VOOR SH EV OiSIMEI
I
verborgen bewijs
Een
SÏM8- H
o
1
Woensdag 30 September 1903.
58e Jaargang.
I
Ml
y
mm
ITo. 78.
Uitgever: B. FALKENA iVIzn., Singei, Sneek.
Officieels Advertentie.
Uit de Raadszaal.
FEUILLETON.
NATIONALE MILITIE.
I
X
4
I
en
1
vei-
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de ge
meente Sneek,
Gelet op art. 24 der Militiewet 1901
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen, dat
het register en de alphabetische naamlijst van de in
geschrevenen voor de loting 1903 ter visie van elk
zal liggen ter Secretarie dezer Gemeente van den 26
September 1903 tot en met den 3 October d. a. v., en
dat door een ieder, die tegen register of lijst bezwa
ren heeft in te brengen, deze op de wijze, in art. 83
vermeld, binnen den tijd der nederlegging bij den Com
missaris der Koningin in de Provincie moeten worden
ingediend.
Sneek, 25 September 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
JAC. van der LAAN, Secretaris.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Wymbriiseradeel, op Zaterdag, den 26
September 1903, des voormiddags te 101/, uur.
Tegenwoordig zijn alle (15) leden. Voorzitter de
heer M. H. Tromp, Burgemeester; Secretaris de heer
J. Poppinga.
Punten van behandeling:
1. Notulen van 2 Sept. 1903.
Na lezing door den Secretaris, worden ovengenoem
de notulen onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
a. Resolutie van Ged. Staten, geleidende een uit
treksel van het Kon. Besluit, waarbij aan deze gemeen
te ontheffing is verleend van den eisch van art. 45 der
wet tot regeling van het L. O., om van 1 Nov. 1902 tot
1 Juli 1903 te voorzien in de betrekking van hoofd der
o. 1. school te Gaastmeer
b. Alsvoren, waarbij de gemeente-rekening over
1902 wordt vastgesteld.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten deze
ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De ingekomen stukken betreffende reclames tegen
den H. O. zullen in geheime zitting worden medege
deeld.
De Voorzitter deelt nog mede dat nog zeer laat is
ingekomen, een schrijven van den vader van den zie
ken onderwijzer Dassen, waarbij wordt bericht, dat,
hoewel zijn zoon langzaam beterende is, hij met 1
Oct. a.s. zijne betrekking als onderwijzer te Tirns, nog
niet zal kunnen waarnemen. Adressant verzoekt zijn
zoon nog niet te ontslaan, daar dit ook nadeelig op
den zieke zou kunnen werken, maar het verleend ver-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
Hoe hij daar gekomen was, wist hij eigenlijk zelf niet.
Hij had een portière opengetrokken en was opeens uit
het gewoel op een rustig plekje. Hij was alleen
Onder de omlaaggetrokken gaslampen stonden eenige
speeltafels, ginds in de vensternis een sofa. Vermoeid
als een nagejaagd stuk wild nam hij daarop plaats.
Van links en van rechts troffen geluiden uit het
gezelschap zijn oor nog, daar de beide ingangen
van dit vertrek slechts waren afgesloten door dicht-
hangende fluweelen portières, maar, Goddank, hij
behoefde toch niemand te zien.
Hij liet het hoofd achterover op de sofa rusten en
onwillekeurig sloot hij de oogen. Het was reeds laathij
was niet gewoon zoo lang op te blijven en dan al die
drukte en dat gewoel 1
Half ingedommeid luisterde hij naar het verwarde
geluid der vele stemmen in zijn nabijheid. Soms klonk
het hem in het oor als het bruisen der zee of het geraas
van een storm in de verte, soms ook als het dreunen
van een groot stoomwerktuig of als de zware adem
haling van een monsterachtig diermisschien wel
van*’t gouden kalf«, waarover mijnheer von Rümmel had
gesproken. Het kwam al nader en wilde zich nu op
zijn borst te rusten leggen. Benauwd sloeg hij de ar
men uit om het kalf af te weren en opende de
oogen
Wat? Daar was hij bijna ingeslapen! Hoe dom!
