NIEUWS- ffl OVEOTTIEBLAD
Een verborgen Bewijs.
'T
IWIl 8JM D MSTlfflEJ.
Zaterdag'10 October 1903.
58e Jaargang.
f No. 81.
I
I
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel,
Sneek.
't-l
Plechtige Opening
der Sneeker Ambachtsschool.
I
I
^FTu I L L E T O N.
•V>
1
Hit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek f 0,40 per 3 maanden,
franco per post f0,50.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
I
J
HOOFDSTUK IV.
13) Vervolg.
«Ik heb hier een beetje frissche lucht geschept,zei-
de Elvira haastig. «Ach ja, kennen de heeren elkaar
nog niet?*
Eenigszins verlegen stelde zij den millionnair en den
gouverneur aan elkander voor. De Amerikaan knikte
langzaam en keek den jonkman met vorstelijke gering
schatting door de neergeslagen oogen aan.
»Ik had werkelijk nog niet het genoegen,* zei-
de hij met beleedigende achteloosheid.
Frederik maakte zwijgend een niet minder stijve bui
ging. Hij bemerkte iets in Snowards blikken, dat hem
onaangenaam aandeed.
Snoward keerde zich intusschen dadelijk van hem af
en bood barones Elvira zijn arm.
»Men heeft mij gezegd, dat hedenavond geen rang
en geen etiquette in acht behoeven genomen te worden.
Mag ik daarom zoo vrij zijn u aan tafel te geleiden?
De gasten verzamelen zich reeds voor het souper.*
Hoe bescheiden klonken die woorden! Alsof die man
geheel niet begreep, dat hij wegens zijn millioenen wel
de eerste mocht zijn om zijn positie te laten gelden.
Schwerdtners lippen krulden zich tot een minachten
den glimlach, Elvira zag dit en nam snel, met blijk
baar opzet, den arm van den Amerikaan.
«Zeer vriendelijk van u, mr. Snoward!*
ding. Nu toog men aan ’t werk. Flinke sub
sidies werden toegezegd door ’t Rijk, de Pro
vincie, ’t Old Burger-Weeshuis, de Mij tot Nut
van ’t Algemeen en enkele particulieren. Bij
zonderen dank wordt gebracht aan heeren Voog
den van ’t Old Burger-Weeshuis voor de vor
stelijke jaarlijksche schenking.
Spr. meldt, hoe verschillende belanghebben
de gemeenten in den omtrek tot medewerking
werden aangeschreven. Van die gemeenten
betuigde Ijlst hare ingenomenheid, Workum
beloofde subsidie, Rauwerderhem subsidie naar
mate ’t leerlingen afzond. Ook de kerken te
IJsbrechtum en Deersum steunden financieel.
Ongeveer 180 leden geven jaarlijks ongeveer
f 500.
De heer Hogendijk, stadsarchitect, ontwierp
’t plan voor den bouw, waarvan de heer Kijl-
stra, te Drachten, aannemer werd.
De vele regendagen van dezen zomer in aanmer
king genomen, was ’t gebouw flink tijdig ge
reed. Men heeft nu een flink ontworpen ge
bouw, dat ook flink afgemaakt werd. De hee
ren genoodigden kunnen zich hier aanstonds
van overtuigen. Er is nog wel iets aan de
school te werken, doch dat komt spoedig te
recht.
Uit 20 sollicitanten werd de heer J. Voet-
berg, directeur der ambachtsschool te Hatlin-
gen, tot directeur gekozen, ’t Speet spreker
voor de zusterinrichting te Harlingen; doch
de heer Voetberg had Sneek de voorkeur ge
geven om de betere ligging op geografisch
en ander gebied.
Metzorgwerd het leeraarspersoneel uitgezocht,
’t welk thans bestaat uit de heeren Miedema,
voor timmeren, Bos, voor smeden, en Renssen
voor verven.
Per week zijn er 41 lesuren, waarvan 24
voor de praktijk. Zij, die het gewoon lager
onderwijs genoten hebben, kunnen toegelaten
worden, als ze minder dan 17 jaren oud zijn.
Er zijn thans 35 leerlingen, waarvan 14 uit
Sneek.
