ft
NIEUWS- ES ilWEIlTESTIEBLJD
IWIl SNEEk EN MSTIIEEEN.
I
De Levensredder.
Zaterdag 30 Mei 1903.
58e Jaargang.
ITo. 43.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
FEUILLETON.
Een Reuzententoonstelling.
en
in
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
NOVELLE.
Bewerkt door AM0.
erd.
O
O
oor
korten tijd zijn, dacht hij, doch het noodlot besliste an
ders. Hij bleef lang weg en toen hij eindelijk thuis
kwam, was zijne vrouw dood. Zij had zooveel angst
over hem uitgestaan, dat hare krachten daardoor ge
heel ondermijnd waren. Wat had hij om haar geweend,
hoe had hij zich zelven verwenscht! ja alleen
de gedachte aan zijn kind had hem toen weerhouden
van een zelfmoord. En wonderlijk! Als hij het kleine
meisje, een getrouw evenbeeld van haar moeder, goed
in de oogen keek, gevoelde hij bijna dezelfde bekoring
als eenige jaren geleden, toen hij haar moeder in de
oogen had gezien. De menschen hadden eigenlijk geen
ongelijk als zij zeiden: »De oude Hagedoorn is op zijn
eigen dochter verliefd.*
Door deze afgodische liefde tot zijn eenig kind was
hij dan ook werkelijk een tyranniek vader geworden.
Geen enkele harer wenschen waaraan met geld te vol
doen was, bleef onvervuld; in huis mocht zij doen en
laten wat zij wilde maar zij mocht niet onder de
menschen komen. Waarom?
Wel, opdat niemand op haar verheven en haar later
ongelukkig maken zou. Met haar vader op de duinen
wandelen, dat kon er mee door, maar zoodra een mans
persoon op honderd pas afstand te zien kwam, werd
rechtsomkeert gemaakt en het meisje verdween in de
villa.
Slechts tweemaal per week vertrouwde de kapitein
zijn schat toe aan de hoede van den ouden huisknecht
en de nog oudere huishoudster, twee draken, die het
kleinood wel konden bewaken.
De oude heer ging namelijk alle Woensdagen en Za
terdagen de stad in, onverschillig of het goed of slecht
weer was. Dan liep hij alle winkels af, om allerlei
moois voor zijne dochter te koopen. en vervolgens ging
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
hij naar het koffiehuis »De Vliegende Hollander.* Deze
naam riep bij den kapitein de herinnering wakker aan
de zeemonsters en viel daarom bijzonder in zijn smaak,
evenals het gezelschap, dat hij in het societeitslokaal
van »De Vliegende Hollander* aantrof.
In de eerste plaats noemen wij den ouden majoor,
die onder de wapenen vergrijsd was. Sedert tien jaar
was hij gepensionneerd en te S. metterwoon gevestigd.
Hij leidde nog een leven als jonggezel en verhaalde
bij gelegenheid gaarne iets van zijne krijgs-avonturen.
Natuurlijk had hij er vele gehad. Wie hem van zijn
veldtochten in Spanje en Turkije hoorde vertellen, moest
wel een rilling over ’t lijf gaan. In het heetst van het
gevecht sabelde hij soms met een tafelmes de flesschen
en glazen neer. Met levendige .kleuren kon hij den
veldslag aan de Turksche grenzen schilderen, waar hij
met zes huzaren een geheel regiment Janitzaren onder
den voet had gereden; dat hij daarbij flink vloekte, ver
hoogde natuurlijk niet weinig den indruk van zijn ver
haal.
De opperhoutvester was ook niet van gisteren en
had menigen dollen jagersstreek begaan, toen hij het
toezicht had op de onmetelijk groote bosschen van den
Russischen grootvorst Iwanowitsch. De wolven met
kruit en lood te bestrijden, neen, daaraan dacht hij toen
niet; men moest daar spaarzaam zijn met de munitie.
Sedert zijn ontmoeting met den grimmigen beer had
hij de kleinere dieren alleen van het lijf gehouden met
zijn muts, die geheel met ijzer was beslagen. Ja,
J:-’— --• -•-De
Een wilde’os, dien hij ge
kwetst had, was met zijn hartsvanger tusschen de rib
ben weggehold. Intusschen behield de man het noodi-
ge overleg. Hij klom snel in een hoogen dennenboom.
die beer had hem mooi in verlegenheid gebracht,
munitie was verschoten.
