NlfflWS- EJ WEIMTIEBMII Hildegrkd. ÏMR SJEEÏ M MMffi 1 ft i Zaterdag 2 Mei 1903. 53e Jaargang. r No. 35. L Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. FEUILLETON. I i 4 k r ■- hoofdelijke stemming wordt 23) Itit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. om eervol ontslag als >&,S HOOFDSTUK XI. Vervolg. Ja, zij wilde terug naar Hamburg. Op de plaats, waar zij haar jeugd had doorgebracht, wilde zij ook haar le ven besluiten; zij wilde op het kerkhof naast hare ouders rusten, en haar kind moest opgroeien onder de hoede van tante Brinken. Zij had er een voorgevoel van, dat zij spoedig sterven zou, en dit werd aanhoudend ster ker, ten laatste was het een innig verlangen naar ver lossing uit alle aardsche kommer en ellende. Maar hoe zou zij de reiskosten betalen? en de kosten van haar verblijf te Nizza? Het geld, dat men nog in de schrijftafel van graaf Orlowsky had gevonden het laatste overblijfsel van Hildegard’s groot vermogen was nauwelijks toereikend geweest om de begrafenis kosten te voldoen. Madame Pelletier liet volstrekt niet blijken, dat zij hoopte op eene spoedige betaling der huurpenningen en voorschotten: maar Hildegard’s ge voel liet niet toe, dat zij bij die brave vrouw lang in schuld bleef. Zij wendde zich daarom tot Eduard, maak te hem bekend met het leed dat haar overkomen was, en sprak zich zelf daarbij niet vrij van schuld. Zij hoop te echter, dat haar broeder haar genoeg liefde zou toe dragen om haar uit den nood te redden en haar voor gebrek te bewaren. En doet ge het niet om mijnentwille, Eduard, help mij dan ter wille van het onschuldige kind, dat ik onder het hart draag, en dat anders in de bitterste zij Paul niet veroordeelde; zij begreep, dat zij daardoor de jonge weduwe zou grieven en haar vertrouwen zou verliezen. Daarna spraken zij ook over Karei, over haar vader en over Eduard. Geheel het verleden werd besproken; het was of de geesten der afgestorvenen en der afwezige geliefden on zichtbaar in de kamer tegenwoordig waren bij de treu rende vrouwen. Het was reeds na middernacht, toen mevrouw Brinken aanmaande om ter ruste te gaan. Kom, kind, nu moet je naar bed. Wij blijven voor taan bij elkaar en kunnen dus nog genoeg met el kaar spreken. Tot morgen dus! Met deze woorden sloeg zij haar arm om Hildegard en geleidde haar naar het slaapvertrek, dat voor de jonge weduwe smaakvol was ingericht. Zoo was Hildegard dan terug in hare geboorteplaats, en wel onder de hoede van de goede tante, die voor haar sedert hare kindsheid als eene moeder was ge weest Na het ongestadige leven dat zij sedert haar huwelijk had gehad, maakte zich nu een weldadig ge voel van rust en veiligheid van haar meester, een ge voel van geborgen te zijn, waaraan zij naar lichaam en geest zoozeer behoefte had. Op verzoek van mevrouw Brinken leefde en woonde zij verloopig geheel met deze samen. Het stuitte Hil degard tegen de borst, dadelijk een eigen huishouding te voeren, en tante Brinken was overgelukkig, nu zij eene dochter bij zich had, voor wie zij zorgen en denken kon. Beide vrouwen, de oude en de jonge weduwe, leef den samen steeds verdiept in hare herinneringen; zij von den troost in haar samenzijn en verzuimden intus- schen niet, alles voor te bereiden voor de komst van het verwachte kind. (Wordt vervolgd.) ellende geboren zal worden en afhankelijk zal zijn van het medelijden van vreemden. Help mij, Eduard, al doet ge het slechts om de nagedachtenis van onze dier bare ouders te eeren. Zoo schreef Hildegard aan haar broeder in het ver re Oosten en in pijnlijke spanning wachtte zij zijn ant woord. Spoediger dan zij gedacht