MUM- EJ AIIVERTENTIEBLAi»
HILDEGARD.
IWIl SM B 018TWEÏ.
Woensdag 13 Mei 1903.
68e Jaargang.
No.; 38.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Tabak, Suiker, Drank.
FEUILLETON.
- -
26)
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
-
wel ervaren in! Zingt ge of bespeelt ge een instru
ment?
Ik zing een beetje en speel juist genoeg om mijn
gezang te kunnen begeleiden.
Dan krijgen we straks ook wat van u te hooren,
niet waar?
Daarbij keek Rena hem zoo vriendelijk aan, dat hij
in verwarring geraakte en slechts kon antwoorden
meteen zwpgend hoofdknikje.
Zeer lief droeg Rena nu twee liederen van Schumann
voor: «Der Nussbaum» en «Allnachtlich im Traume.»
Manfred was in een vensternis gaan zitten en ge
noot dubbel bij het zien en het hooren van zijn nicht.
Eerst toen zij ophield, schrikte hij op uit zijn droome-
rijen; hij stamelde een woord van dank, on nam ver
volgens op verzoek zelf plaats aan het instru
ment. Zijn vingers gleden eerst een paar maal over
de toetsen en toen zette hij met klankvolle stem het
Molenaarslied van Schubert in. Hij wist gevoel te leg
gen; zoowel in zang als in begeleiding; toen het lied
eindigde met de woorden: »Sag’ Bachlein, liebt Sie
mich?« oogstte hij dan ook stormachtigen bijval.
En zoo komen wij nu pas te weten, dat onze
Manfred een echte kunstenaar is! riep gravin Órlowsky.
Het is een genot je te hooren zingen! Waar heb je
zulk een goede muzikale opleiding genoten?
Ik had te Madras een uitstekenden onderwijzer,
en bovendien had mijn goede moeder veel liefde voor
muziek.
Een zacht rood kleurde Rena’s wangen en haar
oogen glinsterden, terwijl zij zeide:
Nu zullen wij u zeker nog menigmaal verzoeken
om een lied voor ons te zingen. Voortaan zal ik maar
zwijgen mijn kinderlijk gezang kan toch uw oor
deel niet doorstaan.
O Rena, zeg dat'niet! Ge weet niet met hoeveel
genoegen ik naar uw zang heb geluisterd. Als tante
het goed vindt, moesten wij dikwijls samen muziek
maken, ja, we moesten eenige duetten instudeeren.
Sedert dien avond werden de bezoeken van den
jongen Römer nog menigvuldiger. Rena begroette
hem altijd met vreugde, als hij kwam om met haar
muziek te maken en als zij daarmee bezig waren, was
zij altijd vol ijver en belangstelling. Gold die belang
stelling alleen de muziek, of gold ze gedeeltelijk ook
Manfred Soms hoopte hij dit, op andere tijden
vreesde hij het tegendeel; het lag niet in Rena’s aard
hare gevoelens te toonen, zoodoende bleef hij voort
durend in het onzekere. Zoo werd de arme Manfred
in dien tijd aanhoudend geslingerd tusschen hoop en
vrees. De brieven, die hij in die dagen aan zijn vader
zond, handelden bijna over niets anders dan Rena Or-
lowsky. Het was een geluk, dat hoofd en hart van
mr. Beatcher niet bezig gehouden werden door verliefde
droomerijen en dat hij de belangen van het «huis Römer»
als zijn eigene behartigde. Somwijlen vermaande hij
echter Manfred op vaderlijken toon met de woorden
Jonge vriend, zoo kan het niet blijven gaan, op
die manier raken wij geheel uit den goeden koers
Manfred kleurde dan en zei met een zucht
Gave God, dat wij al behouden in de haven
waren.
Zoo geslingerd tusschen hoop en vrees verliep voor
hem de winter. Deze was bijna ten einde; de wind,
die op zekeren dag waaide, was zoel en Manfred moest
zich geweld aandoen om in het kantoor over de dikke
boeken gebogen te blijven zitten, terwijl hij bij die
droge cijfers telkens aan bruine lokken en schitterende
lieve oogen moest denken.
Daar werd hem een brief gebracht. Elke onderbreking
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
den toestand, dat de Brusselsche Conventie
eerst na langdurige beraadslagingen een wei
nig orde in den chaos wist'te brengen. Re-
geeringen bv. geven belangrijke premiën, en,
daardoor gesteund, worden in enkele landen
massa’s suiker door de suikerkartels (trust van
fabrikanten) goedkooper naar ’t buitenland ge
ëxporteerd dan de suiker hun aan produceeren
kost.