1.)
Kapitein Hagedoorn stond bekend als een rijke zon
derling en als ’n tyranniek vader voor zijne mooie acht
tienjarige dochter. Dat hij een zonderling was, nu,
dat was waar, hij vertoonde zich slechts zelden onder
de menschen. En rijk was hij ook. Dat bewees de
prachtige villa, die hij even buiten de stad op een heuvel
had laten bouwen. Zijn keus was op die plaats geval
len, omdat men van daar een vrij uitzicht had op de zee.
De kapitein veroorloofde zich de weelde van een
mooien kotter en een roeiboot, die beide nabij zijn villa
op het strand lagen. Als het weer mooi was en het
podegra hem niet hinderde, maakte hij den kotter vlot
en zeilde met zijn dochter soms uren lang op de zee.
Zorgvuldig ontweek hij dan alle andere vaartuigen;
niemand mocht zijn dochter zien. Als jonkman had hij
zelf zooveel overeenkomst gevonden tusschen het blauw
der zee en het blauw der oogen van zekere jonge dame,
dat hij op haar verliefde en haar tot vrouw nam. Berouw
had hij daarover nooit gehad, maar zijne liefde tot de
zee was er niet door verminderd. Op zekeren dag
werd het verlangen naar de zilte baren hem te sterk;
hij scheurde zich los uit de armen zijner vrouw en
ging weer naar zee. Het zou slechts een scheiding voor
Engelsche en Amerikaansche ras. De zwarte
bevolking, de nakomelingen der negerslaven,
die waren ingevoerd uit Afrika om.te werken
op de rijke suiker-, katoen- en andere planta
ges van de Zuidelijke staten en door den
grooten burgeroorlog van voor 40 jaren be
vrijd werden, is ook zeer toegenomen en de
talrijke millioenen vormen een voortdurende
ergernis van ’t Yankee-ras, een ergernis, die
zich op ruw-onbeschaafde wijze uit. Genoeg
hebbende aan deze >zwarte ergernis*, hebben
de Yankees, toen vele Chineezen in ’t verre
Westen kwamen werken en door noeste vlijt,
taaiheid en spaarzaamheid de blanke en zwarte
werklieden verdrongen, zich zoo spoedig mo
gelijk gewapend tegen ’t «gele gevaar* en hun
land zoo goed mogelijk voor den China-man
gesloten. In de laatste jaren is men ook kies
keuriger geworden ten opzichte van blanke
immigranten en laat niet meer toe, dat Euro
pa zich van zijn uitschot op zedelijk en maat
schappelijk gebied ontlast, door alles naar
Amerika te zenden.
Zoo is thans de groote republiek een land
geworden van meer dan 80 millioen inwoners
en ’t opmerkelijk ras der oorspronkelijke be
volking, der Roodhuiden, is bijna verdwenen.
’t Gevolg der bevolkingsvermeerdering was,
dat men van uit de oude Oostelijke staten
steeds verder naar ’t Westen doordrong. De
verhalen van Cooper en Aimard getuigen nog
hoe de Roodhuiden hunne oer-oude jachtvel
den zagen bezetten door de immer voortdrin
gende «bleeke gezichten*. Langzamerhand is
’t z waartepunt der bevolking, dat eerst vlak
bij de kust van den Atlantischen Oceaan lag,
naar ’t Westen verplaatst. Chicago, zich mijlen
ver uitstrekkende langs ’t Michigan-meer, werd
het New-York van ’t binnenland en de Missi-
sippi, die met de zijrivier de Missouri de lang
ste rivier der wereld is, werd steeds meer ’t
centrum van ’t land.
Het groote, van Frankrijk verkregen Loui-
siana-gebied, grooter dan Frankrijk, Duitsch-
land, Nederland, België, Italië en Spanje te
zamen, dat in 1803 slechts 80.000 niet-Indi-
aansche bewoners telde, ziet dat getal thans
aangegroeid tot 15 millioen.
Hce meer de bevolking van Amerika toe
neemt, hoe meer ’t centrum en ’t verre wes
ten bevolkt zullen worden en ook de Missi-
sippi de groote levensader van ’t land wordt.
De Missisippi Vader der stroomen) heeft
Niet later dan 1 Mei 1904 zal, volgens de
bekend gemaakte plannen, een wereldtentoon
stelling worden gehouden te St Louis in de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Deze exhibition zal zeven maanden duren
en zal, volgens ’t prospectus, alles overtreffen,
wat tot nu toe op dit gebied gezien is.
