MR SU El WRM. IMS- El llllERTElTIÉliLlh Op Audiëntie. [Zaterdag 13 Juni 1303. 58e Jaargang. No. 47. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Uit de Raadszaal. FEUILLETON. I 1 Wordt vervolgd.) I»it blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1 p O ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent.- Groote letters naar plaatsruimte. 1). Eindelijk, eindelijk was het mij gelukt. Ik zou bij Zij ne Excellentie toegelaten worden om in eigen persoon voor mijn belangen op te komen bij het dingen naar een vacante ontvangersbetrekking. Reeds lang had ik gesolliciteerd naar deze betrekking; het verkrijgen daar van was mijn levensdoel geworden. En toch had ik reeds verscheidene malen moeten ondervinden, dat anderen boven mij werden voorgetrokken, ofschoon mijne ge tuigschriften uitmuntend waren en ik eerder in aan merking behoorde te komen, in den vollen zin des woords was ik een ongeluksvogel! Het bewustzijn -daarvan drukte mij neer en scheen mij geheel den moed te zullen benemen. In mijn schooljaren was ik de zondebok mjjner medescholieren. Had de een of an der een dolle streek begaan, dan werd ik ter verant woording geroepen. Op het beslissende oogenblik ont braken mij echter steeds de rechte woorden om mijn onschuld te bewijzen, of liever, door de verontwaardiging bleven ze mij in de keel steken en in stille onder werping droeg ik, onschuldige, de over mij uitgespro ken straf. Mijn geheele leven geleek een aaneenscha keling van kleine ongelukken, en daarom zag ik met angst het uur tegemoet, waarin misschien alweer zou blijken, dat ik te vergeefs gehoopt had op een glimlach je van de godin Fortuna. In mijn bezorgdheid deelde ook Lena, een meisje schelijk dan is ’t nog zijn zoon, onderwijzer te Tirns, te de tijd van het toegestaan verlof wegens .'an zijn zoon, onderwijzer te Tirns, met 1 Juli eindigt en het nog wel eenigen tijd zal duren voor hij zijne betrekking weer zal kunnen waarnemen, verzoekt adressant beleefd, dat verlof nogmaals eeni gen tijd te verlengen. Indien zijn zoon in betrekking kan blijven is hij genegen de helft, desnoods het geheele salaris, voor zijn plaatsvervanger af te staan. Uit het hierbij overgelegd attest van den heer dr. Beekhuis, arts te Bolsward, blijkt, dat hoewel de toestand van den patiënt vooruitgaande is, hij zijne betrekking met 1 Juli a. s. nog niet zal kunnen vervullen, echter zal hij zijne betrekking na verloop van eenigen tijd wel weer kunnen waarnemen. heen te gaan. Vergezeld van de beste wensohen van Lena en den schoenmaker, die op het laatste oogen blik mijn aanbevelingsbrieven in den geleenden jas stak, toog ik op weg. Het was in de maand Juli: de zon koesterde mij met den grootsten ijver; ik zocht daarom de scha duw en bijna tegen de huizen aangedrongen liep ik voort. Intusschen dacht ik na over de antwoorden op de vragen, die Zijne Excellentie mij zou doen. Zoo in mijne gedachten verdiept hoorde ik plotseling een lui den gil en op datzelfde oogenblik viel een zwaar voor werp op mijn geleenden cilinderhoed, drukte die over mijn oogen en ooren en bezeerde mijn hoofd. Een oogen blik stond ik als van den donder getroffen en hield mijn handen boven mijn hoofd, bevreesd, dat misschien het huis op mij zou neerstorten. Maar dat gebeurde niet, ik voelde alleen zand en stralen water op mij neerko men; ik vatte dus moed en begon den cilinderhoed bo ven mijn ooren te trekken. Ik had wel in schreien kun nen uitbarsten hoe mijn geleende hoed bedorven was en bemerkte dat mijn jas, vest en das vuil en nat geworden waren. De oorzaak van al die rampen lag aan mijn voeten; het was een bloeiende cactusplant met de scherven van een prachtigen porceleinen bloempot! Vol weemoed dacht ik over mijn toestand na, toen ik boven mij iemand hoorde zeggen: »Ach God, mijn mooie bloempot!