Zeer vele Kamerleden waren tegen accijns
verlaging, terwijl ook velen voor een flinke
verlaging waren, daarbij wijzende op ’t belang
der uitbreiding van de comsumptie van een
zoo gezond voedings- en genotmiddel als de
suiker. Die uitbreiding is een der voordeelen,
welke uit de afschaffing der suikerpremiën kun
nen voortvloeien en een van de bedoelingen
der Brusselsche Conventieen het meerder
gebruik kon 't verlies voor de schatkist com-
penseeren. Gewezen werd, door voorstanders
van groote accijnsverlaging, op ’t gevaar van
smokkelarij aan de Duitsche en Belgische gren
zen, indien de accijns cp f 27 bepaald blijft of
op f 24 wordt gesteld, nu de accijns in Duitsch-
land tot 14 mark t 8.40) is teruggebracht
en in België op 15 francs nog geen f7.50)
staat bepaald te worden. Er waren leden, die
vermindering tot f 20, ja, tot f 18 voorstonden.
De leden, die de verlaging afkeurden, meen
den dat ons land niet voor overstrooming met
vreemde suiker behoefde te vreezen, daar on
ze suikerfabrikanten de beetwortels goedkoo
per kunnen betrekken dan de buitenlanders,
omdat onze landbouwprodukten, wegens het
niet-heffen van graanrechten, goedkooper zijn.
We zullen zien, wat van dit ontwerp terecht
komt. Doch wat ook gebeure, we hopen wel
dat suiker meer dan thans een volksvoedsel
worde.
Wat de tabaksbelasting betreft, deze is nog
niet ingediend bij de Tweede Kamer, doch
krachtig wordt er door de sigaren- en tabaks
fabrikanten tegen geijverd. O. a. hebben alle
Eindhovensche fabrikanten een request opgezon
den aan de Kamers, waarin tegen de bedoelde
verhooging ook de volgende argumenten wor-,
den aangevoerd:
»Dat de tabakshandel en tabaksindustrie zoo
ingeweven zijn in de welvaart van het gehee-
le Nederlandsche volk, dat zonder die welvaart
door jarenlange inspanning van handelaars,
fabrikanten en werklieden verkregen, te knak
ken, de toepassing van belasting onmogelijk
HOOFDSTUK XII.
Vervolg.
Als hij dan de villa naderde, ging hij wel aarzelend
voort, vreezende dat Rena niet thuis zou zijn, beden
kende ook hoe hij het zou aanleggen om een antwoord
te krijgen op de vraag:
Bemint zij mij ook? Of ben ik voor haar niets
anders dan een neef.
Helaas, tot heden had hij nog geen enkel bewijs van
haar genegenheid. Manfred was niet verwaand, niet
ijdel; met dames had hij nog weinig omgegaan, en zoo
legde hij menigmaal iets in zijn nadeel uit, wat een
ander misschien ten zijnen gunste zou uitgelegd heb
ben.
Ook nu weer stapte hij tegen den avond in diep ge
peins verzonken naar de villa, die voor hem zooveel
aantrekkelijks verborg. Hij schelde aan en nu werd de
deur geopend door dezelfde kamenier, die op dien
onvergetelijken avond hare meesteres van den trein had
gehaald.
Hij behoefde niet te vragen, of de familie thuis was,
want uit den salon der gravin klonk een heerlijke so-
praanstem, die juist de laatste woorden zong van
Schubert’s lied: »Der Eichenwald brauset, die Wolken
ziehen.«
Is er bezoek? vroeg hij aan het meisje, dat zijn
overjas aannam.
Neen, mijnheer, ga gerust binnen, de dames zijn
alleen.
Met deze woorden opende zij de kamerdeur en Man
fred trad binnen.
Neem me niet kwalijk, tante, dat ik hier weer
voor u sta, en nog wel onaangediend, zeide hij
eenigszins beschroomd, terwijl hij de dames op de rij
af de hand reikte.
Je weet, dat we voor jou altijd thuis zijn, zeide
tante Hildegard, hem met een handgebaar uitnoodigen-
de om plaats te nemen.