Spr. dankt den heer H. J. de Groot (inspec
teur) en Baron, directeur der Leeuwarder am
bachtsschool, voor hunne belangstelling in de
Sneeker school.
Spr. noemt het doel van ’t ambachtsonder-
wijs: Kennen zal met kunnen in verband ge
bracht worden, en dus de zinspreuk »Al doen
de leert men" verbonden zijn met ^Kennis is
Macht'.
De nieuwe inrichting zal dienen om de klei-
Met werkelijke bevalligheid voerde hij, haar weg. Zij
namen afscheid met een vluchtig knikje naar Schwerdt-
ner, die onbeweeglijk staan bleef. Een opwelling van
boosheid kwam bij hem boven. Weer had hij in de
koele, grijze oogen van den Amerikaan dat vreemde
iets opgemerkt en voor een oogenblik voelde hij lust
om dien man bij de keel te nemen. Doch onmiddellijk
herkreeg hij zijn zelfbeheersching, en met zelfverwijt
vroeg hij zich af, of die opwelling niet dwaas van hem
was.
Waarmee zoude Amerikaan Elvira wel bezighouden?
Zou hij haar overstelpen met de gewone flauwe com
plimentjes, waaraan zij door haar groot getal van aan
bidders gewend was? Daar zag hij niet naar uit.
Ba, wat kon hem dat schelen! Het beste was maar,
dat hij naar bed ging, zonder aan het souper te gaan.
Het aangrenzende salon binnentredende, ontmoette
mijnheer Von Blumenschein den Amerikaan en zijn
dame. Genoemde heer was met zijn gedachten nog ge
heel verdiept in de financieele plannen, welke de heeren
in de rookkamer hadden besproken, en wilde nu weer
daarover beginnen te spreken, zonder acht te slaan op
de tegenwoordigheid der barones.
«Ah, vind ik u hier, mr. Snoward? Ik heb u een voor
stel te doen omtrent de Argentijnsche leening. Ik ben
namelijk van oordeel
«Pardon,® viel de Amerikaan hem koel in de rede.
«Ge ziet, dat ik u op dit oogenblik niet te woord kan
staan. Morgen kunt ge mij in mijn bureau vinden;
ge weet welin «Excelsior.*
Verbluft trad mijnheer Von Blumenschein terug; hij
kon zelfs geen woorden vinden om zich te verontschul
digen. Dat die Amerikaan, bekend als van top tot
teen een man van zaken, wegens het gezelschap van
een jonge dame niet over gewichtige geldzaken te spre- haalde malen zijn blik zoekend over de personen aan
zal blijken. Ook hoopt en verwacht spr., datjde leer
aren onder de leiding van den directeur goed zullen
voldoen.
Ten slotte hoopt spr., dat de leerlingen (deze waren
ook met hunne onderwijzers tegenwoordig bij de ope
ning) zullen waardeeren, hoe zij door deze school be
voorrecht zijn. Vergeet niet, jongens, dat er zoo velen
voor u zorgen. Toont, dat ge hunne verwachting niet
wilt teleurstellen. Vooral gij, omdat gij de eersten xyt,
die van deze inrichting profiteert, toont dit!
De heer Peereboom, een der drie aanwezige leden van
Gedeputeerde Staten, zegt, dat de Provincie hare be
langstelling in ’t ambachtsonderwijs toont door het
geven van subsidies. Te Sneek is nu de derde am
bachtsschool van deze provincie gebouwd; moge’t niet
de laatste zijn. Spr. zegt, dat thans steeds meor voor
den arbeid en den arbeider, voor ’t ambacht gedaan
wordt, zoodat de oude spreuk weer grooter waarheid
wordt, dat Arbeid adelt. Spr. hoopt, dat, zooals nu
voor de mannen, ook eens voor de vrouwen gezorgd
zal worden. Spr. hoopt, dat uit deze nieuwe school
krachten, wezenlijke krachten voor de maatschappij
zullen voortkomen.
Onze burgervader, mr. D. Alma, wenschte te spre
ken als burgemeester van Sneek. Spr. is blijde, dat
de heer inspecteur van ’t ambachtsonderwijs en drie
leden van Gedep. Staten aanwezig zijn. Ook de heer
Commissaris der Koningin in ons gewest had willen
komen, doch was door ambtsbezigheden verhinderd.