had, kwam er een brief van Eduard Römer, uit Madras, aan Gravin Orlowsky te Nizza, en dit schrijven maakte een einde aan hare bezorgdheid voor haar levensonderhoud. «Lieve Hildegard, al kan ik je ook geen weelde ver schaffen, daar mijn geld bijna geheel is vastgelegd in de groote handelszaak die ik hier heb gevestigd, toch hoop ik dat je onbezorgd zult kunnen leven van de ren te, die mijn huis te Hamburg opbrengt; deze be draagt jaarlijks zes duizend mark. De weelde, waaraan je vroeger gewoon waart, zal je moeten missen; maar je kunt dan toch fatsoenlijk in je stand leven. Ik heb aan mijn gemachtigde te Hamburg last gegeven oogen- blikkelijk de helft der som naar Nizza te zenden, en je voortaan elk half jaar drie duizend mark uit te be talen, waar je ook mocht vertoeven. Gave God, dat ik je van al het overige leed zoo gemakkelijk kon bevrij den als van deze geldzorg. Maar wie kan de herinne ring aan ’t verleden uitwissohen? Wie kan gepleegd onrecht in recht veranderen? Ik wil op niemand een steen werpen; immers, wij hebben allen vergiffenis noodig, ik zeker niet minder dan anderen». Dankbaar en met verlicht hart begroette Hildegard dit schrijven van haar broeder. Zij begon nu ernstig aan vertrekken te denken; zij schreef weder aan tante Brinken, en kreeg het bericht terug, dat de bovenver dieping der villa ledigstond en dat het haar zeer aan genaam zou wezen, hare «lieve Hildegard« bij zich te hebben. Alsnu werd de dag van vertrek bepaald. Het viel Hildegard zwaar te moeten scheiden van de plek, waar haar Paul begraven lag; ook het afscheid van madame Pelletier en van Clémence viel haar niet licht maar toen zij aan al hare verplichtingen had voldaan, aarzelde zij niet langer en aanvaardde de verre reis naar Hamburg. Zonder ongelukken volbracht zij deze en kwam in den avond van den derden dag in hare ge boorteplaats aan. De trein kwam stampend en blazend het station binnenrijden, maar van allen, die haar in vroegeren tijd zouden afgehaald hebben, was niemand meer over dan tante Brinken. Daar liep zij op het per ron ijverig rond te zien, todat zij in de zwaar gesluierde dame, welke juist uit den waggon stapte, hare lieve kleine Hildegard herkende. Snikkend viel de uitgeput te jonge vrouw in de armen van hare moederlijke vriendin. Hartelijk welkom, mijn kind! Daarmede begroette zij hare lieveling. Weinige oogenblikken later zaten zij naast elkaar in het rijtuig. Mevrouw Brinken hield Hildegards hand in de hare; beide vrouwen gevoelden met vernieuwde kracht, welke zware verliezen zij geleden hadden sedert haar vorig samenzijn in Hamburg, maar in deze ure vond geen van beiden woorden om aan hare smart uit drukking te geven. Zij lachten elkaar toe, doch het was een weemoedige lach; zij drukten elkaar veelbetee- kenend de hand, doch de namen Karei Brinken en Paul Orlowsky kwamen op dit oogenblik niet over hare lippen. Eerst langzamerhand, toen Hildegard op haar gemak kwam en zij bij het licht der lamp naast hare tante op de sofa zat, kreeg zij moed om over het verschrikke lijke voorval te Nizza te spreken. Ach, wat deed het haar goed, dat zij haar hart eens kon uitstorten bij hare dierbare moederlijke vriendin, en dat zij met haar kon schreien om haar Paul! Tante Brinken paste wel op, dat ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. nomen. De Voorzitter antwoordt, dat het de slagerij van Jelle de Jong aan de Parkstraat betreft’t is name lijk gebleken, dat de voorschriften van den gemeen- te-architect en den veearts niet geheel zijn opgevolgd; in de slagerij had een luchtkoker gemaakt moeten worden, doch door de geringe ruimte moest die