Wij hebben juist nog over je gesproken, voegde
tante Brinken er bij. Rena vroeg, of wij geloofden,
dat je van muziek houdt.
En hoe denkt ge daar zelf over, nicht Rena? Ge
looft ge dat ik van muziek houd? vroeg Manfred.
Rena kleurde licht bij haar antwoord.
Ik geloof het wel, al kan ik geen reden opgeven
waarom ik die meening heb opgevat.
Dan zal ik u maar zeggen, dat uw vermoeden
juist is. Ik heb goede muziek lief als iets, dat niet
van deze aarde is, als een geschenk Gods, dat ons boven
alle aardsche dingen kan verheffen.
Wat hebt ge dat mooi gezegd! riep Rena ver
heugd. Ook ik ben van dat gevoelen. Het zou me on
gelooflijk zwaar vallen de muziek te missen.
Dan zijt ge stellig boos, omdat ik uw gezang heb
onderbroken! Zoudt ge het niet willen hervatten? Ik
zou u zoo gaarne hooren!
Dat klonk als een dringend verzoek en hij stond op
om de piano weer te openen.
Zonder zich te laten bidden, nam zij aan het instru -
ment plaats, doch voor dat zij begon, keek zij haar
neef aan en zeide:
Wie zooveel van muziek houdt, is er zeker ook
is. Door vrijheid van handel en fabrikaat heb
ben de Nederlandsche tabakshandel en -indus
trie zich weten op te werken, tot het hooge
standpunt dat zij thans innemen, en dat hen
maakt, tot één der bloeiendste takken v<#i nij
verheid, die aan duizenden en duizenden brood
verschaft, en algemeene welvaart verspreidt,
van de groote steden in ons vaderland, waar
de omzetten in dit artikel millioenen beloopen,
tot op de kleinste plaatsen,, waar het den
werkman ruim loon verschaft, want er zijn
weinig of geen plaatsen in Nedefland, waar
niet, hetzij in het groot of in het klein, siga
renfabrieken of tabakskerverijen bestaan.”
Als bewijs h»e de tabaksindustrie zich in ons
land heeft uitgebreid, worden in het request
de vergelijkende cijfers aangehaald van de pro
ductie onzer koloniën:
In 1885 bedroeg de totale oogst 234,711
pakken, in 1901 was leze 551,897 pakken.
Door adressanten wordt er op gewezen, dat
het aantal personen, die in de tabaksnijver
heid werkzaam zijn, 23,564 bedraagt, waarvan
bij de heffing van cijns op tabak de helft der
betrokkenen de kans beloopen werkeloos te
worden.
Ten slotte worden als redenen, om niet op
de verhooging van belasting in te gaan, aan
gehaald de woorden uit den aanhef der alge
meene beschouwingen:
»Het doel der herziening van het tarief van
invoerrechten is, gelijk bij de troonrede van
1901 werd aangekondigd, in de eerste plaats
versterking van ’s Rijks inkomsten. Bij die her
ziening zal tevens worden gestreefd naar be
vordering van den nationalen arbeid.”
We zullen atwachten, wat er van deze belas
ting komt, doch er zal een heele verandering
in onzen rookijver komen en vooral de sigaren
zullen minder gebruikt worden, daar ’t pijpje in
elk geval veel goedkooper is. En juist ’t min
der sigarenverbruik is een groote schadepost
voor de fabrikanten. Is toch bij tabak slechts
een klein deel van den prijs op rekening van
’t arbeidsloon te stellen, bij sigaren is ’t loon van
veel grooter invloed op den prijs.
immers geen dames, die rooken het invoer
recht op tabak, dat thans een onbeduidend
centje bedraagt, vrij aanzienlijk maken. Begrijp
eens aan, wij, Nederlanders, zullen dus ook,
evenals de Duitscher en de Brit, dure tabak
moeten rooken. Wij, Nederlanders, de harts
tochtelijkste rookers van de gansche aarde, die
vijf- a tienmaal meer tabak per hoofd- gebrui
ken dan vele andere volkeren, die meer dan
’t dubbele gebruiken der Belgen en Duitschers,
na ons de grootste rook-amateurs. De Neder
lander, die op sommige vreemdelingen den in
druk maakt, alsof hij met een pijp aan gebo
ren werd, zal zich moeten matigen in ’t roo
ken
We zullen in ’t kort nagaan, wat men tegen
de nieuwe wetten heeft.
