder een neervallenden boom. De ongelukkige man,
gehuwd en vader van kinderen, bleef op de plaats
dood.
Geschoten. Te Haarlem is gisteravond weder door
een schildwacht geschoten op iemand, die de aan het
station gelegen steenkolenbergplaats wilde opgaan,
waarschijnlijk met het doel steenkolen te ontvreemden.
De man werd niet geraakt, doch de kogel kwam
door een ruit van perceel Kennemerplein no. 6, be
woond door mej. Piek, en verbrijzelde een schilderij en
sloeg een stuk uit den muur.
Uit den Spaansch-Amerikaanschen oorlog. In de
baai van Manilla heeft men de «Reina Cristina*, het
vlaggeschip van den admiraal Montojo, dat daar op
den lsten Mei 1898 door admiraal Dewey in den grond
geboord werd, gelicht. Men vond ongeveer 80 lijken
aan boord, meest allen in de nabijheid van het hospi
taal. Commandant Coudes van Cavite, wilde de over
blijfselen in Amerikaanschen bodem met Amerikaansche
eerbewijzen ter aarde doen bestellen, doch de Span
jaarden aldaar verlangen, dat de plechtige ter aarde
bestelling in Spanje zal plaats hebben.
Volgens Reuter zalmen thans trachten alle in dien
oorlog gezonken Spaansche oorlogsschepen te lichten.
Te Drachten is Zaterdag jl. vanwege het Noor-
dergewest van hetNed. Gymnastiekverbond een «Turn-
avond* gehouden, met concours en vrije oefeningen.
Zes turnclubs kwamen uit.
De oefeningen waren voorgeschreven; van elke club
moesten 6 leden aan den wedstrijd deelnemen.
Als juryleden fungeerden de hh. Gerth en Scheffer,
turnleeraren te Amsterdam en H. Edelman, id. te
Winschoten.
De eerste prijs, eene zilveren medaille, aangeboden
door H. M. de Koningin, met diploma, werd behaald
door «Sparta*, te Groningen, met 77‘/2 punt, de tweede
prijs, eene zilveren medaille van het Noordergewest,
werd behaald door «Hercules* te Drachten, met 75 plin
ten.
Het maximum punten was 90.
De Koninginne-medaille moet een volgend jaar in
een zelfde concours verdedigd worden.
Aan «Hercules* werd namens het Gewest een krans
aangeboden ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan.
Overigens werd er nog veel op hun gebied gegeven,
o. a. door de Dames-vereeniging uit Sneek vaandel
en boogreien, die zeer in den smaak vielen.
«Sparta* kwam kranig uit met eene serie oefeningen
aan barren.
De Staking. In velerlei vorm wordt thans gewelkt,
om de spoordirecties te bewegen, zooveel mogelijk de
ontslagenen en stakers weer aan te nemen. Hiermee
kan men in ’t kort weergeven de pogingen, die alom,
en van verschillende politieke of godsdienstige rich
tingen, gedaan worden om veel jammer en ellende te
keeren, veel naweeën te voorkomen, veel berouw door
kwijtschelding van straf te laten volgen, en ook
het geregelde treinenverkeer weer volkomen te her
stellen. En dit laatste zou zonder ’t aan nemen der
ontslagenen in geen tijden gelukken.
We hopen, dat een zoo volledig mogelijk succes dit
algemeene streven moge bekronen.
De bewaking der spoorwegen wordt minder streng
gemaakt.
Te Amsterdam komt licht in de stakingsduisternis.
Bij de Staatssp. worden, volgens telegram van gis
teren, de geschorsten weer aangenomen met terug
stelling tot een lageren rang, loonsverlaging en plaat
sing aan ’t einde der ranglijst in de nieuwe klasse,
waarin zij worden opgenomen.