Dan kon hij toch veel liever naar bed gaan
Hij wilde opstaan, doch zijn armen en beenen voelden
loodzwaar. En die rust was zoo heerlijk Nog slechts
vijf minuten op de sofa! Hij zou wel oppassen, dat hij
niet weer sliep en daar slapende werd gevonden. Zijn
geest was weer wakker, zijn geest was weer volkomen
in orde. Duidelijk hoorde hij de stemmen in de aan
grenzende kamer drie of vier heeren praatten met
elkaar. Nu sprak er een alleen; hij kon de woorden
verstaan.
»De Argentjjnsche leening, zog ik, tiedt een zeer
schoone gelegenheid tot het beleggen van Duitsch
kapitaal. Deze staat is bijzonder rijk aan natuurlijke
hulpbronnen, waarvan men tot heden geen partjj heeft
getrokkendat land gaat een tijdperk van ontwikkeling
en van grooten bloei tegemoet
Het stemgeluid ging in gefluister over, andere stem
men klonken weder, het gesprek werd weer algemeen
en ging over in een onduidelijk gemompel, dat op
Schwerdtner een slaapwekkende werking uitoefende.
Te vergeefs verzette bij zich daartegen. Zijn oogen
vielen weer dicht voor hij het bemerkte. Hij hoorde
weer het stampen en snuiven van een stoomwerktuig,
vaneen locomotief, die onvermoeid de wegens voorttrok.
Hij zat uren in den voortsnellenden coupé, maar hij kon
toch niet insluimeren. Hij luisterdenaar de twee
reizigers, die met hem in denzelfden coupé zaten. Ja,
hij hoorde den een zeer duidelijk
Daar werd plotseling zijn verstand helder hij besefte
dat dit reizen in den spoor waggon de herinnering was
aan iets, dat vroeger was voorgevallenhij wist nu ook,
hoe het was afgeloopenhij zag het slachtoffer der
bloedige misdaaden meende de stem van den
moordenaar te hooren.
Met geweldige inspanning opende hij de oogen. Hij
wist niet, waar hij was maar de stem van den
moordenaar klonk hem duidelijk in de ooren.
«Daar is de moordenaar, hiernaast!* was de ge
dachte, die hem bliksemsnel door het hoofd vloog.
Hij sprong op en snelde naar de deur.
Op dat oogenblik klonken er weer verschillende
stemmen door elkaar, zoodat de ééne niet te herken
nen was.
Hettinga, wordt zonder hoofdelijke stemming conform
het voorstel van B. en W. besloten.
4. Rapport betreffende het onderzoek naar de dorps-
verlichting.
Door den heer Ages wordt het volgende rapport
uitgebracht, ’t geen we om de belangrijkheid en het
belang dat de geheele gemeente bij eene goede verlich
ting heeft, woordelijk opnemen
RAPPORT STRAATVERLICHTING.
Ondergeteekende leden der commissie, benoemd in
uwe vergadering van 14 Maart 1903, tot onderzoek
der straatverlichting in de geheele Gemeente Wym-
biitseradeel, hebben de eer voordat zij van hun onder
zoek rapport uitbrengen, het volgende onder uwe aan
dacht te brengen.
Hoewel de commissie de kosten van het onderzoek uit
eigen beurs moest betalen voorzeker niet aanmoe
digend en een zelden voorkomend geval heeft ze toch
gemeend, met het oog op den hoogst trenrigen toestand,
waarin de straatverlichting in de gemeente Wymbritse-
radeel verkeert, het onderzoek nauwkeurig te doen plaats
hebben.
Ze heeft te dien einde eene advertentie geplaatst,
of een of meer afgevaardigden uit ieder dorp der ge
meente de commissie behulpzaam wilde zijn in haar
onderzoek, aan welke uitnoodiging gaarne werd gevolg
gegeven. Wanneer het onderzoek eenig resultaat heeft
gehad dan komt daarvoor in de eerste plaats een
woord van dank toe aan die afgevaardigden, daar zij
het werk der commissie ten zeerste hebben vergemak
kelijkt. Met de gegevens der onderscheiden afgevaar
digden heeft de Commissie in gezelschap van den ge-
meente-opzichter een onderzoek in loco ingesteld en
heeft de eer naar aanleiding van dat onderzoek, het
navolgende te rapporteeren
In de dorpen Uitwellingerga, Offingawier, Gauw,
Goënga, Scharnegoutum, Nijland, Blauwhuis, Vijfhuis,
Nijezijl, Heeg, Gaastmeer, Kleine Gaastmeer, Oudega,
Jutrijp, Hommerts, Woudsend, is de straatverlichting
geheel onvoldoende en daardoor zeer belemmerend voor
het verkeer, maar ook hoogst gevaarlijk voor de per
soonlijke veiligheid, waarvan gevallen bekend zijn.