* Dat was zelfs voor mijn lammerengeduld te veel. Verontwaardigd sloeg ik de oogen op en zag een be koorlijk meisje, dat over het hekwerk van het balkon gebogen stond. >Uw bloempot is hier slechts bijzaak, juffrouw,* riep ik boos. »Kijk eens in welken toestand ik door uw on voorzichtigheid gekomen ben!» »Och God, de bloempot is toch niet »Is mij op het hoofd gevallen,* vulde ik aan. Mijn hoed is bedorven en ik ben gekwetst. Met een angstkreet verdween de jonge dame van het balkon. Daar sloeg het juist half een. Met schrik be dacht ik. dat door dit nieuwe vreeselijke ongeluk mijne audiënte in gevaar kwam. Ik had geen andere passende kleeding en al had ik die gehad, dan zou mij toch de tijd ontbroken hebben om naar huis te snel len, van kleeding te verwisselen en nog op tijd bij Zijne Excellentie te zijn. In verwarring nam ik de cactus plant en de scherven op en ging het huis binnen. Ter wijl ik de trappen opging, dacht ik er aan, dat de jonge dame mijn kleeding wel misschien door de dienstboden kon laten reinigen, dat was niet meer dan plicht. Dat mijn hoed weer in een goed fatsoen zou komen, be twijfelde ik echter en toch moest ik een hoed hebben om op audiëntie te gaan. Boven aan de trap kwam mij een dienstmeisje te gemoet, dat mij den cactus en de scherven uit de han den nam. Haar blik gleed daarbij over mijn persoon, waarbij zij een glimlach niet kon onderdrukken. Ik moet er zeker komiek uitgezien hebben, maar toch vond ik haar glimlach volstrekt niet gepast. Juist wilde ik haar daarvoor een paar scherpe woorden toevoegen toen een deur open ging en de jonge dame te voorschijn trad. Het was een lief schepseltje van ongeveer vijf tien jaar; in de grootste verlegenheid keek zij mij aan. Haar medelijdende blik ontwapende mijn boosheid, te meer daar zij allervriendelijkst verzocht in haar kamer binnen te treden. genoemde ingekomen stukken voor kennisgeving aan genomen. Nog is ingekomen een schrijven van Tj. van Schel- tinga, telefonist te Heeg, daarbij berichtende dat ge durende 1902 zijn verzonden 955 en ontvangen 1376 telegrammen, samen dus behandeld 2331, waarvan 1045 voor en van het buitenlandóver de nu verloopen 5 maanden van dit jaar zijn totaal behandeld 1142 tele grammen. Waar dus de werkzaamheden in de laatste jaren zoozeer zijn toegenomen kan zijn salaris van f 150.— niet meer voldoende worden geacht, waarom hij verzoekt dat salaris zoo te verhoogen, dat het eenigszins in evenredigheid tot de werkzaamheden wordt gebracht. Daar dit adres zeer laat is ingekomen, konden B. W. daarover niet meer beraadslagen en werd besloten het in eene volgende vergadering te behandelen. 3. Voorstel tot het doen van betalingen uit het fonds voor onvoorziene uitgaven, dienst 1903. Daar voor de kosten ad f 54.70 wegens het innen van dte verpachte tolheffing der brug »het Wolsummer- ketting« en de schadevergoeding ad f 220, wegens ont binding van het contract met den vorigen pachter, geen post op de begroeting voor dit jaar is uitgetrok- kei, stellen B. en W. voor genoemde Kosten uit het fonds voor onvoorziene uitgaven te bestrijden. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 4. Adres van H. Belkmeer te Scharnegoutum om hem eene belooning voor waargenomen politiediensten toe te kennen. Met ingang van 1 Januari 1903 werd adressant eer vol ontslag verleend als gemeenteveldwachter terwijl hij tot 14 Januari d. a. v. politiediensten heeft waar genomen in de dorpen Scharnegoutum, Gauw, Goënga, Loënga en Tirns, waarvoor hij beleefd verzoekt hem eenige belooning toe te kennen. Doordat de opvolger van adressant door buitenge wone omstandigheden niet eerder dan 15 Januari te Scharnegoutum in dienst kon treden, heeft adressant alleen eenige dienstbrieven bezorgd en enkele bekend makingen aangeplakt. Waar adressant onlangs nog een pensioen voor zijn leven werd verleend achten B. en W. ’t minstens onbeschaamd voor deze geringe diensten eenige belooning te vragen en stellen zij voor afwijzend op het verzoek te beschikken. De heer Hettinga acht ’t billijk, dat wanneer werk voor de gemeente wordt verricht, daarvoor betaling wordt gegeven en stelt voor adressant f 10,vergoe ding te geven. Dit voorstel niet ondersteund wordende, wordt con form het voorstel van B. en W. afwijzend op het ver zoek beschikt. 5. Adres van het Bestuur der Afdeeling Goënga der Vereeniging „Door arbeid tot verbetering” betreffende aanleg van een verhard voetpad. Bovengenoemd bestuur verzoekt medewerking en steun voor den aanleg van een sintelpad vanaf de Speersterdijk naar het dorp Goënga, daar dat pad, de zg. Kerkelaan, voor een goed deel van het jaar onbe gaanbaar is. Van den eigenaar der sate, waarover het pad loopt, is reeds toestemming daarvoor ontvan gen, terwijl door particulieren en corporation reeds f 105 in de geraamde kosten ad f 140 is toegezegd. Daar dit pad voor het grootste deel over gemeente- zelfde willen bepalen, door in de verordening op te nemen, dat tusschen de daarvoor geplaatste waarschu wingsborden, niet harder dan stapvoets mag worden gereden. Den heer Gerbrandjj komt ’t alsdan niet ongewensoht voor, aan B. en W. op te dragen een nieuwe redactie van het bewust artikel tegen de volgende vergadering in te dienen. Na nog eenige discussie wordt conform het voorstel van den heer Gerbrandij besloten en zal deze zaak dus in eene volgende vergadering nader aan de orde worden gesteld. 7. Adres van J. Volkersen E. Feenstra, beiden te Sneek, tot aankoop van gedeelten bermsloot. Beide adressanten verzoeken een gedeelte sloot aan den Oppenhuizerweg, in koop te mogen ontvangen en, door demping, aan hunne aldaar gelegen perceelen toe te voegen. Burg, en Weth. stellen voor aan den heer Feenstra het door hem gevraagde gedeelte sloot, ter lengte van 25 meter en ter breedte van 2 meter, in koop af te staan voor f 50,— en aan den heer Volkers een gedeelte sloot ter lengte van 11,30 meter en eveneens ter breedte van 2 meter, voor f 22,60, onder voorwaarde dat adressanten bij eventueele demping der sloot voor voldoende rioleering enz., moeten zorgdragen en ter afscheiding van den weg een doelmatige afrastering, ten genoege van B. en W. daarstellen, terwijl adressanten zich voorts overeenkomstig de bepalingen der verordening van de gemeente Sneek hebben te gedragen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 8.. Benoeming van een lid in de Commissie tot wering van schoolverzuim. Wegens het bedanken als zoodanig door den heer Ages, worden ter benoeming aanbevolen de hoeren J. Visser Azn. en A. Visser Jzn., beiden te Heeg. Bij stemming wordt eerstgenoemde benoemd met 12 stemmen terwijl op laatstgenoemde 2 stemmen waren uitgebracht. 9. Vaststelling oninbare posten van hoofdelijken omslag, hondenbelasting en van schoolgeld. Volgens overgelegde staten van den gemeento-ont- vanger, worden de daarop voorkomende posten, na eenige discussie en enkele ophelderingen van den Voorzitter, oninbaar verklaard. 