Ba stills Compagnon. WWS- EJ ÏIIVEKTLVnEBLAÖ I d 1 I1 Zaterdag 1 Augustus 1803. 58e ’Jaargang. No. 61. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Rusland in Oost-Azie. FEUILLETON. juist dat deel, i 1 I j j Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. 1 LA kin «r F Intusschen had de opgeslotene het gevaarlijke van zijn toestand ingezien: te vergeefs had hij naar een achterdeur gezocht. Hij spande al zijn krachten in om zich te bevrijden; men hoorde hoe hij de deur van den winkel met geweld trachtte open te breken. Met weinig woorden bracht juffrouw Crozet de poli- tie-beambten op de hoogte. «Dat schijnt een gevaarlijke kerel,sprak de inspec teur tot zijne mannen. »Houdt je pistolen gereed.* Op een wenk van hem schoof de concierge den gren del weg en draaide den-sleutel om. Van de binnenzijde werd de deur met kracht openge- stooten en de onbekende verscheen met een blanken degen in de eene hand en een pistool in de andere. «In naam des konings, ge zijt mijn gevangene,» riep de inspecteur. «Heef u over of ge zijt een kind des doods!* De vreemde zag vijf pistolen op zijn borst gericht. «Waar wordt ik van beschuldigd?* vroeg hij op doffen toon. »Van de juweelendiefstal bij de hertogin van Bouil lon!* Een oogenblik scheen de man lust te hebben zich met geweld een dooltocht te banén, doch hij zag in, dat dit eene hopelooze poging zou zijn, die bijna zeker op zijn dood moest uitloopen. Hij gaf daarom zijn degen en pistool uit de handen en zei: «Ik geef mij over!* Hij werd naar de gevangenis gebracht. Aan den chef der politie en aan den rechter van instructie werd on- middellijk kennis gegeven van deze arrestatie. De her togin kwam op een uitnoodiging naar het politie-bu- reau. Zoodra zij de gevangene zag, riep zij met over tuiging uit: «Die man is de dief! Nu herken ik hem stellig! De gelijkenis van Crozet en dezen man heeft mij in de war gebracht. Nu herken ik hem stellig! Beken het ellendeling, jij bent de dief!* De gevangene maakte een buiging en sprak: 3). IV. (Sof.) Van toon veranderd, vervolgde hij: «Een oude zee man, Pierre Richon, is ook in de zaak betrokken. Ik ben aan zijn woning geweest, en hoorde daar, dat hij door de politie gevangen genomen is.* «Die man draagt de schuld van al het gebeurde. Ik heb mjjn man genoeg voor hem gewaarschuwd, maar te vergeefs «Heeft de politie hier ook huiszoeking gedaan?* «Ja maar u vraagt zoo Wie is u toch?* «Ik ben ’n goed vriend van Pierre Richon en zou gaar ne vernemen, of de politie hier nog juweelen heeft in beslag genomen.* «Ja, eenige.* «Kan u verder niets meedeelen, juffrouw?* «Neen, mijnheer! maar als u nog iets weet om trent deze ongelukkige zaak of dat u misschien mij een goeden raad kon geven «Hm daar moet ik eens over denken. Dat zal zoo gemakkelijk niet gaan. De muren van de gevangenis «Le Chatelet* zijn vreeselijk dik. Er zou buskruit bij te pas komen om ze te laten springen.* Een oogenblik stond hij in gepeins verzonken. Ondertusschen dacht juffrouw Crozet na. «Die man heeft zeker iets met den juweelendiefstal uit te staan. Misschien is hij zelf de dief wel. Kon ik hem maar houden en hem aan het gerecht overleveren. Maar ik arme zwakke vrouw kan hem niet in mijn macht krijgen. Hij zou me dooden. Kon ik toch een list bedenken!* Toen sprak zij tot den vreemde «Mijnheer, u zal «Het is zeer vleiend voor mij, mevrouw, dat ge u mij ner nog zoogoed herinnert.