Zij stelt daarom Uwe Raad voor
a. Om in het dorp Uitwellingerga vijf nieuwe lan
taarns te plaatsen en wel op die punten welke door de
commissie en opzichter noodig werden geacht, en door
den opzichter zijn genoteerd.
b. In het dorp Offingawier vijf nieuwe lantaarns te
plaatsen, op de wijze als boven.
c. In het dorp Gauw drie nieuwe lantaarns te plaat
sen en twee te verplaatsen, op de wijze als boven.
d. In het dorp Goënga twee nieuwe lantaarns te
plaatsen en te verplaatsen en een lantaarn te plaatsen
bij de brug of reed naar Scharnegoutum, op de wijze
als boven.
e. In het dorp Scharnegoutum zes nieuwe lantaarns
te plaatsen en te verplaatsen, op de wijze als boven.
f. In het dorp Nijland drie nieuwe lantaarns te
plaatsen en twee verplaatsen, op de wijze als boven.
g. In het dorp Blauwhuis twee nieuwe lantaarns
te plaatsen en een verplaatsen, op de wijze als boven.
h. Vijfhuis. Ook daar is behoefte aan twee lantaarns;
evenwel, dat daar particuliere eigendom is, durft hier
op de commissie niet ingaan.
voegen, dat wanneer geen aanmerkelijke beterschap in
den toestand van den zieke tegen Jan. a. s. is waar te
nemen, onherroepelijk ontslag zal volgen, aangenomen
met 10 tegen 5 stemmen, die van de heeren Feenstra,
A. H. Tromp, Ages, Oppedijk en Visser.
Het voorstel van den.heer A. H. Tromp, den tegen-
woordigen toestand nog voor 3 maanden te bestendi
gen, wordt hierna met algemeene stemmen aange
nomen.
3. Rapport, betreffende het onderzoek derarmvoogdij-
begrootingen voor 1904.
Op verzoek van den Voorzitter der Commissie leest
de Secretaris bovengenoemd rapport voor.
Uit het rapport blijkt, dat de begrootingen voor de
verschillende armvoogdijen met nauwkeurigheid en
gepaste zuinigheid zijn opgemaakt.
Tengevolge een getroffen overeenkomst met eenige
geneesheeren, kunnen de begrootingen voor de arm
voogdijen van Goënga c. a., Nijland c. a., Oosthem
c. a. en Oppenhuizen c. a. worden verlaagd, gezamen
lijk tot een bedrag van f 850.
Op de begroeting voor Goënga komt voor een post
van f 45 als belooning aan heeren Armvoogdendaar
ook op andere begrootingen daarvoor geen post staat
uitgetrokken en armvoogden niet worden beloond, kan
deze post worden geschraptvoor onvoorziene uitga
ven staat f 75 uitgetrokken de commissie acht f 50
voldoende.
De post administratiekosten op de begrooting voor
Oppenhuizen en.Uitwellingerga acht men te hoog en
kan met f 50 worden verminderd.
Het salaris van den boekhouder te IJsbrechtum
wenscht de commissie met f 10 te verhoogen.
Tengevolge bovengenoemde wijzigingen zou de to
tale subsidie uit de gemeentekas, thans uitgetrokken
op t 27474, tot f 26519 kunnen worden gereduceerd.
De commissie stelt dan ook voor de begrootingen
met aanbrenging van bovengenoemde wijzigingen voor-
loopig vast te stellen.
Nog geeft de commissie in overweging de armvoog
dijen van Gaastmeer en Nijhuizum en Westhem en
Wolsum op te heffen en te voegen resp. bij Heeg en
Nijland, ’t geen vrij zeker tot eene besparing van kos
ten aanleiding zou geven.
