ÏO«K 8MK Ki OISTRU. JIKEW8- Ki JIIVKKTEJTIKiiLAll Hel Spook van het Kerkhof. WF a Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. e Officieele Advertentie. e H FEUILLETON- BEKENDMAKING. Beschaving en wreedheden. voor I Li X Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. schrijven, verder 18 zeer in ’t geheel geen ver- Nauwelijks waren drie minuten verloopen sedert de dame van het Kerkhof vluchtte of daar hield een mooi rijtuig voor het hek stil. De zwartgemaskerde heer stapte uit, sprak eenige woorden met den koetsier en ging toen met vluggen tred het Kerkhof op. Tevergeefs keek hij overal rond, er was geen mensch te vinden. Toen riep hij met gedempte stem «Fanchon Jadis!« Geen antwoord. De heer werd ongerust, toornig stampte hij met den voet, mompelde een vloek tusschen de tanden, en riep toen met luide stem: «Fanchon Jadis!« Alweer geen antwoord. Hij hoorde niets dan een zacht gebrom, en toen hij opmerkzaam rondkeek, bemerk te hij een hondje, dat tusschen de graven rondzwierf. Hij sloeg geen acht op het diertje, immers, hij kon in de verste verte niet vermoeden, dat dit hondje zijn slim overlegde aanslag slechts weinige oogenblikken geleden te schande had gemaakt. Nadat hij ten derden male tevergeefs geroepen had, momgelde hij: »Zij heeft me dus toch bedrogen, naar het schijnt, zij heeft de plaat gepoetst! Zij is zeker niet 2). Bij de poort van het Kerkhofhek gekomen, zetten Jean en Pierre de draagkoets neder. De geheimzinni ge dame stapte uit en ging de Kerkhoflaan langs naar hetzelfde graf van waar zij gekomen was. De koets- dragers, wier nieuwsgierigheid geprikkeld was, volgden haar na en zagen, dat ze bij het grafmonument ge komen, zich omkeerde. Op dat oogenblik liet de klok van de St. Sulpicekerk hare doffe twaalf slagen hooren. De geheimzinnige da me deed haar zwart masker af. Jean en Pierre lieten een kreet van schrik hooren en namen haastig hun draagkoets op en liepen zoo snel mogelijk weg. Toen de dame zag, dat zij niet langer bespied werd, nam zij ook haar doodshoofdmasker af en stak dit in haar zak. Haar gelaat was bijna even leelijk als het masker, dat zij afgedaan had. Toch was zij nog jong, slechts weinig ouder dan twintig jaren. Zij wilde nu heengaan om zich achter een boschje in de nabijheid te verschuilen, totdat haar cavalier haar met zijn rijtuig zou komen halen; volgens de afspraak zou dit nog slechts eenige minuten duren. Doch toen zij haar voet verzette voelde zij zich aan den onderkant vast gehouden, niet door een doorn of een spijker neen, er viel niet aan te twijfelen: iets dat leefde, rukte en trok aan haar japon. Een geweldige schrik overmeesterde de jonge dame, die door de omgeving, het nachtelijk uur en door het geen met den graaf de St.-Aignan was voorgevallen, reeds zoo ontsteld was. In haar verhit brein drong zich het denkbeeld op, dat het de afgestorvene gravin Hortense de St.-Aignan was, die tot straf voor het ge pleegde bedrog haar in het graf wilde trekken. Gillende rukte zij haar japon los met verlies van een stukje uit den rand en rende als een waanzinnige van het graf weg. Zij snelde door het hek, den muur van het Kerkhof langs en verder tusschen tuinen en wijnbergen door tot aan ’n groot duister bosch, dat zich nabij de stad uitstrekte. Met groote behoedzaamheid werd de jonge graaf in een draagkoets naar zijn paleis overgebracht, waar zijn trouwe kamerdienaar in vereeniging met dr. Dupon- chel de verpleging op zich nam. Nog verscheidene uren lag de graaf sprakeloos, toen begon hij te ijlen en zeer zonderlinge gezegden te uiten. Hij sprak van zijn overleden vrouw, die hem op geheimzinnige wijze op het bal verschenen was, in de gedaante van een spook of geest uit het graf, met een doodshoofd en een hand van doodsbeenderen. Duponchel schreef dit verwarde praat natuurlijk toe aan de gekrenkte verbeelding vdn den ijlenden zieke. Doch den volgenden dag kwam hij tot andere gedach ten. Als een loopend vuur had zich namelijk een vreem de tijding door de stad verspreid, en die tijding was afkomstig uit de herberg van den ouden Perrin, waar de koetsiers en de koetsdragers gewoonlijk bij elkaar kwamen. Met afgrijzen hadden Jean en Pierre daar verteld, dat ze in den afgeloopen nacht een vrouwelijk spook, een zwartgekleede dame met een doodshoofd, van het kerkhof St.