Vooreerst ’t gedistilleerd: Er is geen ver
sterking der middelen noodig, zeiden vele
Tweede Kamerleden; de dienst 1902 gat 16
ton als batig saldo en men mag nu nog meer
dan een millioen overschot verwachten voor
eventueele andere kredieten dan die voor uit
voering van de Beroepswet, de Hinderwetten
en ’t Technisch onderwijs. Velen noemden
deze accijns een belasting op de zonde en im
moreel handelt de Staat, die uit zonde geld
slaat. Dan werd tegen ’t voorstel aangevoerd
lo. ’t Rijk wordt nog meer afhankelijk van den
drank2o. de verhooging komt hoofdzakelijk
ten laste van de mingegoeden; 3o. er zal aan
de I)uitsche grenzen meer gesmokkeld wor
den 4o. er zal veel drank vervalscht worden
ten nadeele der volksgezondheid 5o. men meet
op andere wijze geld zien te krijgen. (Aange
raden werd bv.: herziening van de Vermogens
belasting door ’t minimum van f 13.000 op
f 10.000 te brengen; of ’n tabaksbelasting; of
beter toezicht bij aangifte van successie-belas-
ting; of verhooging van deze belasting; of
men wilde de verlaging van den suikeraccijns
met de verhooging van den drankaccijns tege
lijk laten vervallendus overvloed van raad
Een en ander vond tegenspraak. Sommige
leden wezen nog op ’t veelvuldig gebruik van
brandspiritus als drank. Nog waren er ook,
die den bieraccijns wilden verhoogen, zoodat
er naar alcoholgehalte evenveel voor betaald
werd als bij gedistilleerd.
De reden voor de vermindering van f 3 per
100 KG. accijns op suiker is in korte woorden
moeilijk uit te leggen. De beetwortelsuiker-
industrie verkeert in Europa in zoo’n vreem-
De Nederlandsche staats-huishouding is in
de laatste jaren duurder, veel duurder gewor
den. Er zijn wetten veranderd, nieuwe wet
ten gemaakt, die den minister van financiën
noodzaken, voor een veel gevulder schatkist
te zorgen.
Nu is ook voor ’t inkomen van gelden ge
zorgd, want ook de belastingwetten werden
belangrijk gewijzigd en de Vermogens- en de
Bedrijfsbelastingen ingevoerd. Doch de regee-
ring acht zich financieel nog niet sterk genoeg
en wenscht toevloeiing uit ruimer bron van
enkele belastingen. Nu is dit altijd een lastige
kwestie. Is geld uitdeelen reeds een moeilijke
zaak en maakt men daarbij behalve blijde, ook
ontevreden hartengeld eischen is nog moei-
lijker, want dan maakt men in ’t geheel geen
blijde harten. Bovendien is de Nederlander,
die zich gaarne bij ’t oude houdt, vooral op ’t
punt van belastingen, en dan vooral als er van
nieuwe en grootere lasten sprake is, erg con
servatief.
Waar moeten nu nieuwe gelden gevonden
worden? Want de rijksregeering, die midde
len moet hebben voor de Beroepswet, de Hin
derwetten, ’t Technisch onderwijs en wat er
nog meer zal komen, mag wel zorgen, zelf een
ruime beurs er op na te houden; dan is er ook
mogelijkheid, de klagende gemeenten op het
stuk van geldmiddelen op een gezonder stand
punt te plaatsen.
Doch welke richting zal men uit? Zware
invoerrechten? Wel heeft minister Pierson deze
rechten iets krasser gemaakt, doch de meeste
Nederlanders zijn tegen hooge invoerrechten,
zijn geen protectionisten.
Minister Harte wil thans vooreerst, in ver
band met 't geen op de suikerconterentie te
Brussel besloten is, den suikeraccijns met f 3
per 100 k. g. verlagen, om daardoor tegemoet te
komen aan de klachten der suikerfabrikanten,
die landbouw- en transportbelangen in hun re
quest ter dege laten gelden.
Daartegenover wil deze financier den accijns
op gedistilleerd, die reeds zeer hoog is, van
f 63 op f 70 per HL. brengen en zoodoende
nog meer de rijksinkomsten doen steunen op
de jeneverflesch.
Verder wil zijne excellentie, tot schrik van
alle Nederlanders van ’t mannelijk geslacht
boven de ruim zes jaren, in ons land zijn
U RA NT.