In eene door B. en W. gehouden conferentie met
heeren Armvoogden van Heeg en Nijland, werd de
wenschelijkheid van opheffing der ovengenoemde arm
voogdijen niet tegengesproken, doch wel bleek dat het
tot verschillende moeielijkheden aanleiding zou geven
en genoemde heeren Armvoogden, bij samenvoeging,
hunne medewerking niet verder durfden toezeggen
tegen de overige voorgestelde wijzigingen heeft het
Dagel. Bestuur geen bezwaar.
B. en W. stellen dan ook voor
lo. de voorgestelde opheffing van bovengenoemde
armvoogdijen te verwerpen
2o. de conclusie van het rapport, de begrootingen
voorloopig vast te stellen, goed te keuren en
3o. de uitgetrokken subsidie van f 26519 te
leenen en op de begrooting aan te brengen.
Tengevolge de vermindering der subsidie zou f 500
van den post H. O. kunnen worden afgenomen en het
resteerende aan het fonds voor onvoorziene uitgaven
worden toegevoegd.
Behoudens eene kleine opmerking van den heer
HOOFDSTUK III.
10) (Vervolgd
«Kwaad spreken kan Rümmel wel.»
«Hij leeft er van.*
«Ge schertst, baron
«Inderdaad waar sedert hij zijn eigen vermogen
opgemaakt heeft, leeft hij van te gast gaan bij alle
gegoede familiën. Men duldt hem, eensdeels omdat
men zijn giftige tong vreest, anderdeels omdat hij al
tijd de pikantste en nieuwste babbelpraatjes weet te
vertellen, en dat is een hooggeschatte kunst bij de
lieden die zich vervelen.*
«Wonderlijkfluisterde Frederik bedremmeld.
«Wacht eens, ik wil het genoegen hebben hem eens
flink van streek te brengen. Ik behoef alleen maar te
vragen, hoe het staat met de zeshonderd mark, die hij
kort geleden aan mij heeft verloren bij het kaartspel.*
Schwerdtner bleef echter niet wachten naar den
afloop van dit huzarenstukje, maar ging vlug de kamer
uit en mengde zich in het gewoel in de volgende zaal.
Om zichzelf tot rust te brengen, mompelde hij «Wel
zeker, wel zeker, die afschuwelijke spotter liegt; hij
overdrijft ten minste, dat is zekerEn hij heeft me
alleen op de allerergste dingen gewezen, de achtbare
lieden, op wie niets valt te dingen, ziel hij over het
hoofd die vindt hij niet interessant-*
Doch dat baron Guido hem had gezegd, dat men dien
man te gast vroeg, omdat hij zoo gezellig allerlei
schandaaltjes wist te vertellen, neen, dat kon hij
maar niet verduwen.
En hoe kwam hij zelf aan de twijfelachtige eer,
door dien man zoo aangeklampt te worden Had Rüm-
mel hem slechts voer den mal gehouden en dacht hij
nu de dames eens aan het lachen te maken door een
opgesmukt verhaal van zijn avontuur met dien kinder
lijk eenvoudigen studioos? En behoorde misschien de
barones Von Ellerich tot die dames? Had zij mis
schien ook schik in die pikante babbelpraatjes, welke
Rümmel als gezellig prater overal rondbabbelde?
Natuurlijk van Elvira had de boosaardige zwet
ser geen eigenlijk kwaad weten te vertellen. Dit
deed Frederik eenigszins goed; maar toch bleef hij in
een verbitterde stemming. Hij voelde vermoeidheid
in al zijn ledematen en een akelige leegte in zijn bin-
ste. Besluiteloos stapte hij tusschen de gasten voort.
