t)
NIKUWS- EU ABVERTEJTIEKLA»
w
De stille Compagnon.
voor shik H «mm.
No. BO.
Woensdag 29 Juli 1903.
58e Jaargang.
1
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek.
Officieele Advertentie.
FEUILLETON.
1
Engeland—Ierland.
1
I
BEKENDMAKING.
hielden.
verschillende
1
l
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
de tory’s, aan ’t bewind en
brengen de Ieren, wat zij
en wat zij alleen
te kunnen verkrijgen.
beralen) vóór herstel
ren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen
te Sneek, maken bekend, dat de
JAARMARKT of KERMIS
alhier dit jaar begint op Vrijdag den 14 Augustus,
des morgens acht uur, om te eindigen op Vrijdag den
21 Augustus d. a. v., des morgens acht uur, en dat vóór
den 23sten dier maand alle kramen, disschen, tenten
enz. zullen moeten zijn afgebroken en weggeruimd.
Tevens wordt herinnerd aan art. 12 der Algemeene
Politie-Verordening, waarbij is bepaald, dat niemand
eene tent, kraam, tafel of iets dergelijks op den voor
den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan of
daarop uitstallingen van goederen hebben, dan over
eenkomstig de aanwijzing van den Marktmeester of, bij
ontstentenis van dezen, van de Politie en na voldoe
ning van het marktgeld.
Sneek, den 24 Juli 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
2). I.
«Die man bevalt me niet*, zei juffrouw Crozet tot
haar man. «Hij heeft slechts éèn oog, maar zijn blik
ken zijn valsch. Terwijl hij met je sprak, hield hij je
scherp in het oog; hij loerde aanhoudend naar je; onwil
lekeurig moest ik denken, dat hij je leugens vertelde.»
»Maar Nanon,riep de goudsmid uit, «dat is dwaas
heid! Bedenk toch eens, dat zoo’n oude vrijbuiter onmo
gelijk zoo’n zachtmoedig voorkomen kan hebben als een
professor van de Sorbonne.*
Na verloop van slechts weinige dagen had Crozet
de hem toevertrouwde kleinoodiën voordeelig verkocht.
Pierre Richon kwam bij hem, ontving zijn aandeel en
bracht andere edelgesteenten en parels mede, doch nu
van kostbaarder soort. Fraai en kunst vol zette Crozet
eenige daarvan in gouden sieraden en verkocht ze toen
voor nog hoogere prijzen. In drie maanden trjds ver
kocht hij zoo driemaal een partijtje edelgesteenten voor
den ouden zeeman. Telkens wanneer Richon bij hem
binnentrad, begroette hij hem met vreugde. Immers
de stille compagnon was de oorzaak, dat hij thans zoo
veel geld verdiende. Geheel anders was het met juf
frouw Crozet gesteld. Zij verschrikte telkens, als zij
den vrijbuiter zag. Een onverklaarbare vrees greep
haar aan, als hij zijn kleinoodiën uitstalde. Een inwen
dige stem fluisterde haar toe, dat met deze jsweelen
iets niet in orde was.
Toen de minister Mazarin de machtigste man in
Frankrijk was, liet hij uit zijn vaderland Italië een ge
heels schaar van bloedverwanten naar Parijs komen om
daar tot eer en aanzien te geraken.
Zijn neef, Filip Mancini, werd hertog van Nevers.
Verder had hij niet minder dan zeven nichten, alle
knappe jonge dames.
Anna Maria Martinozzi werd prinses van Condé.
Laura Martinozzi werd regeerende vorstin van Mo
dena.
Laura Mancini, hertogin van Mercoeur.
Olympia Mancini, hertogin van Soissons.
Deze dame was de moeder van den beroemden veld
heer prins Eugenius van Savoye.
Maria Mancini huwde met den Connetabele Colonna.
Hortensia Mancini werd uitgehuwelijkt aan den zoon
van den maarschalk de la Meilleraga. Haar man moest
den titel «hertog van Mazarin* aannemen, op verlan
gen van den minister, die zijn naam niet wilde laten
uitsterven. Zij werd dus hertogin van Mazarin.
Marianne Mancini eindelijk huwde met den hertog
van Bouillon.
Men ziet dat Mazarin, volgens de smaadschriften
van dien tijd was hij de zoon van een bankroet hoeden
maker zeer goed voor zijne nichten wist te zorgen.