* Na deze spottende bekentenis was dus geen twijfel meer mogelijk. Men vroeg den gevangene, hoe hij heette. Hij noem de zich eerst Jean Brissot, maar spoedig kwam aan het licht, dat zijn ware naam Jean Crozet was. Werke lijk was hij de man, dien de familie Crozet reeds dood waande, en die door Pierre Richon voor dood was uit gegeven. Dit verklaart ook, dat de eerlijke goudsmid zooveel op zijn oom, den ouden vrijbuiter, geleek. Jean Crozet en Pierre Richon hadden vele jaren in West-Indië bij de Boekaniers doorgebracht. Eindelijk waren ze naar Frankrijk teruggekeerd. De buit, dien zij hadden meegebracht was spoedig opgemaakt.Nu was Jean Crozet een zeer slimme en ook verstandige kerel; hij pleegde verscheidene brutale diefstallen en nam bij voor keur goud en juweelen mee. Om .de juweelen voor- deelig kwijt te raken, kwam Jean op de gedachte (door tusschenkomst van Pierre Richon) zijn neef te gebruiken om de gestolen waar aan den man te bren gen. Hoe dit gelukte hebben wij reeds gezien. De hertogin kreeg hare kleinoodiën voor het grootste deel terug. Jean Crozet werd tot de galeien veroor deeld. Op weg naar Toulon deed hij een poging om te ontvluchten, doch werd door de gendarmes dood ge schoten. Zijn kameraad Pierre Richon, werd tot tuchthuisstraf veroordeeld en stierf in de gevangenis. De onschuld van Etienne Crozet was schitterend aan het licht gekomen; hij werd onmiddellijk in vrijheid ge steld. Om hem voor zijn onverdiend lijden schadeloos te stellen, beval de hertogin van Bouillon hem voor taan bij hare bekenden aan; zij verschafte hem voordee- lig werk en voorname klanten. Allengs kwam hij vooruit in de wereld en ten laatste was hij een aanzien lijk juwelier. Met een «stillen compagnon* heeft hij zich echter nooit weer ingelaten. me zeker wel eenige opheldering kunnen geven om trent den ouden vrijbuiter, die uw vriend is, naar ge mij zegt.* »0p een anderen keer, juffrouw!* antwoordde hij ont wijkend, terwijl hij zich gereed maakte om te vertrek ken. Plotseling hoorde men zware voetstappen voor in den gang van het huis. Hij bleef staan en fluisterde: «Wie komt daar?* Juf frouw Crozet kwam op een voortreffelijken inval. «Ik geloof, dat het de politie is om weer navraag te doen,* sprak zij zacht met gehuichelde vrees. «Voor den duivel!* bromde hij ongerust. «Als u de politie liever niet ontmoet, ga dan gauw hier in de kamer, door de achterdeur kan u in den tuin komen.* Zij wees daarbij op de deur van de werkplaats ach ter den winkel. De vreemdeling sloop dadelijk in de donkere ruimte. Vlug sloot de juffrouw de zware eikendeur achter hem, draaide den sleutel om, en schoof den grendel er voor. Haai list was gelukt: zij had den haar verdacht voor komenden man gevangen, want in de werkplaats was geen tweede deur en het eenige venster was met zwa re tralies voorzien. Haar man had die tralies daar laten maken met het oog op de kostbare voorwerpen, die hij soms ter herstelling in huis had. Zij liep de gang in en riep den concierge; dat was de man wiens zware voetstappen zij zooeven gehoord had. De concierge had een zeer goede meening van den goudsmid Crozet en twijfelde niet aan zijn onschuld. Toen hij wist, hoe hier de zaken geschapen stonden, riep hij dadelijk eenige lieden om het tralievenster en de deur van de werkplaats te bewaken en zond een bode naar de naaste politiewacht. Binnen tien minuten verscheen een inspecteur van po litie met vier agenten. wat dienen kon. Men riep dus alles op, wat er te krijgen was en zoodoende bepaalde ’t bevolkingscijfer hoofdzakelijk de militaire kracht. Sedert 1870 heeft men nog iets belangrijks op te merken: Frankrijks bevolking vermeer derde bijna niet meer, terwijl die der andere groote mogendheden met snelheid vooruitging. Zoo kwan» Frankrijk, wat ’t getal betreft, in de achterhoede en overtreft alleen nog Italië. Frankrijk is echter nog sterk door zijn volks eenheid, door den rijkdom van zijn bodem en de ontwikkeling zijner stedelijke bewoners, hoofdzakelijk der Parijzenaars. Daardoor heeft t veel voor op Oostenrijk-Hongarije bv., dat hopeloos verdeeld is. Doch, zooals ’t thans staat, heeft men vier grootste mogendheden, Rusland, Amerika, En geland en Duitschland; en van die vier zijn er weer twee, die vooraan staan door getal sterkte, door de massa volks, nl. Rusland en Amerika. Wat Engeland eens zal beteekenen, durven we niet te