De staking der gemeentewerklieden te Amsterdam
is opgeheven verklaard. De stakende grondwerkers
zijn grootendeels weer aan ’t werk gegaan. De staking
der burgersmeden duurt er voort. De opheffing der
uitsluiting (lock out) van transportwerkers schijnt in
middels aanstaande. De werkgevers toch hebben aan
’t personeel de voorwaarden meegedeeld, waarop het
werk kan hervat worden op een nader door de werk
gevers aan te geven datum. De werklieden worden
in 2 categoriën verdeelda. zij, die op contract zul
len werken (vaste werkl.) en b. zij, die zonder con
tract werken (zg. los-vaste werkl.). Beide categoriën
moeten zich verplichten, niet op orders van derden
’t werk neer te zullen leggen.
Onder a wordt een minimumloon gegarandeerd, maar
moet een deel van dat loon (en weU f 50 a f 100) bij
de werkgevers als waarborg blijven. De onder b be
doelden krijgen boekjes met voorschriften en hebben
door die boekjes preferentie boven losse werklieden,
die geheel buiten de werkgevers staan. Eerst komen
dus de contract-werklui, dan de boekjes-werklui en
eerst, als deze geplaatst zijn, de geheel losse werklui
Lijst van de aan het postkantoor te Sneek
en de daaronder behoorende hulpkantoren ter
post bezorgde brieven en briefkaarten, welke
wegens onbekendheid van de geadresseerden
niet zijn kunnen worden uitgereikt.
Ie helft der maand April 1903.
Sjerp de Vries, Oudega.
A. Visser, Amsterdam.
Kerling, ’s Gravenhage.
Kerling, ’s Gravenhage.
H. Keelstra, Klooster.
Dat ’t in den verboden tijd niet kwaad
visschen is, blijkt van een hengelaar alhier,
die op Goeden Vrijdag uit eenige opvaarten
ruim 30 pond blei, voorn en baars haalde.
Een aardig presentje voor moeder de vrouw,
als de centen ontbreken, om manlief een stukje
vleesch voor te zetten.
De firma Louwmans Co. neemt van
haar personeel, groot 120 personen, 80 mee
naar 't Loo. Onder die 80 bevinden zich 40
huisvaders.
verplaatst in Clytia’s paleis. De
gasten vieren feest. De introductie van de piano
geeft reeds feeststemming.
Nadat ’t koor door mooien zang Bacchus heeft ge
loofd, komt Clytia nog meer tot vreugde aanzetten.
Werd ’t niet mooi gezongen, ’t
Alles sei gewShrt,
Alles sei genossen!
Keurig wisselen koor en sopraansolo, als de mu
ziek vertolkt ’t duidelijk en treffend! als men iemand
ziet verschijnen.
«Wer is sie?« vraagt men angstig.
Met haar aangenaam altgeluid geeft thans mej. Ber
zina Mol weer, hoe de Sibylle Rome’s ondergang
voorspelt. Hoe schoon geeft zij ’t weer.
Heldin, Herscherin, Sundarin, stirb!
Ook later, toen de Sibylle de ruwe Gothen, bedwelmd
door den wijn, zag liggen in ’t Keizerlijk paleis, hoe
schoon vroeg zij, of de Gothenvorst soms stemmen
van de Watergeesten der Busento in zijn droom ver
nam. En keurig riep zij toen:
Weckt ihn nicht, ihr Morgenlüfte.
Uitstekend werd door ’t koor en door «Alarich* ver
tolkt, hoe in no. 9 de Gothen, aangeveerd door hun
vorst, de grijze stad bestormen. Er klinkt storm, er
klinkt geweld in den zang.
Daarna gaf «Alarich* weer, hoe de koning, ontzet
bij ’t zien van de heerlijke St. Pieterskerk, zijn ver-
woestingsideeën verliest.
Mooi gaf de heer Hoes ’t:
Gnade, Gnade! Gothenkrieger! enz.
Nu Rome gespaard blijft, hooren we de piano reeds
het heerlijke loflied Te Deum (U, o God, loven wij!)
aankondigen en weldra treft de schoone lofzang ons
UITVOERING—«EXCELSIOR*.