10. Schrijven van J. Dassen, houdende verzoek het verlof van zijn zoon, onderwijzer te Tirns, te ver lengen. eigendom loopt, wordt toestemming tot den aanleg van een sintelpad ter breedte van 1 meter, en tevens eene bijdrage van f 35 gevraagd, terwijl dan de ge meente voor bet vervolg voor het onderhoud moet zorgdragen. Burg, en Weth. stellen voor de pogingen van ge noemd bestuur te steunen en te besluiten daartoe f 35 subsidie te verleenen, onder voorwaarde, dat de sintellaag minstens 10 cM. zwaar en 1 meter breed wordt en de gemeente alleen voor het onderhoud zal zorgdragen zoover bedoeld pad over gemeente-eigen- dom loopt. De Voorzitter licht nog toe dat het jaarlijksch onderhoud voor de gemeente op f 10 wordt geraamd wat vrij zeker door de meerdere opbrengst van het grasgewas zal worden gedekt. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform besloten. 6. Adres van ingezetenen van Gauw, om te ver ordenen dat door de kom van het dorp Gauw stap voets worde gereden. In dit adres, onderteekend door 28 ingezetenen van Gauw, wordt er op gewezen dat door de bestuurders van vele zwaar beladen melkwagens dikwijls wordt gewedijverd om het eerst aan de fabriek te komen waardoor de veiligheid zeer wordt bedreigd, waarom adressanten verzoeken te verordenen, dat door de kom van hun dorp stapvoets worde gereden. De heer Gerbrandij is er niet tegen aan het ver zoek van adressanten te voldoen, doch wil het stap voets te rijden gedeelte dan zoo kort mogelijk nemen. Gauw is een klein dorpje doch ’t strekt zich geheel langs den weg uit, waardoor het uitgestrekt is. Voor het melkvervoer is de bepaling wel wenschelijk maar ■•t>or andere rijtuigen is het een last en dan is ’t nog bezwaarlijk met zware vrachten bij de hooge brug, bij het begin van dat dorp, op te rijden. De heer Huistra is er voor alsdan te bepalen, dat al leen in zeer gematigden draf mag worden gereden. De Voorzitter zegt dat dit moeielijkheden zou ople veren; wat de een een gematigden draf noemt, wordt door een ander hard rijden genoemd. Spr. is er voor dat gedeelte te bepalen, wat ’t nood zakelijkst blijkt. De heer Gerbrandij zou dit aan het Dag. Bestuur willen overlaten en dan een gedeelte weg, aan beide zijden van den flapbrug, midden in het dorp, willen ne men. De heer Wesselius zou een commissie van onderzoek willen benoemen en dan ook willen bepalen dat honden karren, gewone fietsen en stoomfietsen, niet hard mo gen rijden. De heeren A. H. Tromp en de Boer willen het liever aan het Dag. Bestuur overlaten. Het voorstel van den heer Wesselius, om een com missie te benoemen, door den heer Okma ondersteund, in stemming gebracht, wordt verworpen met 11 tegen 3 stemmen, die van de heeren Okma, Rooistra en Wesselius. Het voorstel van den heer Gerbrandij wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen en zal de veror dening dienovereenkomstig worden gewijzigd. De heer Hokwerda wijst er op, dat een zelfde be paling voor Folsgare ook hoogst noodig zou zijn. De heer A. H. Tromp zou dan voor alle dorpen het- VERGADERING van den Gemeentel aad van WYMBRITSERADEEL, op Zaterdag, den 6 Juni 1903, des voormiddags te 10’/2 uur. Tegenwoordig zijn 14 leden, afwezig de heer Visser. Voorzitter de heer M. H. Tromp, Burgemeester. Secretaris de heer J Poppinga. PUNTEN VAN BEHANDELING: 1. Notulen van den 25 April 1903. Na lezing door den Secretaris, worden bovengenoemde notulen onver anderd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. De Secretaris doet mededeeling van a. Besluit van Ged. Staten, houdende geeikeuring van het raadsbesluit tot onderhandsohe verhuring van het waaggebouw te Woudsend aan Kraan aldaar b. Alsvoren, waarbij het raadsbesluit tot afschaffing der weekmarkt