Waar ligt St. Louis en waarom is deze stad
gekozen, zal men vragen, ’t Antwoord hierop
is zeer gemakkelijk te geven.
De groote republiek, bijna zoo groot als ge
heel Europa, is ontstaan uit verschillende dee-
len, die door den loop der omstandigheden
vereenigd zijn en een natuurlijk geheel vor
men, vooral wat de ligging aangaat. Toen in
de 18e eeuw de dertien staten tegen Enge
land opstonden en in ’t jaar 1783 hunne vrij
heid bevochten, waartoe Fransche vrijwil
ligers onder Rochambeau en Lafayette mede
werkten en Amsterdamsche kooplieden sche
pen met krijgsvoorraad zonden, was de
blanke bevolking er zeer dun gezaaid en
woonde grootendepls in de streken dicht bij
den Atlantischen Oceaan gelegen. Langzamer
hand breidde zich de bevolking uit. Doch
ook het grondgebied werd kolossaal vermeen-
derd. Strekte zich in ’t eerst de republiek
niet verder naar ’t Westen uit dan tot de hart
ader van ’t tegenwoordige gebied, tot de groo
te rivier de Missisippi, sedert werden uitge-
slrekte landstreken op verschillende wijze ver
kregen: Frankrijk kreeg in 1803 een schade
vergoeding van 15 millioen dollars, toen het
’t reusachtig Louisiana-gebied, tusschen Missi
sippi en Rotsgebergte, afstond; Spanje moest
in 1819 Florida afstaan en later, in 1845,
1846, 1848 en 1853 werden de streken ver
kregen, die men >’t Verre Westen* noemde en
waarvan tal van namen van staten, rivieren,
steden, enz. getuigen, dat zij vroeger Spaan -
sche bezittingen waren. In den loop der 19e
eeuw is de blanke, en ook de zwarte, bevol
king verbazend toegenumen, vooral door land
verhuizing. Millioenen zijn uit Ierland, En
geland, Duitschland, Polen, Rusland, Italië, enz.
naar ’t groote land getrokken en vormen thans
te zamen ’t Yankee-ras, dat de Engelsche taal,
de taal der oorspronkelijke opstandelingen be
houden heeft en daardoor oorzaak is van de
vrees voor ’t Angelsaksische gevaar, voor een
wereld-hegemonie van de Engelsche taal en ’t
Maar zoo’n beer kan ook klimmen. Het beest kwam
ook den boom in. Wat nu te doen? Goede raad was
duur, maar een flink jager weet zich altijd uit den nood
te redden. Hij goot al den brandewijn uit de veld-
flesch van boven neer in den gapenden muil van het
ondier. Die brandewijn was zoo sterk, dat zelfs het
wilde beest er van begon te hoesten. Terwijl de beer
met de pooten de waterlanders uit zijn oogen wilde
wrijven, viel hij uit den boom en brak zijn nek.
Dat liep nog al goed af, maar onze brave opzichter
had toch leelijk in het nauw gezeten.
Een landeigenaar, die in den omtrek woonde, kon ook
vrij wat vertellen van zijn reizen in Amerika en van de
boerderijen daar te lande, die honderden hectaren groot
zijn. Zoo’n groot stuk grond uit de hand te bezaaien
was niet goed mogelijk. Men bond daarom een grooten
zak vol zaad aan een luchtballon, sneed een gat in den
zak en dan werd het zaad heel regelmatig uitgestrooid,
terwijl de wind den ballon voortdreef. Tegenwoordig
beteekent de landbouw daar ook niet veel meer, doch
zijn zoon had er toch zijn fortuin gemaakt, namelijk als
directeur van een troep muzikanten, die twee duizend
man sterk was. Vroeger moest hij nog driehonderd
man meer hebben om de contrabas te spelen, maar
sedert hij een groot instrument liet maken, waarvan
de strijkstokken door een stoommachine in beweging
gebracht werden, spaarde hij veel geld uit. Ja, men
moet bij de hand wezen.
Wordt vervolgd.
De reuzenexpositie, die te St. Louis in ’t echte
hart der United States zal gehouden worden,
zal ongetwijfeld door millioenen Amerikanen
bezocht worden. En al is ’t waar, dat ten
toonstellingen eigenlijk groote kermissen zijn,
waar men hoofdzakelijk komt om zich te ver
maken, de Amerikanen zijn praktijk-menschen,
die van de tentoonstelling ook willen leeren
en er zijn voor tal van artikelen belangrijke
markten te veroveren of afzetgebieden te ver-
grooten.
