NIEUWS-1 OTOTWIAD VOOR SÏEEk EN 4ISTKU verborgen Bewijs, Een weinig bekende buur. woensdag 2 September 1903. Mo. 70. oSe Jaargang. Officieele Advertentie. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. KENNISGEVING. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. aan HOOFDSTUK I. Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Het hoofdbestuur van den Nederl. Zuid-Afrik. Jongelingsbond, in Sept. 1902 te ’s-Gravenhage opge richt, ten einde mede te helpen om den ondergang van het Hollandsche ras in Zuid-Afrika zooveel mogelijk te voorkomen, en wiens bedoeling was vóór alles bij te dragen tot de aflossing, rente- en kostenbetaling van het kapitaal, door de Engelsche regeering aan de Boeren voorgeschoten tot wederopbouw hunner hoeven enz., heeft een oproeping verspreid om het te helpen in de verschillende deelen van het land afdeelingen op te De rector meende in deze bekentenis »de stem ee#er slechte, tot niets goeds leidende nieuwe richting* te hooren doorklinken en hij deed zijn uiterste best om het kwaad uit te roeien, dat bij Frederik had wortel geschoten «daar buiten, in het gedruisch eener zede- looze wereld.* En toen had Schwerdtner na kort be raad het besluit genomen Berghausen vroeger te ver laten, dan aanvankelijk bepaald was, liever dan later te moeten heengaan na een openlijken twist met den rector. Hij was nu op weg naar de residentie, waar hij on middellijk zijn betrekking ten huize van zijn bescher mer, baron Von Ellerich, wilde aanvaarden. Hoewel licht ingesluimerd, verloor hij toch niet ge heel het besef van wat er rondom hem voorviel. Hij voelde dat de trein bij het volgende station stilhield en eenige munuten later weer in beweging kwam. Hij bleef echter stil zitten, zonder een luchtje te scheppen, want hij wilde inslapen om uit te rusten. Doch zijn geest bleef werkzaam; in nevelachtige beelden traden de indrukken van gisteren en heden weer voor hem op, in eigenaardige verwarring van inbeelding en werkelijk heid. «Nieuwere tijden, nieuwere begrippen!* zuchtten de wielen in hun snelle vaart over de ijzeren sporen. Een oneindige toekomst vol licht vertoonde zich aan zijn bewonderende blikken. Doch het doel, waarnaar de ziel streeft, lag nog achter een groote massa afbraak, steenen en puinhoopen, terwijl giftig gedierte den vol verlangen voorwaarts snellenden wandelaar tegemoet kroop. Zwaarden, lansen en groote vlammende vuur poelen versperden den weg voor zijn lichaam, terwijl zijn blik met de vrijheid eens vogels door de ruimte vloog. Dat was een harde strijd, doch moedig voor waarts! Waarom te dralen? Elke overgang in de strijd- BURQEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen te Sneek, brengen ter openbare kennis, dat ter secreta rie der gemeente, gedurende 14 dagen, van af heden, voor eenieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld, de aan den Raad aangeboden begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente Sneek, voor het jaar 1904. Sneek, den 29 Augustus 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. JAC. van deb LAAN, Secretaris. te voren als een afzonderlijke wereld, zijn eigen wereld, had beschouwd. Hij was heengegaan als een schoolgeleerde met be perkten gezichtskring; hij keerde terug als een beschei den leerling, vervuld met beginselen en gewaarwordin gen, die in het hart van den jongeling het stof der dorre boekengeleerdheid wegvaagden. Het was, alsof hij nu den weg naar zijn eigen hart vond, naar zijn ziel, die reeds lang dreigde te verstikken onder oude for mules en onbewezen leerstellingen. Zijn vaderland kwam hem nu ook heel anders voor; dat men de verandering bij hem opmerkte, zou hij on middellijk ervaren door zijn vaderlijken vriend en leer meester, den rector Krug. Schwerdtner zou vooreerst in dienst treden bij den baron Von Ellerich als bi bliothecaris en als leermeester van den jongsten zoon des huizes. De