te Woudsend met ingang van 1 Mei 1903, wordt goedgekeurd hiervan is eveneens me ie- deeling gedaan aan alle gemeentebesturen in Friesland c. Alsvoren, goedkeurende de onderhaadsche ver huring van een perceel grasgewas aan B. Hiem’stra te Heeg; d. Alsvoren, houdende goedkeuring van het kc hier van schoolgeld le kwartaal 1903 e. Alsvoren, goedkeurende de rechtstrecksche beta ling van enkele pretentiën uit het fonds voor onvoor ziene uitgaven der begroeting, dienst 190B; f. Alsvoren, waarbij de raadsbesluiten tot wijziging der begrooting voor 1903 en tot het aangaan eener geldleening ad f 10.000 worden goedgekeurd g. Schrijven van den heer J. Martens, dat hij met 1 Mei jl. als hoofd der o. 1. school te Oudega in functie is getreden h. Alsvoren van Mej. J. Starkenburg dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan de o. 1. school te Oudega aanneemt; i. Besluit van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot versterking van enkele posten op de begrooting van 1902, uit het fonds voor onvoor ziene uitgaven van dien dienst; j. Schrijven van Ged. Staten, daarbij mededeelende dat de rijksbijdrage in de kosten van het herhalings- onderwijs door den Minister voor deze gemeente is vastgesteld op f 112,95 k. Alsvoren, daarbij berichtende, dat de gemeente- rekening over 1902 voor 9 September a. s. ter goed keuring moet worden ingezonden l. Mededeeling van Burgemeester en Wethouders, dat bij de uitgeschreven geldleening van f 10.000 tegen 4%, gegund is f 5000 aan de firma Bruriings ten Gate te Sneek, tegen een koers van 100“/,« en f 5000 aan de firma P. Posthuma Zoon te Harlingen, tegen een koers van f 100 zijnde Me hoogste inschrijvers; Op voorstel van den Voorzitter worden alle boven dat mij sedert jaren beminde en wier liefde en toege negenheid mij staande hielden, wanneer het verdriet mij dreigde te overmeesteren. De ontvangersbetrekking zou ons gelukkig maken, de jaarwedde was groot ge noeg om een huishouden te onderhouden en daarom zouden wij trouwen, zoodra ik benoemd was. Zoo naderde de dag der audiëntie. Reeds drie nach ten had ik niet rustig meer kunnen slapen. Als ik bij het aanbreken van den dag eindelijk van vermoeid heid in slaap viel, werd ik gekweld door booze droo- men, waarin Zijne Excellentie de hoofdrol speelde en mij met een honenden glimlach mededeelde, dat de betrek king reeds weder vervuld was. Natuurlijkerwijs hield ik die booze droomen voor slechte voorteekens en daar om zou ik werkelijk thuis gebleven zijn als Lena dat niet had weten te voorkomen. Het was nog twee uren voor den tijd, dat ik bij Zijne Excellentie zou worden toegelaten en ik zat reeds aan gekleed in mijn kamer. Mijn witte das en dito vest glinsterden als versch gevallen sneeuw, ik kon mij slechts met moeite bewegen, zoo royaal was de wasch- vrouw met haar stijfsel geweest. De rok, dien ik aan had, was mij geleend door mijn hospes, een eerzaam schoenmaker. Bij zijn trouwen had de man het nieuwe kleedingstnk voor het eerst gedragen, doch verder had hij hem weinig gebruikt, vandaar dat de rok nog nieuw scheen. De hooge cilinderhoed was mij geleend door den schoonzoon van den schoenmaker. Die man was lid van een vereeniging van oud-militairen en maak te daarom meermalen van den hoed gebruik, zoodat deze een rosse tint had aangenomen. Wel tienmaal had ik mijn witte glacé handschoenen uit en aangetrokken om in mijn zenuwachtigheid toch iets te doen, maar eindelijk was het een half uur voor den tijd der audiëntie en maakte ik mij gereed om ‘t r. 1 i 5. 5NEEKER COURANT Nu ziekte van

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1