In zijn proclamatie, gedateerd Augustus
1901, verzocht president Mc. Kinley alle vol
keren deel te nemen aan de LouisianaPur
chaseExposition, zooals de a. s. tentoonstel
ling heet, door ’t zenden van vertegenwoor
digers en van zulke inzendingen, die een denk
beeld geven van de voortbrengselen des bo
dems, der industrie en van den vooruitgang
der verschillende natiën.
Aan die oproep hebben de Amerikanen
de eerste plaats, doch ook Duitschers en an
dere volken ter dege gehoor gegeven. Ook
Nederlandsche inzendingen zullen komen, doch
niet gerugsteund door krachtige hulp van re-
geeringswege. En dit vinden we jammer!
Wie zullen juichen over de a. s. expositie,
dat zullen niet in de laatste plaats zijn de
groote stoomboot-maatschappijen, die ’t ver
keer tusschen Europa en Amerika onderhou
den. Thans is door drukke landverhuizing,
’t personenvervoer verbazend druk; de Hol
land—Amerika-lijn bv. vervoert thans iedere
reis ver over de 1000 passagiers, eens zelfs
over de 1800. Dit zijn meest tusschendeks-
passagiers, doch in ’t volgend jaar zullen er
tentoonstellings-passagiers bij komen en deze
reizen 1ste of 2de klas.
met de Missouri eene lengte van 880 Duitsche
mijlen en ontvangt met zijn groote zijtakken
het water van 54000 vierkante mijlen lands, dus
van een oppervlakte als 90 maal ons land.
Nu ligt St. Louis juist in ’t hart van Ame
rika, is een zeer groote stad met tal van spoor
verbindingen en juist bij de samenvloeiing van
Missisippi en Missouri, ’t Was voor 20 jaar
reeds een stad van 400.000 inwoners en se
dert is zij steeds aangegroeid om in de toekomst
te worden »’t natuurlijk, ’t aangewezen centrum
van geheel de Vereenigde Staten*. Men staat
versteld over de reusachtige kaden en haven
werken langs de rivier en ’t buitengewoon
druk stoombootverkeer.
Deze stad nu werd in 1899 uitgekozen om in
1904, als opvolgster van Philadelphia en Chi
cago, een tentoonstelling te laten zien, zooals
de wereld nog nooit aanschouwd heeft. Een
grondkapitaal van 15 millioen rijksdaalders
werd gestort en per proclamatie noodigde pre
sident Mc. Kinley alle natiën der wereld uit
tot deelname, terwijl standplaats en benoodigde
kracht geheel kosteloos zullen geleverd worden.
De oppervlakte der terreinen bedraagt 500
Hectare (Sneek binnen de grachten 27 HA.)
Hiervan zijn 100 HA. bestemd voor zuiver
tentoonstellingsdoeleinden. Er komen 15 groote
gebouwen, waarbij men afmetingen van 300,
400 en zelfs van 500 Meter aantreft. Verder
krijgt iedere staat der Vereenigde Staten z’n
eigen gebouw, terwijl ook vele vreemde landen
voor uitstekende eigen gebouwen zorgen.
Neem bv. de Duitsche regeering; hoeveel
geld en zorg besteedt deze niet voor de Duit
sche inzenders! De Nederlandsche regeering
doet ongeveer niets, terwijl toch de Nederlan
ders groote belangen in Amerika hebben, waar
heen in ’t vorige jaar voor bijna 50 millioen
gulden uit Nederland vervoerd werden. Wij
verkoopen aan de Amerikanen o. a. cacao,
aardewerk, likeuren, bloembollen enz. enz.
Waarom heeft onze regeering niet een ferme
som gelds bestemd, om op een waardige wijze
aan de welvarende Yankees te laten zien, in
welke artikelen of ons land uitmunt boven an
deren of goed kan concurreeren Waarom
altijd gedacht, dat ’t weggegooid geld zal zijn?
De Nederlanders moesten zich spiegelen aan
de Duitschers of bv. aan ’t kleine België, dat
geen gelegenheid ongebruikt laat, om zijn in
dustrie te bevorderen en daarin dan ook uit
stekend slaagt.
RCOURANT