-Sulpice naar het bal hadden gedragen en van daar weer terug naar het keikhof. De politie schonk haar aandacht aan de zaak en ook dr. Duponchel stelde zich met haar in verbinding en gaf haar kennis van de verwarde woorden, die de graaf in ijlende koorts gesproken had. Jean en Pierre werden in verhoor genomen. Met zóó veel zekerheid gaven zij inlichting omtrent alle om standigheden van hun vreeselijk avontuur, dat er geen twijfel meer mogelijk was. (Wordt vervolgd.) ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. wreede oorlogen tot ’t vcrledene? ’t Ware te wenschen, dat men al deze of de meeste dezer vragen bevestigend kon beant woorden, Maar De Engelschman toont ’t luidst zijn afschu v aan den wreeden Turk, die de Armeniërs doet sidderen van zijn gruwelen, die in Europeesch Turkije wederkeerig wreedheden opwekt bij de onderworpen rassen. De Engelschman kwam reeds voor jaren op voor de verdrukte Joden in Rusland. Doch die zelfde Engelschman, door imperia lisme, landhonger, expansie-politiek gedreven, vernietigt, wat een paar kleine staten in Zuid Afrika 't dierbaarst was. hun vrijheid. Die zelfde Engelschman weet de Boeren vrouwen en -kinderen in kampen op te slui ten, die men met den naam moordkampen mag betitelen. Hij decimeert met zijn vernietigende maxims *t krachtige kafferras der Matabelen, om een gecharterde maatschappij in ’t bezit van hun land te stellen. Met heel de beschaafde wereld wil vooral de Yankee-regeering luide haar stem verheffen tegen de gruwelen, in Kisjenew door Russen tegen Joden bedreven. Die zelfde regeering steunt de verdrukten in de Spaansche koloniën, dóch blijkt met dien werkdadigen steun slechts verovering dier koloniën te beoogen. Die zelfde Yankee’s dulden nog steeds op eigen gebied het afschuwelijke lynchen, waar van men kan zeggen, dat ’t vaak een uiting is van den zin voor recht en rechtvaardigheid doch ook wel een misplaatste uiting en in elk geval een ingrijpen in zaken, die «des gerechts zijn.» Vaak kan men zich die opbruising van gerech- tigheidswoede begrijpen, doch niet altijd is waar ’t oude gezegde: »Vox populi, vox Dei,« De stem des volks is de stem Gods.) Er zijn thans nog slechts vier van de 45 staten der Unie, die de lynchwet niet zagen toegepast, nl. Massachusetts, Rhode-Island, New-Hamps- hire en Utah. Ook Delaware behoorde tot voor kort hierbij, doch laatst werd in dien staat een neger door ’t volk levend verbrand, omdat hij uit wellust een moord had begaan op een blank meisje. De meeste lynchmoorden in de laatste 20 jaren kwamen in Missisippi, Texas, Louisiana, Alabama, Tennessee en andere Zuidelijke Sta ten voor. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter openbare kennis, dat ter Secretarie dezer gemeente, gedurende 14 dagen, vanaf heden, voor een ieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld: de aan den Raad aangeboden rekening der ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over 1902. Sneek, den 18 Juli 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van der LAAN, Secretaris. Wat is onze moderne wereld toch beschaafd, vergeleken bij eeuwen en zelfs bij gedeelten van eeuwen geleden. In Germaansch en groote deelen van Romaansch en zelfs in deelen van Slavisch Europa is