week verlof, die hem gegund was voor hij zijn betrekking aanvaardde, zou hij bij Krug in de oude omgeving van zijn jongenstijd doorbrengen. Doch maar al te spoedig kwam hij tot besef, hoezeer de oude omgeving hem vreemd geworden was. Het verblijf in het kleine stadje, waar de lieden geen rui men blik hadden, kon hem niet meer bekoren. Daar heerschtenog een menigte ouderwetsche levensbeschou wingen, die geheel met zijn gevoel in strijd waren en waar hij zoo gaarne met jeugdigen ijver tegen wilde te velde trekken. Den tweeden dag van zijn verblijf te Berghausen moest de oude rector reeds het grijze hoofd schudden over zijn voormaligen leerling en sedert deed hij dat nog herhaalde malen. Hij was «een andere* geworden, zei de oude heer hem eindelijk ronduit en te eerlijk om iets verborgen te houden openbaarde de jonge man hem vrijmoedig zijn nieuwe gedachten en gevoe lens. heer uit Aken heeft. Natuurlijk moesten Pruisen koe bij de horens vatten, dat de zaak zoo p gebied zou inlijven tegen loosstelling aan Pruisen. Dit vrij dwaze bericht werd echter spoedig 2) Frederik Schwerdtner was eerst kort geleden van ’n reis in het vaderland teruggekeerd. In het algemeen wees huis van het stadje Berghausen was hij als wees opge voed onder de vaderlijke leiding van den rector Krug, aan wiens voorspraak hij later te danken had, dat een aristocraat, wiens landgoed in de nabijheid van het stadje lag, hem onder zijne bescherming nam. Deze heer, baron Von Ellerich, liet hem het gymnasium zijner va derstad bezoeken en zond hem vervolgens naar de uni- versiteit te Jena. Daar studeerde hij in de klassieke letteren, waarvoor hij steeds een bijzondere voorliefde had gevoeld. Na zijn schitterend examen had zijn adel lijke beschermer hem zelf de middelen verschaft voor de langdurige studiereizen, die hem de laatste twee jaren van Duitschland hadden verwijderd gehouden. In die twee jaren had er bij den jongen geleerde een merkwaardige verandering plaats gegrepen. Hij had een blik geslagen in de wereld en in het leven der maatschappij, waarvan hij als eenvoudig student met zeer ingetogen levenswandel zelfs geen denkbeeld had gehad. En toen werd hij overmeesterd door een begeer te om te weten, die veel verder doordrong dan tot de zaken, die men aan de geleerde faculteiten kan eigen maken. Met zijn intrede in de leerschool des levens kwam hem als beperkt en ontvruchtbaar voor, wat hij en België nu de Eerst heette het, geregeld was, dat België het i een matige schade- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. Toen Napoleon verdreven was, vergaderden de afgevaardigden der Europeesche Staten te Weenen, om de door Napoleon in de war ge brachte kaart van Europa weer in orde te brengen. Lang duurde dit congres en schit terend waren de niet te tellen feesten. Doch moeilijk was ’t ook, om tot overeenstemming te geraken. Zoo kwam ’t dat Pruisen en het koninkrijk der Nederlanden (Nederland en Bel gië) ’t niet eens werden over een grensstrook ter lengte van ongeveer 4 KM. langs het kan ton Aubel. Nog na den afloop van ’t Congres werd onderhandeld en den 26 Juni van ’t vol gende jaar 1816 kwam een grensverdrag tot stand, waarbij dit kleine gebied tot tijd en wijle van een definitieve regeling, onder ge meenschappelijk bestuur geplaatst werd. On afhankelijk of zelfs onzijdig in volkenrechte lijke beteekenis is «onzijdig Moresnet* dus niet. (Deze naam is zeker ontstaan, omdat er een Pruisisch Moresnet aan grenst.) Later, na de Belgische ruzie, trad België in de plaats van de Vereenigde Nederlanden. Nu heeft sedert 1816 geen van de beide belanghebbenden afstand van zijn rechten gedaandoch geen van beide mocht het militair bezetten. Oorspronkelijk waren alle bewoners van ’t «onzijdige gebied* vrij van militairen dienst. Sedert 1848 zijn echter de inwoners van Belgische nationaliteit, en sedert 1854 ook de Moresnetters van Duitsche