TOWS- FJi WVEMW1EBUD ÏWR Ml n MSTliM. Opkomst onder de Wapenen. De Levensredder. Woensdag 3 Juni 1903. 58e Jaargang. No Uitgeven B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Officieele Advertentie. UIT ZUID-AFRIKA. FEUILLETON. I NOVELLE. Bewerkt door AMO. opkomst Brielle), Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. RCOURANT Lichting 1898. 1ste regiment, 1ste, 2de, 3de en 4de compagnie van 5 October tot en met 31 October; 5de, 6de, 7de en 8ste compagnie van 1 Juli tot en met 28 Juli 9de en 10de compagnie van 10 Juni tot en met 7 Juli. 2de regiment, 1ste, 3de, öde, 8ste, 9de en 10de compagnie van 2 September tot en met 29 Septem ber 2de en 4de compagnie van 30 Juli tot en met 26 Augustus; 6de compagnie van 15 Juli tot en met 11 Juli7de compagnie van 10 Juni tot en met 7 Juli. 3de regiment, 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de compag nie van 27 Juli tot en met 22 Augustus; öde, 7de, 9de en 10de compagnie van 1 Juli tot en met 28 Juli. 4de regiment, 1ste en 5de compagnie van 30 Juli tot en met 26 Augustus3de en 4de compagnie van 18 Juni tot en met 15 Juli2de, öde, 7de, 8ste, 9de en 10de compagnie van 12 Augustus tot en met 8 September. Zooals men weet, komt men zonder een ver- gunningsbiljet, een permit, niet in de gean nexeerde republieken. Doch slechts weinig permits werden gegeven, omdat de Britten ’t vreemde, en vooral ’t Hollandsche element wil len keeren. In ’t laatst, schrijft een 2. Behalve dit mooie klaverblad telde dit gezelschap onder zijne leden den rechter van het kanton, die zelf wel niet veel beleefd had, maar ontzettende geschiede nissen uit de rechtpleging kon opdisschen. Hij was de bedaardste van het geheele gezelschap. Vroeger had hij het eens gewaagd een ongeloovig gezicht te toonen bij het verhaal van een der medeleden, wat een helsch schandaal tengevolge had. Kapitein Hagedoorn, de pre sident van het gezelschap, had destijds den strijd be slist en stelde vast, dat ieder met schande zou worden buitengesloten van’tgezelschap, wanneer hem bewezen kon worden, dat hij gelogen had. Op deze manier dacht hij voortaan allen twijfel te voorkomen. Het was zeker zelfs voor den knapsten advocaat een moeielijke taak, te bewijzen, dat iemand gelogen had, want de plaats, waar de feiten gebeurd heeten te zijn, was altijd ver van huis. Dit gold vooral voor de ver halen van den president die op zijne zeereizen, de ge heele wereld en nog veel meer gezien had. Dientenge volge kon hij altijd de overigen van het gezelschap overtreffen; als soms een hunner geloofde iets verteld .te hebben, dat nog nooit iemand te hooren had gegeven dan zei hij met een geringschattend glimlachje: «Dat is nog niets, mijne heeren; dan zal ik u neg eens heel wat weggewaaid. Mijn eerste officier wildé in lachen uit barsten, omdat wij in een oogenblik zoo kaal er afge komen waren, hij deed den mond open rits! daar blies de wind zijn tanden en kiezen los, de keel door en de maag in, waar ze rammelden als knikkers in een zak. Onze armdikke marsschootskettingen knalden als voermanszweepen in de lucht, terwijl de zware boegankers en de groote deksbooten om het hardst wegvlogen. Het eene stuk van het schip verdween na het andere. Eindelijk kwam ook ik aan de beurt. Ofschoon ik mij aan de groote ra had vastgehouden, werd ik door den wervelstorm losgerukt en meege- vperd tot ik eindelijk ergens in het water neerviel en de golven mij bedekten. Toen ik weer tot bezinning kwam, was er geen spoor meer van mijn schip te ont dekken, ik zag alleen golven om mij heen, de kleinste was nog vijfhonderd voet hoog en de haaien knabbel den reeds aan mijn zeelaarzen. «Jongen, jongen«, zei ik tot me zelven, «dat loopt verkeerd af«, en ik bereid de mij tot een rechtschapen zeemansdood voor.