per centsgewijze berekend ’t getal der analphabeten (zij, die niet kunnen lezen en schrijven) tot vlak bij zéro gedaald. In de andere deelen van ons werelddeel zijn wel velen, die niet kunnen lezen en schrijven, doch hun aantal is percentsgewijze lang niet zoo groot als vroe ger. Nemen we als voorbeeld de statistiek aangaande de Duitsche lotelingen, dan krijgt men voor de analphabeten slechts een deel van één percent. Vooral in de laatste tientallen jaren is dit percentage sterk gedaald. De volgende cijfers bv. zijn nog vrij bar, doch ze zijn van bijna dertig jaren geleden en sedert is groote verbetering gekomenVan de 100 Belgen, boven de 7 jaren oud, konden toen slechts 58 lezen en schrijven. Van de 100 Nederlandsche miliciens konden in 1876 ruim 71 lezen en Weinig; terwijl 11 er stand van hadden. Tijdschriften, kranten en boeken worden verslonden of in ontelbaar aantal gelezenbi bliotheken staan bijna overal ten dienste van ’t leesgrage publiek; tentoonstellingen, voor stellingen, musea, muziek- en andere vereeni- gingen bevorderen den smaak en geven een deel der kunstwereld, der hoogere, der niet- alledaagsche wereld. Tal van scholen en in richtingen geven gelegenheid tot hoogere ont wikkeling; de politieke strijd geeft politieke mondigheid, geeft ideeën en beginselenspre kers van gezag en naam geven een kijk op ten tweeden male op het kerkhof geweest, omdat ze te bang was. Nu, als haar geld op is, zal ze mij wel komen opzoeken.« Met de overtuiging, dat verder blijven op het kerkhof nutteloos was, ging hij heen, stapte in het rijtuig en beval den koetsier: »Naar huis.« Het rijtuig rolde voort, de stad uit, den straatweg langs naar Villeneuve. Toen de klok twaalf uur sloeg, werden in de zaal de maskers afgenomen. Marion deCeylus wachtte nog steedsop den terugkeer van haren geliefde; wel werd ze wat ongeduldig, maar ze maakte zich toch niet bezorgd. Zuiver toevallig kwamen twee jonge dames in het bovenbedoelde afgelegene vertrek. Toen zij de deur openden, zagen zij den gemaskerden kruisridder dood op den grond liggen. Zij riepen luide om hulp zoodat men van alle kanten kwam toesnellen; onder die menigte was ook de schoone Marion. Zij knielde bij hem neder en maakte in een ommezien het masker van zijn gelaat los. »0h, mijn God! wat scheelt er aan, Philibert!» snikte ze. «Och, laat mij even voorbij!» klonk op dat oogenblik de diepe basstem van een als sterrenwichelaar gecos- tumeerden heer, die door de menigte naar voren drong. Het was dokter Duponchel, de bekwaamste geneesheer in Agen en de huisarts van den graaf. Uit voorzorg droeg hij altijd een doosje met instrumenten bij zich. Door gepaste middelen en eene aderlating, verkreeg de geneesheer weldra eenig teeken van leven van den bewustelooze. Toen sloeg hij den patient eenige oogen blikken aandachtig gade. Fluisterende vroeg Marion’s mama wat hij er van dacht. Hij schudde bedenkelijk het hoofd en antwoordde: »Wij zullen zien! Nu echter i spoedig naar huis!« zaken, die ver boven ’t alledaagsche verheven zijnpolitieke vergaderingen vormen sprekers en debaters. Mag men, dit alles en nog meer overden kende, niet zeggen, dat de wereld, de we reld. die volgens ons beschaafd heet, ver bazend in beschaving, in ontwikkeling is voor uitgegaan Wij zullen ’t niet wagen, in een klein bestek de gevolgen dier beschaving te bespreken; gevolgen op godsdienstig gebied gevolgen op staatkundig, op politiek, op oeconomisch, op sociaal, op democratisch terrein niet de ont wikkeling der geld-aristocratie, de vorming van een vierden, of misschien nog meer standen niet de oorzaken nagaan, die de verschillende nieuwe partijen, de .isten of .ismen het leven geven. Ook willen we niet stilstaan bij 't één-worden der natiën, dat in verband ge bracht moet worden