lucht koker door de woonkamer naar buiten en meende men te kunnen volstaan met het aanbrengen van 2 luiken, die nu in den wand uitkomen. Dit is niet volgens den wensch van den veearts en het laatste woord in dezen zal dan ook nog wel niet gesproken zijn daar deze kwestie nog steeds aanhan gig is- De heer Bouma dankt voor de gegeven inlichtingen. De Voorzitter stelt verder voor, het verslag van de gemeentereiniging eveneens in het te drukken offici eel verslag op te nemen en deelt mede dat het ver slag van den toestand der gemeente, over het afgeloo- pen jaar, op het punt is de pers te verlaten en den leden eerstdaags in druk zal bereiken. De adressen van den heer Dr. Diehl, onder sub i, wenscht Spr. in een volgende vergadering te behan delen en verder de niet-gememoreerde ingekomen stukken, uitgezonderd het adres van de Gezondheids commissie, voor kennisgeving aan te nemen. Conform wordt besloten. De oorzitter deelt mede, dat het adres der gezond heidscommissie eerst dezen morgen is ingekomen. Daarbij wordt verzocht voor de vergaderingen dier commissie, welke eiken laatsten Donderdag der maand worden gehouden, ’s namiddags te 6’/.2 uur aanvangen en te ongeveer 10 uur eindigen, een der lokalen van het Gemeentehuis te mogen gebruiken. Behalve de kosten voor bediening is men genegen hoogstens f 2 per vergadering te vergoeden, ’t Komt ook den Com missaris der Koningin ’t meest gewenscht voor be doelde vergaderingen in het gemeentehuis te houden. De Voorzitter zegt, dat in het gemeentehuis weinig lokalen disponibel zijn, waarom B. en W. op een eer der verzoek niet gunstig adviseerden, hoe gaarne men ook der Commissie ter wille had willen zijn, ’t Is bedoelde Commissie echter niet gelukt een geschikt gebouw te vinden en omdat de Commissaris der Ko ningin ’t niet raadzaam vond de vergaderingen in een localiteit met vergunning te houden, hebben B. en W. het verzoek nogmaals overwogen en is in overleg met de commissie, den laatsten Donderdag van iedere maand als de meest geschikte dag voor die vergaderingen aan gewezen. B. en W. stellen nu voor het verzoek toe te staan onder voorwaarde, dat voor het gebruik van een lo kaal in het gemeentehuis t 2.per vergadering wordt vergoed buiten de kosten van bediening enz. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het adres dadelijk te behandelen. De heer Beekhuis vraagt of het wel noodzakelijk is, dat de Raad hierover beslist. De Voorzitter antwoordt, dat het hier een verhuren van gemeente-eigendommen betreft, waarvooi de goed keuring van Ged. Staten moet worden gevraagd en waarover de Raad dus eerst dient te beslissen. De heer Paehlig vindt de vergoeding van f 2.al te weinig, indien daarin ook de kosten van vuur en inzake Onderzoek pensionneering van gemeente-amh- tenaren, hunne weduwen en weezen. Burg, en Weth. stellen voor, daar deze zaak h. i. wel instemming verdient, voor bovengenoemd doel eene bij drage in eens van f 25,te verleenen en daarvoor de goedkeuring van Ged. Staten aan te vragen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 7. Adres van l.J. Beekhuis om ontheffing van eene bepaling der Bouwverordening. Adressant vraagt voor den herbouw van zijn onlangs afgebranden droogschuur aan de Woudvaart, ontheffing van eene bepaling der bouwverordening, in dier voege, dat de bovenbouw dier schuur van hout worde ge maakt. B. en W. stellen voor de gevraagde ontheffing te verleènen, onder gehoudenheid evenwel dat adressant zich aan dé nadere voorschriften van B. en W. zal heb ben te houden. De heer Paehlig meent dat de onlangs plaats gehad hebbende brand te wijten was aan een gebrek in den schoorsteen en vraagt of hierin nu wordt voorzien. De heer Beekhuis antwoordt, dat er thans geen schoorsteen wordt gemaakt en dat gevaar dus is op geheven. Hierna wordt zonder hoofdelyke stemming conform het voorstel van B. en W. besloten, met aanteekening dat de heer Beekhuis niét tot dit besluit heeft mede gewerkt. 