* «Nu komt de redder,* dacht de rechter, want de kapitein was uit alle gevaren steeds op eene wonder dadige wijze gered geworden. «Plotseling zie ik in de nabijheid eene boot over de golven voortschietenslechts een enkel jonkman han teert de riemen. Hij wenkt mij toe dat ik nog een oogenblik mijn uiterste krachten moet inspannen om boven water te blijven. Moedig kampt hij tegen de ele menten met sterken arm grijpt hij me beet en trekt mij in de boot ik was geredNadat hij mij nabij Batavia had aan land gezet, onttrok hij zich door de vlucht aan mijn dank. O, kon ik hem nog vinden, mijn edelmoedigen redder, ik ‘zou hem in mijn huis voeren en alles met hem deelen wat mij toebehoort, want ik zeg u, mijne heeren, het was geen kleinigheid compagnie van 1 Juli tot en met 21 Juli; 9de com pagnie van 19 Augustus toten met 8 September, 10de compagnie van 9 September tot en met 29 September. 2de regiment, alle compagnieën, van 7 September tot en met 20 September. 3de regiment, 1ste, 2de, 3de, 4de en 5e compagnie van 27 Juli tot en met 14 Augustus; öde, 7de, 9de en 10de compagnie van 1 Juli tot en met 21 Juli. 4de regiment, 1ste en öde compagnie van 30 Juli tot en met 19 Augustus3de en 4de compagnie van 18 Juni tot en met 8 Juli2de, Ode, 7de, 8ste, 9de en 10de compagnie van 10 Augustus tot en met 29 Augustus. Lichting 1900. 1ste regiment, 1ste, 2de, 3de en 4de compagnie van 27 Juli tot en met 29 Augustus öde, Ode, 7de en 8ste compagnie van 2 September tot en met 6 October 9de compagnie van 9 Juli tot en met 12 Augustus; 10de compagnie van 30 Juli tot en met 2 September. 2de regiment, 1ste, 3de, öde, 8ste en 9de compagnie van 23 Juni tot en met 25 Juli2de, 4de, öde, 7de en 10de compagnie van 1 September tot en met 3 Oc tober. 3de regiment, 1ste, 2de, 3de, 4de en öde compag nie van 1 October tot en met 4 NovemberOde, 7de, 9de en 10de compagnie van 24 Augustus tot en met 20 September; 8ste compagnie van 27 Juli tot en met 29 Augustus. 4de regiment, 1ste en 5e compagnie van 18 Juni tot en met 22 Juli3de en 4de compagnie van 21 Juli tot en met 22 Augustus2de, öde, 7de, 8ste, 9de en 10de compagnie van 1 September tot en met 3 October. KORPS PANTSERFORT-ARTILLERIE. Lichting 1897. 1ste compagnie van 10 Augustus tot en met 29 Augustus 2de compagnie van 7 Augustus tot en met 27 Augustus; 3de compagnie van 10 Juni toten met 3Ö Juni4de compagnie van 17 Juni tot en met 7 Juli. Lichting 1898. 1ste compagnie van 3 Augustus tot en met 29 Aug.; 2de compagnie van 7 Augustus tot en roet 3 Septem ber 3de compagnie van 22 Juni tot en met 18 Juli 4de compagnie van 17 Juni tot en met 14 Juli. Lichting 1900. lste compagnie van 27 Juli tot en met 29 Augus tus 2de compagnie van 7 Augustus tot en met 10 September; 3de compagnie van 22 Juni tot en met 25 Nu kwam de majoor er bij. «Deze geschiedenis herinnert mij aan een voorval uit den oorlog tegen de Turken, waarvan ik nog niet ge sproken heb, mijne heeren. Het was vóór den slag bij de Turksche grenzen. Ik had mij bij een verkenning te ver in de woestenij gewaagd en werd door de vijan delijke cavalerie vervolgd. Mijn paard stortte bijna van vermoeidheid. Toch wilde ik mij niet overgeven en reed daarom naar een uitspringenden rotspunt. Daartegen wilde ik met den rug leunen en mijn leven zoo duur moge lijk verkoopen. Nauwelijks was ik bij de rots, of een ver stikkend heete wind kwam van de bergen en voerde zoo’n groote massa zand mee, dat mijn vijanden, paar den en ruiters, er onder begraven werden. Ik stond zelf beschut door de rots. Caramba maledetto! dat was een wind,* besloot hij en voegde er nog een Turk- schen vloek bij om zijn verhaal te bevestigen. De rechter had bemerkt hoe kapitein Hagedoorn te gen het einde der vertelling zich hoe langer hoe meer in wolken tabaksrook hulde en telkens grooter teugen nam uit zijn theekop, die nu niets dan rum bevatte. De rechter wist wat dat beduidde: de kapitein maakte zich gereed om den majoor door een nog sterker stukje te overtreffen. Werkelijk, het was zoo. «Dat beteekent nog niets, mijne heeren,* begon de kapitein na een diepe ademhaling. «De verschrikkelijke wind waarvan de majoor sprak, is nog maar een Mei- koeltje, vergeleken bij den wervelstorm, waarbij ik in den Indischen Oceaan schip en manschap verloor. Wij hadden hem lang zien aankomen en waren volstrekt niet bang voor een flink bol zeil, maar dat het zoo blazen kon, had niemand onzer gedacht. Sapperloot, het blies zoo. In den beginne trachtten wij de zeilen te bergen, maar in een oogwenk waren die aan flarden anders vertellen.