Doch de Comm. der Koningin had aan spr. bekend ge
maakt, dat hij uitdrukkelijk wenschte, dat spr. aan de
vergadering zijn verhinderd-zijn bekend maakte.
Spr. releveert, wat de Voorzitter, de Inspecteur en
de heer Peereboom gezegd hebben en spr. is dankbaar
voor ’t gesprokene.
Spr. zegtAlle inrichtingen, hoe goed ook gevestigd,
hebben bevestiging noodig en daarom ben ik verheugd,
dat aan ’t hoofd der Ambachtsschool een zoo degelijk
bestuur staat, waarmee de heer Inspecteur gaarne zal
willen medewerken evenals de Commissie v. Toezicht.
Doch ook is 't goed, dat de onderwijzers flink zijn.
Spr. wenscht den heer Voetberg toe, dat hij met
verstandige gestrengheid deze school tot bloei brenge.
En tot de jongens zegt spreker een Latijnsche uitdruk
king, die beteekentVoor u, jongens, is al dit werk!
Spr. wekt daarom de jongens op tot ijver, tot goed
willen. De weg is goeddoch uw wil om dien te
betreden moet een vaste wil zijn. Gij moet plichtsbe
trachting hebben. Dan gaat ge een schoone toekomst
tegemoet, ’t Leven zal u tal van moeilijkheden bie
den, doch de Ambachtsschool helpt u, harnast u voor
den levensstrijd. Zorgt, jongens, dat werkelijk het
ambacht veredeld wordt.
En geen particulier krijgt schade van deze Am
bachtsschool. Deze is geen concurrente.
Spr. hoopt, dat hier de opvoedkundige zijde goed
zal zijn. Op sommige werkplaatsen en fabrieken hoo-
ren de jeugdige knapen vloeken, ruwe en andere taal.
Dat zal op deze school niet ’t geval zijn.
Spr. dankt uit naam van zijne plaatsgenooten voor
de school aan de milde helpersRijk, Provincie,
Weesvoogden en hoopt, dat dezen steeds ’t zelfde goed
hart voor de Sneeker Ambachtsschool zullen hebben.
Spr. brengt hulde aan architect Hogendijk en, tijdens
diens ziekte, aan zjjn plaatsvervanger, den heer I. de
Jonghulde aan de aannemers en ’t opzicht.
tafel had laten gaan.
«O neen! Ik dacht toevallig aan dien heer
Schwerdtner, geloof ik. Het deed mij leed hem in uw
tegenwoordigheid te zien.*
«Waarom?*
«Ik vind het neuswijs van zoo’n schoolmeester, zich
bij u, barones, in te dringen.
Waarover spreekt men toch met zoo’n jongmensch?*
♦In Elvira’s oogen flikkerde vroolijke spot bij het hoo-
ren van deze vraag.
«Nu, ik heb genoeg geleerd om veel te weten, waar
van anderen zelfs niet droomen.*
«Laat mijnheer Schwerdtner zijn wijsheid ten beste
geven in de leerkamer, daar wordt hij voor betaald*,
zei Snoward minachtend. «In ieder geval schijnt hij me
nog al aanmatigend te wezen. Ik ken die lieden. Zij
gelooven met hun schoolwijsheid iedereen terecht te
kunnen wijzen, maar in het practische leven zijn ze zel
den bruikbaar. En van dezen jongen man heeft uw papa
mij verteld, dat hij hem heeft laten studeeren en hem
eigenlijk gemaakt heeft tot den man, dien hij nu is.
Het paste hem dan wel, meer bescheiden op te tre
den, dan ik van hem bemerkt heb.*
«Heeft hjj dan geen recht om gevoel van eigenwaar
de te bezitten, omdat hij arm is?« vroeg Elvira.
«Ah!* zeide Snoward lachend, terwijl hij dreigend den
wijsvinger ophief. «Maakt dit hem belangwekkend in
de oogen eener door weelde verwende jonge dame?
Waarschijnlijk zou hij er zich niet weinig op laten voor
staan, als hij wist, dat hij zulk een warme verdedig
ster heeft.*
Elvira trok minachtend den neus op en toonde een hoog
moedig gelaat.