Marianne, de jongste, was het laatst getrouwd, na
melijk in het jaar 1662, toen zij nog nauwelijks vijftien
jaar oud was. Kort tevoren was haar grootmoedige
oom gestorven, nadat hij vele jaren Frankrijk geregeerd
en daarbij behoorlijk zijn eigen beurs gevuld had, zoo-
als toen ministers pleegden te doen. Bij de verdeeling
der groote erfenis ontving ook Marianne eenige millioe-
nenaaa geld en bovendien vele kunstvoorwerpen en ju-
I
met Parnell, den lerschen leider en schreef
home rule (of zoo goed als volkomen zelfre-
geering voor Ierland) in zijn program.
Hij diende in dezen geest wetten in. Doch
dit werd Gladstone’s val. De unionisten, d. z.
zij, die van geen afscheiding wilden weten,
scheidden zich van de andere liberalen af en
in 1885 moest Gladstone plaats maken voor
een conservatief ministerie, dat tot de oude
dwangmaatregelen terugkeerde.
We zullen den strijd der laatste jaren niet
verder beschrijven, doch hebben reeds duide
lijk gemaakt, dat de tory’s, (de conservatieven)
tegen herstel, ’t grootste deel der whig’s, (li
beralen) vóór herstel van lersche grieven wa-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
1
I
f
I
leidden van de geïnde pachtsommen.
Zoo was de nood ’t hoogst gestegen in de
1 9e eeuw.
Van 1841 tot nu toe is bijv, de bevolking
van Ierland van 8‘/4 millioen tot minder dan
5 millioen gedaald.
Doch in de 19e eeuw kwam ook verbetering
in den toestand.
In O’Connell hadden de katholieke Ieren een
uitnemenden en edelen woordvoerder en de
liberale minister Greij stelde alle openbare
ambten voor de katholieken en dus ook voor
de Ieren open.
Doch de meeste lersche grieven bleven be
staan en de berichten over den hongersnood
in Ierland deden Europa schokken.
In 1865 werd Gladstone, »the grand old man«,
de opvolger van Palmerston. Hij verwierf den
bijstand der vrijzinnigen en wist wetten gereed
te maken tot herstel van lersche grieven. De
hoofdgrieven waren de instandhouding der
Anglikaansche kerk als staatskerk in Ierland,
waar de groote meerderheid toch katholiek was;
en dan de regeling van 't grondbezit, waarover
we reeds spraken, en die de landbevolking be
lette, zich uit haren armoedigen staat op te
heffen.
De Ieren, die hun vaderland ontvlucht wa
ren en reeds millioenen zielen telden in Ame-
rika, bewerkten van uit Amerika een opstand
in hun oude vadetland; een opstand, die een
des te gevaarlijker karakter droeg, daar de Fe
nians, zooals de opstandelingen zich noemden,
zich niet in den strijd tegen de Engelsche troe
pen waagden, maar door samenzweringen en
sluipmoorden ’t land in voortdurenden onrust
In 1869 en 1870 werden door twee
wetten de genoemde grieven
zooal niet geheel hersteld, dan toch vrij wat
gelenigd.
Doch hiermee hielden de Ieren niet op met
nog meer verbetering te eischen. Zij eischten
thans een eigen bestuur met een eigen parle
ment (home rule). Doch in 1874 raakte Glad
stone z’n meerderheid kwijt en werd hij op
gevolgd door Disraëli, waarvan de Ieren niets
te hopen hadden. Doch eenige jaren later
werd Gladstone opnieuw eerste minister. Hij
maakte dadelijk een eind aan den strijd in Zuid-
Afrika (bestorming van den Amajubaom de
billijke grieven te herstellen van de Ieren, die
echter driester dan ooit werden. De Fenians
hielden door samenzweringen en sluipmoord de
zaak in beroering. Gladstone verbond zich
weelen. Mazarin namelijk was een ijverig liefhebber
en verzamelaar van zulke kostbaarheden geweest. Zoo
als bekend is, liet hij achttien van zijn grootste diaman
ten aan de Fransche kroon na, onder bepaling, dat men
die tot zijn eeuwige gedachtenis »de Mazarines* zou
noemen.
Een deel van het geërfde geld besteedde Marianne tot
den aankoop van een prachtig paleis aan de quai Mala-
quais. Dit paleis kreeg den naam »Hotel Bouillon* en
werd spoedig bekend om de prachtige vroolijke feesten,
die daar gevierd werden. De levenslustige hertogin
bevorderde kunsten en wetenschappen; Molière, La
Fontaine, Baulieu, Lesage en vele andere geestrijke
mannen hadden toegang tot haar gezelschappen. Dan
had zij ook een voorliefde voor vierbeenige kunstenaars,
zij vermaakte zich met de kleine gedresseerde honden,
die aardige kunststukjes konden vertoonen; verder
was haar paleis bevolkt met apen, papagaaien, konijnen
en meerkatten.