natio naliteit, verplicht in hun landen te dienen. Alleen de eigenlijke neutralen, nl. de nakome lingen van de in 1815 aanwezige bevolking, (in 1815 waren er 250 personen, thans 439 nako melingen,) zijn vrijgesteld van allen dienst. De belastingen zijn er gering, omdat eene industriëele onderneming, (société anonyme des mines et fonderies de zinc de la Vieille Mon tagne,) die zink uit de groeven haalt, een groot deel van de gemeentelasten op zich genomen heeft. Het bestuur wordt uitgeoefend door een Pruisischen en een Belgischen commissaris: voor Pruisen de landraad te Eupen, voor Bel gië de arrondissements-commissaris te Verviers. ’t Onmiddellijk bestuur is in handen van een gemeenteraad van 10 personen, aan wier hoofd sedert 1858 de burgemeester van Pruisisch Moresnet staat. Artikelen uit België of Prui sen betalen geen invoerrechten. Doch de uit gevoerde artikelen moeten in Pruisen, België en Nederland wel invoerrechten betalen. De rechtspleging is vrij verward, als steunende op ’t Duitsche recht en op ’t verouderde Code penal. En door deze niet buitengewoon zeker zijnde rechtsregeling is ’t zeker gekomen, dat eenige op winst beluste heeren juist in dit «onzijdig gebied* een speelbank oprichtten. Artikel 410 van ’t Code pénal schijnt openbare speelbanken te verbieden. Daarom maakte de pas opgerichte speelbank er een sociëteit van, waarvan men eerst na ballotage tegen 20 frc. per jaar lid kan worden. Pas drie dagen na de afgifte wordt die ballotage gehouden. De statuten der opgerichte vereeniging noemt (heel sérieux!) als doel de verfraaiing enz. van Moresnet. Sedert 15 Aug. jl. bestaat de bank pas en toch heeft men al dagen gehad, dat er minstens 80 personen kwamen, terwijl een heer uit Aken er reeds 80000 francs verspeeld gerectificeerd. Nu ja, een groote staat als Pruisen zal een kleine als België gebied afstaan Reeds Vrijdag jl. wist de «Berliner Korres- pondenz* te melden, dat van Pruisische zijde reeds de noodige stappen waren gedaan tot sluiting der speelbank. En men mocht ver wachten, dat ondanks de vreemde rechtstoe stand, weldra ’t gewenschte gevolg zal komen, te meer daar België belang heeft bij eene spoe dige opheffing van de speelbank. Doch het bericht over de aanhechting van Moresnet bij België wordt tegengesproken, ’t Zou ook wat moois zijn, van Duitsche zijde beschouwd. Er wonen meer Duitschers dan Belgen en de omgangstaal is ook Duitsch. Nederlanders nooit over dat Moresnet, of Al tenberg, of enz. gedacht hebben en dat het hun ook geen denken waard is, Toch willen we er even over spreken, om dat Moresnet toch een buur is en er ook Nederlanders wonen, en omdat ’t landje juist nu veel genoemd wordt. Tusschen haakjes gezegd: Er wonen 439 werkelijke Moresnetters, 1470 Pruisen, 1169 Belgen en 353 Nederlanders. Doch nu ter zake. Waarom wordt ’t thans veel genoemd? Waardoor is dit «onzijdig ge bied* ontstaan Hoe is de staatkundige en de rechtsverhouding Waarom veel genoemd? Men weet, dat de speelwoede een niet uit te roeien kwaal van zeer vele menschen is. Monaco schittert voor de spelers in al z’n verdertbrengende heerlijk heid. Doch ook op andere plaatsen wordt gespeeld. De badplaatsen, zoowel aan zee als binnenlands, probeeren ’t de een na de andere. Denk bv. aan ’t spel te Scheveningen, waar verleden jaar zooveel om te doen is geweest. Doch herinner u vooral, hoeveel werk men in de Belgische Kamers gehad heeft, om de speelwoede in 't bloeiende Zuid-Nederland te beteugelen. Doch dit ging niet gemakkelijk, want de zeebadplaats Ostende en de badplaats Spa niet heel ver van Moresnet schreeuw den moord en brand, dat de speelwetten haar zouden vernietigen. Vooral ’t schitterende Os tende, de protégé van koning Leopold II, roerde zich. De stad, die zich schitterend kon inrichten door de groote sommen, die de be lasting op de speelwoede haar alle jaren opbracht, vreesde vooral een financiëele