(Wordt vervolgd.)
Woensdag j.l. had de plechtige opening der
Sneeker Ambachtsschool plaats. De opening
van ’t gebouw voor ’t gebruik was reeds in
September geschied; doch de aannemer, de
heer G. S. Kijlstra vAn Drachten, was zeker nog
niet voldoende gevorderd met zijn werk, om
reeds begin van September de opening te doen
plaats hebben. Dat dit niet aan den aanne
mer, doch aan ’t afschuwelijke zomerweer lag,
behoeven we niet duidelijk te maken.
Het bestuur der Ambachtsschool, bestaande
uit de heeren A. Minderhoud, voorzitter, B. J.
Boerrigter, vice-voorzitter, R. Paehlig, secreta
ris, S. Jaarsma, penningmeester, en L. J. Krook,
had zijne uitnoodigingen ter bijwoning van
de opening aan verschillende corporaties en
particulieren gezonden en een talrijke scha
re, zeker over de honderd personen, bevond
zich Woensdagnamiddag te 2 uur in een der
ruime zalen (vertrekken kunnen wij ze niet
noemen) van ’t gebouw.
De voorzitter, de heer A. Minderhoud, sprak
een hartelijk welkom uit tot de verschillende
aanwezigen, de heeren H. Fennema, lid der
Eerste Kamer, H. J. de Groot, inspecteur van
’t middelbaar onderwijs (en der ambachtsscho
len), leden van provinciaal en stedelijk bestuur,
Baron, directeur der Leeuwarder ambachts
school, deken Th. Brouwer, de Weesvoogden,
afgevaardigden der Loge, der St. Jozepsver-
eeniging, van Patrimonium, enz.
Spreker merkte op dat dit de derde am
bachtsschool in Friesland is. (Leeuwarden is
er reeds lang, Harlingen sedert een paar jaren.)
Spr. geeft een zuiver beeld van de wording
der Sneeker Ambachtsschool en zegt, hoe in
1901 door een vergadering der afdeeling Sneek
van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
bij acclamatie werd aangenomen eene poging te
doen, om tot ’t oprichten van wat thans tot
stand gekomen is, te komen. Verschillende
corporaties werden uitgenoodigd en op een bij
eenkomst werden de heeren Minderhoud, Diehl,
Krook en S. Jaarsma tot leden eener commis
sie benoemd. Deze commissie confereerde met
den heer H. J. de Groot, inspecteur van ’t am
bachtsonderwijs, die daartoe naar Sneek trok.
De heer R. Paehlig werd mede in de com
missie gekozen en deze commissie werd nu ’t
Bestuur der Sneeker Ambachtsschool in wor-
ne burgerij te helpen in den strijd voor ’t be
staan, door flinke ambachtslieden te vormen.
Gelijk de Hoogere Burgerschool op ander ge
bied in een noodzakelijke behoefte voorziet,
zal ook de Sneeker Ambachtsschool blijken
noodig te zijn op ’t gebied der ambachten.
Spreker zegt nog, dat met voldoende finan
cieele kracht begonnen is, biedt thans uit naam
van het Bestuur der Sneeker Ambachtsschool
der gemeente de inrichting aan en verklaart
deze hiermede voor geopend.
De heer inspecteur H. J. de Groot spreekt over ’t
ontstaan der ambachtsscholen. Voor 40 jaar werd de
eerste school te Amsterdam geopend. Juist de groote
steden bleken ’t eerst behoefte aan dit onderwijs te heb
ben. Spr. haalt even aan, dat de gilden vroeger voor
de ambachtslieden een band vormden, ook een zedelij
ke band. Met ’t verdwijnen der gilden verslapte juist
die zedelijke band ’t meest in de groote steden. In
kleinere plaatsen kon en kan men nog opmerken, dat
de leerling werkelijk wordt opgeleid bij zijn baas.
De ambachtsscholen hebben zeer veel tegenwerking
ondervonden.
Spr. brengt hulde aan den minister, die in 1901 gel
den op de staatsbegrooting uittrok om ’t ambachts
onderwijs te helpen en tot grooteren bloei te brengen.