Haar echtgenoot, hertog Maurice, zag men zelden te
Parijs. Jaren lang was hij soms afwezig om onder de
vanen des keizers aan den oorlog tegen de Turken deel
te nemen. En kwam hij dan met lauweren bedekt weer
eens bij zijn vrouw terug, dan had hij toch niet lang
rust. Als hij niet tegen de Turken kon vechten, zocht
hij de genoegens van den jacht in zijn groote bosschen.
In den tijd van dit verhaal, het jaar 1685, was Ma
rianne acht en dertig jaar oud. Mag men de hoogdra
vende lofprijzingen der dichters gelooven, dan was zij
nog zeer schoon; zij was althans een der meest bezon
gen dames. La Fontaine heeft haar in zijn schoonste ver
zen geprezen.
Op een nacht, na een groot feest, had de hertogin
zich vermoeid in haar vertrek terüggetrokken en legde
juist een kostbaar sieraad af. De zjjden overgordij-
We mogen zeggen: Als er een vorst is,
die meevalt, dan is het koning Edward VII.
Gedurende de lange, al te lange jaren, dat hij
kroonprins van Engeland was, verkeerde hij
in een onprettige positiehij had geen gezag
en reeds lang de jaren er voorhij kon tal
van vergaderingen, tentoonstellingen, revue’s,
enz. enz. bijwonen uit naam zijner koninklijke
moeder Victoria. Hij kreeg langzamerhand
den naam van verkwistend speler, van lief
hebber van een samenzijn te Parijs met een
eigenaardig soort wereld.
Doch eindelijk werd hij koning. En sedert
zijn optreden als vorst van ’t machtige Britsche
rijk mag men zeggen, dat hij een uitstekende
figuur heeft gemaakt. Hij toont zich steeds
goed, beminnelijk. Niet hem kon smaad of
wrok treffen ter oorzake van den Boeren-oor-
log; want onder Victoria’s regeering was de
strijd begonnen. Hij maakte een gunstig ge
slaagde reis naar Portugal, Italië en Frankrijk
en heeft, zoo waar, den alouden naijver tus-
schen Engelschen en Franschen doen verkee-
ren in een soort entente. Hij wist, na zijn
bezoek aan Parijs, Loubet in Londen te krij
gen, waar deze buitengewoon gevierd werd.
En thans bezoekt hij Ierland.
De zeer groote beteekenis van dit bezoek
willen we even nagaan.
Doch wat is thans ’t merkwaardige Reeds
jaren zijn thans de tegenstanders der Ieren,
juist dezen
zoo lang gevraagd
hebben en wat zij alleen van de whig’s dach
ten te kunnen verkrijgen. Zooals de lezers
dezer dagen vernamen, heeft ’t Lagerhuis met
zeer groote meerderheid de lersche landwet
aangenomen, die de Engelsche schatkist groote
sommen kosten zal en den lerschen pachters
gelegenheid zal geven, om weer landeigenaars
te worden.
En thans, terwijl hij als ’t ware de bekrach
tiging dezer wet meebrengt, komt koning Ed
ward met koningin Alexandra in Ierland, het
groene Erin, ’t Smaragdeneiland der dichters.
Zal eenmaal ’t nageslacht der Ieren dit be
zoek herdenken als de dageraad van een tijd
van bloei, van voorspoed, van geluk? Zal ’t
groene eiland met zijn zacht klimaat, met zijn
groene winters, waarin de koeien in de weide
blijven grazen, zal ’t lachende eiland in ’t ver
volg alleen een vroolijke, opgeruimde bevol
king dragen en voeden?
Als dit door de nu aangenomen wet een
begin van werkelijkheid wordt, zal de regee
ring van koning Edward bij de Ieren in dank
bare herinnering blijven, zal zijn naam in de
geschiedenis blijven genoemd als dien van de
hersteller van eeuwenoude toestanden van on
recht.
Doch de tegenwoordige regeering doet ook
voor zich zelf een handige zet. ’t Begon zijn
meerderheid te zien slinken en heeft zich thans
door een kloeken zet verzekerd van den steun
der lersche afgevaardigden en van den zedelij-
ken steun van ’t lersche volk.
nen voor de ramen, hingen tot op den grond dicht. Op
een ebbenhouten tafeltje stond een zilveren lichtkroon
met drie brandende waskaarsen.