SNEEK. Terwijl Woensdagavond de generale re
petitie van «Alarich* reeds verscheidene belangstellen
den trok, was gisterenavond, bij de uitvoering van het
door de gemengde Zangvereeniging «Excelsior* inge
studeerde werk, de zaal bezet, zooals men wel mocht
hopen en verwachten. We mogen zeggen: De be
langstelling van gisteren overtrof die van de laatste
jaren.
We hebben reeds eerder gemeld, dat dit zangspel
speelt in den geweldigsten tijd, dien West-Europa
gekend heeft, in den tijd toen Germaansche en Azi
atische ruwe kracht woelden en werkten tegen ’t ver
molmde Romeinsche Rijk; toen de Middeleeuwen uit
de oudheid moesten geboren worden. Heidensche en
Christelijke denkbeelden vermengden zich.
In dit toonwerk ontmoeten we ’t forsche karakter
van den heldenkoningden Heidenschen aanvoerder der
West-Gothen, van Alarich (Hollandsch: Alarik)de
heer Joh. A. Hoes, bariton, van Amsterdam.
Dan treedt vooral op den voorgrond de hartstocbte-
lijke Romeinsche dame Clytia, mej. Fredy Grone
man, sopraan, van Groningen; hartstochtelijk in haar
aanroepen van der Christenen God, in haar Heiden
sche gedachte: Laat ons, nu we toch moeten sterven,
eten, drinken en vroolijk zijn; maar vooral in haar
vurige liefde voor held Alarik.
Mej. Berzina Mol, alt, van Utrecht, vertoonde de
sibylle Tiburtina, die Rome zag geboren worden en nu
het einde van ’t Heidensche Rome voorzegt.
Als koren komen voor: De krachtige ruwe Gothen,
dan koren van Romeinen en ’t koor der Watergeesten.
Al de schoone deelen van dit groote werk opsommen,
zou ons te ver voeren. Daarom enkele punten aan
gestipt.
Heerlijk klinkt ons na de introductie op de piamJ,
we behoeven den heer J. Godefroy, van Steen wijk,
geen lof toe te zwaaien; ’t zou overbodig zijn, 't
«Agnus Dei* tegen, aangeheven door de processie voor
de St. Pieterskerk; volk en priesters smeeken Gods
bescherming af tegen ’t naderend gevaar.
Daarna roept Clytia den Zoon Gods aan, opdat Deze
den vijand verdelge. Roerend vertolkt zij haar angst,
haar hartevrees. Zij ziet de heerlijke bouwwerken.
Prachtig is de overgang, als zij gedenkt, dat al dat
schoons in stof moet verkeeren, om dan nog, zielsbe-
droefd, uit te roepen: Waakt er geen engel meer over?
Mej. Groneman had hiermee het auditorium voor
zich gewonnen.
In vertwijfeling roept zij uit:
Herr, Herr, reiss’ auf der Erde Mund,
Begrabe sie im Höllenschlund!
Verstreu’ in Staub ihr bleichendes Gebein,
Herr, hör’ uns, Herr, erhöre unser Schrei’n!
Misschien had hier haar stem nog iets sterkei
genover de piano kunnen uitkomen; doch de vertolking
moest wel applaus uitlokken.
We hooren thans krachtige koren: De Gothen dalen
uit hunne sombere vlakten in ’t schoone Italië. Hun
verlangen, om hier te genieten, wordt in ’t kort uitge
drukt door: «O Land Italia, ich grüsse dich!«
Hun aanvoerder verschijnt. Wat deed de heer Hoes
mooi, toen hij zong, hoe een demon hem aanspoort,
Rome te verdelgen.
In de lage tonen was deze zanger, die
dan bariton is, ’t mooist.
«Voer ons aan
machtige kreet der Gothen.
We worden nu
c
I
1
til
mi
sti
Li
di