met de voortgaande be schaving en de richting, die ze uitgaatook niet bij de groote verandering, die in de ver houdingen tusschen vorsten en volken is ge bracht; die een vierde stand mondig, politiek mondig maakte. We zullen ook niet nadenken o'ver de meerdere welvaart, den hoogeren le vensstandaard, de meerdere weelde, grootere behoeften, die ook in nauw verband met de grootere beschaving moeten gebracht worden. Een zwakke poging om in al deze zaken eenig licht te zoeken, zou tal van kolommen druks vullen, zonder dat die zwakke poging een helder licht zou verspreiden. Ook zou men in deze richting niet voort kunnen gaan, zon der van een standpunt, godsdienstig en poli tiek, uit te gaan; en dit hebben we in onze artikelen altijd trachten te vermijdenwelwil lend als we wenschten te zijn tegenover iedere partij beschouwingaanstoot geven hatende. Doch waar we wel even over willen spre ken is; Heeft deze meerdere beschaving alom de gevolgen gehad, die men er van moest verwachten Zijn de zeden zóóveel zachter ge worden, is werkelijk de fijne schaaf zóó heen gegaan over de menschen, dat van wreede naturen, wreede toestanden en wreede tooneelen in ’t geheel geen sprake meer is? Hebben de blijken van verontwaardiging over mogelijke wreedheden deze onmogelijk, of bijna onmoge lijk gemaakt? En komen die blijken van ver ontwaardiging van een kant, die men door zijn zedelijke hoogheid ’t recht toekent, ze te uiten? Behooren de oorlogen, of ook alleen maar de Van de 2516 personen, die tusschen 1885 en ’t afgeloopen jaar gelyncht werden, moeten er 2080 op rekening van ’t Zuiden worden gebracht, Onder de slachtoffers waren 1678 Negers, 801 Blanken, 21 Indianen, 19 Chi- neezen en 7 Mexicaansche kleurlingen. In t jaar 1901 hadden er 135 lynchmoorden plaats tegen 118 wettelijk voltrokken dood vonnissen. Moord en overtreding van de wetten van orde en tucht zijn meestal de misdrijven, waar op een volksrechtspraak volgt. In 't Westen behoort ook paardendiefstal onder de misdrijven, waarbij «rechter Lynch» optreedt; intusschen is daar toch ook eens een man opgeknoopt, die een kind een oorvijg had gegeven. Twee andere personen werden ge lyncht, omdat ze alom bekende spelers waren en hunne beloften, dat zij zich zouden beteren, niet nakwamen; drie werden opgehangen, om dat zij voor niets nuttig bleken te zijn en twee Negers werden door de hand hunner eigen rasgenooten gedood, omdat de arme zondaars aan tooverij hadden gedaan. Meer dan 50 vrouwen werden sedert 1885 gelyncht. Bijna alle negers, die als offers van de lychwet vielen, waren beticht van gewelddadigheden te hebben gepleegd op blanke vrouwen. Tegen dit misdrijf, als ook tegen elk ver grijp, gepleegd aan vrouwen, heeft men inde Vereenigde Staten een veel strenger opvat ting dan in Europa. Verleiding van een meer der- of minderjarige wordt ongemeen streng gestraft. Het is meermalen voorgekomen. Eerschenders krijgen meermalen langdurige tuchthuisstraf, gewoonlijk minstens 5 jaren. In 't Zuiden werd zelfs de doodstraf daarover uit gesproken. We bekennen rondweg, dat iéder zich ge makkelijk de woede verklaren kan van de massa’s, wanneer een afschuwelijk misdrijf ge pleegd is. Doch ieder zal ook toegeven, dat de volks woede ongemotiveerd kan blijken en dan zijn de uitingen dier woede niet meer te herstel len. En daarom moest ’t lynchen niet plaats hebben. En wat zullen we zeggen van den moord te Belgrado? Servië is niet op de beschavings- lijn van Nederland te stellen, doch de na lang overleg gepleegde wandaad werd bedreven door de hoogstontwikkelden van dat land; door lieden, die volgens hun beschaving in Duitsch- land, Frankrijk of Engeland thuis behooren. Waarlijk, beschaving sluit wreedheid nog niet uit.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1