voorspellen. En Duitsch land zal misschien eens Oostenrijk tot zich trekken en in elk geval als voornaamste Ger- maansche staat van niet te onderschatten be- teekenis blijven. Doch laten we thans eens de oogen wenden naar Rusland, dit reuzenrijk met zijn bevolking van ver over de honderd millioenéén homo gene massa volks, die ondanks zijn getalsterk te minder verscheidenheid van taal, zeden en godsdienst vertoont dan één der andere groo te machten. Rusland heeft echter dit tegen zich: de re- geeringsmannen zijn hoogst ontwikkeld; de diplomatie is onovertroffen; de verstandelijke aanleg des volks is flinkdoch de groote massa, het volk is nog niet in beschaving te vergelijken met een West-Eurepeesch volk. Nog iets moeten we opmerken, en wel dit; Terwijl de andere landen van Europa hun grootheid voor een deel zoeken in 't uitbrei den der nijverheid en ’t vermeerderen van ko loniaal bezit, terwijl ook Amerika reeds de oogen naar bwiten wendt en de imperialistische koorts krijgt, heeft Rusland vooreerst nog genoeg te doen met z’n innerlijke ontwikke ling en vindt ’t, waar de andere landen hunne grenzen beperkt vinden, in Azië een terrein, waarop 't voortdurend zijne macht kan SYNODE DER NED. HERV. KW. 8e—13e zitting. 23—28 Juli. Had de Classicale Vergadering van Franeker een voorstel ingediend «tot hervorming van de bestaande regeling om tot de Evangelie- bediening te worden toe gelaten”, m. a. w. om onze candidaten voor eene andere commissie hun «proponents” te doen afleggen, dan tot dusver geschiedt (voor de Provinciale Kerkbestu ren) als «niet genoeg gemotiveerd”, moest het worden van de hand gewezen. Een langdurige discussie ont spon zich naar aanleiding van het Verslag hunner werkzaamheden, door de Kerkelijke Hoogleeraren in gediend, en het daarbij gevoegd Program van de lessen, door hen gedurende den cursus 19031904. te geven. Algemeen wordt betreurd dat er te Utrecht en te Leiden geen Bijbelsche geschiedenis gedoceerd wordt, en aan geen onzer Universiteiten de Christelijke zede- kunde. Een schrijven hierover zal aan onze Professoren worden gericht. Met belangstelling nam de vergade ring kennis van het schrijven, bij de Synode ingediend, van het Hoofdbestuur der Nationale Christen Officieren- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. dat niet van oorlogvoeren een heel kalme manier een deel van China ingepalmd en dat ’t dichtst bij Japan ligt. Wat zal hiervan ’t gevolg zijn? Geen Engelsche reuzenvloot kan Rusland keeren; geen Duitsche legermassa’s hebben plan in ’t Czarengebied te vallen. Gaarne zou de Engelsche pers bewerken, dat Japan, geholpen door Amerika, ’t tegen Rusland opnam. Zal dit gebeuren? In elk geval ziet men, dat Rusland in Oost- Azië een groote vloot verzameld heeft en er een krachtig leger verzamelt. Groote massa’s steenkolen liggen opgestapeld en voedsel voor soldaten en paarden is voorhanden. De nieuwe Siberische spoorlijn blijkt nu reeds een reuzenarm te zijn, waarmee Rusland van uit Europa zijn macht kan toonen tot in Noord- China en de Chineesche zee. We willen veronderstellen, dat Japan gaarne den oorlog wil, om den Rus uit Mantsjoerije te verdrijven. Doch Japan begrijpt, dat het zonder daadwerkelijke hulp van anderen zal moeten strijden, 't Land der Rijzende Zon heeft een vloot, die sterker is dan de in Oost- Azië aanwezige Russische vloot; doch deze laatste behoeft slechts verdedigend op te tre den en steunt op sterke havens. Japan zal ook een aanzienlijke troepenmacht op de been kunnen brengen, doch die macht moet over gevoerd worden naar de door Rusland bezette streken, moet daarin doordringen, moet de Rus sische troepen verdrijven, die door den Siberië- spoorweg telkens nieuwen aanvoer krijgen. Neen, Japan is juist als aanvaller in de slechtste conditie. Bovendien is Japan ook geen rijk land, dat honderden millioenen voor een oorlog kan uitgeven. Volgens ’t