«Madelon,* sprak zij tot de kamerjuffer, «ik geloof, dat
ik mijn reukflacon in de muziekzaal heb laten liggen.
Haal hem eens voor mij*
De kamerjuffer gehoorzaamde onmiddellijk en verliet
het vertrek.
De hertogin maakte haar kastanjebruine lokken los
en legde een kostbaren diadeem, rijk met parelen en
edelgesteenten bezet, in een juweelen doos, waarin
reeds een parelsnoer en andere kleinoodiën een plaats
gevonden hadden.
Plotseling hoorde zij zachte voetstappen achter zich
op het tapijt. Ze dacht dat het een van haar kamer
juffers was en keerde zich om. Tot haar verbazing
zag zij een in het zwart gekleed heer met bleek ge
laat, zwarte baard en zwarte pruik, die haar met flik
kerende oogen aankeek.
«Onbeschaamde!* riep de hertogin hem onverschrok
ken toe. «Wie zijt ge? Hoe durft ge het te wagen
hier binnen te dringen?*
De vreemde maakte een gebaar om haar tot stilte
te vermanen. «Bedaard, mevrouw. Geen gerucht, geen
geschreeuw verzoek ik u; dat zou u slecht kunnen be
komen.*
«Wie zijt gij? Wat wilt ge?«
«Ik ben geen verliefde dwaas, zooals u misschien
denkt, mevrouw! Ik ben een hartstochtelijk liefheb
ber en verzamelaar van edelgesteenten. Ik verzoek
beleefd de gunst uwe kleinoodiën te mogen bewonderen.*
«Om zulk een verzoek te doen, hebt ge een zeer slecht
oogenblik gekozen, mijnheer.*
«Om u niet langer lastig te vallen, schoone dame,
wil ik uwe juweelendoos maar liever op staanden voet
Merkwaardig is, hoe een volk, dat ’n apart
eiland bewoont, welks bodem genoeg voedsel
opleverteen volk, dat oorspronkelijk zeer
begaafd was, en nog steeds blijken geeft van
groot verstandelijk kunnen; een volk, dat z’n
eigen Celtische taal en natuur had; hoe zoo’n
volk zooveel eeuwen achtereen door een ander
kan worden overheerscht, onderdrukt, als een
lager soort wezens behandeld.
Reeds in de 12e eeuw werd Ierland door
Hendrik II, koning van Engeland, veroverd
in ’t begin der 14e eeuw werd de onderwer
ping volkomen en waren de Ieren zelfs tot
vijanden van Engeland verklaard; ’t aanleeren
der Engelsche taal en ’t huwelijken van een
Engelsche vrouw werd als hoogverraad ge
straft.
Later kwam er ook nog verschil van gods
dienst bij. De Engelschen werden Protestant,
de Ieren bleven Roomsch-Katholiek.
Onder de regeering van de Protestantsche
koningin Elisabeth stonden de Ieren op, doch
werden met geweld onderworpen. Gaan we
de Stuarts voorbij, die ook de Ieren niet ver
wenden, dan lezen we weer van bittere tijden
onder Cromwell en Willem III.
Toen Willem III, stadhouder van Holland,
zijn schoonvader Jacobus II van den Engel
schen troon stiet, omhelsden de katholieke Ieren
de partij van den katholieken Jacobus. Met
geweld moesten de Ieren worden onderworpen,
nadat Jacobus bij de Boyne (een riviertje in
Ierland) verslagen was. Nog erger dan onder
Cromwell werd nu de verdrukking en bijkans
de gansche Oostelijke helft van ’t eiland werd
aan Engelsche grondeigenaars gegeven. Naar
Willem van Oranje noemde de Protestantsche
partij in Ierland zich, sedert dien tijd, Orangisten.
Ook gedurende de Groote Fransche Revo
lutie van 1789 zocht Ierland partij te trekken
van de vijandschap tusschen Franschen en En
gelschen. Een Fransch leger stond reeds ge
reed, om de Ieren te helpen, doch dit leger
vertrok niet en in ’t jaar 1800 vaardigde het
Britsche parlement een wet uit, die den reeds
zoo ellendigen toestand der Ieren nog verer
gerde.
Zoo werd ’t arme lersche volk steeds armer
en ellendiger en was ’t steeds slechter gesteld
met de beschaving, vooral der armere standen.
Hongersnood werd een chronische kwaal
vaak kwamen Ieren om van honger, terwijl
de rijke lords in Engeland een goed leven
L
ii
j
i
-i r* - f - t -- - - -
R COURANT.