Nu weet men, dat de hooge Regeering eventueele
aanvragen om staatshulp voor op te richten ambachts
scholen in welwillende overweging neemt.
In de laatste 4 jaren zijn er niet minder dan 12 am
bachtsscholen bijgekomen (Sneek is daarvan de 12e) en
deze school is de 29e ambachtsschool, die in ons land
geopend werd. Binnenkort zal Assen no. 30 zijn. Ver
der heeft men nog een 100-tal andere inrichtingen, die
ook dienen om de ambachten vooruit te brengen. In
alle centra’s kunnen thans, beter dan vroeger, am
bachtsscholen geopend worden, omdat de zeer verbe
terde spoor- en tramverbindingen uit een ruimen om
trek de leerlingen kunnen aanvoeren.
Dat de ambachtsscholen noodig zijn, zal iedere pa
troon getuigen, die weet, hoe de concurrentie hem
dwingt, ook van jeugdige kracht gewaardeerde hulp te
vragen. Wel kan de ambachtsschool niet alles geven,
wat de werkplaats geeft. De cursus aan de ambachts
school duurt echter ook slechts drie jaren. Men moet
dus niet denken, dat de ambachtsschool volslagen am
bachtslieden aflevert, lieden met de ondervinding, de
kennis en ervaring van een flinken, grooten ambachts
man. Neen, de gronden alleen zijn gelegd, om later
in alles flinke, knappe werklieden te krijgen.
Spr. brengt uit naam van alle aanwezigen dank aan
’t Bestuur der Sneeker Ambachtsschool voor zijn werk.
Vroeger, in 1886, zegt spr., is eens gezegd: Alleen
in plaatsen boven de 30,000 inwoners kunnen ambachts
scholen zijn. Dat dit een leugen gebleken is, bewijst
bv. Harlingen, dat nauwelijks 10,000 inwoners heeft
en op een uithoek ligt, maar toch een groot aantal
leerlingen trekt.
Spr. wijdt ook een woord aan den directeur, den
heer J. Voetberg. Deze heeft reeds te Harlingen ge
toond, ter dege geschikt te zijn voor de plaats, die hij
inneemt. Spr. hoopt, dat spoedig de bloei der Sneeker
Ambachtsschool, onder des heeren Voetberg’s leiding
ken was neen, dat kon hij niet begrijpen.
Toen Snoward met Elvira de eetzaal binnentrad,
zette het gezelschap zich juist aan tafel. Dit paar zien
de binnentreden, keek de heer des huizes aangenaam
verrast op en een glimlach van bevrediging vloog van
zijn gelaat. Zijn dochter liet zich nimmer voorschrij
ven, wie haar zou geleiden of aan wien zij een ceremo
nieels gunst moest bewijzen; daarom had hij ook he
den niet gewaagd haar te verzoeken den Amerikaan met
eenige gunst te vereeren, hoewel de vriendschap van
dien man hem veel waard was. En ziedaar, nu ging dat
zoo vanzelf naar zijn zin. Zijn vaderhart gevoelde een
meer dan gewone teederheid voor het anders zoo eigen
zinnige meisje.
Midden in die vroolijke drukte veroverde Snoward
met de grootste kalmte de beide plaatsen voor zich
en Elvira. Hij bediende haar met evenveel eerbied
en oplettendheid, alsof hij daarmee een zaak van groot
gewicht verrichtte. En Elvira nam zijn diensten met
welgevallen aan. Zij had schik van al de verbaasde,
nijdige en gekrenkte aangezichten der personen, die ge
rekend hadden op het genoegen van haar tafelbuur te
mogen zijn. Die arme salonhelden! In mr. Snoward
hadden zij allerminst een medeminnaar vermoed. En
Elvira was daarover eigenlijk niet minder verbaasd; over
dezen fabelachtig rijken Amerikaan had zij de laat
ste weken veel hooren spreken, maar zij had zich dien
man niet anders voorgesteld dan als een «lompen geld
zak.*
En nu? Wel was hij geen man van verfijnde ma
nieren, doch zijn passende huldebewijzen hadden toch
hun eigenaardige waarde en waren niet zonder aantrek
kelijkheid.
«Mist gij iemand?* vroeg Elvira, nadat Snoward her-
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1000 regels 27» cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
o
l -1-