geen een telegraaf-agentschap den Na den val van Napoleon I, na Waterloo dus en na ’t Weener Congres, bleven en wa ren er vijf groote mogendheden, Engeland, Frankrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen. Verder had men tweede- en derde-rangs mo gendheden. Noord-Amerika moest zich nog ontwikkelen. Turkije was een gevreesde vreem de mogendheid en China bleet ’t groote eigen aardige land. Spanje, dat zeer spoedig na den Franschen tijd zijn rijke Amerikaansche kolo niën kwijt raakte, daalde af tot een niet meer op den voorgrond tredende macht. Doch in den loop der 19e eeuw zag men reusachtige veranderingenontwikkelingen. Geheel de overige wereld werd ’t terrein, waar op Angelsaksers, Germanen, Romanen en Sla ven hun invloed uitbreidden. De Vereenigde Staten ontwikkelden zich door eigen kracht en door een verbazende tcfestrooming van Euro peanen tot een reuzenmacht, die zich eerst al leen met eigen vorming bemoeide en zich te vreden stelde met de Monroe-leer te huldigen, waarbij den Europeeschen staten gezegd werd blijf van ons Amerika af. Verder vormde zich Italië onder ’t vorstenhuis Savoye tot één macht, die sedert dertig jaren ook als groote mogendheid meetelt. Verder deed zich het zeldzame verschijnsel voor, dat een deel der Mongolen, de eilandenbevolking van Japan, zich op zijn Europeesch ontwikkelde; en dat met een snelheid, die misschien zonder weder ga is in de wereldhistorie. Nog één groote zaak dienen we op te mer ken. Sedert Napoleon’s tijd heerscht voor een goed deel ’t getal. Napoleon voerde de con scriptie in, de loting, de dienstplicht. De mas sa der soldaten geeft bij de blanken hoofdza kelijk de macht van den staat aan. En, werd in de eerste helft der vorige eeuw volstrekt niet de laatste man gevraagd, die in staat was de wapenen te dragen, sedert Pruisen zich door zijn militaire krachtsinspanning tot de eerste militaire mogendheid van ’t vasteland vormde, sedert den oorlog tegen Denemarken, die tusschen Pruisen en Oostenrijk om de he gemonie van Germanië, en vooral sedert den Fransch-Duitschen oorlog, werden de legers zoo groot mogelijk gemaaktdienen moest, uitbreiden. Als kolonisator is ’t in Azië eerst reeds ge stuit op Engelanddoch thans stuit ’t ook op JapanJapan, dat ook beperkte grenzen heeft en slechts door verovering, vreedzame of oor logzuchtige, grooter, uitgebreider kan worden. Japan heeft op Rusland vóór, dat het als Mongoolsch volk beter aansluit bij ’t groote China. Doch Rusland, houdt, heeft op heer Hartung, directeur bij ’t Russische mini sterie voor de Aziatische aangelegenheden, laat zeggen, is Rusland volstrekt niet bang voor den oorlog, al zouden ook meer mogend heden tegelijk optreden. Rusland lacht om ’t kabaal, dat men maakt en blijft waar ’t is. Het belooft aan Amerika, dat ’t de havens van Mantsjoerije voor ieders handel zal willen open stellen. Doch als men China vraagt, die ha vens te openen voor den handel, antwoordt dit, dat ’t daarover niets te zeggen heeft, om dat de Russische soldaten ei den baas spelen. Terwijl Engelands kracht steunt op de be zittingen, die ’t in alle deelen der aarde heeft en die als steunpunten voor zijn vloot en leger dienen, terwijl ook andere landen hunne kolo niën hebben, die ver van ’t moederland gele gen zijn, terwijl bovendien landen als Enge land en Duitschland voor een goed deel van ’t buitenland moeten leven, vormt Rusland met al zijn grondbezit één aaneengesloten geheel, dat alleen nu en dan wat meer afgerond wordt Rusland heeft aan zich zelf genoeg en als ’t zorgt, niet door inwendige verdeeldheid uiteen te spatten, moet ’t een sterke combinatie van mogendheden zijn, die met goede kans een aanval op ’t reuzengebied kan wagen. De mis lukte tocht van Napoleon naar Moskou is een les geweest en zal ’t zeker nog lang blijven. mu sim ei nhiul ;n eeker courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1