ondergang. Doch de wetten kwamen er. Voeg hier nu bij een zomer als die van 1903, dan kunt ge nagaan, hoe min ’t dit jaar in deze stad van hooge chic is. De kursaal, ge woonlijk 10.000 leden tellende, heeft er dit jaar nauw 3000. We missen wel 10000 vreem delingen, klagen de Ostendenaren in hun over drijving. Tal van villa’s blijven onverhuurd. En ze wijten dit échec niet aan den afschu- welijken zomer, doch alleen aan de afschaffing van ’t «trente et quarante*, de «roulette*, of hoe die raderen der fortuin ook mogen heeten. En nu komt ’t bericht, dat men te Moresnet een speelbank heeft gevestigd. Is dat niet om razend te worden voor de menschen van Ostende en Spa? Hoe is dit «onzijdig gebied* ontstaan Naar men weet, is ’t Zuiden van Limburg ’t hoogste en ook ’t meest geïsoleerde deel van ons land. Het meest geïsoleerd nl. in dien zin, dat ’t slechts door een smalle strook lands, die tusschen Duitschland en België do or- dringt, met ’t overige Nederland verbonden is. Let men op de verkeersverbindingen, dan is Zeeuwsch-Vlaanderen ’t meest geïsoleerd. Zuid- Limburg daarentegen is door spoorlijnen be hoorlijk met ’t overige Nederland verbonden en die verbindingen zullen er niet minder op worden, nu de mijnindustrie, behoorlijk aan gevat van Staatswege, een groote toekomst tegemoet gaat in dit verwijderde brok Neder land. Doch hierover willen we ’t nu niet hebben. We willen naar ’t allerhoogste deel van Ne derland, naar ’f uiterste hoekje bij Vaals, meer dan 320 Meter boven Amst. Peil verheven. Op dat hoekje ontmoeten Nederland, België en Pruisen elkaar. Doch neen, daar is nog iets. Tusschen Pruisen en België ligt een gebied van 350 HA. oppervlakte, dat met z’n noordpunt juist aan de Nederlandsohe grens bij Vaals raakt. Op de kaarten ziet men ’t aan geduid als Mo resnet, of Altenberg, of Vieille Montagne. Bovendien kan men ook nog den naam Kelmis gebruiken of La Calamine, ’t eene afgeleid van ’t andere. Dit «onzijdig gebied* is niet groot, maar nauwelijks ’t honderdste deel van Friesland met 3500 inwoners; dus ook ’t honderdste deel van Friesland’s bevolking. We willen gelooven, dat verreweg de meeste perken der ontwikkeling kenmerkt zich door strijd, zoo wel in de natuur als in het leven der volkeren. Nu klonk het gedruisch der wielen als een opwek kende tnarsch bij den intocht van een overwinnaar. Een toevallig stooten van den waggon schrikte den jeugdigen droomer op, voor een seconde opende hij de oogen. Ach ja, daar lagen de kussens op de zitbanken, daar aan den wand bengelde een op karton geplakte aankon diging van de spoorwegmaatschappij of van wat anders, en ginds zaten twee reisgezellen, ineengedoken, zij hadden hun gesprek gestaakt en waren blijkbaar ook ingesluimerd. Schwerdtner sloot de oogen weer en was terstond weer terug in zijn phantastisch tooverland. Ware dit in de werkelijkheid maar zoo spoedig te bereiken ge weest! Ach, het was zoo mooi, zoo helder licht al leen de nachtuilen met hun akelig gekras wilden er niets van weten, de ongeluksvogels, die het zonlicht schuwen. Klemden ze zich niet krijschend aan den voort snellenden wagon, in dwazen angst en kleingeestige woe de knagende aan de ijzeren spaken der wielen? Of was het in werkelijkheid de rem, die werd aangedraaid, om dat de trein langs een helling naar beneden ging? Dit was Schwerdtners laatste gedachte, hij verloor het bewustzijn en dat deed hem goed. Nog slechts eenmaal had hij een onduidelijke ge waarwording van de wereld buiten hem. Het was, alsof er plotseling een lange, donkere gedaante voor hem oprees. Hij deed moeite de oogen te openen en toen leek het wel of de lamp aan de zoldering ver duisterd werd. Dat was alles. Vervolgens verliep er een lange tijd. De slaap overmeesterde hem op onweerstaanbare wijze. Een akelige droom benauwde hem en hij had COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1903 | | pagina 1