* Het duurde dien avond lang voor het gesprek goed op gang was. Het was een zwoele dag geweest; de on weerswolken hingen laag en in het societeitslokaal van «De vliegende Hollander* snakte men naar frissche lucht. De landeigenaar was thuis gebleven, omdat hij hagel slag vreesde, en de kapitein kwam eerst laat aanstrom pelen. Het podegra plaagde hem geducht; zijn eene been vervulde tijdelijk de rol van barometer en voor spelde storm. Grog wilde hij bij de groote warmte niet drinken, de wijn was zuur en van bier krijgt men de mot in de maag, zeide hij. Daarom liet hij een kop thee brengen en vulde elk teugje daarvan aan met een slok je rum. Dat hij op die manier eigenlijk toch grog dronk bemerkte hij eerst later, toen hij in de aangename stem ming kwam, waarin hij steeds door zijn lievelingsdrank gebracht werd. Gaarne had hij nu een verhaal ten beste gegeven, doch hij was gewoon eerst de andere heeren te laten vertellen, om hun dan de loef af te steken; daar om zweeg hij. Plotseling verlichtte een bliksemstraal het lokaal en van de zeezijde kwam een windstoot tegen het huis, die «De vliegende Hollander* bijna aan het vliegen bracht. In de aangrenzende zaal vlogen de ruiten van een openstaand venster aan scherven en van het dak viel een regen van pannen op straat neer. «Een geduchte onweersstorm*, zeide de rechter en dronk zijn glas leeg. «Ja voor iemand, die niets ergers beleefd heeft,* sprak de opperhoutvester, «maar toen ik irr Rusland was, heeft het harder geblazen. Vijf duizend hectaren den- nenbosch waaiden daar in eens om; er bleef geen enke le boomstam staan. Grootvorst Iwanowitsch kocht hon derd prachtige Arabische volbloed-hengsten voor het houthakkersloon, dat hij nu uitspaarde.* ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1OOO regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER van Sneek, Gezien de missive van den Heer Commissaris der Koningin in Friesland van den 26 Mei 1903, 1 Afdee- ling M/S no. 1500, betreffende opkomst in werkelijken dienst, voor de herhalingsoefeningen, van verlofgangers der Nationale Militie te land van de lichtingen 1897, 1898, 1899, 1900 en 1901. Roept bij deze op de in deze gemeente gevestigde verlofgangers van de Militie te land, behoorende tot de I «hieronder vermelde lichtingen en korpsen, om zioh in ditjaar op de hier aangegeven tijdstippen, uiterlijk des namiddags te 4 ure bij hun korps in werkelijken dienst te begeven, te weten: HOSPIT A ALSOLDA TEN. Lichting 1900. lste compagnie van 27 Juli tot en met 29 Augustus 2de compagnie van 28 Augustus tot en met 30 Sep tember 3de compagnie van 7 September tot en met 10 October. KORPS RIJDENDE ARTILLERIE. Lichting 1898. der lste en der 2de batterij van 30 Juli tot en met 20 Augustus der lste en der 2de batterij van 2 September tot en met 23 September. KORPS PONTONNIERS. Lichting 1897. lste compagnie van 22 Juni tot en met 11 Juli 2de- compagnie van 15 Juni tot en met 4 Juli. Lichting 1898. lste compagnie van 17 Augustus tot en met 16 September2de compagnie van 10 Augustus tot en met 9 September. Lichting 1900. lste compagnie van 13 Juli tot en met 14 Augus tus 2de compagnie van 29 Juni tot en met 1 Augustus. KORPS TORPEDISTEN. Lichtingen 1897 «n 1899. lste peloton van de lste compagnie (plaats van op- 1 komst Fort de Ruiter); 2de peloton van de lste com pagnie (plaats van opkomst Hellevoetsluis)lste pelo ton van de 2de compagnie (plaats van opkomst Fort aan den Hoek van Holland)2de peloton van de 2de compagnie (plaats van opkomst den Helder); allen van 10 Augustus tot en met 12 September. Lichting 1901. Beide compagnieën (plaats van van 10 Juni tot en met 14 Juli. VESTINGARTILLERIE. Lichting 1897. lste regiment, lste, 2de, 3de en 4de compagnie van 5 October tot en met 24 October; öde, 6de, 7de en 8ste respondent, begint de trage modderbeek der per mits toch een beetje sneller te vloeien. Heden, (’t schrijven is van 5 Mei,) kregen weer 3 Hollanders permits en konden dus van Kaap stad naar Transvaal trekken. Doch met het grooter aantal permits gaat ook een grooter aantal weigeringen hand aan hand. En ’t treft wel ongelukkig, dat vele permits komen tot hen, die hier te Kaapstad eindelijk reeds werk gevonden hebben en er thans nog niet