8. Alsvoren van C. van Dijk, onderwijzeres aan school no. 1. Wegens hare benoeming tot onderwijzeres aan eene der o. 1. scholen te Amsterdam, verzoekt adressante eervol ontslag, met ingang van 1 Juni a. s. B. en W. stellen voor het gevraagd ontslag met in gang van genoemden datum eervol te verleenen en hun te machtigen eene oproeping voor de dan bestaan de vacature te doen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt con form besloten. 9. Benoeming van een Weesvoogd ter voorziening vacature A. T. Pijttersen. Wegens het in de vorige vergadering aan den heer A. T. Pijttersen verleend eervol ontslag als Voogd van het O. B. Weeshuis, worden door heeren Voogden voor deze vacature aanbevolen de heeren J. J. van Druten en M. Haga. Uit de gehouden stemmen blijkt dat de heer van Druten is benoemd met 9 stemmen, terwijl 3 stemmen waren uitgebracht op den heer Haga en 1 briefje blanco was. 10. Intrekking der raadsbesluiten tot wijziging der gemeentebegrootingen, dienst 1902 en 1903. Ged. Staten geven in nadere overweging bovenge noemde raadsbesluiten in te trekken. Hoewel B. en W. niet alle door Ged. Staten aan gevoerde bedenkingen deelen, meent hun college dat er geen bezwaar bestaat aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen, nu de geldleening voor den bouw der nieuwe gasfabriek is goedgekeurd en wordt daar om voorgesteld tot intrekking van genoemde besluiten. De Voorzitter zegt, dat de gelden, verkregen door den verkoop van verschillende perceelen gemeentegrond nu voorloopig op de begrooting van 1902 kunnen blij- licht zijn begrepen en wenscht voorts het verzoek tot wederopzeggings toe te staan. De Voorzitter antwoordt, dat men de Commissie eenigszins ter wille moet zijn, bij zomerdag zijn de kosten van vuur en licht gering, bij winterdag wat meerdit moet door elkaar gerekend worden de laat ste opmerking van den heer Paehlig, om het verzoek tot wederopzeggings toe te staan, wil Spr. gaarne over nemen. Hierna wordt, conform het voorstel van B. en W., het verzoek tot wederopzeggings toegestaan. 3. Verzoek van A. L. Hansma tot het plaatsen van een ijzeren hek nevens zijn pand aan het Bolwerk. Adressant wenscht ter beveiliging van zijn pand, staande aan de Wijde Noorderhorne, aan de noordzijde een ijzeren hek te plaatsen volgens overgelegde teeke- ning en daartoe een gedeelte gemeentegrond in ge bruik te nemen. B. en W. hebben geen bezwaar aan het verzoek van adressant te voldoen en stellen voor het gevraagd ge deelte gemeentegrond, ter lengte van 10 meter en ter breedte van 1.30 meter, aan den publieken dienst te onttrekken en aan adressant in bruikleen af te staan, onder voorwaarden dat het te plaatsen hek wordt ge maakt ten genoege van den gemeente-architect en voortdurend worde onderhouden ten genoege van B. en W„ dat op de in gebruik te geven gemeentegrond geen hokken of anderszins mogen worden gezetdat als vergoeding eene jaarlijksche retributie van f 1,50, voor het eerst op 1 Mei 1904, moet worden betaald en dat een eventueel in het hek te maken deur naar bin nen moet opendraaien. Zonder discussie en conform besloten. 4. Rekening van het Old Burger Weeshuis, over 1902. De Commissie voor het nazien van rekeningen en begroetingen brengt bij monde van den heer R. S. H. Visser over bovengenoemde rekening rapport uit en stelt voor deze goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 104,952.08, met een batig saldo van f 18069.49. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 5. Wijziging der begrooting van het Old Burger Weeshuis, dienst 1903. Dezelfde commissie stelt voor, deze gewijzigde be grooting opnieuw vast te stellen met een bedrag in ont vang en uitgaaf van f 90500,556. De heer ten Gate vraagt of de aanvrage om wijzi ging enkel een formaliteit is, daar over die wijziging reeds door Ged. Staten is beslist. De Voorzitter antwoordt dat dit niet slechts een for maliteit is; de gewijzigde begrooting is in handen ge steld van de vaste commissie, om te dienen van advies, terwijl de Raad er nu over moet beslissen. Heeren Weesvoogden kunnen rechtstreeks goedkeuring vragen aan Ged. Staten, doch daarna worden de stukken ge steld in handen van Burg, en Weth. om te dienen van advies en daarna is de beslissing aan den Raad. Hierna wordt conform het rapport der commissie besloten. 6. Voorstel tot het verleenen van eene geldelijke bijdrage aan de Ned Vereen, voor Gemeentebelangen VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Dinsdag, den 28sten April 1903, ’s nam. 7 uur. Tegenwoordig zijn 13 leden, afwezig met kennis geving de heeren Schijfsma en Veen. Voorzitter de heer mr. D. Alma, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. De Voorzitter opent de vergadering met de mede- deeling, dat is ingekomen een schrijven van den heer Schjjfsma, dat hij wegens droeve familieomstandighe den en van den heer A. Veen Ez., een bericht uit Gro ningen, dat hij wegens uitstedigheid verhinderd is, deze vergadering bij te wonen. Punten van behandeling: 1. Resumtie der notulen. De notulen der op 24 Maart j.l. gehouden vergade ring worden, na lezing door den Secretaris, onveran derd vastgesteld. 2. Mededeeling van ingekomen stukken enz. a. Schrijven van den heer C. Hou wink, alhier, dat de voorwaarden inzake afstand in koop en bruikleen van gemeentegrond, door hem worden aangenomen; b. alsvoren van de heeren R. Jongbloed en I. de Jong alhier, dat zij de voorwaarden inzake aanleg van straten enz. aannemen; c. alsvoren van den heer F. H. Pjjttersen Hzn. al hier, berichtende dat hij afziet van den aankoop van het aangevraagde bouwterrein aan de Stationsstraat alhier; d. verslag van den gemeente-veearts omtrent den gezondheidstoestand van den veestapel enz. over 1902; e. missive der Commissie belast met het beheer der Gemeentereiniging, geleidende het verslag van dien tak van dienst over 1902; alsvoren van B. en W., geleidende het verslag van den toestand der gemeente over 1902; g. resolutie van Ged. Staten houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot betaling uit het fonds voor on voorziene uitgaven, begrooting 1902; h. alsvoren, houdende goedkeuring van het raads besluit tot afstand in koop en bruikleen van gemeente grond aan den heer C. Houwink; i. twee adressen met bijbehoorende missives, van den heer dr. Z. Th. Diehl te Alkmaar, inzake zijne jaar wedde als Directeur en leeraar aan de Burgeravond school alhier; Adres van de Gezondheidscommissie, met den ze tel Sneek, houdende verzoek, voor hare vergaderingen een lokaal in het gemeentehuis te mogen gebruiken. De Voorzitter stelt voor het verslag over den ge zondheidstoestand van den veestapel enz., onder d, in het te drukken officieel verslag op te nemen. De heer Bouma vraagt, waarom deslageiij, waarvan in het verslag sprake is, eerst is afgekeurd en zonder de vereischte goedkeuring later toch in gebruik is ge- Tl r I h

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1