Wat wilde hij hier eigenlijk? Was hier dan wel een
plaats voor hem Maar hij had immers menschen-
kennis willen opdoenEn was hij dan niet rijker ge
worden aan belangrijke ervaringen
Hij sloop langs de wanden voort door verscheidene
vertrekken. Overal dezelfde heete, verstikkende lucht,
dezelfde opgesmukte dames en met ridderorden getooi
de heeren. Er werd gelachen en gespot, bij limonade
en ijs werd menige goede naam beklad. Hier werd
over de politiek gesproken, ginds over geld en beurs
zaken en dit alles werd verbonden door zekere har
monie, die hij niet kon begrijpen, maar die hem toch
weinig goeds deed vermoeden. Hij voelde, dat hij hier
op vijandelijken bodem stond, hoe zwak zijn zucht naar
het goede stond tegenover dit gezelschap. Hij haalde
veel vrijer adem, toen hij in eene kleine kamer kwam,
waar de lucht koeler en het licht niet zoo helder was.
lof nog eenige maanden te bestendigen, terwijl hij aan
de Loyaliteit van den Raad overlaat, al dan niet met
behoud van het halve tractement, zooals- het thans is
geregeld.
Bij dit schrijven is tevens overgelegd een attest
van den heer Beekhuis, arts te Bolsward, inhoudende
dat de heer L. Dassen met 1 October zijnen werkkring
nog niet zal kunnen hervatten.
De Voorz. herinnert dat dezen zieken onderwijzer voor
loopig tot 1 Oct. verlof is verleend met behoud van half
tractement; waar bedoelden datum thans nadert, dient
op het adres heden nog wel eene beslissing te worden
genomen.
De heer Visser is tegen inwilliging van het verzoek;
er is zoo weinig beterschap merkbaar en ’t heeft reeds
zoo lang geduurd.
De heer A. H. Tromp stelt voor den tegenwoordigen
toestand nog 3 maanden te bestendigen; tegen het einde
van dit jaar kan men dan weer eens zien.
De heeren Oppedijk en D. Tromp ondersteunen dit
voorstel.
De heer Gerbrandij zal er zich niet tegen verklaren,
doch wenscht er aan toe te voegen, dat wanneer er
tegen 1 Januari geen verandering ten goede in den
toestand van den patient is gekomen, dan onherroepe
lijk ontslag zal volgen; ’t heeft al zoolang geduurd
men zal toch niet altijd zoo kunnen voortgaan.
De heer Oppedijk kan zich hiermede niet vereenigen;
z. i. gaat’t moeielijk reeds nu eene beslissing te nemen
over een toestand, die nog moet worden afgewacht.
Ook de heer A. H. Tromp vindt.’t beter eerst Janu
ari af te wachten, er kunnen dan altijd nog inlichtin
gen omtrent de ziekte worden gevraagd.
De heer Wesselius vindt ’t in Tirns een onhoudbaren
toestand; ’t hoofd der school heeft ’t erg druk en zeer
zeker lijdt ook ’t onderwijs door de wisseling der
hulponderwijzers. Spr. kan wel met ’t voorstel-Ger-
brandij meegaan, want ook in ’t belang van het on
derwijs dient er wel een einde aan deze zaak gemaakt
te worden. In vergelijking met. Wijk bij Duurstede,
waar een zieke onderwijzer eerst een halfjaar het ge
heele tractement ontving, toen gedurende een halfjaar
het halve tractement en daarna werd ontslagen, heeft
de gemeente Wymbritseradeel zich reeds milder ge
toond.
De heer de Boer, kan, nu er sprake is van eenige
beterschap, wel met het voorstel-Gerbrandij meegaan,
doch wil, indien de onderwijzer Dassen met Jan. zijn
lessen niet kan hervatten, hem onherroepelijk ontslag
verleenen.
De Voorzitter zou liever hebben, dat de onderwijzer
Dassen voor ontslag gespaard bleef; nu het halve trac
tement wordt genoten is het niet meer zoo bezwaar
lijk voor de gemeente; de toevoeging van den heer
Gerbrandij acht spr. minder toepasselijk,daar’t moeielijk
gaat te bepalen hoe de toestand in Januari zal zijn.
De heer Gerbrandij geeft toe dat de door hem voor
gestelde toevoeging geen bindende kracht zal hebben;
er zal nog een nadere beslissing voor noodig zijn, maar
de Raad neeft zich dan toch in beginsel uitgespro
ken.
Na nog eenige discussie tusschen de hh. D. Tromp, A. H.
Tromp, Gerbrandij, Feenstra, Oppedijk en den Voorzitter
wordt het amendement van den heer Gerbrandij, om
aan het voorstel van den heer A. H. Tromp, toe te
I
j
I f