aan den ken van hunne permits gebruik te maken, ter wijl de weigeringen veelal hen treffen, die op goed geluk alhier zijn aangekomen, hier leeg- loopen en al hun hoop op Transvaal geves tigd hadden. Het is op dit oogenblik hier niet best voor hen, die geen timmerman, metselaar of smid zijn. Vele anderen loopen rond en verarmen. Dit pleit echter nog niet tegen Zuid-Afrika. Ik houd vol, dat geen land ter wereld beter is. Zoolang echter die reusachtige boycot van niet-Engelschen aanhoudt en de Britsche regeering te Kaapstad de vreemdelingen op hoopt en tegenhoudt, is’t te begrijpen, dat deze ééne plek ten minste, van ’t goede te veel krijgt. Voor de toekomst echter ben ik niet bang, die boycot kan niet eeuwig duren. Ze mogen zooveel Britten aan 't werk zetten als ze willen, als de tijd eenmaal daar is, dat de vreemdeling met den Brit zich hier vrij kan meten, dan moet de Brit toch weer onderdoen. dat al is ’t nu een harde tijd voor bv. voor een zekeren Dijkman, die Kaapstadsche cor- Met velen, hier 5 prachtstukken runderen heen bracht, maar 14 dagen opgehouden werd door ’t per- mitstelsel, wat hem eiken dag een pond 12 gld.) voor voer en stalling kostte, ongere kend zijn kosten voor gezin en knecht. Men vraagt mij uit Holland, of het moge lijk is, bij ’t gaan naar Afrika, er op te kunnen rekenen te Kaapstad na bv. een 14 dagen een permit te zullen krijgen, als men dat in Hol land langs officiëelen weg heeft aangevraagd. Dit hangt veel af van den consul te Pretoria of te Kaapstad. Als deze naar Holland willen schrijven aan den betrokken persoon, dat een permit gekomen is, dan wordt het aan dezen bij zijn aankomst alhier dadelijk uitgereikt en hij kan doorreizen naar de ex-republieken. Ik ken geen gevallen, dat dit gedaan is, en toch is ’t voor emigranten de veiligste en goedkoop ste weg. Nederlanders, die niet in den oorlog geweest zijn, nog beter, die nooit in Zuid-Afrika Juli; 4de compagnie van 17 Juni tot en met 21 Juli. KORPS GENIETROEPEN. Lichting 19U1. Van de 9de compagnie: de miliciens-vestingtelegra- fisten, die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van artikel 6 van het Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 no. 13 en in dit jaar niet krach tens art. 110 der Militiewet 1901 onder de wapenen zijn geweest, van 17 Augustus tot en met 26 Augustus. De Burgemeester herinnert de betrokken verlofgan gers aan hunne verplichting om bij de opkomst onder de wapenen: a. voorzien te zijn van al de voorwerpen van Dee ding en uitrusting, door hen bij vertrek met groot ver lof medegenomen; b. hun verlofpas vóór het vertrek naar het korps te doen afteekenen; en c. zich een of twee dagen vóór den dag, waarop zij bij hun korps moeten zijn, ter Secretarie der ge meente te vervoegen tot het bekomen van daggeld en vervoerbewijzen, voor zoover daartoe terfnen bestaan. Zij die wegens ziekte niet aan deze oproeping kun nen voldoen, zullen van hunnen opkomst in werkelij ken dienst niet voor diligent worden gehouden, maar zijn verplicht om: 1’. van hunne verhindering tijdig ter Secretarie der Gemeente te doen blijken, door inlevering van eene geneeskundige verklaring en 2°. om zich terstond na het herstel, naar hun korps te begeven. Tevens wordt er op gewezen dat voor deze op komst geen gebruik mag worden gemaakt van de ver voerbewijzen, voorkomende in de zakboekjes, zijnde dezi^bestemd om te worden gebruikt bij opkomst met spoed. Ten slotte wordt medegedeeld dat de miliciens ves- ting-telegrafisten op den dag voor hunne opkomst vast gesteld, zich vroegtijdig bij hun korps moeten bevin den, indien mogelijk op dien dag vóór 1 uur des na middags. Eindelijk wordt den verlofgangers, die vermeenen in de termen te verkeeren tot het erlangen van ontheffing van vorenbedoelden werkelijken dienst op grond van de vierde, in verband met de derde zinsnede, van art. 113 der Militiewet 1901, of van eene geldelijke ver goeding als bedoeld in de laatste zinsnede van dat wetsartikel, in hun belang aangeraden daartoe spoedig aan Hare Majesteit de Koningin het verzoek te doen. SNEEK, den 28 Mei 1903. De Burgemeester voornoemd, ALMA. 9 8 >- 9

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1